't Vliegend Blaadje. KLEINE VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TËXEL. No. 1584. Zaterdag 21 April"1888. Zestiende Jaargang. „Op gescheiden wegen". KALENDER DEB WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. De Dochter van den Handelsraai Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. In dit no. is voor de laatste maal de Bon opgenomen voor ons premie- werk Uiterlijk tot morgen, 21 dezer, kunnen deze bons worden ingele verd, met bijvoeging van 35 Cent en voor buiten tegen toezending van 45 Ct., waarop het werk franco wordt toegezonden; zonder bijvoe ging van het bedrag wordt geen werk afgeleverd. De Uitgevers. APRIL, Grasmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 4 u. 48 m. Onderg. 7 u. 10 m. Zondag 22 Maandag 23 Dinsdag 24 Woensdag 25 Donderdag 26 Volle Maan. Vrijdag 27 Zaterdag 28 HELDER, 20 April 1888. Van de hand des heeren J. F. Berk, hoofd eener school alhier, is dezer dagen bij den boekhandelaar Kluitman, te Alkmaar, van de pers gekomen een werkje, getiteld: //Op het strand," een leesboek voor lager en voort gezet onderwijs. Op deze uitgave wenschen we de aandacht onzer lezers te vestigen, 't Werkje is voor een groot deel de vrucht van het eigen onderzoek des schrijvers aan de kust der Noordzee. En onze jongens, die zoo gaarne aan 't zeestrand vertoeven, zich daar zoo uit muntend weten te vermaken en zoo dikwijls hun aandacht vestigen op hetgeen de Natuur ddér ter beschouwing aanbiedt, zij zullen, naar we meenen, gretig naar dit leesboek grijpen, 't welk hun een uitnemende gids kan zijn bij hun bezoek aan duin en strand, bij 't bezichtigen van schelp en zeedier. Maar het boekje heeft nóg eene aanleiding om het aan te bevelen, 't Leert den jongens opmerken, onderzoeken, en ook daarom zullen ouders en opvoeders wèl doen met het hunnen jongens in handen te geven. Het lezen van dit boek zal hen ongetwijfeld aansporen om ook overal elders de oogen te gebruiken en te trachten de geheimen der schepping te ontraadselen. Aan 't einde van zijn inleidend woord, drukt de schrijver den wensch uit, dat de lectuur van het boekje moge strekken om de jongens met geduld en oplettendheid in de omgeving te leeren rondzienwij willen hopen, dat deze wensch vervuld worde en dat velen dit lezenswaardig geschrift vlijtig ter hand mogen nemen. Naar men verneemt wordt Zr. Ms' schroefstoomschip le kl. Johan Willem Friso den 16 Mei a.s. alhier terugver wacht. Door den minister van binnenl. za ken is aan het gemeentebestuur van Texel bericht, dat de naam van dat eiland weer met x gespeld zal worden. Deze mededeeling werd in den Raad met toe juichingen begroet. Trouwens heeft de Raad steeds de spelling met x gehand haafd. Ook de postambtenaren op dat eiland ontvingen de kennisgeving voor taan Texel met x te schrijven. Men schrijft uit Terschelling Deze winter is een echte ouderwetscbe geweest, vooral hier om den Noord. Hoe het er dan op een eiland uitziet, kan menigeen zich bezwaarlijk voorstellen, en maunen van zaken kunnen zoo'n toestand nauwelijks bestaanbaar achten. Denk eens, dat men 8 tot 10 dagen zonder couranten of brieven bleef. En zulke winters hebben wij hier doorleefd zoo is het op naburige eilanden geweest. Maar welke ijsvelden van een gezichtslengte hier ook langs de haven en er in dreven, hoe dik het in den nacht vroor, hoe vast alle schuiten en loodsbooten in het ijs raakten, hoe alle stoomvaart in ons ge- heele land ophield, onze postboot Terschel ling liet eiken morgen haar afscheidsfluitje hooren boven het gehuil van den oosten wind uit, en het was of dat fluitje nog helderder klonk, als ze eiken avond haar welkomsgroet liet hooren. Slechts eenmaal in dezen langen, harden winter, moest zij in Harlingen één nacht overblijven, maar toen was het ook een vliegende sneeuwstorm. Ons bootje heeft nu eens getoond wat het vermag. Als eilandbe woner en gelijk ik denk, denken bijna allen dank aan 's lands regeering en de Staten onzer provincie, voor de krach tige ondersteuning dezer dienstregeling en welgemeende hulde aan den direc teur, den heer Zur Mühlen te Amsterdam, aan het bestuur en de directie onzer posterij en eindelijk aan den ouden gezag voerder, schipper Klein en zijn bemanning. Wij zijn dankbaar voor 'tgeen allen voor ons deden en voldaan over den trots van ons schoon eiland en over de postboot Terschel ling! In dezen ouderwetschen winter is meer gedaan dan wel de plicht gebood er is stoer gevaren. (Hbld.) De president der Fransche Republiek heeft tot ridder in het Legioen van Eer benoemd den heer J. W. L. Mahne, stuurman van de Rhenania, wegens het met eigen levensgevaar redden van den stuurman van een Fransch schip. Maandagavond omstreeks 10 uur werd in de Bakkerstraat te Arnhem, de kapt.-luit. t. z. Buyskes, terwijl hij het Franciskaner-bierhuis verliet, onverhoeds aangevallen door een persoon, die hem te lijf ging en na een korte worsteling met een scherp werktuig, men meent met een zoogenaamd stopmes, een breede, diepe, gelukkig niet gevaarlijke, wond dicht boven het rechteroog toebracht. Daar de wond hevig bloedde, werd een nabijwonenden apotheker, zoo spoedig mogelijk heelkundige hulp ontboden. Een geneesheer was weldra ter plaatse om de wond te hechten. Naar men mededeelde zou deze daad geschied zijn uit wraak en de dader een paar uren te voren door den gewonde zijn mishandeld. De langdurige winter heeft den groei der groenten zoo tegengehouden, dat de te Amsterdam door de afdeeling Am sterdam der Ned. Maatschappij van Tuinb. en Plantk. voorgenomen tentoonstelling van versche groenten en vruchten niet kan dooi gaan. Niet te verwonderen, dat alle huis moeders steen en been klagen over de duurte van de groenten. Bij de weduwe de R. te Goes is de vorige week door twee zwartgemaakte kerels in den nacht een belangrijke dief stal gepleegd van geld en kostbaarheden, waarbij de weduwe en hare dienstbode ook zijn mishandeld. Twee personen zijn op vermoeden reeds gearresteerd. Uit Goes meldt men aan de »Middelb. Ct." dat het gerucht, als zou een derde verdachte van den diefstal bij de weduwe de R. gevat zijn, niet bevestigd wordt. Ofschoon bij de twee gevatte personen geen der gestolen voorwerpen zijn gevon den, schijnt de justitie toch zeer bezwa rende bewijzen tegen de gearresteerden in handen te hebben. De eerste aanleiding tot opsporing van de verdachten was, dat de vrouw van een van hen eenige dagen te voren bij de weduwe De R. waar zij vroeger als meid gediend had afscheid kwam ne men, zeggende: »Wij gaan naar Ameri ka Tijdens haar visite is zij op zekere plaats geweest en heeft zij de pen van een raam genomen, voorzeker met het doel den toegang voor haar man gemak kelijk te maken. Het plan om naar Amerika te gaan was geen verzinsel, want bij onderzoek is gebleken dat het geheele clubje gereed stond derwaarts te vertrekken. Aanvankelijk was de 64jarige wed. de Roo vrij wel, maar thans blijkt dat zij toch ernstig in haar gezondheid is ge schokt. De deserteur die, na 32-jarige de sertie, zich aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis heeft aangemeld, is een voudig vervallen verklaard van den dienst, zijn tegoed op zijn Boekje, bedragende ongev. f300, is daardoor tevens vervallen. Uit Almeloo wordt nader gemeld De klacht der wevers over de slechte touwen is geheel ongegrond. Ieder heeft de vroegere touwen terug ontvangen, doch velen waren er naijverig op, dat twee jongens, die waren blijven doorwerken, betere touwen ontvingen dan waarop zij in gewone tijden volgens ouderdom recht zouden gehad hebben. Heden waren echter allen weder aan de fabriek om het werk te hervatten, dat geweigerd werd, omdat Dinsdag bij aan plakking gewaarschuwd was, dat ontsla gen werd wie de fabriek verliet. De po sitie der werkstakers is nu aanmerkelijk verzwakt, aangezien de aanstokers thans zeker geweerd worden. Zoowel bij de firma H. en B., als bij Gebrs. Scbolten wareD bij aanplakking gunstige schikkingen aangaande bet zie kenfonds toegezegd. In verband met het bericht omtrent de werkstaking in de bontweverij der heeren Bogaers en Zonen te Helmond deelt men nader mede, dat het daarbij eerder een bewijs van zienswijze omtrent het loon, dan wel een vermindering betrof. Er zijn twee categorieën van loon, een voor de zware en een voor de lichte stuk ken. Daar nu een der artikelen uit de hoogste categorie zoo in het voordeel der wevers gebracht was, dat het, ofschoon onder dezelfde benaming, met die der laagste categorie gelijk stond, meenden de patroons hier ook het loon aan gelijk te kunnen stellen. Toen zij echter zagen dat de wevers, door zich aan de benaming van het goed te houden, met hen in op positie kwamen, hebben de patroons den eisch der wevers zeer verstandig toege geven en is, na éen dag oponthoud, door allen het werk weer hervat. Alle berichten omtrent baldadigheden zijn onjuister is niets van dien aard ge beurd. Men schrijft omtrent de werksta king, uit Emmen d.d. 16 April het vol gende aan de N. Gr. Ct. Ongeveer 500 veenarbeiders, meeren- deels turfgravers, hadden het werk gestaakt. Wijl men voor baldadigheden vreesde, ontbood men de politie nit de naaste omgeving, welke spoedig aankwam uit Dalen en Coevorden. Wat men dacht, gebeurde, want in den verloopen nacht zijn er meer dan 1000 glasruiten bij ver schillende werkgevers en winkeliers inge gooid. Het ergst bij de b. h. Dommers, burgemeester van Scboonebeek, en v. Holte tot Echten, directeur der Echtens veen- maatschappij. Te twee uren in den verloopen nacht was alles vrij rustig. Zoowel de vrouwen als de mannen staakten het werk, zoodat in lading lig gende turfschippers den last niet kregen". Men vermoedt, dat zich vreemde op ruiers onder de arbeiders bevinden. Naar men berichtte, heeft de burge meester van Emmen naar Deventer of Zutfen geseind, om direct huzaren te zenden, ten einde een einde te maken aan de ongeregeldheden. Jan Cornelis Klok, vervener te Nieuw- Amsterdam, die Dinsdag-ochtend in de zitting der rechtbank te Assen in de zaak tegen Hendrik Jan G. als getuige moest worden gehoord, was niet verschenen en schreef den officier, dat hij niet komen kon wegens den opstand, door veenar beiders veroorzaakt en dat bijna geheel Nieuw-Amsterdam was verwoest. Ongeveer 300 Nederlandsche pel grims zijn Maandag in gezelschap van de bisschoppen van Breda en Roermond, mgr. Leyten en mgr. Boermans, naar Rome vertrokken. Voor f 379,500 is de heer A. H. Arendsen ta Naarden minste inschrijver voor den bouw van een strafgevangenis te Nieuwer-Amstel. Te Groningen heeft zich oeh De theologisch student, zoon van kant, bij het Leger des Heils" aa^0 sloten. Men kan begrijpen, dat deze be keering opzien verwekt. H. S. S. en R. de B. te Enschedé, verdacht van moord, Paaschmaandag al daar gepleegd, en dientengevolge in voor- loopig arrest genomen, zijn weder op vrije voeten gesteld. Dinsdag heeft zich iemand in het badhuis aan de Achtergracht te Amster dam beide polsen afgesneden. Hij is per raderbaar naar het Israëlitisch ziekenhuis vervoerd. Men meldt uit Arnhem, dat de man, die den heer B. aldaar Maandagavond verwondde, Dinsdag in hechtenis is ge nomen. Het is een verversknecht uit Klaverdal. De man moet reeds hebben bekend. Te Groningen worden sedert eenige dagen, tegen verminderden prijs, ham metjes ten verkoop aangeboden, die reeds in eenige huisgezinnen tot vergiftigings verschijnselen aanleiding hebben gegeven. De geneeskundige inspecteur, de heer Ali Cohen, heeft nu tegen het gebruik dier hammetjes, rauw of gekookt, gewaarschuwd, Eenige dagen geleden hakte een arbeider te Roon zich bij ongeluk in de knie. Om de wond te genezen werd daar spinneweb en tabakspapier op gelegd, en eerst toen de wond na eenigen tijd begon op te zwellen, werd er een ge neeskundige bij gebaald. Het was nn echter te laat, daar de bloedvergiftiging reeds van dien aard was, dat de dood er het gevolg van is geweest. Een elfjarig predikantje maakt te genwoordig te Williamstown, Kentucky (Vereenigde Staten) grooten opgang, vol gens de Amerikaansche bladen, die hem den Eerwaarden Pascal Porter" noemen. Hij moet een flinke jongen zijn, met heldere oogen, een goed geheugen en zoo welsprekend, dat leeken en geestelijken met bewondering en eerbied naar zijn woorden luisteren. Er is echter altjjd nog baas boven baas. Van een Nederlander uit de vorige eeuw, den lateren Surinaamschen landvoogd Mauritus, wordt immers verhaald, dat hg op vijf-jarigen leeftijd te Amsterdam in de toenmalige Gasthuiskerk beeft gepreekt, en dat de toehoorders allen tot tranen toe bewogen waren. Naar het Duitsch door AMO. 9) «Ge zijt een lief zottinnetje," lachte de oude man goedsmoeds en tikte haar daarbij op de rozige wang. /,Zoudt ge het niet eens zijn met zoo'n menschenkenner als ik ben Ik zeg u, Sabine, dat alleen onze tegenwoor digheid hem weêrhouden heeft, om te schreien als een kind." De pleegzuster bleef echter aan hi\ar eigen meening vasthouden. «Ik weet niet, waar het vandaan komt, maar de blik van zijn grauwe oogen beviel mij niet, er lag iets dui velachtigs in." Glimlachend schudde de oude man liet hoofd en nadat hij nog eenige voorschriften omtrent den kranke had gegeven, ging hij heen, om de andere zieken te bezoeken. Arthur White was intusschen met den be ambte weer door de stad gereden en bij bun komst aan het hótel //De Kroonprins" nam de laatste afscheid nogmaals verschooning vra gende voor de moeite, die hij den heer White veroorzaakt had. ffÓ, dat is niemendal", luidde het antwoord, wik zou zelfs groote offers willen brengen, als ik daarmede mijn vriend kon redden, geloof dat gerust, mijnheer." Nogmaals beleefd groetend, was de beambte daarop vertrokken en ook mijnheer White maakte zich gereed het rytuig te verlaten en in het hótel terug te keeren. Plotseling was echter een andere gedachte bij hem opgekomen en hij gaf den koetsier last, hem naar het huis van den handelsraad Ludwig Waldman te rijden. Gedurende den rit door het schoonste ge deelte der stad had Arthur White zich be- haaglyk in de kussens gelegd en toen het rijtuig voor het paleisachtig huis van den handelsraad stilhield, stapte hij met een vreem den, hoogmoedigen glimlach uit. «Meld uwen heer, dat ik hem wensch te spreken," voegde hij den dienaar des huizes toe, en op diens vraag, wien hij moest aan melden, luidde het trotsche antwoord//Ik heet Arthur White. Ik geloof wel, dat uw heer voor mij tehuis zal zijn." Eenige oogenblikken later stonden de beide broeders tegenover elkander en zagen elkaar onderzoekend aan als twee kampvechters in het strijdperk, die elkanders krachten willen meten. V. Meer in het midden der stad, in een straat, waarin de tramway haar spoor heeft liggen, stond een hoog gebouw van vier verdiepin gen. Het onderscheidde zich door niets bij zonders van de overige huizen in die straat en was van goedkoope baksteenen opgetrok ken. die achter gele en witte zandsteen ver borgen waren. Zelfs ontbraken de kleine bal kons niet en twee vergulde leeuwenkoppen versierden de inrijpoort van den voortuin, zoodat het huis een goeden indruk maakte. Het was een van die //kazernes" voor den fatsoenlijken stand, door speculeerende bouw meesters voorzien met een voorgevel als een paleis, om als lokmiddel te dienen. Als men de gang inkwam, bemerkte men dadelijk, dat het een dubbel huis was, links en rechts voerden trappen naar de bovenverdiepingen en de talrijke naambordjes bij de schelknop pen bewezen, dat hier in dit huis verschei dene familiën hun verblyf hielden. Ging men de trap aan de rechterzijde op en volgde men haar tot op de derde ver dieping, dan las men daar op een eenvoudig naamkaartje bij een schelknop: //Mevrouw de douairière gravin von Löwenberg" en een kaartje onmiddellijk daaronder vermeldde, dat hier ook woonde«Richard, graaf von Löwen berg, luitenant der infanterie." Trad men de woning binnen, dan kreeg men dadelijk een aangenamen indruk, de plan ken van den vloer w^ren helder blank ge schuurd, de witte verf op de deuren was zin delijk en deurknoppen glinsterden als goud. In den gang stond alles op zijn plaats, en sloeg men onwillekeurig door de openstaande deur een blik in de keuken, dan bewees het blank geschuurde keukengerei, dat hier een degelijke, verstandige vrouw het bestuur in handen had. Dat was ook inderdaad zoode gravin weduwe stond in den kleinen kring harer be kenden aangeschreven als een vrouw, die de kunst verstond met geringe hulpmiddelen zich eene behaaglyke omgeving te scheppen en die haar huishouding voorbeeldig bestuurde. Wie de oude dame met haar zilvergrijze lok ken en haar vriendelijken glimlach zag, moest onwillekeurig gunstig over haar denken. Uit haar blauwe oogen sprak welwillendheid en goedheid van hart; het was jammer, dat die lieve oogen meermalen waren verduisterd ge worden door tranen misschien in den nacht gestort, terwijl zij gedurende den dag het hoofd fier had opgericht, om zorgeloos en gelukkig te schijnen. Het was reeds laat in den morgen en de zon scheen helder en vriendelijk in de huise lijke woonkamer. Anders was omstreeks dit uur de koffietafel reeds opgeruimd, nu stond echter alles nog onaangeroerd. De oude dame vermeed alle gedruisch by hetgeen zij deed in de kamer, hier veegde zij nog een stofje weg, daar legde zij iets terecht en dan ging zij weer voor den spiegel om haar morgenmutsje terecht te zetten. Soms trad zij ook voor de deur van het zijvertrek en luisterde of zij ook beweging in die ka mer hoorde. Reeds was zij verscheidene ma len hoofdschuddend van die deur weggegaan, eindelijk toonde haar gelaat eenig misnoegen, zij klopte aan. //Wil je nu wel eens opstaan, langslaper? 't Is wat moois, om zoo een gat in den dag te slapen." Nu hoorde zij iets in de zijkamer, een lang gerekt geeuwen en een geluid als van iemand, die uit zijn bed springt. In een oogenblik kom ik bij u, beste mama!" riep eene jeug dige, frissche mannenstem. //Ja,''ik heb u lang laten wachten, maar kijk*T Tpk al water in de waschkom, nu, V*ikl" ST& Spoedig daarna ging de deur open en ver toonde zich een slanke, hupsche jonkman, met sierlijke, blonde knevels en vriendelijke blauwe oogen, die sprekend op die van zijn moeder geleken. In militaire houding stond hij daar, terwijl zijn mama schertsend hem met den vinger dreigde. #'t Is wat moois! daar wacht ik, oude vrouw, reeds vier uren lang met de koffie en mynheer de luitenant komt maar niet uit de veèren." De jonkman sloot haar den mond met een vriendelijken kus. WU moet niet boos zijn, mama, het zal niet weer gebeuren, maar weet u, er was gisteren feest bij Eugenie's papa!" wAha!" riep de oude dame, nog niet ge heel tevreden uit, »en daarom is de jonge heer zoo laat thuisgekomen! Spreek het maar niet tegen, ik heb het wel gehoord." »Nu, mama, dan hebt u toch zeker ge hoord, dat het heel vroeg was," schertste de luitenant. //Even over vy ven, het is de moeite niet waard ervan te spreken." «Ja, je bent een kwade, beste jongen," sprak de kleine dame en op de teenen staan de drukte zij een kus op de lippen van den jonkman, die zich daartoe tamelijk moest voor over buigen. i/Nn aan de koffie, uitblijver! En tot straf, hoop ik, dat ze slecht smaakt. Ik heb ze reeds driemaal moeten warmen, ja! Kom zet je nu naast mij op de sofa en zet niet lan ger zoo'n armezondaarsgezicht. Er helpt niets aan, de koffie moet gedronken worden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1