't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1587. Woensdag 2 Mei 1888. Zestiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. He Dochter van hei HMetaL Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, X Mei 1888. Zaterdagavond werd in 't gymna stieklokaal der Scherm- en Gymnastiek vereniging Oefening kweekt Kunst", aan leden der vereeniging, die zich daar toe hadden aangegeven, examen afgeno men voor den rang van voorwerker. De jury was samengesteld uit de bh. M. P. van Hooydonk, Th. Roep, van Schagen, J. C. Reijers. De oefeningen werden verricht aan ringen, rekstok en brug, terwijl met hoog- en ver springen werd besloten. Heftig was de kamp onder de mede dingers en de oefeningen waren niet malsch. De meeste punten werden behaald door de leden P. Hofland (77) en H. J. See- boldt, (76). De onderscheiding, hun te beurt gevallen, is eerlijk verdiend. Met een woord van dankzegging aan de leden der jury, sloot de pressident, de heer C. S. Jaring, de bijeenkomst. Door de marine werden Donderdag op een daartoe afgebakend gedeelte van Texel, in de nabijheid van de Laan- bank proeven genomen met staaldraad- versperringen, waartoe het ramschip Stier in gebruik was gesteld. De versperringen, die ten doel hebben passeerende vijande lijke schepen in de schroef te grijpen en daardoor in hunne bewegingen te belem meren, misten dat doel bij de proefne mingen. Reeds bet vorige jaar, toen touw in plaats van staaldraad werd gebezigd, mocht men niet slagen en ook nu stoom de het ramschip tweemaal, bij verschillen de watergetijden, ongehinderd door het versperde vaarwater, wel een bewijs dat de versperring nog niet volmaakt kan worden geacht. Naar men verneemt zul len er binnenkort, wanneer de noodige verbeteringen zijn aangebracht, opnieuw proeven worden genomen. Blijkens een opgave in de »Staatsct." bestond de bevolking van Noord-Holland op 1 Jan. 1888 uit 389.004 m. en 414,456 vr totaal 803,460, tegen 786,116 (380,114 m. en 406,002 vr.) op 1 Jan. 1887. De bevolking van Arasterdam bestond op 1 Januari 1888 uit 183,515 ni. en 206,501 vr., totaal 390,016, en die van Haarlem uit 23,524 m. en 26,189 vr., totaal 49,713. Het totaal bedrag dat op het einde van de maand Feb. in de Rijkspostspaar- was ingelegd, is f 11,898,646,021/s* De korporaal van bet 7e reg. inf., te Naarden, die in verband met den al daar gepleegden patronen - diefstal beeft terechtgestaan, is door den krijgsraad te Haarlem vrijgesproken. In de Heilskazerne in de Gerard Doustraat te Amsterdam, werd Vrijdag door eenige diamantslijpers rumoer gemaakt. Toen zij door de politie verwijderd wer den, gaf een der belhamels een politiea gent met een mes een steek in de zijde, zoodat de agent, ernstig verwond, naar bet gasthuis moest worden gebracht. De dader is gearresteerd. Dezer dagen won een zeer eenvoudig man te Oorschot een zonderlinge weddenschap. Hij nam aan om op twiutig vragen telkens een antwoord te geven zóódat men elk woord van achteraf kon lezen, zonder dat het in 't minst veranderde. Hij vond iemand die met hem het volgende ge sprek hield: Hoe is uw naam Reinier. En uw familienaam P Kazak. Hoe heet uwe vrouw P Anna. Welke is haar familienaam P Kor trok. Gepaste namenuw familienaam vooral wordt nogal eens gekeerd. Maar hoe heette wel nw vader P Otto. En nwe moeder P Bab. Verduiveld, 't is een heksenspel. Zeg eens, hebt gij ook kinderen P Neen. Wat familie hebt gij dan nogP Neven. Hoe heet de straat waar gij woontP Taartstraat. Op welk nummer woont gijP Negen. Drommels! 't is gelogen of toeval! Men zegt dat uw vader een deftig man is geweest; wat was hijP Re(e)der. Dat zou men aan u niet zeggen. Wat waart gij wel op het schip, waar gij immers lang dienst hebt gedaan? Kok. En thans, wat maakt gij om uw brood te verdienen Netten. Daar is. meen ik. niet vool t« vo* dienen. Wat is dan wel uw gewoon eten? Pap. Jammer dat ge een trap af moet gaan om in uwe woning te komen. Wat doet ge wel om beneden in dat krot te geraken? Nedertreden. Uw vrouw is hard ziek geweest, is 't nietP Hoe zag z'er wel uit, toen ze de koorts in 't lijf hadP Anna keek raar. Daar krijg ik tenminste een antwoord, dat wat langer is. Dat is een dubbeltje waard; als ik het u gaf, wat zoudt gij dan doen P Nemen. Geef mij nu in ernst eens een langer ant woord. Gij hadt even gemakkelijk dat van 't be gin af kunnen doen. Zorgdet gij ook goed voor uw vrouw toen zij ziek wasP Reinier Kazak deed temet Anna Kortrok tot negen lepel pap nemen. Bravo voor 't antwoord, ook bravo voor de medicijn, zij is er stellig terstond van ge... nezen. En welk was het eerste woord, dat zij u zeide P Redder. Zij had geluk, maar wat hadt gij P Lol. Wie weet of gij geen beter dokter voor haar zijt geweest dan dokter Mezger had kun nen zijn. Wat meent gij dat deze haar gegeven zou hebbenP Nepen. Juist; en ik ben over uw antwoorden vol daan. Hier is uw winst. Kijk! kijk! K. schrijft aan »Het Vad.": >Het bericbt, door u uit »De Amster dam mer« overgenomen, omtrent een bij Brussel overleden persoon, die bij de inneming van de kraton een heldenfeit zou hebben verricht, kan onmogelijk waar zijn. Men herinnere zich slechts hoe de te genstanders van den generaal Van Swieten dezen aanvielen, omdat hij »een leege kraton" bad veroverd Toen, in den ochteöd van 24 Januari 1874, geen schot meer van de kraton viel en alles daarbinnen stil was, zond de generaal een compagnie op verkenning ait, die inderdaad zonder tegenstand de kraton binnendrong en deze geheel ont ruimd vond. Er kan dus geen woord waar zijn van de mededeeling, dat zekere »heer Keuller*, van de Nederlandsche vlag voorzien en den degen in de vuist (hij zou dus officier geweest moeten zijn, of minstens adju dant-onderofficier, want mindere militai ren dragen geen sabel of dichterlijk gezegd geen degen maar een geweer), van de borstwering sprong, smidden tus- schen de woedende Atjehneezen, enz. enz., en het is zeer duidelijk, dat een niet be dreven sscbooue daadc ook nooit open baar erkend" is". Zaterdag is te Heerenveen op last van den officier van justitie gevankelijk biunengebraoM T-V H Inntoo Hofstrn. verdacht van in den avond van 20 April jl. te Gersloot zekeren J. K. S. met voor bedachten rade te hebben aangevallen, geslagen en derwijze geschopt, dat die persoon, tengevolge der mishandeling, in wendig zwaar gekneusd, na een hevig lijden van acht dagen is overleden. Een verschil over de uitbetaling van door den dader verdiende daghuren van omstreeks zes gulden was de aanleiding tot deze misdaad. Uit Enschedé wordt van 27 April gemeld In de stoomkatoenweverij der firma Terkuile Cromhoff had Vrijdagochtend omstreeks half twaalf een ontploffing plaats, waardoor bet dak en een binnenmuur nog al belangrijk beschadigd werden. De knal was ontzettend, en het mag een wonder genoemd worden, dat van de vele arbei ders, in de onmiddellijke nabijheid werk zaam, slechts 1 lichte kwetsuren bekwam Donderdagmiddag waren twee knechts in de branderij van de heeren Blanken- heim en Nolet, aan de Zaimkade te Rot terdam, bezig met bottelen. De een heeft toen den ander uit plagerij met zand ge gooid, waarop deze ten laatste dermate in toorn ontstak, dat hij een mes, dat bij de werkzaamheden gebruikt wordt, opuam, eu in de linkerborst van zijnen makker stak, die bijua onmiddellijk in de armen van andere daar aanwezige per sonen den geest gaf. De overledene, die 23 jaar, en de dader die 18 jaar oud is, droegen elkander geen haat toe een plotselinge opwelling van drift schijnt den dader vervoerd te hebben. Een paar dagen geleden vertrok iemand uit Amsterdam naar Schevenin- gen. om volgens zijn zeggen, aldaar de... „Wiesbaden" te gebruiken! Rome, 29 April. De Paus heeft heden de Nederlandsche pelgrims ontvan gen. Op een door den Bisschop van Utrecht voorgelezen adres antwoordde de Paus in het Frausch. Z. H. prees de Nederlanders wegens de trouw aan hun geloof en spoorde hen aan daarin te volharden. Ten slotte gaf Hij bun Zijn zegen. Onder andere geschenken ontving de Paus een prachtig album met gezichten en beschrijvingen, allen door Nederland sche Katholieken vervaardigd. In Montana is een mijnstadje, Cen tral City, een duizendtal zielen tellende, den 27 dezer geheel verbrand. Niets bleef er staan. Londen, 28 April. Zaterdag vond bij Sheerness een aanva ring plaats tusschen de Eng. marinesloep Buzard en het visschersvaartuig Alert, waardoor dit laatste gezonken is. De equipage werd opgenomen op de Buzard, welke naar Sheerness terugkeerde. Op de marinesloep was geen gouveruementsloods aan boord, dewijl de marine-officieren zelf bet vaartuig wenschten te boot— Omtrent den toestand des Keizers zegt de «Norddeutsche Allgemeine Zei- tung"Daar de verbetering in den toe stand blijft voortgaan, kan men zeggen dat het gevaar, door den jougsten aan val teweeggebracht, geweken is. De tem peratuur in de ochtenduren nadert dage lijks meer het normale cijfer, en de koorts in den avond neemt ook van dag tot dag af. Dat er zich nog koorts voordoet, daarin ligt evenwel nog reden genoeg tot een gereserveerde beoordeeliug van den geheelen toestand, ook al mogen de ove rige lichaarasfunctiën, als slaap en eetlust, een verblijdenden terugkeer ten goede kenteekenen. Wat den voortgang der grondkwaal betreft, die is in alle geval buitengewoon langzaam. Ook thans is er geen sprake van een aanmerkelijke uit breiding der kwaal, of van het zoozeer gevreesde overslaan op andere gewichtige levensorganen. Den 21n April beeft men te New- York een stoomboot-jubilé gevierd. Het was dien dag 50 jaren geleden dat de eerste twee stoorabooten, welke de reis van Europa naar Amerika volbrachten, aldaar aankwamen. Het waren de Sirius en de Great Wes tern. Zij werden, volgens de couranten uit die dagen, bij hun aankomst door een talrijke menigte opgewacht en met gejuich begroet. Ingezonden. Helder, Geachte Redactie! April 1888. Met onverdeeld genoegen heb ik dezer da gen kennis genomen van den inhoud van 't adres, door een aantal neringdoenden alhier opgemaakt en bij de Tweede Kamer inge zonden, met het doel om te protesteeren tegen coöperatieve vereenigingen, zooals Eigen Hulp, en de Werklieden-V'ereeniging alhier. Ik wilde er alleen nog aan toegevoegd hebben een adres aan den Gemeenteraad, b. v. om de van buiten de gemeente komende kooplieden en venters te weren, die met allerlei waren langs de huizen gaan en de winkeliers hier ter plaatse verbazend veel afbreuk doen. Omtrent den strijd tegen de coöperatie heb ik evenwel een paar opmerkingen gemaakt, die ik, even- ;oed als de winkeliers hun adres, publiek wil maken. Tegen den winter gebeurt het vaak, dat twee, drie of vier personen, geen slach ters, samen een vet varken aankoopen en dit voor gezamenlijke rekening doen slachten, ten einde in den volgenden winter goedkoop spek, vleesch en worst te kunnen eten. Dit is m. i. ook coöperatie, en 't komt mij voor, dat de neringdoenden ook daartegen te velde moeten trekken. En dan nog dit: Van tijd tot tijd worden van wege de beide genoemde coöperatieve ver- eenigingeD alhier, met neringdoenden in deze gemeente eontracten gesloten voor de levering van verschillende artikelen. Als ik nering doende was, mij dunkt ik zou mij wel wach ten, om met zulke nare vereenigingen overeen komsten van dergelijken aard aan te gaan. Met veel achting, uw bestendige lezer N. N. Marine en Leger. De Minister van Marine heeft een schrijven gericht tot de officieren en ambtenaren der zee macht, om hun mede te deelen, dat hij het, in verband met de bezwaren, die er voor velen on der hen aan verbonden zijn om naar den Haag te reizen, volstrekt niet als een onbeleefdheid ten opzichte van zijn persoon zal beschouwen, indien zij thans afwijken van de bij de zeemacht be staande gewoonte, om een nieuwen minister te gaan complimenteeren. Door de Marine is te Tien Gemeten op de voormalige quarantaine plaats een brandklok ge plaatst van ongeveer 150 kg., welke bij het ont staan van brand in de marine-gebouwen de op dit eiland en aan de Hitzersche kade wonende spuitgasten ten spoedigste zal kunnen waarschuwen. Blijkens bij het Departement van Marine ont vangen telegram is Zr. Ms- schroefstoomschip 4e kl „Sommelsdijk", onder bevel van den kapitein- luitenant ter zee J. E. M. Lange, den 26en de zer te Delagoabaai, (Zuid-Oostkust van Afrika,) aangekomen. Aan boord was alles wel. De schout-bij-nacht W. F. H. Cramer, direct, en commandant der marine te Hellevoetsluis, is Vrijdag aldaar afgetreden en aanvaardt den len Mei as. gelijke betrekking te Amsterdam. Naar men verzekert, zal niet Zr. Ms. schroef stoomschip „Johan Willem Friso" de „Koningin Emma der Nederlanden" gaan aflossen, maar is daartoe aangewezen Zr. Ms. schroefstoomschip „Alkmaar". 12) Naar het Duitsch door AMO. Zij woonde in het ziekenhuis zelf, ofschoon haar vader in de oude stad in een eigen huisje woonde. Sabine stond niet in goede verstandhouding met haar vader, een oude zeeman, die een groot deel van het jaar op zee was. Zij voelde bijna afschuw voor de ruwe, gemeene levenswijze van den man, die hare moeder reeds vroegtijdig had doodge- kweld, en grootendeels daarom had zij de be trekking van ziekenverpleegster aangenomen. Zij behoefde van het ziekbed slechts eenige schreden te doen, om haar kamertje te be reiken en verzocht de pleegzuster, die haar afloste, met nadruk haar te roepen, als er eenige onrustbarende verandering in den toe stand kwam. Zij was dus bijna voortdurend nabij den jonkman en ontbrak stellig nooit, als Arthur White den zieke kwam bezoeken. Zonder zelf te weten waarom, gevoelde zij een onover- winnelijken afkeer van dezen man. De Ameri kaan scheen daar echter niets van te bemer ken, integendeel richtte hij by elk bezoek en hy kwam vrij dikwijls warme dank betuigingen tot de jonge pleegzuster en be tuigde haar telkens zijn genoegen over de goede verzorging en de hoop op herstel van zyn vriend. Op roerenden toon verzocht hy haar ook voor het vervolg hare zorgen aan den kranke te willen wijden. Sabine, anders zoo beminnelijk, knikte dan eenvoudig, zon der iets te zeggen en weigerde herhaaldelijk de kostbare bloemruikers, die hij uit dank baarheid voor haar meebracht. Zij deed slechts haar plicht, zei ze kort en scherp, het aan nemen van geschenken voor plichtsvervulling streed geheel met haar idée. //Ik begrijp niet, wat ge tegen mijnheer White hebt," sprak de directeur eens, toen de Amerikaan weer een bezoek gebracht en haar tevergeefs eenige kostbare rozen aange boden had. «Ik ben langer dan dertig jaar dokter, maar ik moet bekennen, dat het mij nog nooit is voorgekomen, dat een patroon zooveel deelneming in het lot van een be diende toonde. Anderen doen dat ook wel, maar als zij een paar' raaien geweest zyn, om navraag te doen, dan is het uit. Maar mijn heer White is onvermoeibaar in zijn bezorgd heid en deelneming." Halstarrig knikte het meisje met het hoofd. »Daar zal hij zijne redenen wel voor heb ben," was haar kort antwoord. De oude dokter moest om haar lachen. «Och, kom, je bent een lief zottinnetje.... ik zou wel eens willen weten, wat die brave man u toch gedaan heeft.... Wat zou uw be schermeling zonder mijnheer White aanvan gen? Als de ongelukkige er het leven af brengt en dat is ver van zeker dan is het toch bijna onmogelijk, dat hij goed by zyn verstand zal zijn." «O, dat zou verschrikkelijk zyn," fluisterde de ziekenverpleegster met een huivering. «Ja, dat zei mijnheer White ook," zei de dokter schouderophalend en naar den ge kwetste ziende voegde hij erbij: «Wie weet of het niet beter voor hem was, als hij in sliep en niet weer ontwaakte. Het verstand te verliezen is het verschrikkelijkste van al les." «En gelooft u dat werkelijk, mijnheer?" vroeg Sabine ontsteld. «Och, wat valt hier te gelooven!" luidde het brommend antwoord. «Die jonkman is mij een raadselhij krijgt een messteek, die voor vijf andere voldoende is, en hij ver draagthij krijgt een slag op het hoofd, waarvan een Deensche os dood zon neerval len, en hij leeft nogMaar wij zullen ein delijk wel zien, wie gelijk heeft." Met vochtige oogen zag de pleegzuster naar den slapenden kranke. «Krankzinnig.... o, de arme man!.... maar, ik kan het toch nog niet gelooven." »Beste Sabine, spreek nu niet van zaken waar ge geen verstand van hebt," viel de dokter ietwat bops in. «Krankzinnigheid kan in hevige of in geringe mate bestaan, dat moeten wij hier afwachten, hij wordt mis schien idioot of misschien geheel zonder ge heugen en denkvermogen en in het gunstig ste geval krijgt hij bijna geheel zyn verstand terug en blijft dan lijden aan een vast dwaal begrip." Op deze uitspraak kon de pleegzuster slechts antwoorden met een zucht, doch zy verdub belde nu hare zorgen voor hem. In de equipage van den handclsraad had Arthur White op zekeren dag een rytoer ge maakt en ook het ziekenhuis bezocht, om naar John Muddie te zien. Bij zyn thuiskomst ging hij echter niet de trap op naar de bo venverdieping, maar sloeg een zijgang in, die naar de kantoorlokalen van zijn halfbroeder voerde. Hij was verbaasd over de vele ka mers, waarin de klerken zaten te schrijven. Een der boekhouders naderde hem en vroeg beleefd, wat hy wenschte. «O, dat is een inval van me, ik wil mijn broeder eens in zijn kabinet opzoeken." De boekhouder maakte eene eerbiedige bui ging en geleidde den halfbroeder van zijn patroon naar het bedoelde vertrek. Ludwig Waldmann zat daar juist te schrij ven. Verrast sprong hij op zijn gelaat vertoonde eenige verlegenheid. Hij vreesde, dat Arthur White hem kwam opzoeken in zijn kantoor, om met hem den geldelijken stand van zaken tusschen hen te bespreken. «Laat ik u niet storen," sprak White, toen de deur achter hem dicht was. «Ik wilde slechts een kijkje in uw kantoorlokalen ne menze zijn prachtig, dat moet ik zeggen. Het is een flinke zaaker moet goed wat verdiend worden!" Hij nam daarbij plaats in een leuningstoel en nam een kostbare Regalia uit het siga renkistje, dat zijn broeder hem voorhield. Toen de sigaar aangestoken was, zei hij «Nu, dat is iets heerlijks, zoo hebben we ze bijna niet in Amerika en daar groeit toch tabak genoeg." Do handelsraad was intusschen onrustig een paar malen in het vertrek heen en weer ge- loopen. Als bij toeval had hij daarbij even gezien of de deur wel goed gesloten was. Hij nam toen tegenover zijn broeder plaats en om toch iets te zeggen, begon hij: «Je bent een rijtoer wezen maken, hè?" «Ja, dat is zoo.... in lang heeft een stad mij niet zoo bevallen als Hamburg.... Ik ben ook naar het ziekenhuis geweestwat is dat een eind weg!...." „En hoe gaat het met uw John Muddie?" vroeg de handelsraad, die nu ook een sigaar nam en aanstak. De Amerikaan haalde de schouders op en toonde nu een bekommerd gelaat. „Datjiseen akelige geschiedenis," antwoordde hij op droe- vigen toon, „misschien brengt de arme jonk man er het leven af, maar.... maar...." »Ik begrijp liet," meende de handelsraad. „De dokter blijft by zijn uitspraak," en daar bij tikte hy veelbeteekenend tegen het voor hoofd. »Zoo is het," sprak de Amerikaan. „Hij zal, zoolang hy leeft, waanzinnig zijn. Het is zeer treurig, dat een schurk een krachtig jongmensch zoo ten gronde kan richten, en het ergste is, dat men wel nooit «len ellen- digen moordenaar zal kunnen ontdekken." Do handelsraad maakte de opmerking, dat zoo iets dagelijks voorkwam, en greep toen in een der vakjes van zijn schrijftafel naar een brief, dien hij nu Arthur White overhandigde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1