't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho. 1607.
Woensdag 11 Jnli 1888.
Zestiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Atoonn© ment
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advortentiön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 10 Juli 1888.
Geslaagd voor het theoretisch apo
thekers-examen te Amsterdam, de heer
J. Boon, van hier.
Aan de Universiteit te Amsterdam
werd Zaterdag met goed gevolg het eerste
natuurkundig examen afgelegd door den
heer A. Metzelaar, medisch student aldaaar.
Men schrijft van Terschelling, d.d.
6 Juli:
De stoomschelpenzuiger de Friesland
was heden weder boven de Lutine werk
zaam, toen de groote zuigbuis door midden
brak en een belangrijke averij ontstond.
De boot is nog dienzelfden nacht naar
de werf aan den Kinderdijk gegaan om te
repareeren. De schade is nog al aanzien
lek. De opbrengst van het kuilzuigen is
van zeer geringe beteekenis; slechts nu
en dan wordt een enkele Spaanscbe mat
opgehaald.
Het 25ste Christelijk Nationaal
Zendingsfeest op het landgoed »Boeken-
roode" bij Haarlem, is door ongeveer
15000 personen bijgewoond.
Gedurende het tweede kwartaal de
zes jaars zijn 51 jongens in dienst ge
treden bij de kweekschool voor de zee
vaart te Leiden.
De leerlingen der kweekschool voor
de zeevaart te Amsterdam hebben, geheel
uit eigen beweging, besloten den door hen
bij den roeiwedstrijd van 23 Juni jl. be
haalden prijs af te staan ten behoeve van
de Prins-Hendrik-Stichting.
Bij de voortdurende verlaindering
van het ledental tengevolge van overig
den, zijn de gerechtigden tot het dragen
van het Metalen Kruis der 1ste sectie te
Amsterdam, voornemens een notarieele
akte te doen opmaken, waarbij het fraaie
vaandel, hun indertijd door Z. M. den Ko
ning vereerd, bij bet geheel uitsterven
der sectie, aan bet gemeentebestuur wordt
vermaakt, om in de archieven van het
Stadhuis bewaard te worden. Het leden
tal der Vereeniging telde bij haren bloei
ruim 500 leden en is nu reeds tot 42
verminderd.
Volgens telegram uit Batavia, dd.
5 Juli, is de overeenkomst omtrent de
pakketvaart in Nederlandsch-Indië met
den Gouvern.-Generaal door beide partijen
geteekend.
De heer Tegelberg was voornemens den
7en Juli per stoomschip Prins Alexander
te repatriëeren.
Gedurende het tweede kwartaal van
dit jaar zijn alleen van Amsterdam 3947
landverhuizers naar New-York vertrokken.
In de Amersf. Ct. leest men de
volgende advertentie
Dames. Een ongehuwd winkelier P. G.,
30 jaar, vraagt 5000 gulden te leen. Hij
is ook niet ongenegen, na wederzijdsch
goedvinden, een huwelijk aan te gaan.
Een echtpaar te Rotterdam, dat deze
week zijn gouden bruiloft viert, schonk
bij die gelegenheid f1000 aan de armen
der Ned. Herv. gemeente, f1000 aan het
lidmatenhuis, f 1000 aan de diaconiescho
len en f 300 aan het kinderhuis.
Onder de vroegrijpe kleiaardappelen
in Friesland heeft men sporen van de
aardappelziekte aan 't loof ontdekt. In
de wouden" gelukkig nog niet. Als oor
zaak geeft men den velen regen op, die
de laatste tijden viel.
Een groote ramp voor Vlaardingen!
Zaterdag zijn weder 6 haringschepen
binnengekomen, allen zonder vangst en
met groote schade aan de netten. Volgens
berichten zal het er niet bij big ven, want
het weder is op de Noordzee bnitengewoon
ruw geweest.
Uit Apeldoorn meldt men van 6 Juli:
Hedennamiddag omstreeks 5 uur zijn
de paarden, waarmede de Koningin en
het Prinsesje baren gewonen rijtoer maak
ten, in de dorpsstraat op bol geraakt.
Gelukkig struikelde en viel spoedig een
der paarden, waardoor de Koningin en
de Prinses gelegenheid hadden uit te stap
pen. Na eenige oogenblikken bg een der
ingezetenen vertoefd te hebben, zgn H. M.
en H. K. H. wandelende naar het paleis
teruggekeerd.
Een oude juffrouw was Zondag 11. on
der de preek in zekere kleine Zeeuwsche
gemeente in slaap gevallen en liet baar
kerkboek vallen. Door het geraas ont
waakte zij plotseling en riep zeer luid
Alweer wat gebrokenIk zal 't van
de huur afhouden, hoor je Grietje
Men kan zich verbeelden welk een indruk
deze uitroep op de kerkbezoekers maakte
Naar de Arnh. Ct. verneemt, zal
bet hoogste pensioen voor weduwen van
burgerlijke ambtenaren, volgens de thans
in wording zijnde nieuwe wet op de pen
sioenen, f 600 bedragen.
De watermolens in de Beemster
behooren tot bet verledene. De 4 laatste
van de 52 watermolens, die eertijds dezen
polder droog hielden, zgn nu voor af
braak verkocht voor de som van f 2410.
Uit. Veen dam
Voor een vacante betrekking te dezer
plaatse zijn niet minder dan 150 sollici
tanten. Zeker een winstgevend baantje,
denkt de lezer, twee of drie duizend gul
den tractement met vrije woning en tal
van emolumenten. Doch dat is niet het
gevalhet is eenvoudig de betrekking
van brievenbesteller aan het postkantoor
alhier, op een salaris van ruim f400.
Zegt het voort
Een moeder van zes kinderen te
Kortrijk zag een harer kleinen op de
spoorbaan spelen, toen er een trein kwam
aanrijden. Zij snelde toe, om het kind
te redden, en het gelukte haaar het weg
te trekken maar juist op dat oogenblik
werd zij zelve door den trein omverge
worpen en verpletterd.
SCHAKING.
Niet ten onrechte schreef vader Cats »Het
valt lichter een kort met vlooien te bewaken
dan een jong meisje." Dit bleek ook Vrijdag
weder ter terechtzitting van de Arrondisse-
ments-Rechtbank te 's-Hage.
Een hoogst fatsoenlijk en braaf ouderpaar
bezit een negentienjarige dochter, die de lust
hunner oogen was. Een toonbeeld van ge
zondheid en levenslust, hartstochtelijk vrolijk
zelfs. Dit laatste nu baarde het liefhebbend
ouderhart vaak groote zorg, zoodat zooals
de vader verklaarde op veertienjarigen
leeftijd reeds een scherp toezicht noodig was,
om het argelooze meisje voor de vele gevaren,
welke een groote stad oplevert, te bewaren.
Hare hartstochtelijke vroolijkheid gaf den
vader zelfs in het vorige jaar aanleiding de
dame, waar het meisje in dienst was, te ver
zoeken hem in zijn gansch niet gemakkelyke
taak behulpzaam te zijn, een waakzaam oog
over zijne dochter te houden en haar volstrekt
niet zonder zijn voorkennis uit te laten gaan.
Zij had nl. kennis aangeknoopt met een wees
jongen, waarvan de vader vernomen had dat
deze nu juist niet de rechte persoon was om
den goeden naam zijner dochter ongeschonden
te bewaren.
Het meisje scheen echter in dien omgang
vermaak te scheppen en zette, terwijl zij ha
ren vader en meesteres diets maakte, dat
alles geëindigd was, de kennismaking in stilte
voort. In November jl. geraakte zy ook in
kennis met een timmermansknecht, die bij
zijn vader en diens compagnon werkte en haar,
terwijl hij een valschen naam opgaf, wijs
maakte dat hij vrijgezel was en haar huwen
zoude.
Zij zagen elkander dikwerf, waarvan een zeer
intieme verstandhouding het gevolg was. Een
bakkersknecht waarschuwde haar echter dat
haar aanstaande gehuwd was en een kind
had. Zij verweet hem zijn bedrog, maar de
minnaar bezwoer haar dat men een ander be
doelde en hij niet gehuwd was.
De vrijage werd daarop voortgezet, maar
het meisje dwong hem haar ouders om hare
hand te vragen. Hij voldeed daaraan schrif
telijk en kwam acht dagen later om het ja
woord. De vader van zijn meisje zeide dat
hij naar hem informeeren zou en vroeg zijn
adres.
Hij zeide in een hofje op den Dennenweg
te wonen, maar de vader kon hem niet uit
vinden en begaf zich toen naar den winkel,
waar hij vernomen had dat beklaagde werkte
daar vernam hij de juiste waarheid en spoedde
zich naar den vader van den jonkman, dezen
smeekcnde het ongeluk van diens zoon en
zijn dochter te helpen voorkomen.
Yoor korten tijd werd toen de heillooze
band verbroken, maar spoedig weder des te
hechter hersteld.
De gevolgen van den al te gemeen zamen
omgang bleven echter niet uit en in de maand
Mei jl. bekende zij haar minnaar dat zij een
pand hunner ongeoorloofde liefde onder het
harte droeg. Zy beduidde hem dat zij voor
haar eer daar ter stede niet blyven kon en
zij spraken daarom af te zamen naar Amerika
te gaan, waar zij volgens zijn zeggen
zonder papieren huwen konden. In den avond
van 16 Mei verliet zij haren dienst en bega
ven zij zich te zamen naar Rotterdam, waar
zij hun intrek namen in een logement op de
Vlasmarkt.
Zaterdags vertrok haar minnaar weder naar
's-Hage, zoogenaamd om nog meer geld voor
de reis te halen en bleef zij in het hótel
achter. Hij keerde echter niet terug. De
vader, die alle moeite deed om zijn dochter
op het spoor te komen, werd door de politie
daaraan verwittigd en haalde haar Zondags
naar huis, waarna hij een aanklacht tegen
den bedrieger, die de eer van zijn kind ge
roofd had, instelde.
Deze stond Vrijdag terecht en bekende het
meisje bedrogen en met haar een ongeoorloof-
den omgang te hebben gehad. Hij ontkende
evenwel ooit geweld te hebben gebruikt en
gaf voor dat hij haar niet ontvoerd, maar
slechts, omdat zij zeide zich te willen verdrin
ken, uit vrees dat zij aan haar voornemen
gevolg zou geven, begeleid haddat hij ech
ter geen oogenblik plan had gehad om met
haar naar Amerika te gaandat zij zich,
nadat zij de zekerheid had dat hij gehuwd
was, voortdurend vrijwillig aan hem had over
gegeven en dat hij haar slechts had laten
zitten omdat hij geen middelen bezat om bij
haar te blyven.
Uit het verhoor der getuigen bleek niets
omtrent een vroegere onzedelijke neiging bij
het meisje, maar wel dat zij volgens haar
vorige meesteres wel wat lichtzinnig was,
hetgeen deze aanleiding had gegeven om,
met het oog op de moeielijke taak welke zij
op verzoek van den vader op zich genomen
had, haar den dienst op te zeggen.
Substituut-officier van justitie mr. Ort, brand
merkte de handelwijze van bekl. en meende
dat deze, met het oog op de ellende welke bij
over zijn jeugdig slachtoffér, hare familie en
zijn eigen gezin gebracht had, geen medelijden
verdiende.
Zijn Edel Achtbare vorderde schuldigver
klaring aan overtreding van art. 281, alinea
I Wetboek van Strafrecht en veroordeeling
tot 4 jaren gevangenisstraf.
Jhr. mr. Witsius H. de Savornin Lobman,
toegevoegd verdediger, had naar hij zeide
aanvankelijk geaarzeld om het hem door een
collega gedane verzoek om voor dezen op te
treden te voldoen. Een beklaagde le verde
digen, wien overtreding van art. 281 ten
laste wordt gesteld, is geen benijdenswaardige
taak. Na het lezen van de stukken en een
onderhoud met bekl. in de gevangenis en
vooral ook na het verzoek van diens vader,
om zich toch niet terug te trekken, had Zijn
EdelAchtbare zijn schroom geheel over
wonnen.
Pleiter gaf het den Officier van Justitie
niet toe, dat bekl. de zware verwijten ver
diende, welke deze hem zoo kwistig naai* het
hoofd had geslingerd.
Zijn EdelGestrenge wees er op dat bekl.
niet tot de snuggerste behoorde, een omstan
digheid welke den heer rechter-commissaris
aanleiding gegeven had, te vragen waar be
klaagde school had gegaan.
Aan diens bekentenis was dus weinig
waarde te hechten, want het bleek dat hij de
portée van de tot hem gerichte vragen niet
Art. 281 was volstrekt hier niet van toe
passing, want er had geen schaking plaats
gehad. Bekl. had het meisje niet ontvoerd,
hij had haar slechts op haar verzoek verge
zeld. Het plan was zelfs niet van den bekl.
alleen uitgegaan, maar te zamen overlegd en
in een oogenblik van overspanning, tenge
volge van hetgeen gebeuren moest, ten uit
voer gebracht.
Een ontvoering van iemand die vrijwillig
medegaat is een contradictio in terminis."
Op de gevorderde straf had pleiter zeer veel
af te dingen. Vier jaar voor een feit als dit
en dat nh alles wat ter terechtsziting bleek,
was zijns inziens veel te zwaar.
Het is waar, uit niets was gebleken dat
het meisje vóór haar kennismaking met beki.
een onzedelijk leven had geleid, maar zoo'n
onschuld als het O. M. er van maakte geloofde
pleiter nu ook juist niet dat zij was. Dan had
zij niet, nadat zij wist dat haar vrijer gehuwd
was, een half jaar lang als zijn vrouw met
hem geleefd en tegelijk nog kennis met een
weesjongen aangeknoopt.
Ja, maar de eerste stap Pleiter wees er
op dat deze gewichtige stap 'geene gevolgen had
gehad, waaraan de buitenwereld zich had
kunnen ergeren. Indien men voor een feit
als dit, waar alle elementen van schaking aan
ontbraken, vier jaren oplegde, dan mocht voor
een geval van wezenlijke schaking wel levens
lange gevangenisstraf worden geëischt. Pleiter
verwachtte dan ook met vertrouwen dat de
Rechtbank den Officier op dien weg niet vol
gen zou.
Uitspraak Vrijdag a. s.
Op den 16en Jtuii, kort nadat het
stoomschip »Clan Mackintosh" van Soco-
tora vertrokken was, kwamen aan boord
verscheidene sterfgevallen tengevolge van
verstikking voor. De hofmeester begaf
zich met een bediende en een jongen naar
de victualiën-kamer in het ruim, om ver
schillende artikelen ten gebruike der be
manning te halen, en liet een man op
het tusschendek om ze in ontvangst te
nemen. De eerste drie hadden nauwelijks
de kamer bereikt, of zg werden door ver
giftige dampen verstikt en ook de man
die boven stond viel bedwelmd neer. Een
stoker, die dezen man zag vallen, waar
schuwde den tweeden machinist, die da
delijk met 6en lantaarn in het ruim ging.
De lantaarn ging uit en de machinist
viel eveneens bedwelmd op den grond.
Daarop daalde de hoofdmachinist neder.
Dezo vond eerst het lichaam van den
tweeden machinist, dat hg naar boven
liet ophijschen. Toen daalde hij weder
af om de anderen te redden, maar hg
viel dood neder. De tweede en derde
machinisten, twee bootslieden, en ver
scheidene inboorlingen werden, nadat zij
van de gevaarlijke plaats verwijderd wa
ren, met moeite weder tot bewustzijn ge
bracht.
Een koopman te Brussel heeft on
langs getracht voor een aanzienlijk bedrag
Mechelsche kant over de Fransche gren
zen te smokkelen in een looden dood
kist. Iedereen dacht, dat die een dooda
bevatte, maar de douanen kregen achter
docht, en hielden haar aan. Toen de
geadresseerde, een koopman te Parijs, die
de kist niet op tijd ontving, er naar
vroeg, kreeg hg ten antwoord, dat er aan
de grens nog een formaliteit vervuld moest
worden.
Hij ging nu, in zwaren rouw, met een
treurig gelaat, naar het grensstation. De
doodkist werd in zijne tegenwoordigheid
geopend, en de smokkelarij was ontdekt.
De rouwende koopman bleef zich houden,
alsof hg niets van het geval wist; maar
hij werd toch onverwijld in hechtenis ge
nomen,
Onlangs is een neger, die zich zeer
onbetamelijk gedroeg, uit een restaurant te
New-York verdreven en daaruit heeft een
berichtgever der World" aanleiding ge
nomen om zich als neger te vermommen,
ten eiude eens te zien, hoe men hem in
de voornaamste hotels enz. zou ontvangen.
Hij maakte afspraak met een koetsier en
reed in de eerste plaats naar een grooten
restaurant in de vijfde Avenue. Nauwe
lgks was hg binnengetreden, of een al
gemeen gemompel ging op en een bediende
beduidde hem dat de zaal alleen voor
dames" bestemd was. In een andere zaal
nam een bediende zgn bestelling aan, maar
kwam niet terug. Hg ging naar het
kantoor en vraagde, waarom hg niet ge
holpen werd. Men had niet, wat hg ver
langde, was het antwoord. Hij verzocht
den eigenaar te spreken. Deze was toe
vallig uit". In een hotel, waar hij een
kamer verlangde, was alles bezet". Wel
droeg men een maaltijd voor hem op, maar
deed genoeg merken, dat men hem weg
wenschte. Kortom: nergens vond hij een
onderkomen, nergens was een kamer
beschikbaar en overal was alles op. De
hotelhouder enz., zegt de berichtgever,
zgn genoeg gezind om kleurlingen en
blanken op gelijken voet te behandelen,
maar hunne blanke klanten maken het
hun onmogelijk.
Overvloed van geld
Rumenië bracht een leening ter markt,
en deze was in één uur tijds ruim zes
malen volteekend
Over een eiland der melaatschen'
worden d« volgende bijzonderheden me
degedeeld. Vóór ongeveer 20 jaren brak
de, vermoedelijk door een schip uit Azië
ingevoerde besmettelijke melaatschheid
zoo hevig uit op de eilanden der Sand-
wichsgroep, dat de regeering het besluit
nam, alle zieken van de gezouden te schei
den. De zieken werden naar het onbe
woonde eiland Molokai verbannen. Alle
melaatschen, van welken leeftijd, stand
of rang ook, moesten deelnemen aan dien
tocht naar den dood. Sinds dien tgd
brengt eenvaartuig alle jaar op bepaalde
tijden een nieuwe bezending aan. Nooit
mag iemand de kolonie weer verlaten. Meer
dan 2500 ongelukkigen worden zoo naar
die straf plaats gezonden. De nieuw
aankomenen brengen voor de anderen
levensmiddelen en geneesmiddelen mede.
In den beginne was de levenswijze van
de ongelukkigen allertreurigst. Zij sloe
gen geen hand uit om zich het leven toch
nog zoo veel mogelijk dragelijk te maken.
De meesten waren volkomen apathisch
wachtten eenvoudig hun dood af.
Een jong Belgisch priester, pater Damien,
besloot zich op te offeren. Hij ging on
der de melaatschen. Sinds 16 jaren werkt
de edele man onbegrijpelijk heilzaam lig
was en is voor hen alles, naar lichaam
ziel. Vóór 2 jaren is een tweede
priester hem komen helpen. Sinds 3 ja
ren lijdt hij nu zelf aan de doodelijke
ziekte en wacht de edele priester met de
meest mogelijke kalmte zgn einde af!
De toebereidselen voor de reis van
keizer Wilhelm II naar Petersburg zgn
in vollen gang. Behalve graaf Herbert
von Bismarck, den staatssecretaris, zullen
nog eenige ambtenaren van het ministerie
van buitenlandsche zaken mede naar Pe
tersburg gaan. Blijkbaar zal dus tijdens
het verblijf des keizers aan de Newa, dat
op vier dagen bepaald is, ook wel een
woordje over politiek worden gewisseld.
Een eskader van vijf pantserschepen
zal den keizer het geleide geveu. Dit
eskader staat onder bevel van admiraal
Knorr, terwijl Prins Hendrik het bevel
zal voeden over het jacht »Hohenzollern"
dat den keizer zal overbrengen. Den
13en Juli vertrekt de keizer uit Potsdam
naar Kiel en vermoedelijk zal het geheele
eskader den 15e in zee steken. De eerste
ontmoeting tusschen beide keizers -zal
waarschijnlijk in open zee plaats vinden,
want czaar Alexander is van plan zgn
gast met zgn jacht te gemoet te stoomen
om hem naar Peterhof te geleiden.
Ter leniging van den nood, ont
staan door de branden te Sundsvall en
Ulmea in Zweden, welke beide steden
geheel afbrandden, heeft zich een Neder-
landsch comité gevormd, waarvan de le
den gelden in ontvangst nemen en wel
te Rotterdam bij de heeren Abr. Van
Stolk en Zoonen.
Een geheimzinnige misdaad heeft te
Madrid groot opzien gewekt. Een be
jaarde, aanzienlijke dame, de Markiezin
van Varela, is in haar woning vermoord.
Men vond het lgk der dame mot ver
scheidene wonden, haar met een mes
toegebracht, op den grond liggen, half
verkoold; de moordenaar had blijkbaar
hare kleederen met petroleum overgoten
en in brand gestoken.
Het dienstmeisje der dame lag bewus
teloos in de keuken, waar een groote
hond was. Zg verhaalde, dat zg niets
van de misdaad bemerkt had voor de
moordenaar haar aanviel en haar door
een slag op het hoofd neervelde. Vol
gens haar moet een onbekend jonkman,
die bij de Markiezin het middagmaal ge
bruikt had, de moordenaar zgn.
Het dienstmeisje wordt echter, voor alle
zekerheid, gevangen gehouden.
Niets van het geld of de kostbaarhe
den der dame wordt vermist.
Zoowel het Engelsch Lagerhuis als
het Hoogerhuis, hebben thans het wets
ontwerp goedgekeurd waarbjj de conventie
van den Haag omtrent de visscherjj op
de Noordzee wordt bekrachtigd.
Ingezonden.
DE KERMIS.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun me s. v. p., door middel van Uw
blad, een kort woord van protest tegen de
wijze, waarop in deze gemeente kermis wordt
gehouden, 'k Zal in geene beschouwing treden
over het zedelijk kwaad er door veroorzaakt,
noch over het financiëel nadeel, waarop het
den inwoners te staan komt. 'k Veronderstel
dit van algemeene bekendheid. Dit treft alle
kermissen, maar ik heb het oog op de kermis
des Zondags.
Gelijk bijna overal, zoo zijn er ook in onze
gemeente tweeërlei groepen burgers. De eene
groep zoekt op de kermis bevrediging van ge
notzucht, en is in meerdere of mindere mate
verheugd, wanneer do kramen, spellen, draai
orgels, etc. etc. weder gearriveerd zyn, met
édn woord, wanneer de kermis weder ingeluid
is. Daartegenover sCaat echter een andere
groep, welke zich principiëel tegen dergclyke