't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ho. 1637. Woensdag 24 October 1888. Zestiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. NIEUWSTIJDINGEN. Vergadering v. d. Raad der gemeente Texel. FEUILLETON. ELE0N0RE. ï6); Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afaonderlgke nummers2 Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJPAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 23 Oct. 1888. In een annonce, hierachter voorkomende, wordt aangekondigd de opening van de reeks der in den aanstaanden winter alhier te honden Volks bijeenkomsten. Het trok onze aandacht, dat die aankondiging ditmaal mist het gewone opschrift „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen". Sinds het plaatselijk departement van genoemde Maat schappij voor eenigen tijd de Volksbijeenkomsten van de lijst harer afdeelingen verwijderde, worden die samenkomsten georganiseerd door een Veree- niging van belangstellende personen in deze ge meente. 't Vroegere Bestuur, uitgebreid met eenige bekende voorstanders, heeft den moed gehad om, ook zonder den stoffelijken en zedelijken steun van 't Nut, met de zaak voorttegaan en de sa menstelling van 't programma voor den eersten avond getuigt alvast van het voortbestaan bij dat Bestuur van de oude energie, van de bekende zorg om iets goeds voor 'tvolk te organiseeren. Tot opening der bijeenkomst zal door den Voor zitter een toepasselijk woord gesproken worden. Achtereenvolgens zullen daarna door de heeren A. B. Weber en C. D. Zur Mühlen voordrachten gehouden worden. Aan onzen plaatsgenoot Jas Minneboo, die zich bij vele reddingen van schip breukelingen door moed en zelfopoffering onder scheidde, zal, vergezeld van een keurig getuig schrift, een stoffelijk blijk van waardeering worden uitgereikt. Eindelijk zal door de Onderoffioiers- Vereeniging der landmacht „O. V.", die zich zoo vaak reeds veel moeite gaf voor de zaak der Volks bijeenkomsten, worden opgevoerd de vaudeville „Zonder tamboer of trompetter"; een en ander afgewisseld door muziekuitvoeringen. Wij achten het onnoodig om, na deze vermel ding, nog iets ter aanbeveling van de Volksbij- eenkomsteu te zeggen. Het door de moeder ver- stooten kind zal zich op deze wijze, meeneu wij, wèl weten te redden. Mej. D. Hoogendijk heeft met goed gevolg te Amsterdam examen afgelegd tot verkrijging eener ac^ -als onderwijzeres. Texel, 21 October. Gisteren werd het wrak van de Secunda 43 in veiling gebracht. Het hoogste bod was slechts f56. Uit zee heeft men nu twee schui ten vol touwwerk geborgen, dat stellig van genoemd vaartuig afkomstig is. Naar aanleiding van loopende, dik- wpls onjuiste berichten omtrent den ge zondheidstoestand van Z. M. den Koning zullen, naar omstandigheden, van tijd tot tijd berichten dienaangaande in de Staats courant worden opgegeven. Volgens verklaring van Hoogstdeszelfs geneesheeren is Z. M. thans hersteld van de catharrale ziekte, waardoor Z. M. in Augustus jl. werd aangetast, zonder dat deze nadeelige gevolgen heeft nagelaten ten aanzien van de chronische kwaal waaraan Z. M. ljjdende is. Z. M. neemt thans in lichaams- en werkkrachten toe, doch de groote gevoeligheid en de moeie- lpkheid van beweging vorderen zeer groote voorzichtigheid met betrekking tot het genieten van de buitenlucht. Bij deurwaarders-exploit is te Am sterdam aan een 25-jarigen jubilaris gein- sinueerd, dat een feestcommissie daar en daar gereed stond hem een zilveren thee servies aan te bieden. Het waren de col lega's van den procureur H. P. Loggere, die laugs dezen min gebruikelpken weg den jubelaris een blijk hunner sympathie aanboden. Zondag 7 October jl. zijn vermist in de woning van den commissionair in effecten C. A. Arends, aan de Keizers gracht 762, te Amsterdam: 3 obligatiën Nederland 31/, pCt., no 100885 100886 en 100887, ieder groot f 1000, met de daarbjj behoorende couponbladen. De commissaris van politie der 3e sectie te Amsterdam verzoekt bij ontdekking bericht. Op het wachtschip te Tandjoeng Priok heeft een matroos zichzelf door een paardenmiddel van de cholera ge nezen. De medicijnen van den genees heer, wiens hulp werd ingeroepen, liet hij onaangeroerd, maar hij wist een flesch cognac machtig te worden, en versloeg die geheel, Toen de flesch cognac niet meer was dan een cognacflesch, en als ljjk op den grond lag, sliep Janmaat rustig den slaap der beschonkenen en was gered I Maar toen hij beter was, moest hg op het rapport komen en werd ge straft wegens het niet innemen der me dicijnen Tot de bemanning van den Maas- sluisschen logger Erga, die blijkens dezer dagen te Maassluis ontvangen berichten met man en muis is vergaan, behoort ook de matroos T. Hartevelt te Scheve- ningen, vader van zeven kinderen. De ongelukkige is de laatste uit het geslacht der Hartevelts, die allen van vader op zoon den dood in de golven hebben ge vonden. Te Hilversum had een 14-jarige jongen om een kwartje de onzinnige wed denschap aangegaan, dat hij achterelkaar vier kop appelen zou opeten. De knaap werd onder het eten door een hevige be nauwdheid overvallen, en is overleden. Omtrent den noodlottigen brand te Middelburg meldt de Midd. Ct. nader :j Een der overburen, door het knetteren der vlammen gewekt, stond op, ontdekte den brand en begaf zich dadelijk naar het aangetaste perceel. Hij trachtte zich door de deur toegang te verschaffen, doch slaagde daar niet, waarom hij de winkelruit insloeg, en te gelijkertijd door de 24-jarige huishoudster, die zich in den winkel bevond, hoorde roepen: »Help, help, ik stik!" De vuurgloed en de uitstalling voor het raam zullen haar, die vermoedelijk ook een der kinderen bij zich had, waarschijn lijk belet hebben door deur of venster te ontvluchten. Hulp te bieden was den overbuur on mogelijk alleen kon hij zich haasten brandalarm te maken. In korten tijd waren de buren met de ramp in kennis gesteld, weldra klonk het brandalarm door de straten en rukte de brandweer aan. Toen echter was in het brandende per ceel reeds het vreeselijke drama afge speeld, waarbij de bovengenoemde huis houdster (een zuster van den bewoner) en vier kinderen als slachtoffer vielen. Omtrent de oorzaak van den brand is uit den aard der lzaak zeer weinig te zeggen. De volgende lezing is echter niet onwaarschijnlijk. De bewoner, die eiken nacht wordt gewekt door zijn knecht, gaat, na zich gekleed te hebben, naar beneden met een petroleumlampje, dat hij op de toonbank zet en uitblaast, waarna hjj de deur sluit. Vermoedelijk is nu, konder dat de bakker het bemerkte, bij he' uitblazen de vlam in den oliehouder geslagen, en terwijl hij de deur achter zich sloot, de lamp ge sprongen, de olie in vlam geraakt en zoo het houtwerk in brand gekomen. Dit is te meer verklaarbaar, omdat te half drie een nachtwaker het huis voorbij gegaan is en niets heeft bemerkt en ook omdat in een oogwenk het huis, van binnen geheel van hout, in vlam stond. Het licht voor de hand dat er vooral thans veel gesproken wordt over de vraag, of er geen mogelijkheid heeft bestaan de slachtoffers van deze vreeselijke ramp te redden. Volgens getuigenis van over buren en andere personen, die het eerst het onheil zagen, is daartoe geen gele genheid geweest. Veler gedachten waren natuurlijk het eerst bij hen, die zich in het pand bevondeneen der omwonen den riep, nadat zij den brand zag, dade lijk uit het raam: »denk in Gods naam om de kinderen", maar reeds toen was er geen quaestie meer van om in het huis te komen en de reddende hand te bieden, o.a. aan de kleinen, die men nog voor een der zoldervensters heeft gezien. Van voren hen te bereiken was niet al leen onmogelijk, maar ook aan de ach terzijde van het huis, besloten als dat ligt tusschen twee hooge muren, bestond daarvoor geen gelegenheid. Tijdens den brand liep wel het gerucht dat de kinderen en de zuster van den bakker gered waren, doch spoedig bleek dat men hierbij op een dwaalspoor was gebracht. Wel waren kinderen wegge- gedragen, doch die behoorden aan een overbuur. De ongelukkige vader heeft alleen zijn jongste, dat te Leiden bij zijn grootmoeder verbleef, behouden. op Vrijdag 19 October 1888. De Voorzitter opent de vergadering. Afwezig de heer G. K. Brouwer. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en na een aanmerking van den heer W. Mets goedgekeurd. Eenige ingekomen stukken enz. worden voor kennisgeving aangenomen. De kas van den gemeenteontvanger is na gezien en in orde bevonden. Een ingekomen stak van den commissaris des Koning.?, waarin het ontslag van den ge meenteveldwachter S. Koning, wordt voor ken nisgeving aangenomen. Alsnu werd benoemd tot geraeenteveldvrach- Naar het Duitsch van E. WERNER. «Zoo nokte Eleonore, terwijl zij hare vrien din met zich mede trok. „Ik denk dat er eergisteren bij den zeeberg heel wat anders is gebeurd, hebt ge dat soms ook vervelend gevonden i,Ot dat was heel wat andersverklaarde Eva. „Toen werd mij een aanzoek gedaan." Dokter Lorenz schudde het hoofd en blikte de beide jonge meisjes na, die de zaal ver lieten. „O, die overmoedige jeugdDat lacht en schertst in het aangezicht van een gevaar, waarvoor men moet sidderen. Maar het is merkwaardig, er is hier in Mansfeld eigenlijk niemand die siddert, dus mag ik het fatsoens halve ook niet doen." Hij nam het geweer van den schouder en zette het zoo voorzichtig mogelijk tegen een der pilaren, terwijl hjj voortvoer //Men moet zich in acht nemen met zulk een moordtuig. Het is wel is waar niet ge laden, maar wie weet, het kon toch los branden. Men heeft tooneelstukken, waarbij zulk een oud ding nog een kogel in den loop heeft, derhalve voorzichtigAls ik maar wist waar die waaghals van een jongen uithangt, hy is spoorloos Het woord bleef hem in de keel steken, want hij, wien zijn gedachten golden, zijn spoorloos verdwenen pupil, kwam plotseling weder te voorschijn. Met een vluggen sprong kwam hij over de steenen ballustrade op het terras, rukte de balcondeur open en kwam de zaal in, doch in welk een toestandZijn lichaam dreef van het water, dat uit zijn haren en kleederen droop, doch onder de natte lokken blikten een paar overmoedige oogen en met een zegevie renden blik riep hij uit„Daar ben ik De dokter sloeg bij dezen aanblik de handen boven zijn hoofd te samen. „Otto, komt ge eindelijk weer boven water Waar zijt ge toch den geheelen namiddag ge weest, en wat ziet ge er uit I Je bent door en door nat!" De knaap wierp een achteloozen blik op zijne doorweekte kleeding. ii Dat komt van de golvenDe boot stond half vol water." „De boot? Ge zijt toch niet z/Op zee geweestJawel, ik kom juist uit de boot." Lorenz deed een schrede terug en werd bleek van schrik. „By dezen storm „Bij dezen storm „Maar om 's hemelswil, wat heb je dan toch uitgevoerd Otto wierp het hoofd trotsch in den nek. „Dat komt ge nu niet te weten, beste dok ter, u en niemand. Ik wil ook eens een ge heim hebben, ik wil niet altijd weggezonden worden als de anderen de hunne willen be spreken." „Maar ge moet toch een gegronde reden gehad hebben om u in levensgevaar te bege ven," jammerde de oude heer. „Ik begrijp bovendien niet, hoe ge er levend afgekomen zijt. Yan daag zal niemand zich op zee wagen." „Behalve ikriep de knaap triomfantelijk. „Ik heb het van Arnulf geleerd, een boot ook in den storm te sturen, en dat heb ik van daag gedaan als een echte zeeman." „Maar zeg mij dan tenminste „Green syllabeIk heb bovendien nog iets met u af te rekenen, dokter. Als ge mij niet hadt vastgehouden, dan zou ik er van morgen ook bij geweest zijn, maar u liet me niet los totdat grootmoeder kwam en mij met bidden en smeken terughield. Haar kon ik niet terug- stooten, maar ik zal u dezen zet betaald zet ten. Er is in het slot nog niets gebeurd?" „Neen, maar er zal genoeg gebeuren als de soldaten uit de stad komen." „Dat is te hopen 1 Zij zullen ons aanvallen, wij zullen ons verdedigen, en hen terugslaan mijnheer de dokter, ik had niet durven hopen dat ons hier in 't slot nog zulk een geluk te beurt zou vallen Hij vloog zyn leermeester uitgelaten om den hals, die deze omarming gelaten verduurde, doch de verzuchting slaakte: „Otto, goddeloos kind! Dat noemt hij een geluk 1" „NatuurlijkMaar vóór alles moet ik mij nu gaan wapenen. Ah, daar staat al een ge weer Hy wilde er naar grijpen, doch de dokter hield ter G. C. Hoek, en hem, na eenige discussie een som van f40.toegestaan, voor verhuis kosten enz. De Voorzitter stelt aan de orde behande ling van de begrooting van de gemeente, het algemeen armbestuur en het algemeen wees huis voor het dienstjaar 1889. Bij monde van den heer C. P. Keijser wordt namens de commissie van onderzoek hierover rapport uitgebracht Zij meent dat de posten van schoolbelioeften en brandstoffen voor de scholen te hoog zijn. De Voorzitter zegt, dat de post schoelbehoeften hooger is omdat in het vorige jaar de school voor M. U. L. O. geen schoolbelioeften noodig had en dat de meerdere uitgaaf voor brandstoffen in het verloopen jaar zooveel had bedragen door den langen en kou den winter. Nog meent hij dat de post voor het aanplakken kan worden uitgewonnen, daar dit zeer goed door den gemeenteveldwachter kan worden verricht. Ook het onderhoud voor brandspuiten, brandwagens enz. zou zeer goed kunnen worden verminderd, daar z. i. de per sonen die dezen arbeid verrichten wel wat ruim voor hunne diensten rekenen. De Voorzitter zegt dat deze post niet te hoog is, en dit hoofd zakelijk afhangt van het aantal branden, die er kunnen voorkomen. Ook meent genoemde heer, dat de postjaar- wedde voor gemeenteveldwachters met f 100. kan worden verminderd, daar er geene veld wachter te de Coksdorp wordt benoemd. De voorzitter zegt dat er geen plan bestaat om een gemeenteveldwachter te de Cocksdorp aan te stellen, maar wel om den rijksveldwachter een gratificatie toe te kennen voor gemeente diensten. De heer A. Dros vraagt of de rijksveld wachter te de Cocksdorp niet reeds met den gemeentedienst is belast. De Voorzitter antwoord hierop bevestigend. Bij stemming wordt besloten om de post met f 100.te verminderen. De Voorzitter stelt voor de begrooting na deze wijziging goed te keuren. Hiertoe wordt besloten. Daarna wordt aan de orde gesteld de be grooting algemeen armbestuur en die van 't gemeen Weeshuis, welke worden goedgekeurd. Het ingekomen verzoek van den heer Jakob Boonakker, hoofd der school in Zuid-Eierland, om eervol ontslag met aanspraak op pensioen wegens lichaamsgebreken, wordt goedgekeurd. De Voorzitter leest een schrijven van heeren Gedeputeerde Staten, waarbij een schrijven van Z.E. den Minister van Waterstaat, over de haven te Oude Schild. Hieruit blykt, dat deze haven niet tot een rijks-haven kan wor den gemaakt, daar de haven alleen gebruikt wordt door visschers en handelaars. De kosten, door Z. E. geraamd, voor ver grooting der haven en verlenging van den mond, zyn pl. m. f 41000, en Z. E. wil daarvoor toestaan 1/s der te maken kosten, onder be ding dat J/3 door de, provincie en 1/3 door de gemeente wordt by gedragen. De Voorzitter meent, dat de vergrooting op deze voorwaarden rijper beraad behoeftlo. omdat de huizen, om de kom der haven ge bouwd, zouden moeten worden weggeruimd, en 2o. omdat de kosten voor de gemeente een te groot financieel bezwaar zijn. Daarom wordt besloten, dit tot een volgende vergadering uit te stellen. Vervolgens kwam aan de orde, een ingeko men stuk van eenige inwoners te Oosterend, tot het maken van een haven beoosten dat dorp. Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders hierover in den geest van den raad zullen handelen. De Voorzitter stelt namens het Dagelyksch Bestuur voor, om een wijziging te maken in de heffing van den hoofdelijken omslag het oude tarief te laten vervallen en daarvoor in staat te stellen een tarief in 40 klassen ver deeld, waarvan de hoogste bedraagt f 500 en de laagste fl,50, en tot grondslag te nemen de vermoedelijke inkomsten, den gevoerden staat en de wijze waarop de inkomsten worden verkregen. De heer A. P. Koorn stelt voor, dit rijper te overleggen en tot een volgende vergadering uit te stellen. De heer A. Dros meent, dat vaststelling hierdoor niet verbeteren zal. De heer Wes tenberg steunt het gevoelen van den heer Dros, in zooverre dat toch het oude tarief zal moeten worden veranderd. De heer C. P. Keijser stelt voor, deze zaak tot een volgende vergadering uit te stellen. Hiertoe wordt besloten. Hierna wordt de vergadering eenigen.tijd gesloten, ter besprekiug van reclames hoofde lijken omslag. Na weder opening doet de voorzitter de gewone rondvraag. De heer A. P. Koorn vraagt, met het oog op het eervol ontslag, aan den heer Boonakker verleend, welk plan liet Dag. Best. heeft, ten opzichte der school in Zuid-Eierland, 5f die school zal blijven bestaan, 5f dat een voorstel zal worden gedaan tot opheffing. De Voor zitter zegt, dat hier veel voor en tegen is, en hij daarom eerst met den schoolopziener hier over wil spreken. De heer A. Dros zegt, dat er in een vorige vergadering is bepaald, dat er een nachtwacht te de Cocksdorp zou worden aangesteld, doch tot heden hieraan geen gevolg is gegeven. De Voorzitter antwoordt, dat hij zal trach ten hiervoor een geschikt persoon te vinden. De heer C. Zijm bedankt het Dag. Best. voor de spoedige en goede herstelling, aan de straat te Oude Schild, en meent de aandacht te moeten vestigen op den onaangenamen reuk, die over het dorp verspreid wordt door de mest, die per vaartuig in de haven wordt aan gevoerd. De Voorzitter zegt, het volkomen met hem eens te zijn, doch weet hierin nog geen verandering te brengen. De heer W. Mets zegt, dat er verbetering in zou komen wanneer mest, evenals grint, dadelijk moest worden gelost en weggereden. Nog meent de heer C. Zijm, dat den rijks veldwachter te Oude Schild, wel eenige ver goeding toekomt voor gemeente-diensten, ge durende de afwezigheid van den gemeente wachter. Na eenige discusie wordt besloten, om aan den rijksveldwacht te Oude Schild f 10 en den ryksveldwacht te de Cocksdorp f25 'sjaars toe te staan. Niets meer aan de orde zynde, wordt de vergadering gesloten. Marine en Leger. De luitenant ter zee le kl. N. W. van Ammers, dienende aan boord Zr. Ms. wachtschip alhier, wordt 1 Nov. a.s. op non-act. gesteld. Zr. Ms. ramscbip „Bnffel", commandant de kapitein ter zee C.H. Bogaert, is Vrijdag in het Goereesche gat wezen vuren. Aan boord was de zelfde commissie als bij de vnurproeven der Pan ter en Wesp. Reeds na het tweede schot bleek het, dat het schip belangrijke schade had bekomen. hem tegen en verklaarde met een gevoel van eigenwaarde „Afblijven dat is mijn wapen „Uw wapen?" Otto zag den anders zoo vre- delievenden ouden heer met de grootste verba zing aan, toen hij diens krijgsuitrusting met zijn pels bemerkte. „Ja, maar het is mijn voornemen niet er bloed mede te vergieten," haastte de dokter zich er bij te voegen. „Nu, met dit geweer zult ge zeker geen bloed vergietenzeide Otto lachend, terwijl hij het bekeek. „Ik geloof dat de haan in het geheel niet meer wil overgaan." Hij beproefde den haan te spannen, doch het verroeste instrument bleef onbewegelyk. Lorenz week echter verschrikt terug. „Neem u toch in acht! Het kan losbran den „Daar zijn de geweren voor," meende Otto, terwijl hij zijne proefnemingen met alle krachts inspanning voortzette, doch met denzelfden uit slag als den eersten keer. „Maar niet in mijn hand! Geef my het ge weer terug." »Met genoegen ik kan er toch niet mede schieten. Maar nu moet ik naar mijn neef, op wien ik van daag voor de eerste maal trotsch ben, naar Hellmut, onzen commandant 1" „Trek dan toch eerst die natte kleêren uit," bad Lorenz, doch hij ontving slechts een over- moedigen lach tot antwoord. „Neen, mijnheer de dokter, dat zijn kleinig heden en van daag zijn wy helden, zelfs gij met uw pels en een geweer dat niet af gaat Hij liep lachend weg, terwijl de dokter diep- beleedigd het eerwaardige, zoozeer versmade schietinstrument weder op den schouder nam en zich gereed maakte om naar den slottuin te gaan en zich daar mede in het gelid te stellen. Hij had er zich nn eenmaal mede ingelaten en meende het aan zijn eer verplicht te zijn, om niet terug te krabben. VH. Graaf Odensborg on de vlootvoogd waren door deze catastrophe geheel verslagen. De graaf had, sedert zijn zoon zich met den degen in de hand vóór Arnulf Jansen geplaatst had, geen woord meer tegen hem gesproken liy gevoelde, dat zijn macht ten einde was. Hol- ger daarentegen, die zijne energie en kalmte nu ook verloren had, beproefde de beide jonge mannen te volgen, om de zich beneden in het slot bevindende Denen te waarschuwen. Doch men scheen dit reeds vooruit gezien te hebben, want hij vond de deur van buiten gesloten terwijl hij er aan draaide, verried het gejuich in den slottuin, dat de list volkomen gelukt was. Odensborg had zich in zyne kamer terugge trokken en wenschte niemand te ontvangen. Toen hij des namiddags een boodschap naar beneden zond om een rijtuig, werd hem ge meld dat het rijtuig binnen een half uur gereed zou staan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1