't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Zaterdag 16 Kaart 1880. Zeventiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Ho. im Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post75 Afaonderlgke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advortentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer 5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn. MAART, Lentemaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 6 u. 7 m. Onderg. 6 u. 10 m. Zondag 17 Purimfeest. Maandag 18 Dinsdag 19 Woensdag 20 Begin van de Lente. Donderdag 21 Vrijdag 22 Zaterdag 23 HELDER, 15 Maart 1889. We maken onze lezers attent op de annonce van den heer Commissaris van Rijks-politie alhier, houdende uitnoodiging tot het verstrekken van inlichtingen, ter zake van de plaats gehad hebbende aan randing van den schildwacht op 't fort >Harssens" alhier. Een marinematroos, die sedert den lOen dezer van hier was gedeserteerd, en wiens aanhouding was verzocht, is te Amsterdam gearresteerd. Terwgl hij door twee agenten geboeid naar 't wachtschip aldaar werd overgebracht, heeft hij het op het Schippersgrachtje op een loopen gezet, doch is in de Doklaan weder ge grepen. Wat in jaren op 's Rijks werf te Hellevoetsluis niet is geschied, gebeurde Dinsdag, tot niet geringe vreugde der ouders. De directie heeft opgeroepen ter plaatsing 13 jongens, om tot werklieden te worden opgeleid. (N. Rott. Ct.) De visschers ta Katwgk, die met huji loon over 1888 tot een bedrag van f 10,000 betrokken waren in het faillisse ment Snaken broeke Co., te Brussel, heb ben die som thans geheel uitbetaald ge kregen. In de Wieringerwaard (N. - H is Zaterdag de dienstbode van den landbou wer P. levenloos uit het water opgehaald. Men vermoedt dat zij, terwgl zij een emmer water wilde scheppen, bij ongeluk voor over is gevallen. Te Breda waren drie personen twee onderofficieren en één militaire op passer die den 23sten Mei 1861 tege lijk in het huwelijk getreden waren, dezer dagen wederom precies gelijktijdig op het Raadhuis aldaar verschenen, thans, omdat van ieder hunner een kind in 't huwelijk trad. Dat de hedendaagsche methode van huizen bouwen een geheele reeks van woningen, welke zoowel van buiten als van binnen sprekend op elkaar gelijken somtjjds eigenaardige bezwaren kan heb ben, bleek dezer dagen te Dordrecht. In een der woningen van de „Vereeniging," aan den Godfried Schalcken-singel, kwam een tamelgk beneveld persoon des avonds half elf thuis; althans zoo meende hij. Hjj begaf zich regelrecht naar, het slaap vertrek en bemerkte niet, dat Hjj gekomen was in de slaapkamer zijner reeds rus tende buurvrouw, die vergeten had hare huisdeur van binnen te sluiteD. De vrouw, die terstond zag, dat deze man met een baard niet haar baardelooze echtgenoot was, dien zjj van een vergadering thuis verwachtte, schrikte hevig en snelde ter stond de kamer uit. Gelukkig ontmoette zg reeds aan de deur haar eigen man, die nu den verdwaalden indringer op ta melgk onzachte wijze de deur uitwierp. In het Asyl voor oude zeelieden te Brielle is een brutale diefstal met in braak gepleegd. Behalve eenige gouden of zilveren voorwerpen, is ongeveer f1200 aan bankpapier en specie weggenomen. Te Ochten vermaakten zich Zater dag eenige kinderen met om een huis krggertje te spelen. De bewoner van dat huis geraakte daardoor zoodanig in toorn, dat hg met een bgl naar buiten stormde en daarmede een der kinderen een gedeelte van het rechteroor afhieuw. Voor het kind moest geneeskundige hulp worden ingeroepen. Te Groningen is tegen een 4-tal spoorwegarbeiders proces-verbaal opge maakt wegens het plegen van een aantal diefstallen uit de goederenloods, nabij het station. Verschillende stukken manufac turen, ledige wijn-, likeurflesschen, enz., enz., zijn in beslag genomen. Een van het viertal heeft reeds alles bekend. Twee zijn reeds uit hunne betrekking ont slagen, terwgl den anderen wel spoedig hetzelfde lot wacht. Uit Haarlem wordt van Woensdag gemeld Heden ochtend te half 7 was half Haarlem in rep en roer. De groote klok in den Grootekerktoren sloeg alsof er brand was; de klokluiders aan de andere kerken namen het signaal over, en spoedig zag men schutters, brandmeesters en spuit gasten met de spuiten door de stad trek ken, zonder dat echter iemand wist te zeggen waar het gevaar dreigde. Brand brand klonk het, en „waar is de brand" vroeg men links en rechts, maar het ant woord op die vraag werd niet gegeven. Na een goed half uur werd alles opge helderd. Brand was er niet, maar de klok in den Grootekerktoren had alle perken van beleefdheid uit het oog ver loren; als een beschonken mensch was zjj door de pal heengegleden en daarna als een razende big ven doorslaan. Om aan de verwarring een einde te maken, was men genoodzaakt de Damiaten te doen luiden. Zonder dat er brand was, hadden de spuitgasten intusschen hun loon verdiend, en dat werd uitbetaald ook, en velen, die tot nu toe niet wisten, dat het om half 7 al dag was, hebben dit nu eens kunnen zien. Volgens menschen- heugenis is dit de tweede maal, dat de klok zooiets durft uithalen. De rechtbank te Arnhem heeft den boerenknecht H. V., uit Lunteren, be schuldigd van de boerderij zgns meesters tweemaal te hebben in brand gestoken, wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. De eisch was 3 jaar gevangenisstraf. Eenige ingezetenen van Meppel, die zich het lot van het hoog bejaarde en welbekende kermisbezoekend echtpaar Blanus hebben aangetrokken, hadden vrij moedigheid genoeg, om de firma Van Houten te Weesp te vragen, of zij er iets voor over had, als onder de voor stelling van het paardrijders-gezelschap, Vrijdagavond ten behoeve van genoemd echtpaar gegeven, op de een of andere wijze relcame voor de cacao der firma gemaakt werd. Op dit schrijven, noch op een daarop gevolgd telegram, kwam eenig antwoord. Gisteren werd echter een brief ontvan gen, waarbg de firma te kennel geeft, dat zg van reclame op de bedoelde wjjze afkeerig is en daarom eerst na afloop der voorstelling een bankbiljet van f 25 zendt als blijk van belangstelling in het lot der familie Blanus. Dat was natuurljjk geen reclame Voor de Arrondissements-Reehtbank te Arasterdam, 4e kamer, stond Dinsdag terecht W. S., oud 23 jaren, van beroep commissio nair in loten en effecten, geboren te Smilde en wonende te Hoogeveen, in hechtenis. De dag vaarding legt hem ten laste dat hij uit Meppel, ten name van Menz, een postwissel van twee gulden aan het adres van A. S. van Holthe in Brack's Doelen-Hótel te Amsterdam heeft ge zonden en dat cijfer twee heeft veranderd in twee honderd vijftig en dat hij den vervalschten postwissel met den naam A. S. v. Holthe heeft afgeteekend. Alzoo twee valschheden. Uit eenige door den griffier voorgelezen be scheiden moet blijken, dat er geen Menz op 't bevolkings-register te Meppel voorkomt, wel een Mens, een arbeidster, die niemendal van postwissels weet; verder dat er te Leeuwarden geen A. S. v. Holthe woont, en dat de bekl. bij vonnis van den Krijgsraad te Leeuwarden in 1886 wegens desertie en diefstal is veroor deeld tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. S. ontkent en discht een fantastisch verhaal op, te lang om te vertellen. Er bleek uit dat de postwissel niet uitbetaald was. Na afloop van zijn verhoor, dat den beschei den tijd van elf tot één uur innam, werd een aanvang gemaakt met het hooren der ge tuigen. De heer Dijk, commies der posterijen, aan wien de postwissel werd aangeboden, verklaart dat het hem voorkwam dat de postwissel, waarop een postzegel van één gulden, niet in orde was. Daarenboven had getuige geen advies brief ontvangen en was het stuk niet op den beklaagde geëndosseerd redenen te meer om de betaling te weigeren. Men seinde later naar Meppel en kreeg ten antwooid dat de postwissel van f 250 valsch was. Gedurende het onderhoud, dat getuige met beklaagde had, verwisselde de laatste van kleur, blijkbaar naar aanleiding van de verschillende vragen die de heer Dijk hem deed. Op de vragen van den verdediger geeft ge tuige te kennen, dat een postwissel niet mag worden uitbetaald, als de belanghebbende niet zelf ten kantore teekent en de ambtenaar geen adviesbrief bezit. Wordt desniettemin toch be taald, dan geschiedt dit op eigen verantwoor delijkheid van den ambtenaar die dit doet. De portier van Bracks Doelenhotel verklaart dat aan het loket is bezorgd een postwissel van f 2 (met een blauwen postzegel van 5 ct. er op) afkomstig van Menz te Meppel en ge adresseerd aan van Holthe. Op de vraag van beklaagde, die in de omnibus aan het hotel werd gebracht, of er ook een postwissel voor van Holthe was, antwoordde getuige bevesti gend, en gaf hij 't stuk aan den beklaagde over. De vracht van de omnibus, 50 cent, is niet betaald. Een bediende van den heer Levie, in de Kalverstraat, te Amsterdam, verklaart dat be klaagde omstreeks half twee des middags ten kantore is geweest, en daar 6 Rotterdamsche loten heeft verkocht. Al verder wordt door een commies der pos terijen te Meppel verklaard, dat op 9 Jan. een postwissel, ingevuld met twee gulden, geadres seerd aan A. S. van Holthe, en als afzender vermeldende Menz, te zijnen kantore is aan geboden. Wie den postwissel aanbood, weet getuige niet, maar hij weet wel dat de bekl. erg veel op den afzender gelijkt. Een post wissel van f 250 is er uit Meppel niet verzon den. Een re<;u van een postwissel van f 2, 't welk in het bezit van beklaagde is gevon den, wordt door den getuige erkend als het re9u dat hij op 9 Januari afgaf. Nog een ander merkwaardig feit. De bekl. heeft ten postkantore te Hoogeveen een post zegel van een gulden gekocht en op denzelf den dag (9 Januari) is er een brief met een postzegel van een gulden er op, in de brie venbus te Meppel bezorgd, aan het adres van bekl. te Hoogeveen. De brief woog 30 gram en was veel te hoog gefrankeerd15 cent zou voldoende geweest zijn. Volgens bekl. kwam de brief van Holthe. Waar echter de postzegel van een gulden, dien hij zelf kocht, gebleven is, weet hij niet. Het vermoeden ligt voor de hand, dat hij opzettelijk een postzegel van een gulden heeft gekocht om dien, na stem peling, te plakken op den postwisselvoor een bedrag van f250 is een guldenspostzegel noodig. Als getuige werd ook gehoord de recher cheur Harms, die door de Amsterdamsche justitie naar Hoogeveen was gezonden en daar een onderzoek heeft ingesteld. Van den post zegel van een gulden was niets te ontdekken ook het couvert, dat Van Holthe gezonden zou hebben, was niet te vinden. Te ongeveer zes uur in den namiddag was het getuigenverhoor afgeloopen en kwam het woord aan het O. M. De subst.-offic. van just., mr. Schimmelpenninck, poogde bij zijn requisi toir in het licht te stellen, dat zoowel de na men van Holthe en Menz uitvindsels van bekl. waren en dat deze zelf den postwissel van f 2 aan het kantoor te Meppel bezorgd had. Die postwissel was te Amsterdam aan het hotel bezorgd en droeg aldaar een blau wen stuiverspostzegel. Ten postkantore word den commies Dijk een postwissel met een postzegel van een gulden vertoondde her komst van dien postzegel is licht na te gaan, als men bedenkt dat bekl. zulk een postzegel gekocht heeft en niet heeft kunnen opgeven waar die gebleven is. Met het oog op bekl.'s ongunstige antecedenten eischt spr. 5 jaren gevangenisstraf. De verdediger, mr. D. Simons, die welwil lend de taak van den toegevoegden verdediger plotseling ongesteld geworden op zich nam, zette in een uitvoerige pleitrede uiteen, dat uit niets gebleken was, dat bekl. iets vervalscht heeft (de postwissel, die vervalscht heet, is niet gevonden) en dat, zelfs al stond dit wel vast, de materieele verandering in casu niet strafbaar kon zijn, omdat de mogelijkheid van nadeel ontbrak. PI. concludeerde der halve tot vrijspraak. Uitspraak 20 Maart a.s. Aan de havenwerken van Sunder- land zgn alle arbeiders van electrische lampen op de pet voorzien. Dit is, naar de Industries" opmerkt, voor de eerste maal, dat de gloeilamp in Engeland op deze wijs wordt aangewend, in navolging van wat de heer Trouvé eenige jaren ge leden voor de Pargsche kanaal werkers deed. Aanvankelijk gebruikte men te Sunderland gewone electrische lampen op palen, maar ofschoon zg het geheele ter rein zeer voldoende verlichtten, gaven zij geen licht genoeg voor het fijne werk, dat te doen was, nl. het onderzoek van kettingen, kabels en ankers. Hiervoor nu zgn de pet-lampen uitmuntend, daar zij met een betrekkelijk geringen electri- schen stroom een scherpe verlichting le veren en tevens niet hinderlgk zgn voor de oogen Een Pargsche tooneelspeelster had dezer dagen een nieuwen, blgkbaar rijken bewonderaar, Baron de P., bij zich ont vangen, toen haar een briefje gebracht werd, waarin haar nieuwe vriend haar schreef: „Vereerde schoone. In zes maan den hebt gij mijn vriend, Raoul W., geruïneerd. Hg was gedwongen een be trekking in Cochinchina aan te nemen en zgn vrouw en kinderen leven hier in diepe ellende. De kleinigheden, die ge missen wilt, zullen gebruikt worden tot het verschaffen van brood aan deze on- gelukkigen." De dame ontdekte toen, dat haar een aantal kostbaarheden ontstolen waren, ter waarde van 60,000 francs. De vronw van Raoul W., bg wie de politie navraag deed, verklaarde 100 francs ontvangen te heb ben met een brïèfje, dat haar voor het vervolg wekelijks een dergelgke som be loofde. De politie zoekt tot dusverre te ver geefs naar den baron, en men weet nog niet of deze een sluwe oplichter, dan wel een dief is, die stal voor genoemd wel dadig doel. Malta, 10 Maart. De Eng. pantserschepen »Temeraire", »Samson" en »Helïespont" hebben te vergeefs getracht het op de Commines klippen gestrande Eng. pantserschip Sul tan" af te sleepen. Men gaat aanhou dend voort het schip te lichten. Vele bommen zgn over boord geworpen. Men heeft het water in zooverre uit het schip gepompt, dat de vuren weder ontstoken zijn in de machinekamer. Het schip zit tusschen twee klippen. Het weder is fraai en de wind uit het ZO. met kalme zee. SALVATOEE DOOR 4.) E. E C K S T EIN. Wanneer zij dan moe, of het bergpad al te steil en te steenachtig was, had hg haar, met een paar van blijdschap stralende oogen, in zgne armen genomen en naar een plekje ge dragen, waar zij in de schaduw van eenen groo- ten vijgeboom uitrusten en babbelen konden. De kleine had nukken en was wel wat overmoedig; meermalen bracht zij zijn haar met opzet in wanorde, of schold zg hem uit, terwijl hij eene vriendelijke dankbetuiging had verwachtja, eens, toen hij haar een vrucht aanbood, die haar niet smaakte, sloeg zg hem met het kleine handje vlak in het gezicht, midden op het oog, zoodat de vonken er uit sprongen. Toch kon hij niet boos op haar wordenhaar overmoed, ja zelfs hare stout heid maakten hem gelukkig. Zij zat immers naast hem, zij was immers bij hem, hij hoorde hare welluidende, diepe stem, bijna te diep voor een zevenjarig meisje, maar zoo betoo- verend, zoo onuitsprekelijk aantrekkelijk! Later, toen zij grooter en mooier werd, zóó mooi, dat hij met een heimelgk gevoel van schuwheid voor haar vervuld was o, hoe werd hg toen door allerlei tegenstrijdige ge dachten gemarteld. Hoe volmaakter zg is zei hij tot zich zeiven hoe minder zij acht zal slaan op u en uwe geheime liefde! Hij zou er, de Hemel weet hoeveel, voor gegeven hebben, hadde hij maar iets kunnen ontdekken, dat aan hare bekoorlijkheid afbreuk deed een litteeken bijvoorbeeld, zooals hg er een had aan den linkerkant van het voor hoofd, als herinnering aan den eersten ridder dienst, dien hij het meisje bewezen had, toen hg een al te brutalen Napolitaan te lijf was gegaaneen moedervlek, of iets ergers nog Hij voelde immers, dat hij haar zou liefheb ben, al verpletterde een rotsblok van de Monte Salto hare beide voeten, of al werd haar ge laat door de vreeselgkste ziekte geschonden. De oogen zouden toch dezelfde big ven, even als de stem, die hij niet hooren kon, zonder zich geroerd te gevoelen, als bg de tonen van een orgel. In een volgend oogenblik lachte hij weder om zijne eigene dwaze gedachten en trachtte hij zich diets te maken, dat, niettegenstaande hare schoonheid en de bewondering, die haar van de geheele wereld ten deel viel, Maria den ernst zijner bedoelingen en zijner onbe grensde liefde hooger zou schatten dan de vrijpostigheden van hen, die haar dagelgks met allerlei vleierijtjes aan boord kwamen. Hij kon niet vleien hij was big, wanneer hij in hare tegenwoordigheid maar een enkel ver standig woord over de lippen kon brengen. Toen hij haar nu op zekeren dag aan het strand onder den eeuwenouden olijfboom met den knapsten jongen van het dorp, den flink gebouwden Mazetto, een lustige Tarantella zag dansen, deed hg de stille gelofte, de plaatsen, waar de knapen en meisjes van het eiland bij elkander kwamen, niet meer te be zoeken. Hij was door deze ontdekking diep ge troffen. Van dien dag af vatte hij het plan op het ouderlijke huis, zoodra mogelijk, te verlaten en aan de andere zijde van den bergrug als een kluizenaar te gaan leven, en reeds in den volgenden herfst bracht hij dit plan ten uit voer. De pastoor, een minzaam, vriendelijk man, die hem bijzonder genegen was, schoot hem gaarne de geringe som voor, die hij voor den bouw van zgn hutje noodig hadook de ove rige bezwaren waren spoedig opgelost en zoo ODtvluchtte Alberto uit eigen beweging de na bijheid van het meisje, wier beeld zijne ge heele ziel vervulde. In den aanvang had hij het voornemen gehad hair geheel te mijden en weken lang was hij haar ook uit den weg gegaan. Daarna begon hij de onmogelijkheid in te zien om dit vol te houden. Hij vond geen rust bij deze scheiding, het verlangen ver teerde hembovendien had hij plichten te vervullen tegenover zijn vader, wiens eenige zoon hij was, nadat de beide oudere broeders op de klippen der Punta di Campanella den dood hadden gevonden. Zoo kwam hij langzamerhand tot de levens wijze, die hij thans nog volgdede geheele week bleef hij alleen, maar deu Zondag bracht hij in het stadje door. Voor den ouden Silvio was het een feest, wanneer Alberto overkwamwant het pad over den bergrug was voor hem zeiven te moeielijk en bovendien was zijn tijd te beperkt. Natuurlijk had hij de aanleiding tot dit klui zenaarsleven van den aanvang af doorzien. Hij kende zijn zoon en hg wist dus ook, dat het vergeefsche moeite zou zijn te trachten hem tot audere gedachten te brengen Alberto zou hem met een hoogrood gekleurd gelaat aangehoord en geen woord tot tegenspraak ge vonden hebben. Wel sprak Silvio eens openhartig met Ma ria, maar deze, die in den aanvang wel ge neigd scheen hem een gunstig bescheid te geven, kwam plotseling in verzetwant in dezen tijd had de eerste ontmoetng met den Apuliër plaats Nu volgde voor Alberto de eene gemoeds aandoening op de andere! In doffe wanhoop ging hg al de stadiën van deze verhoudingen nawant al bewaarde zijn vader er ook het stilzwijgen over, de jongen, die den kluizenaar bij het visschen hielp, vertelde hem in zijne onnoozelheid meer, dan hij begeerde te weten. Voor de eerste maal zijns levens kwam er een gevoel van haat op in zijn hart. Het vooroordeel van de eilanders, die den vreem deling geen rechten toekennen op de dochters van Capri, droeg er toe bg om deze gewaar wording tot woede te doen stijgen. Hij had den gelukkigen medeminnaar kunnen verwor gen, hem te pletter kunnen gooien tegen de rotsen Deze oogenblikken, waarin alles wat in hem was in opstand kwam, werdeu dan afge wisseld door dagen van stille berusting en weemoed. Alberto had ontdekt, dat er iets van den dichter in hem sluimerdetenminste elke regel van zijn Petrarca was hem als uit de ziel genomen, en wanneer hg des avonds rusteloos op zijn leger rond woelde, klonken de verzen, die hij geleerd had, in honderdvoudige variatiën door zijn brein, en voelde hij den lust in zich opkomen, ook in verzen zgn hart uit te storten. In zulk een droomerige stemming zat hg ook dien namiddag voor zijne hut. Op dit uur kwam er zelden iemand over den bergrug hij behoefde zich dus niet heimelijk aan zijn Petrarca te wijden. Zonder eenige vrees zat hij daar op het rotsblok, dat hem tot bank diende, met een gelaat zoo rustig en kalm alsof alles om hem heen het strand, de kloven en rotsen, de klippen in de branding en landwaarts in, de verwgderde olijventuinen en wijngaarden slechts de decoratie vormde van het tooneel, waar hij optrad. Van tijd tot tijd dwaalde zijn blik van zgn half versleten boek, peinzend naar de blauwe zee, die als een scherp begrensde muur voor hem opsteeg, zonder een enkel zeil te ver- toonen, eenzaam en zwijgend: een beeld van zijn eigen stil, afgezonderd leven. Daar kraakte iets op het pad, dat kronke lend naar den kam van de rots voerde. Al berto luisterde en hoorde iemand naderen. Hg stak het boek in den zak en maakte aanstal ten om de vreemdelingen te ontvangen, want hij vermoedde, dat het Engelschen zouden zijn, die zijne diensten behoefden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1889 | | pagina 1