*'t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. i No. 1685. Woensdag 10 April 1889. Zeventiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. 11 eWinter-Goncert, op Dinsdag 9 April, 9 n. FEUILLETON. I AlDonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën yan 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn HELDER, 9 April 1889. Donderdag 18 April wordt door de Nederl. Dierkundige Vereeniging in het Hotel Den Burg alhier aanbesteed Het bouwen van een Zoölogisch station met bovenwoning voor den Directeur op de Buitenhaven alhier. Vrijdag werd op het raadhuis al hier aanbesteedHet dempen van de sloot en de rioleering in de Verlengde- Oostslootstraat. Er waren 7 inschrijvings biljetten ingeleverd. Minste inschrijver W. de Jong voor f553. Ook werd aanbesteed: 't Verven en behangen van eenige gemeentegebouwen. Daarvoor waren 12 biljetten ingekomen. Minste inschrijver J. W. Kamper voor f785. Voor 't witten van scholen en andere gemeentegebouwen waren 3 biljetten in geleverd. Minste inschrijvers Gebrs.Bischoff voor f 872.34. Op reis van Grangemouth naar Denemarken, is de schoenerbrik Dolphijn", reeder de heer M. van Neck alhier, en gevoerd door kapitein P. Lesstuiver, met een lading steenkolen in zinkenden staat op zee gevonden door Engelsche visschers en te Grimsby aangebracht. De Visscherij-Maatschappij Neptu nes" keert over het afgeloopen boekjaar een dividend uit van 3ys Naar men verneemt, zal door het bestuur aan de algemeene vergadering van aandeelhouders der Stoomvaartmaat schappij Nederland worden voorgesteld, na ruime afschrijvingen, over het jaar 1888 een dividend van 10 percent uit te keeren. De lichting voor de Nationale Mi litie bedraagt 11,000 man, waarvan 600 voor den dienst ter zee. Het aandeel voor elke provincie isNoord-Brabant 1325, Gelderland 1288, Zuid-Holland 2111, Noord-Holland 1800, Zeeland 529, Utrecht 498, Friesland 943, Overijsel 764, Groningen 713, Drenthe 347, Limburg 682. - De heer W. A. Scholten, te Gro ningen, die te Vierverlaten begonnen was met den bouw van een fabriek voor f700,000, heeft dat werk moeten staken, dewjjl het gemeentebestuur geen verlof wilde verleenen tot uitloozing van het fabriekswater in het Hoofddiep. Bij de Ned. Herv. Kerk zijn 370 predi- kantsplaatsen vacant; geen enkel candidaat is meer beroepbaar. Midden in de drukte, welke Woens dagavond in de Haarlemmerstraat te Lei den ontstond door het venten van het socialistisch orgaan Recht voor Allen," baant een heer zich een weg door het gepeupel en vraagt op kalmen toon aan onzen colporteur: »Wat kost dat blad Het antwoordduidtDrie cent, burger". »Zoo en hoeveel heb je er nog?" »Nog ongeveer vjjftig!" »Nu, hier heb jetwee pop, geef mij die dingen maarjouw werk is afgeloopenga jjj nu maar naar huis, vrind", voegt hij hem toe, en zich tot de menigte wendend met de vraag: Willen jullie me helpen die vodden te verscheu ren?" geeft hjjzelf het voorbeeld. Een daverend: Oranje boven!" een ravotten om toch zoo'n vod in handen te krijgen en 't te verscheuren is het eenige antwoord. Onze socialist is in- tusschen afgedropen, en na een paar minuten is 't in de Haarlemmerstraat weer kalm en rustig. Door de ankerzetters te Schevenin- gen werd Zaterdag, op 4 vadem water in zee drijvende, gevonden een scheepsmast met toebehooren, waarschijnlijk afkom stig van de s-Ango". Yan het wrak is nu boven den waterspiegel niets meer te zien. Zekere Glitz, onlangs door de politie te Roermond aangehouden wegens dief stal van horloges, werd toen naar de ge vangenis overgebracht, terwijl zijn vrouw en kinderen, als vreemdelingen zonder middel van bestaan, over de grenzen werden gebracht. Thans zjjn de vrouw en een 8-jarig zoontje door de maréchaus see onder Stramprooi aangehouden we gens verschillende diefstallen, en mede naar Roermond overgebracht. Vrjjdagavond verspreidde zich het gerucht dat generaal Boulanger in Am sterdam zou komen. De groote man zou met een der laatste treinen uit Brussel arriveeren; men vertelde er zelfs bij, dat hij zijn intrek zou nemen in Hotel Adri- an", waar reeds kamers waren besproken. Het bericht was zóó stellig, dat eenige belangstellenden aan het centraalstation verschillende treinen afwachtten, in de hoop »le brav' Général" in hoogst eigen persoon te zien. Het mocht echter niet zoo zijn. Het bericht was onjuist, maar de mo gelijkheid dat Amsterdam nog met een bezoek wordt vereerd, blijft bestaan, en wordt grooter, naarmate de Belgische re geering het den dictator in hope lastiger maakt. Zie hier wat er van de zaak is: Woensdagmiddag werd de eigenaar van Hotel Adrian" in de Kal verstraat, van het centraalstation uit, per telephoon gewaarschuwd, dat iemand uit Boulanger's gevolg in een rijtuig naar 't hotel op weg was. Inderdaad verscheen korten tijd daarna een Franschman van deftig uiter-i lyk, klein van gestalte, ongeveer vijftig jaar, met een lintje in het knoopsgat. De bedoelde persoon vroeg of het mogelijk zou zijn telegraphisch uit Brussel appar tementen te bespreken, b. v. een etmaal te voren, voor het geval langer verblijf in Brussel den generaal minder raadzaam zou toeschijnen. Toen dit bevestigend werd beantwoord, verlangde de kwar tiermaker de kamers te zien, en bezich tigde een reeks appartementen van 3 kamers en suite met vier ledikanten, het door hem vereischte aantal. De bijzonderheid, dat zoowel van de zijde van de Kalverstraat als van de Rokin- zijde uitgang was te verkrijgen, scheen den onbekende vooral naar den zin te zijn. Na dit korte bezoek vertrok hij weer zooals hij gekomen was. De orkaan bij de Samoa-eilanden. Volgens nadere berichten uit Auckland, over de ramp, welke de Duitsche en Amerikaansche eskaders in de haven van Apia heeft getroffen, stak de wind in den nacht van 16 op 17 Maart plotseling op. In korten tijd ging de wind van storm tot orkaan over en verraste de schepen, welke, ondanks alle pogingen, de open zee niet meer konden bereiken. Dit gelukte alleen aan den Engelschen kruiser „Calliope", omdat de boot in dezen gevaarlijken tijd des jaars nit voorzorg onder stoom was blijven liggen. De Amerikaan sche schepen wilden dit ook doen, maar zij kon den hun voornemen niet ten uitvoer brengen, omdat hnn voorraad kolen uitgeput was. Zoodra de „Calliope" de open zee had bereikt, werd zij door den hevigen wind voortgejaagd en kwam met eenige schade te Sydney aan. Van de Duitsche schepen werd de „Eber" het eerst van de ankers geslagen. De kanonneerboot was toen letterlijk een speelbal der golven en werd 'soch tends om 6 nnr op een rif geslagen. De boot kraakte geweldig, stiet terug door den schok en zonk onmiddellijk in diep water. De meeste ma trozen bevonden zich beneden, zoodat bijna allen omkwamen. Op de „Eber" volgde de „Adler". Een geweldige golf lichtte deze op en wierp haar boven op een rif. Toen ontstond een worsteling op leven en dood. De matrozen sprongen in den kokenden maalstroom en trachtten zwemmende het strand te bereiken, betgeen inderdaad aan velen gelukten. Anderen klampten zich vast aan het want en ook van dezen kwamen nog eenigen behouden aan wal. Tot de geredden behoorde ook de gezagvoerder. De corvet „Olga" hield zich beter. Tot in den morgen bood dit schip weerstand aan het geweld vun den storm. Toen echter was de „Olga" zoo geteisterd, dat zij niet meer te bestaren was. Voortgestuwd door den storm, kwam deze boot niet op een rif, maar in de baai terecht,waar zij op het strand liep, zonder te vergaan. Vandaar dat alleen van de „Olga" de geheele bemanning gespaard bleef. Terwijl de „Eber" op de riffen werd geworpen, lichtte de Amerikaansche corvet „Nipsic'* het anker en stuurde naar bet strand. Gelukkig had de kapi tein nog niet alle macht over het schip verloren, en zoo slaagde hij er in terecht te komen op een zandbank. De booten werden neergelaten en de geheele bemanning bereikte behouden het strand, met uitzondering van zes matrozen, die verdron ken door het kantelen van een der booten. De „Nipsic" was een houten schip, zonder bepant sering, met 6 kanonnen, onder bevel van kapitein M. Mullan, een Ier. Minder goed liep het af met het tweede Amerikaansche schip, de „Van- dalia", eveneens een ongepantserd vaartuig, met 8 kanonnen en 255 man, onder commando van kapitein Schootmaster, oud gediende nit den bur geroorlog. Evenals de „Eber", werd de „Van dalia" door den storm op een rif gedreven. De kapitein werd door een schok tegen een Gatling- kanon op het dek geworpen en daarna door een golf overboord gespoeld. De boot zonk terstond, geen 50 meters van de plaats, waar de „Nip sic" lag. De matrozen worstelden lang met den dood en inderdaad konden velen het strand nog bereiken, maar men vermiste 50 matrozen, den kapitein en 4 officieren. Het derde Ameri kaansche schip, de „Trenton", ook een ongepantserd vaartuig, werd spoedig na de „Vandalia" op het strand gedreven. De „Trenton" vloog over het wrak der „Vandalia" en schoot met den voor steven diep in het zand, terwijl de achtersteven boven water bleef. Ofschoon het schip reddeloos verloren is, kon de geheele bemanning zich redden. Terwijl dit verschrikkelijk tooneel in de haven voorviel, stonden alle Europeanen en inboorlin gen op het strand, zonder iets te kunnen doen om de schipbreukelingen te helpen. Zoodra ech ter de dag aanbrak, zond koning Mataafa, zijn vijandschap tegen de Duitschers vergetende, een paar honderd soldaten naar het strand, teneinde de „Nipsic" en de „Olga" vlot te helpen maken. Behalve deze oorlogsschepen lagen in de haven van Apia nog een Duitsche bark, de „Peter Go- defroy" en zeven visschersscbepen, die allen even eens strandden, waarbij nog vier menschenlevens verloren gingen. Met de Araerikaansohe vloot is het nu treurig gesteld. Nu deze drie schepen zijn verongelukt, bezitten de Vereenigde staten eigenlijk geen enkel zeewaardig oorlogsschip meer. Men heeft nog een oud schip, de „Monongahela", dat nu met voorraad naar Samoa is gezonden, de „Dolphyn", een adviesjacht en de oude „Mohican", die voor Panoma ligt. Slechts een schip zal spoedig ter beschikking komen, n.1. de „Charleston", een nieuw oorlagsschip, dat over drie weken te San Erancisco van stapel zal loopen. Evenwel kan dit schip niet zoo spoedig bewapend worden, dat het terstond dienst zal kunnen doen- Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 4 April 1889. Voorzitter de heer Van Kempen. 5 toehoorders. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden, naar aanleiding eener opmerking van den heer Asjes, gewijzigd en vervolgens goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat hem door zijne Ex. den Minister van Waterstaat geweigerd is om grint te laten visschen in de nabijheid van Wie- ringen, hetgeen de Voorzitter in het belang der gemeente en van den arbeidenden stand had ver zocht. De tegenwoordige toestand der grintlagen laat het thans niet toebij verandering in dien toestand mag op het verzoek worden terugge komen. Daarna komt in behandeling een verzoek van de onderwijzeres op Westerland, om haar in de gelegenheid te stellen des Zaterdags cene leer- curses bij te wonen, door haar toe te staan den schooltijd van Zaterdagochtend op Woensdagmid dag te stellen. De heer Obreen merkt op dat de meeste huis moeders op Zaterdagochtend aan het schoonma ken zijn en het thuisblijven der kinderen dan last veroorzaakt, waardoor hij voorstelt het Dag. Best. te machtigen om over deze zaak met het Hoofd der school in nadere bespreking te treden, waartoe wordt besloten. Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde de meermalen besproken rekening over 1887 van H.H. armvoogden. De Voorzitter heeft een paar nota's van opmerkingen gemaakt en biedt die aan den Raad ter goedkeuring aan. Na eene levendige gedachtenwisseliDg tusschen den Voorzitter en den heer Obreen en eenige op merkingen van de heeren Asjes, Strand en Kooij, wordt besloten eene commissie uit den Raad te benoemen tot het opmaken van een voorstel tot afdoening. Als leden van die commissie worden benoemd de beeren Strand, Asjes en Obreen. De Voorzitter brengt ter tafel het kohier van den hoofdelijken omslag en van de hondenbe lasting over het loopende jaar. Op voorstel van den heer Asjes wordt besloten deze kohieren gedurende 8 dagen ter visie van den Raad neder te leggen. Daarna wordt op voorstel van den Voorzitter goedgekeurd eene af- en overschrijving noodza kelijk door de aanstelling van een geneesheer voor de armenpractijk, vaccinatie en doodsschouw. De Voorzitter vraagt machtiging van den Raad om over te gaan tot het aanbesteden der verbou wing van de school op Hypolitushoef, welke met algemeene stemmen wordt verleend. Tot tegenschatters van het personeel worden benoemd de heeren P. J. de Vries en N. Poel. Het gemeenteverslag over 1888 wordt vervol volgens voorgelezen en, met een paar opmerkin gen van de heeren Asjes en Obreen aangevuld, goedgekeurd. Omtrent het Marktplein wordt besloten voor- loopig maatregelen te nemen dat er markt kan gehouden worden en het bestraten van het plein nog uit te stellen, omdat dit in een volgend dienstjaar beter bekostigd kan worden dan thans, nu het in orde brengen van den Koningsweg reeds eene belangrijke uitgaaf vordert. Daarna doet de Voorzitter eene mededeeling omtrent de kasverificatie bij den Gemeente-ont vanger, waarbij de Voorzitter is gestuit op eenige onnauwkeurigheden in de boekhouding en in het algemeen op wanordelijkheid, waarin de Voorzit ter aanleiding heeft gevonden om die adminis tratie in beslag te nemen en aan H.H. Gedep. 8fc. een onderzoek te vragen, waartoe eene commissie uit Gedep. St. zich dezer dagen in de gemeente zal bevinden. Bij de gebruikelijke rondvraag verzoeken de h.h. Tijsen en Asjes, dat aan den Oever nog 3 lantaarns mogen worden geplaatst, hetgeen wordt goedgekeurd. Waarna door den Voorzitter de vergadering wordt gesloten. 1. Ouverture zu der Oper»Don Juan". W. A. Mozart. 2. Ie. Symphonie. Bernard J. W. Sweers. (D. Majeur). Manuscript, a. Andante con moto, Allegro assai vivace, b. Adagio non troppo. c. Scherzo, Presto, d. Finale, Allegro assai. (Door vriendelijke be williging van den componist). Pauze. 3. Ouverture»La Sirènc". D. F. E. Au- ber. 4. Entre-act aus»König Manfred". Carl Reineeks. (Op verzoek). 5. Fantaisie sur 1'opéra«Les Contes de Hoffmann", Jacques Offenbach. 6. «Die Fiirstensteiner", Tongemalde in Form eines Walzers. B. Bilse. Gedurende de maand Maart 1889. ONDERTROUWD Jaoob Tijsen en Antje Bak ker. Meindert Brouwer enVictorine Elorentine Hen- riette Eugenie Frackers. GEHUWD Evert Rotgans en Jannetje Half- weeg. Jacob Tijsen en Antje Bakker. GEBOREN Jacob, zoon van Nan Wagemaker en Maartje Bakker. Jacob, zoon van Jacob Doves en Geertje Keijzer. Geertrui, dochter van Louis Tim merman en Hendriktje Wigbout. Dirk, zoon van Cor- nelis Verfaille en Geortje Tijsen. Jacob, zoon van Jan Koom en Dieuwertje Smit. Geertje, dochter van Dirk Tijsen en Meintje flalfweeg. Neeltje, dochter van Jan Hermans en Grietje Rotgans. Jan, zoon van Albert de Wit en Aagje Kramer. Evert, zoon van Lammert Kruit en Trijntje Everts. Meijert, zoon van Lucas Mulder en Maartje de Haan. OVERLEDEN Wilhelmina Geertrnida Catha- rina Maria Van Kelckhoven, oud 27 jaren. Simon Wagemaker, oud 17 maanden. S-A-XJ-V-A-TOISIE door 11.) E. ECKSTEIN. Ja het scheen wel, dat hij minder kans had van slagen, naarmate hij zijne eischen lager stelde. Het scheen verdacht, dat een fatsoenlek gekleed man, die in zijn geheele wijze van optreden eenige beschaving verried, zich als portier, ja, zelfs als huis knecht of boodschappenlooper aanbood. Daar bij kwamen nog het scherpgeteekende, magere gelaat en de angstig rondkijkende oogen, die in ieder hoekje een verrader meenden te vinden en het Hn e e n" volgde als van zelf Kort om, op het einde van de derde week was Emmanuele der wanhoop nabij, en alleen de trots van Crispina hield hem staande. Zij, die in den aanvang wel geneigd was geweest hem te verwijten, dat hij haar in de ellende gestort had, prees thans zijn ijver, sprak hem moed in en wanneer zij haar overvol gemoed wilde luchten, barstte zij niet zooals vroeger, in woede uit tegen hem, maar tegen die //lage hondenkinderen", die haar goeden Emmanu ele weigerden te helpentegen de rijken en aanzienlijken, die in goud baadden, terwijl brave menschen, zooals de Racosta's, van hon ger omkwamen. Eindelijk verheelde zij haar echtgenoot niet, dat, nu iedereen hun de deur yoor den neus dichtsmeet, elk middel haar wel gevallig zou zijn, dat haar voldoening en wraak waarborgde. Zoo werd uit deze beide menschen, die zich op den besten weg bevonden om met hun be rispelijk verleden voor goed te breken, een paar verstokte, wanhopende vijanden van de maatschappij avonturiers, die niets te ver liezen hadden en tot élke misdaad bereid ge vonden werden, indien de gevolgen slechts verlossing beloofden uit dezen toestand van ellende en vernedering. Op zekeren namiddag, toen hij vermoeid van zijne lange, vruchtelooze wandeling, voor de kleine herberg stil stond, die hij als een rustpunt beschouwde, tusschen het midden van de stad en zijne afgelegen woning, kwam hem een krant in de handen, het te Boulogna ver schijnend blad«Giornale d'Emilia." De laatste kolommen bevatten een uitvoerig be richt omtrent de toestanden in den Staat en de stad Napels, voornamelijk over de organi satie der geheime politie. De //Giornale d' Emilia" was het orgaan van de streng Ka tholieke partij en prees dus de maatregelen van den Kardinaal de Fabris, als de hande lingen van een wijs en kundig staatsman, wees op de toen reeds aan het licht komende gevolgen van het onbevreesd doorgevoerde systeem en voegde er bij//het beste bewijs voor de populariteit van zijne wijze van op treden ligt zonder twijfel daarin, dat de toe loop om eene der in het leven geroepen be trekkingen bij de hoogere en lagere politie te verkrijgen, buitengewoon groot is, vooral van de Napolitanen zeiven; ofschoon de regeering, met het oog op het belang, dat aan deze ambten verbonden was, en op de eigenschap pen, die er voor vereischt worden, slechts het verzoek van een in verhouding zeer gering aantal sollicitanten in aanmerking kan ne men." Emmanuele's besluit was spoedig genomen. Het scheen hem toe, dat hij, de voormalige ambtenaar, die van het wezen der bureaucra tie en hare eischen volkomen op de hoogte was, de meest gegronde hoop mocht koesteren in dit nieuw opgerichte korps van moDsignore de Fabris te worden opgenomen, te meer daar het algemeen bekend was, dat de Heilige Vader hem, den berouwvollen misdadiger, ge nade geschonken had, waardoor den Kardinaal en zijn ambtenaren, als het ware eene ver plichting was opgelegd. Opgetogen van blijdschap, snelde hij naar zijne woning, om aan zijne jonge vrouw mede te deelen, welk plan hij had opgevat. Cris pina bleef wel koeler en sceptischer dan Em manuele had verwacht, maar aangezien zij begreep, dat een half ei beter is dan een le dige dop, bewilligde zij in zijn voorstel om met het eerste schip, dat over Foggia naar Brindisi vertrok, het gehate Ancona te verlaten. In het begin van Mei kwamen zij met den postwagen, die van Foggia over het gebergte naar Napels reed, iu laatstgenoemde plaats aan in het bezit van nog juist genoeg zilvergeld, om de huurpenningen van het dak kamertje in de kazerne van den woekeraar wij nkooper voor een week vooruit te betalen en de hoogst noodzakelijke inkoopen te doen. Onmiddellijk deed Racosta de vereischte stappen, om tot zijn doel te geraken. Het hoofd van de politie in zijn wijk, bij wien hij zieb het eerst aanmeldde, verwees hem na eenige aarzeling naar een secretaris van Zijne Eminentie, en deze, door het vurig smeeken van Emmanuele getroffen, bracht hem bij een persoon, die zich niet aan hem bekend maakte, hem slechts ontmoeten wilde op neutraal ter rein en hem eindelijk als volontair indeelde bij een ondergeschikt ambtenaar der geheime politie. Deze ambtenaar, Marsucci genaamd, moest den adspirant bij voorkomende gelegen heden op de proef stellen en na verloop van eenige maanden rapport over hem uitbrengen bij zijn chef. Tot zoolang ontving Emmanuele bij zeer gunstige beschikking, wekelijks vijf Romeinsche //paoli", zelfs voor dien tijd een belachelijke som, die nauwelijks voldoende was, om brood en zout te koopen. Marsucci, die na korten tijd reeds opmerkte, dat Racosto een groot talent bezat voor zijne nieuwe betrekking, voelde zich bij deze waar neming hoogst onaangenaam getroffen, want hij zelf had wegens herhaalde onnauwkeurig heden een duchtige berisping gehad en een collega, die bij het hoofd van de politie in de wijk niet zonder invloed was, persoonlyk be- leedigd. Hij zag in Emmanuele Racosta een gevaarlijken mededinger, die hem ten laatste zou verdringen, en zoo stelde hij al zijne over redingskunst in het werk, oin den vermeen den tegenstander met schoone beloften te paaien en hem te doen gelooven, dat het in zijn, Racosta's eigen belang was, zich niet te overhaasten, maar den herfst af te wachten, wanneer de gelegenheden, om uit te munten, me- nigvuldiger voorkwamen. Emmanuele doorzag weliswaar het weefsel van leugen en bedrog, dat Marsucci had ge sponnen, maar hij kon geen middel vinden om de zaak buiten hem om te bespoedigen. Indien hij trachtte bij den secretrris van den Kardi naal zijn bezwaren in te brengen, kon Mar succi den oproerigen nieuweling, zonder veel moeite, uit den zadel lichten. Hij besloot dus zich zoo goed als het kou door dezen toestand heen te slaan, want Marsucci kon zijn bedrog nog eenigen tijd, maar toch niet voortdurend vol houden. Intusschen werd zijn armoede bij den dag pijnigender. De meubelen, die bij had mede gebracht, verhuisden stuk voor stuk naar het pandjeshuis of den uitdrager. Eindelijk bleef hem niets meer over behalve zijne klee ding, die natuurlijk niet te koop was dan een gouden kruis met Amethysten en parelen, dat Crispina van hare peettante gekregen had en dat zij dag en nacht als een amulet om den hals droeg. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1889 | | pagina 1