't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1703.
Woensdag 12 Juni 1889.
Zeventiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
SALVATOBB
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 11 Juni 1889.
Op Zondag 26 Mei j.1. is ten post
kantore te Amsterdam vermist een aan-
geteekend pakket, verzegeld en met een
kruistouw omwonden, bestemd voor Hel
der, volgens ingewonnen informatiën be
vattende 13 aangeteekende brieven, waar
ven 5 met aangegeven geldswaarde, tot
een bedrag van ongeveer 1687 mark.
De Minister van Oorlog beeft per
telegraaf aan de commandanten van bet
le en het 8e reg. inf. bevel gegeven om
de miliciens van de lichting van 1888
(in garnizoen te Leeuwarden, Groningen,
Helder, Assen, Arnhem, Deventer en Does
burg) op Zaterdag a. s. in het genot van
bepaald verlof te stellen. Zij die behooren
tot het 3e bat. le reg. inf. te Groningen
welk bataljon thans bij Zeist kampeert,
zullen eerst Dinsdag a. s. vertrekken.
Zooals men weet, zouden de bedoelde
miliciens reeds den 3n April met groot
verlof zijn vertrokken, doch werden zij,
wegens vrees voor ongeregeldheden in de
venen, tijdelijk onder de wapenen gehouden.
Donderdag zijn de torpedobooten
I en VII, van Hellevoetsluis uitgaande
om een oefeningstocht te houden over
zee naar Maassluis, toen zij even buiten
waren, tegen elkander geloopen, met dit
gevolg, dat boot VII een lek bekwam
boven de waterlijn en boot I averij op
liep aan den steven. Beide vaartuigen
zijn naar Hellevoetsluis teruggekeerd en
naar bet marine-etablissement gestoomd,
om aldaar zoo spoedig mogelijk de schade
te herstellen.
Het dividend der Nederlandscbe
Handel-Maatschappij over 1888 is bepaald
op 7 pet. of f70 per aandeel van f 1000.
Men schrijft uit Monnikendam
Zoolang de oudste visscbers zich kunnen
berinneren, is er geen zoo slecht ansjo
visjaar geweest als bet tegenwoordige.
Niettegenstaande de duizenden netjes, die
uitgezet zijn en de massa botters, die bij
gunstigen wind op ansjovis visschen, zul
len er dit jaar vermoedelijk geen 500
ankers boven water gebaald worden. Voor
één vischje wordt nu reeds 21/i cent
betaald.
Te Scbeveningen is Donderdag het
eerste bericht ontvangen omtrent de ha-
ringvisscherij van den stuurman W Vro
lijk, varende de bomschuit >Minerva" van
den reeder N. de Niet.
Uit dat bericht blijkt, dat de baring
op de Schotscbe kust zich nog niet in
groote massa's vertoont. In één nacht
was met de gebeele vleet een ton baring
gevangen.
Tegen den beer J. Van Ek, gewe
zen algemeen ontvanger van 's lands kas
te Tandjong Pandan (Billiton), is door
den Raad van Justitie te Batavia rechts
ingang met bevel van dagvaarding ver
leend.
Genoemde persoon wordt beschuldigd
dat hij, terwijl hij algemeen ontvanger
was te Tandjong Pandan en als zoodanig
bet beheer bad van 's lands kas aldaar,
nl. van 15 Juli 1885 tot 15 November
1888, uit de kas een som van f 10,384,64,
welke gelden zich uit hoofde van zgn
voornoemde betrekking in zijn banden
bevonden, opzettelijk aan baar bestem
ming onttrokken en verduisterd heeft.
De vrouw van den man, die te
Stompwijk bij den twist met de Haagscbe
visscbers gedood werd, moet ontijdig be
vallen en aan de gevolgen overleden zijn.
Ook bet kindje is gestorven.
Donderdagavond is door de politie
te Haarlem aangehouden een 17-jarige
dienstbode, die 11. Zondag was bevallen,
en bet kind, dat volgens hare bewering
dood geboren is, op den zolder bad ver
borgen. Het lijkje is in beslag genomen
ten dienste der justitie.
Naar HetVad." verneemt, zou het
voornemen bestaan den shab van Perzië
bij zijn verblijf bier te lande, het gebruik
van het paleis op den Dam te Amsterdam
aan te bieden. Vanwege Z. M. den Ko
ning zou de vorst bij zijn komst worden
ontvangen door den adjudant-generaal
jhr. Verspijck, die hem gedurende zijn
verblijf ook zou worden toegevoegd.
De trein die Vrijdagmiddag om 3
uur 5 min. uit Leeuwarden naar Heeren
veen vertrok, is nabij Stobbegat, even
voor| Heerenveen, ontspoord. De beide
locomotieven, die den trein trokken, een
bagagewagen en vijf personenwagens zijn
ontspoord. Van de passagiers zijn er vier
ernstig gekwetst, doch dooden zijn er ge
lukkig niet te betreuren. Geneeskundigen
uit Heerenveen hebben de gewonden ver
zorgd.
De weg is natuurlijk versperd.
Voor zoover men nu reeds kan na
gaan, is de opbrengst van bet binnenbooi,
dat van bemeste landerijen reeds druk
wordt ingezameld, in de Langstraat" twee
maal zoo groot als verleden jaar. Er zijn
landerijen, welke per H. A. meer dan
6000 Kg. opleveren.
Te Groningen is in de Poststraat
een dame tengevolge van de warmte in
eengezakt en overleden.
Naar uit een advertentie in Recht
voor Allen blijkt, beeft de definitieve
aankoop van een perceel op de Rozen
gracht, voor de Amsterdamsche Arbei
ders-Maatschappij plaats gebad, en zal
eerstdaags de aanbesteding van bet voor
gebouw plaats hebben. In verband met
de ontruiming van bet Volkspark is spoe
dige voltooiing noodig. Een hypothecaire
leening van f 50,000, rentende 3 p.Ct.,
wordt voor dezen bouw uitgeschreven.
Omtrent den een paar dagen gele
den overleden wonderdokter te Nieuw
Buinen, meldt de Asser Ct.":
Voor ruim 30 jaar was Nijmeijer bak
ker van beroep, en te Drouwen, gemeente
Borger, woonachtig. Zijn beroep gaf hem
daar geen bestaan, en hij poogde toen
reeds met »hand opleggen", bezetten"
en andere kwakzalvers-metboden iets te
winnen. Bij de opkomst der venen ver
trok hij van daar naar deze streken,
waar bij zoowel door bet bakkersberoep
als door zijn wonderdaden bjj het niet
ontwikkelde volk spoedig in ruimer kring
bekend werd. Zijn eigenlijke roem ver
breidde zich eerst nadat hij bet bakkers-
beroep vaarwel zeide en elke week naar
Groningen reisde, om daar zijn genees
wijze toe te passen. Nu werd bij spoedig,
zoowel daar als thuis, door verafwonenden
bezocht, en het bedrijf...dat hij niet altijd
rustig mocht voortzetten, leverde spoedig
vrij wat meer op dan de vroegere bakkerij.
Sinds zijn veroordeeling tot f 100 boete,
die vóór ongeveer 3 jaar plaats had,
reisde hij niet meer naar Groningen, maar
werd nog gedurig thuis bezocht, ook al
getuigden de dagbladen dat hij de prak
tijk bad laten varen.
Nabij het tentoonstelHngsterrein te
Parijs, op de plaats waar men bezig is
bet gebouw voor de stieren-gevechten op
te richten, is door den storm van Zondag
avond een gzeren stelling, waarop zich
tien werklieden bevonden, ingestort. Een
der arbeiders was dadelijk dood, 3 werden
in stervenden toestand opgenomen en de
anderen waren ernstig gekwetst.
Een groot aantal zakkenrollers is
te Parijs aangekomen. Men heeft er al
van allerlei natiën ingerukt, o. a. eene
heele familie uit Venezuela, Peruanen,
enz. enz. Zij opereeren vooral in de wacht
huizen der omnibusmaatschappij en aan
de stations. Natuurlijk is bet aantal der
zakkenrollers-habitués der groote magazij-
nen met eenige tientallen vreemden ver
sterkt.
Te Sassenscbeidt bij Altena (West-
falen) zijn gedurende een hevig onweder
113 schapen van een kudde door den
bliksem gedood.
Het lenigen van den nood, door de
overstroomingen teweeggebracht, is thans
eene nationale zaak geworden. In iedere
stad is een ondersteuningsfonds bijeen
gebracht en overal worden groote hoe
veelheden voedsel en kleederen verzonden.
Te Johnstown zijn duizenden arbeiders
aan het werk om de verwoesting te her
stellen. De boven de brug opgestapelde
afbraak van allerlei aard wordt met dy
namiet opgeruimd. Meer dan drie duizend
lijken zijn reeds begraven, en te Niniveh,
een eind rivier-afwaarts, ruim acht hon
derd. Zooveel mogelijk worden maatregelen
genomen om ziekten ten gevolge der in
ontbinding verkeerende organische stoffen
te voorkomen. Er heersebt epidemische
longontsteking. Generaal Hastings bericht
dat bet geheele reddingswerk ordelijk ge.
schiedt, maar dat er eenige weken mede
gemoeid zullen gaan.
De metselaarswerkstaking heeft de
bevolking van Berlijn aanzienlijk vermin
derd. Ongeveer 12000 metselaars hebben
de stad verlaten terwijl pl. m. 9000 nog
gebleven zijn.
Woensdagavond tusscben 11 en
li1/» is er t0 Moulbaix bij Atb in België
een moord gepleegd op de markiezin-we
duwe du Cbasteleer, een adellijke dame
van ruim 50 jaren. Het kasteel, door baar
bewoond, is den 23en Juni van het vorige
jaar door den bliksem vernield, en sedert
bad zij met haren 24-jarigen zoon haren
intrek genomen in de pastorie, terwijl
bet kasteel herbouwd werd en in den loop
van dezen zomer wederom door baar be
trokken zou worden.
Woensdagavond zat de markiezin met
baren zoon en de huishoudster in de be
nedenkamer, met de geopende vensters 3
a 4 voet boven den beganen grond. Te
11 uur begaf zich de buishoudster naar
bed, terwijl de markiezin, aan de tafel
zittende met de linkerzijde naar de vensters
gekeerd, een brief ging schrijven, en haar
zoon tegenover haar zat en de courant las.
Plotseling viel er buiten een schot, de
markiezin sprong met een gil op, viel op
den grond en gaf na weinige minuten in
de armen van baren zoon den geest.
Een volle lading grove hagel was in de
linkerzgde binnengedrongen en bad het
hart getroffen. Het schot is van buiten
gelost uit een oud jachtgeweer, dat op
eenigen afstand in het gras is gevonden
en waarvan slechts de linkerloop geladen
is geweest; bet geweer beeft den jongen
markies toebehoord, die het onlangs aan
een zijner parkwachters gegeven beeft.
Deze is in vei hoor genomen, maar schgnt
zijn alibi te hebben bewezen: bovendien
zou voor hem de misdaad moeielgk te
verklaren zijn, wat in bet algemeen niet
bet geval is, daar de markiezin, hoewel
zeer weldadig voor de armen, uiterst
hardvochtig voor bare pachters geweest
moet zgn, zoodat zelfs voor een deel barer
landergen geen pachter te vinden is ge
weest en zij die in eigen beheer beeft
moeten nemen. Onlangs beeft zij onvoor
waardelijk het verzoek barer pachters
geweigerd, 10 pet. vermindering van de
paebtpenningen toe te staan bij hernieu
wing van het pachtcontract. Men twijfelt
dan ook niet of bier is een agrarische
moord gepleegd door eon pachter, die zich
beeft willen wreken.
De verslagene was een geboren gravin
van Marnix, en weduwe van Marnix
Oswald dn Cbasteleer, den zoon van den
commandant der vrijwillige jagers van
Brussel in 1830/31.
Grimsby, 5 Juni.
Sedert 3 Juni hebben de zeelieden en
stokers hier bet werk gestaakt en vorde
ren verhooging van loon tot 30 schelling
4 pence per week. Deze werd toegestaan
voor schepen di6 in de dokken lagen,
waardoor de booten op Hamburg, Ant
werpen en Rotterdam op tijd kunnen
vertrekken.
De scheepsbouw in Engeland ver
heugt zich in een lang niet gekenden
bloei. Niet minder dan 150 schepen
worden aan de Clyde gebouwd, ongeveer
evenveel aan de Mersey. Aan de Tyne
zgn 80, in Sunderland 60 a 70 schepen
in aanbouw. In het geheel znllen deze
schepen te zamen 300,000 ton meten,
waarvan 80,000 ton op bestellingen uit
Duitschland komt.
Uit Wiesbaden schrijft men
De strgd tusscben de Maatschappij
Wiesbadener Bade-Etablissement en dr.
Mezger beeft een scherp karakter aange
nomen, want de directie beeft beslag ge
legd op de villa van den arts en een
proces geopend tot verkrijging van een
en een half millioen Mark of negen ton,
bet bedrag der schade, welke zij beweert
door de verbreking van bet contract te
lijden. Men is op den Afloop van bet
proces zeer gespannen. Intussciiwi vs het
geenszins zeker, dat hij lang bier big ven
zal. Uit zeer vertrouwbare bron vernam
ik zelfs, dat de beroemde esculaap zich
over een mogelijken terugkeer naar het
vaderland uitgelaten heeft.
In Noord-Duitschland is het Zondag
nog warmer geweest dan hier te lande. Te
Berljjn steeg de thermometer tot 33.2
graden Celsius, gelijkstaande met bjjna
92 graden Fahrenheit.
Van de lading der Deenscbe boot
Esberesnare" zgn Woensdag te New-
castle 270 stuks hoornvee in beslag ge
nomen, alslgdendeaanlongziekte^^
Heldersche Moppen.
In de nieuwe Statenvergadering:
Eerste lid„Wat is de accoustiek in deze
zaal slecht!
Tweede lid, eenige malen den neus opha
lend »Ik ruik er niets van".
COMPAGNONS.
Een dief klimt 's nachts in de kamer van
een student, schudt den slapenden bewoner
wakker, terwijl hij hem zijn mes onder den
neus duwt en zegt
Als ge u verroert, zijt ge een kind des doods.
Ik zoek geld.
Wacht eventjes, antwoordt de student,
ik zal opstaan en licht aansteken. Als je
geld zoekt, doe ik mee.
EERSTE° VRAAG.
DochterMama, ik moet u een geheim
toevertrouwen.
MoederMijn hemelwat doet hij voor den
kost
Marine en Leger.
De le-luitenant der mariniers J. M. Ente van
Gils en de officier van gezondheid le kl. bij dc
zeemacht M. M. Jnng, nit Oost-Indië in Neder
land teruggekeerd, zijn onderscheidenlijk gesteld
ter beschikking van den commandant van het
korps mariniers en op nonaotiviteit.
DOOR
29.) E. ECKSTiE IN.
Do tooneelspeler, die den stervenden strijder
nabootst, moet zich in acht nemen de waarheid
niet zóó nabij te komen, dat hij zich zeiven
bet zwaard in de borst stoot. Onmiddellijk
daarop maakte zich echter eene nieuwe be
zorgdheid van hem meester. Hij had eene
kinderlijk-naïeve achting voor de welsprekend
heid van den advocaat. De overdreven voor
stellingen, die onder het volk in omloop zijn,
dat een rechtsgeleerde van zwart wit kan
maken, dat hij met zijne radde tong den
grootsten misdadiger als een vlekkeloos lam
kan laten vrijspreken, spookten ook door het
brein van den Apuliër. Eenige verkeerd be
grepen gevallen in de praktijk van den rechts
geleerde, bij wien hij klerk was, stijfden hem
in dit vooroordeel.
Nu had Antonio Cesari de gunstige mee
ning, die bij omtrent Salvatore koesterde, zóó
duidelijk te kennen gegeven en zóó gedrukt
op de misleiding en verblinding in tegenover
stelling van eene werkelgke misdaad, dat de
Apuliër de mogelijkheid begon in te zien van
een uitslag, die lijnrecht in strijd was met
het einddoel van het geheele plan. Indien
Cesari er in slaagde den beschuldigde ontoe
rekenbaar te doen verklaren, indien men hem
vrysprak dan was de indruk, dien de
moordaanslag op de natie moest maken, ge
heel weggenomen, en niets van hetgeen Sal
vatore tot heil der regeering, ten koste van
zulke groote offers gezaaid had, zou vruchten
dragen. Wie zou zeggen of dan ook niet mon-
signore de Fabris de overeenkomst als ver
broken beschouwen en weigeren zou de mis
lukte poging zoodanig te beloonen als hij had
toe gezegd?
Zoo verviel Salvatore Padovanino, speelbal
van zijne rustelooze verbeelding, van het eene
uiterste in het andere, nu eens hopend dan
weder vreezend, als een mensch, die nauwe
lijks zelf meer weet hoe het met hem gesteld
is. Al deze overwegingen verzonken echter in
het niet bij de vrees, die hem thans plotse
ling bekroop, die hem als met gierenklauwen
aangreep. Antonio Cesari had zich een wei
nig ter zijde gewend, zoodat het licht, dat
door de getraliede opening viel, zijn gelaat en
zijne peinzende oogen helder bestraalde. Die
oogopslag scheen bij al zijne kalmte zóó door
dringend en het verlangen om de waarheid
te doorgronden, teekende zich zóó onmisken
baar om den energiek gevormden mond af,
dat Salvatore door de gedachte werd getrof
fen: „Hoe? Indien deze Cesari alles eens
doorzag? Indien hij eens ontdekte, dat alles
slechts comedie was geweest?"
De rechter van instructie was gelukkig mis
leid geworden; de rechtbank zou de zaak on
der den invloed van eene eenmaal opgevatte
meening in handen nemen en zonder twijfel
geheel afgaan op het proces-verbaal, dat de
rechter van instructie had opgemaakt. Antonio
Cesari daarentegen maakte den indruk van
volkomen zelfstandigheid en als hij nu het
weefsel draad voor draad ontwarde, als hij
zijn cliënt door strikvragen in de engte dreef
en zoo den geheelen samenhang ontsluierde,
was het dan wel te voorzien, dat hij zwijgen
zon?
Moeilijk
Vooreerst dwong zijn plicht als verdediger
hem reeds tot onthulling, want tegenover de
rechtbank stelde hij daardoor den beschuldigde
in een gunstiger licht. Al vond men den
schijnaanslag nog zoo bedenkelijk, hij was
toch niet op ééne lijn te stellen met eene
poging tot moord!
Dan echter was het in het belang van An
tonio Cesari, den gloeienden aanhanger van
zijne partij, dat de heillooze misdaad, die men
thans ten laste legde aan de liberalen, in het
niet zonk tegenover de sluwe berekening,
waarmede de Koninklijke regeering het plan
op touw had gezet.
Hoe gemakkelijk Salvatore zich ook had
laten misleiden door de schaamtelooze bedrie
gerij van Marsucci, hij had toch gezond ver
stand genoeg om te begrijpen, dat zulk een
ontmaskering die naar zijne meening im
mers den werkelijken Kardinaal in eon hoogst
ongunstig daglicht moest plaatsen een ware
triomf zou zijn voor allen, die tot de partij
der oppositie behoorden. Het scheen hem
daarom zoo goed als zeker toe, dat Cesari, zoo
lig ook maar de minste verdenking koester
de, alles in het werk zou stellen, om de ware
toedracht op het spoor te komen. In dit ge
val was echter de uitslag van het met zorg
opgezette plan niet alleen zeer twijfelachtig,
maar Salvatore zou, naar zijne meening, aan
een nog ernstiger gevaar zijn blootgesteld:
de ongenade van monsignore de Fabris. En
wat deze tengevolge zou hebben daarvan
maakte de Apuliër zich de ongehoordste voor
stellingen
Hij besloot daarom ieder woord, dat over
zijne lippen kwam, met zorg te overwegen en
zoo hem niets anders overbleef, liever het
krankzinnigste fanatisme te huichelen, dan de
gelegenheid aan te bieden tot ontdekking van
het listig overleg. In het geheim noemde hij
zich een lafaard, wijl hij zich bij het zien van
die ernstige, mannelijke gelaatstrekken, zoo
had laten overbluffen, en met opzet bleef hij
langer het stilzwijgen bewaren, dat het ge
volg was geweest van zijne onzekerheid en
zenuwachtigheid. Hij hoopte op die wijze bij
Cesari den indruk op te wekken van som
berheid, onverschilligheid en verbittering.
„Salvatore Padovanino", zoo begon de ad
vocaat na eenigen tijd te hebben nagedacht,
„uwe daad heeft mij verrast."
Bjj deze woorden rees de Apuliër onwille
keurig uit zijne voorgewende ongevoeligheid op.
„Wat?" vroeg hij verbaasd. „Gij kent mij
dus?"
„Ik zag u op Capri, waar ik de vacantie
heb doorgebracht; gij kwaarat met hetzelfde
marktschip aan, dat mij naar het eiland over
zette. Gedurende den overtocht had ik geen
acht op u geslagen, maar toen ik in de rich
ting van het stadje voortwandelde, maakte
eon vriend mij op u opmerkzaam, want
gg weet dat zelf ook wel gij hebt iets bij
zonders over u."
„En daar ontdektet gij....?" stamelde Salva
tore, ontsteld over den beslisten toon waarop
Cesari sprak.
„Daar ontdekte ik, dat gij een mensch zgt,
die tot buitengewone dingen in staat is, een
mensch, die verteerd wordt door rusteloosheid,
die zonder eenig plan nu eens het eene dan
weder het andere doel najaagt, en uwe dwaaste
droomen. tracht te verwezenlijken, zoodra het
toeval u de gelegenheid daartoe aanbiedt. Ik
las op uw voorhoofd, dat gij de kiem in u
draagt van groote, roemrijke daden, zoo goed
als van afkeurenswaardige cn ik was bang
voor u, want het hartstochtelijke in uw blik
deed mij vreezen, dat gij niet gemakkelijk van
een eenmaal opgevat besluit zijt af te bron-
gon. Later zag ik u nog eenmaal aan de
zijde van uwe verloofde en toen kwam ik
tot de overtuiging, dat ik mij niet bedrogen
had. Gij bezit zulke demonische eigenschap
pen, dat gij met uwe fantasiën zelfs dat sterke,
verstandige meisje tot uwe slavin hebt ge
maakt."
Salvatore zocht met de hand steun tegen
den muur.
Hij voelde zijne knieën knikken.
Was deze advocaat dan alwetend? Rg San
Genaro, het scheen wel zoo! Spjak hij niet
thans reeds, terwijl Salvatore nog geen woord
over de lippen had gebracht, bijna onbewim-
(Zie het vervolg van het Feuilleton op de Ae pug.)