't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1705.
Woensdag 19 Juni 1889.
Zeventiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
ülDonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 18 Juni 1889.
De sergeant van politie S., van bet
kon. instituut voor de Marine te Wil
lemsoord, is in verzekerde bewaring ge
steld, ter zake van bet ontvreemden van
3 muntbiljetten en eenig los geld van
een der adelborsten in dat gebouw.
Een bomschuit van den reeder G.
Den Duik, schipper D. Pronk, is te Ler-
wick binnengekomen met 20 ton pekel
haring, welke naar Scheveningen zijn ver
zonden en heden aldaar worden verwacht.
De schipper ving in drie nachten 1 ton
en den vierden nacht 19 ton.
Men schrijft uit Zieriksee
In verband met hetgeen uit Tessel
gemeld is aangaande zekere voor vergif
tig gehouden kwallen, die een badenden
knaap eenige onaangename uren bezorgd
hebben, kan worden medegedeeld, dat
bedoelde kwallen, behoorende tot de
Acalephen of schjjfkwallen, in menigte
voorkomen in de mondingen der Zeeuwsche
stroomen, en dat zij ook van ouds als
aan den Helder voorkomende bekend zijn.
Hier in Zeeland noemt men ze gewoonlijk
straalkwallen, d. i. steekkwallen. Elders
noemt ze ook wel zeenetels of netelkwallen
In den zomer ziet men hier aan het
havenhoofd niet zelden een menigte van
die zonderlinge dieren, en daaronder die
wel 40 a 50 cM. middellgn hebben. De
meeste zgn echter niet netelig of stekend;
de straalkwallen zgn een bgzondere soort,
die men soms ook bij troepen bg elkaar
ziet en die voor baders en zwemmers zeer
onaangenaam zijn. Men kan echter de
pgnlgke aandoening van dat brandende
gevoel, dat hun aanraking op de huid
veroorzaakt, bijna onmiddellgk wegne
men, door de pgnlgke plaatsen in te
wrijven met ammonia liquida, een een
voudig middel, dat ook goed is tegen den
steek van bgen, wespen en andere insecten.
Men meldt dat aan de »Kon. Fa
briek van Stoom- en andere Werktuigen"
te Amsterdam een loonsverhooging aan
1200 werklieden is toegestaan en wel 2
ct. per uur voor hen, die tot en met 18
cent verdienen, en 1 cent per uur voor
gen, die 20 cent en meer hebben. Uit
gezonderd zgn jongens beneden de 18
jaar, deze moeten wachten op de gelei
delijke loonsverhooging. Om deze verbe
tering in het lot der werklieden, was
verzocht door de vereeniging »DoorVer-
eeniging Verbetering".
Een varken als trekdier
Donderdagmorgen was men aan den
Springweg te Utrecht getuige van een
koddig geval.
Een boer leidde een varken aan een
tamelgk lang touw en had moeite om het
dier op den goeden weg te houden. Eens
klaps begon het anders uit den aard luie
beest hard te loopen en sleepte als het
ware zgn geleider mede. Daar viel deze
op een hem in den weg staanden, ledi
gen kinderwagen en zietons boertje
werd over een afstand van wel 500 pas
sen onder luide hoera's van de lieve jeugd
door het varken voortgereden.
Glazen karaffen en flesschen reinigt
men bet gemakkelijkst met in stukjes
gesneden rauwe aardappelschillen en een
weinig koud water. Bg bet schudden
der flesschen zullen de hardnekkigste,
zelfs vetvlekken, verdwjjnen.
Zooals men weet zgn de pogingen
om Javanen vrijwillig naar Suriname te
kragen, om daar op plantages te werken,
tot heden mislukt. Thans verneemt men,
dat vanwege het Ministerie van Kolo
niën aan den Gouverneur-Generaal van
Ned.-Indië is voorgesteld 30 der van de
doodstraf gratie verleende Tjilegonische
oproerlingen naar Suriname te zenden,
om te zien of de Javanen in dat land
voor den landbouw-arbeid geschikt zgn.
De »heeren" worden dan van Batavia
naar Amsterdam en van daar naar Su
riname vervoerd.
Donderdagnacht is weder te Am
sterdam inbraak gepleegd, ditmaal aan
het uiterste puntje namelgk in een perceel
in de Verlengde Vondelstraat (108), waar
van de bewoners tjjdelgk afwezig waren.
Met zoo vervaarlijke ruwheid heeft men
zich hier (door het onderraam) toegang
verschaft en in de kamers huisgehouden,
alles openbrekende en opentrappende, dat
men eer geneigd zou wezen aan eene
wraakneming te denken, maar er wordt
toch ook waarde vermist, voor zoover na
te gaan iseen plank met zilveren kin
derspeelgoed, met ruw geweld uit een
étagère verwgderd.
Zeer te wenschen is het, dat men den
dader of de daders in handen krgge. De
slachtoffers van een paar vorige inbra
ken verkeeren, de geleden schade uitge
zonderd, nog steeds in pgnlgke ongewis
heid omtrent den aard van het hun ge
brachte nachtelijk bezoek.
Vrijdagmiddag is op den Holland-
schen spoorweg de conducteur De Regt,
te Beverwgk, van den bagagewagen van
trein 109 gevallen. Hg heeft een ern
stige schedelbreuk bekomen zgn toestand
is hopeloos.
Een hengelaar, die aan de Roode-
brug, buiten de Weert, te Utrecht, zat
te visschen, haalde iets zwaars naar zich
toe. Ofschoon hg eerst dacht een snoek
van eenige ponden op te halen, bleek 't
een toegenaaide zak te zgn, waarin zich
een kinderlijkje bevond.
Voor eenige dagen had op de stoep
van een der heerenhuizen te Zwolle 't
volgende plaats
Terwijl een schilder boven op een hoo-
gen ladder bezig was het huis te schil
deren, sloeg de wind een zonnescherm
los, waardoor een pot met ongeveer 12
pond gele verf naar beneden kwam. Juist
bevonden zich twee dames aan de deur.
Dezen kregen schier den geheelen inhoud
van den pot over haar hoofdendrui
pend van verf vluchtten zij in een naast-
bgzgnde woning en werden daar zoo goed
en kwaad het ging van het kleursel be-
vrjjd, hetgeen natuurlijk lang niet gemak
kelijk viel. Middelerwijl verzamelde zich
een hoop schooljongens voor de deur, die
tot groot vermaak der toeschouwers een
krachtig Oranje boven" lieten hooren.
Als verdacht van het afleggen van
valsche verklaringen onder eede, voor de
Rechtbank te Roermond, zgn aldaar drie
getuigen in arrest genomen.
Men schrijft uit 's-Hertogenbosch
Een treffend ongeluk had Donderdag
namiddag hier ter stede plaats. Mevrouw
Van Abracht den namiddag met
haar 2-jarig zoontje door in den tuin
van jhr. V., die met zgn gezin afwezig
was.
Op eenmaal mist de moeder haar kind;
zg ziet rond en ontdekt tot haren schrik,
dat zich in den tuin, gelijkvloers, een
waterput bevindt, waarvan de deksteen
verwgderd was. In dien put was het
kind gevallen. Spoedig kwam er hulp
opdagen, doch de opening was te eng
voor een man om zich naar beneden te
latenmet haken en andere werktuigen
trachtte men het kind aan te slaan
eerst na verloop van 20 minuten mocht
men hierin slagen. Door geneeskundi
gen werd het mogelijke gedaan om het
leven nog op te wekken, maar te ver
geefs, het kind was dood.
Donderdagavond geraakte een 14-
jarige jongeling, Digtmaker genaamd, die
zich in de Markengracht te Amsterdam
baadde, in gevaar te verdrinken. Op zgn
hulpgeroep schoot Levie de Hond, oud 22
jaar, toe om den drenkeling te redden.
Deze poging mislukte echter en na veel
moeite werden beiden op het droge ge
bracht, doch in bewusteloozen toestand.
Onmiddellgk per raderbaar naar het
Nederlandsch Israëlietisch Ziekenhuis ver
voerd, werden zg daar door de genees
kundigen, overeenkomstig de bestaande
voorschriften behandeld, doch de levens
geesten konden niet weder worden opge
wekt. De redder, die zgn menschlievend-
heid met den dood moest bekoopen, was
eenige uren te voren in ondertrouw op
genomen.
Een derde jongeling, die te geljjker
tijd in die gracht aan het zwemmen was,
liep gevaar te verdrinken maar redde zich
zelf.
Te Haarlem is door de politie aange
houden en naar het huis van bewaring
overgebracht G. J. R., oud 28 jaren, le
klerk bg de Stadsbank van Leening alhier,
ter zake van diefstal en verduistering van
een aantal beleende gouden voorwerpen,
tot een bedrag van ruim f1000.
Volgens een bericht in Haarlem's Dag
blad ging R. als volgt te werk.
Eene inbrengster bracht bv. een gouden
horloge aan de Bank en kreeg er een
briefje voor, waarna het horloge werd
opgeborgen. R. nam het dan weg en liet
het door een ander bij een andere in
brengster beleenen, waarvan hg het geld
opstreek. Deze bracht het natuurlijk weer
aan de Bank, R. nam het weer weg, liet
het bij eene derde inbrengster beleenen,
die het ook weer aan de Bank terugbracht,
en zoo circuleerde betzelfde voorwerp bg
al de inbrengsters in de stadsoms kwam
het meermalen bij dezelfde, terwijl R.
telkens de beleensom opstreek. Natuurlijk
zorgde hg wel dat tegen den tijd dat het
voorwerp kon worden opgevraagd of moest
worden verkocht, het weer in het magazijn
der Bank aanwezig was.
R. koos voor zijne bedriegelijke practgk
voorwerpen, die niet gemakkelijk te her
kennen waren, zooals gouden en zilveren
remontoirs van gewoon fabrikaat en gouden
vestkettingen. Zoodoende was het mogeljjk
dat eenzelfde voorwerp in een tijdsverloop
van veertien dagen vijf- of zesmaal door
verschillende inbrengsters werd beleend,
zonder dat de employé's van de Bank bet
herkenden, vooral ook daar er zulk een
groot aantal voorwerpen (niet miuder dan
17000 p. jaar) aan de Bank wordt beleend,
Maar zoodoende moest de schelm ook
in de fuik loopen en wel door tusschen-
komst van een der inbrengsters, die
lont rook.
De schuldige werd gevat, terwijl hij in
het koffiehuis van mej. G. v. d. M. op
het Stationsplein z*ju bittertje dronk.
R. was bg zijne chefs en bij zijne vrien
den zeer goed gezien en was overal gun
stig bekend. De verzoeking tot het maken
van groote verteringen en het meedoen
aan alle Vereenigingen schijnt ook van
dit treurige feit weder de oorzaak te zgn.
De beklaagde heeft reeds voor den com
missaris van politie bekentenis afgelegd.
Het spoorwegonfelak in Ierland.
Vreugd en smart wonen naast elkaar; het ver
schrikkelijk spoorwegongeluk bij Armagh bewijst
dit opnieuw.
Een troep kinderen, vroolijk en uitgelaten in 't
vooruitzicht van een dag van ontspanning en frissche
zeelucht, werd plotseling op 't ruwst het bloeiend
leven afgesneden.
Een kreet van ontzetting ging op te Armagh
en Belfast, waar ouders en verwanten der onge
lukkige slachtoffers wonen,} toen de tijding van de
ramp kwam. Men zag vaders en moeders handen
wringen en ontsteld den berichtgevers vragen, of
hunne lievelingen gered waren. Onmiddellijk gin
gen hulptroepen naar de plaats des onheils. Daar
was een verschrikkelijk tooneel. Eenige wagens
waren in elkaar geschoven, andere verbrijzeld,
onherkenbaar en een tweetal zaten hoog in de
lucht op een hoop puin, waaronder de dooden en
kermende gewonden bedolven lagen. De locomo
tief van den achtersten trein lag ter zijde van den
weg met de wielen omhoog en langs de helling
zag men verscheidene gewonden of stervenden.
Dadelijk ging men aan 't werk om de onge
lnkkigen te helpen. Nadat 80 of 30 lijken waren
opgegraven, werd een kleine knaap gevonden,
schijnbaar geheel gespaard en levend, doch te
midden van balken en splinters gevangen. Een
aantal mannen verwijderde het puin en de arme
jongen wees hoe zij daarbij te werk moesten gaan.
Toen eindelijk alle beletselen weg waren geruimd,
bleek dat het kind beide beenen had gebroken,
terwijl zijn lichaam verminkt was. De lijken der
dooden droegen meest alle blijk van vreeselijke
verminking.
Een man, die zijn twee kleine dochtertjes ver
gezeld had, vond men onder het puin met een
diepe wond aan het hoofd. Nadat men het bloed
gestelpt en hem met wat brandewijn eenigszins
opgewekt had, wees hij op de lijken zijner kin
deren, die een eind verder lagen en helaas geen
hulp meer behoefden. Hij dacht, dat ze nog
leefden. „Doe wat ge kunt voor hen", zeide hij,
„laat mij maar liggen"; Het waren zijn laatste
woorden, want het volgende oogenblik blies hij
den laatsten adem nit.
Eenige reizigers die ontsnapten, verhalen, wat
zij op het oogenblik der botsing ondervonden.
Een koopman, de heer Riggs, die zich in den
eersten trein bevond, was van meening, dat het
ongeluk voor een groot deel te wijten was aan
het feit, dat de locomotief niet in staat was den
trein te trekken. „Voor wij twee mijlen ver wa
ren" zeide hij, „bemerkten wij dat de locomotief
bet niet vol kon houden, en schertsend zeide ik
tot mijn medereizigers„We zullen moeten uit
stappen om haar voort te duwen". Ik keek nit
bet raampje om te zien wat er aan scheelde en
hoorde iemand zeggen„Er is geen stoom ge
noeg".
„We reden zeer langzaam en hielden na eenigen
tijd geheel stil. Vóór dit gebeurde, zag ik de
conductenrs naar het achtereinde van den trein
loopen, waar zc steenen op de rails legden. Ver
volgens voelden wij een lichten schok, alsof de
locomotief de voorste wagens achteruit duwde,
om het losmaken der koppelstangen mogelijk te
maken. Daarna begonnen wij achternit te rijden.
Ik zag een man nit den trein springen. We be
gonnen al sneller en sneller te gaan en liepen
weldra met groote vaart de helling af. De men-
schen in het veld langs den weg schreeuwden en
riepen, dat wij gedood zonden worden. Een dame
naast mij riep„Ik wil er nit, ik wil er hier
uitmaar ik trok haar met geweld van het
portier terug. Weer sprong er iemand nit den
trein en ontsnapte. Toen voelden wij plotseling
een hevigen schok en bleek dat wij op den ach
tersten trein waren geloopen".
In verband met het ongeluk zijn 4 personen
gevangen genomende machinist Th. Mc. Grath,
de stoker Parkinson en W. Moore, hoofd der
conductenrs van den eersten trein, benevens J.
Elliott, een klerk, die voor 3 dagen gevangen zijn
gezet.
In 't geheel werden 73 personen, meest kin
deren, gedood, terwijl 18 aan de bekomen won
den stierven. Bovendien werden nog 130 perso
nen gekwetst, waervan enkele zoo ernstig dat men
twijfelt of zij er het leven zullen afbrengen.
Uit latere berichten omtrent het ongeluk bij
Armagh blijkt, dat de eerste tijding betreffende
het aantal slachtoffers verre van overdreven was.
Nog een drietal personen is aan de bekomen
wonden overleden. De geheele stad Armagh schijnt
in den rouwblinden zijn gesloten, gordijnen
neergelaten en het vervoer van doodkisten zet
aan het schouwspel een huiverachtige tint bij.
Volgens het jongste officieel bericht zijn 75 per
sonen gedood. Omtrent de oorzaak van de ramp
loopen de berichten nog niteen. Yolgens som
migen zouden de treinbeambten geen schuld heb
ben, maar het is slechts al te waarschijnlijk, dat
verregaande achteloosheid de oorzaak was. De
waarheid zal vermoedelijk spoedig bekend wor
den. De stationschef heeft verklaard, dat hij den
trein wegzond op last van den inspecteur en een
beambte van het directiekantoor, die gewoonlijk
pleiziertreinen vergezelt. Hij stelde voor een
tweede locomotief voor den trein te spannen,
maar de machinist achtte dit overbodig. Een
sergeant had gehoord, dat het bevel gegeven
werd, de wagens los te maken, een conducteur
bevestigde dit en deelde tevens mede, dat reeds
vdor de wagens terng begonnen te rijden, de rem-
toestellen waren vastgezet, wat echter onvoldoende
bleek om den trein tegen te honden. De por
tieren waren gesloten, waardoor aan velen, die
er anders nit hadden kunnen springen, dit belet
werd.
De koningin zond een telegram van deelneming
in de droefheid der onders en bloedverwanten.
Omtrent de herkenning van enkele lijken wor
den merkwaardige verhalen gedaan. Zoo werd
het stoffelijk overschot van een der reizigers en
kel herkend door diens vader, aan de kleur van
zijn broek en het bedrag aan geld dat hij op zak
had. Een knaap, de 5de van zijn gezin, kon
slechts herkend worden aan een pennemes van
bijzondere Boort, dat hij bij zich had, zoo gruwe
lijk verminkt vond men zijn lijk terng. Te Ar
magh zijn inzamelingen voor de achterblijvenden
van huisvaders gehouden, waarvoor de Great
Nothern spoorweg dadelijk 800 p. st. gaf.
Eenige der commissarissen en hoogere beambten
der maatschappij hebben zich naar de plaats des
onheils begeven, om zelf een onderzoek in te
stellen.
Eenig denkbeeld van de uitgebreid
heid der fabriek van de heeren Krupp,
te Essen, geeft een verslag, dat dezer
dagen aldaar verscheen. Terwijl er in
1839 slechts 9 en in 1848 meer dan 74
werklieden waren, bedroeg het aantal
arbeiders Juli 1888 reeds 20960, waarvan
13626 te Essen woonden. Een bevolking
van 73,760 hoofden, waarvan er 24,193
in aan de firma behoorende nuizen woon
den, was van laatstgenoemde afhankelijk.
In de fabriek zgn 1,195 ovens van ver
schillenden vorm, 286 stoomketels, 92
stoomhamers van 100 tot 50,000 kilo, 370
stoommachines met een totaal van 2700
paardekrachten, 1724 andere werktuigen
en 361 krauen. Dagelijks worden 2735
ton steenkolen en coke gebruikt, en 11
hoogovens van den nieuwsten bouw bren
gen 900 ton jjzer voort per dag.
Te Berlijn heeft een koekbakker te
rechtgestaan, onder beschuldiging dat hg
reeds sinds maanden bedorven eieren in
sommige soorten van koek had verbakken.
Uit het verhoor bleek, dat het ook nog
al erg was toegegaan, daar hg er vol
strekt niet om gaf of b. v. de dooier al
zwart en het wit al groen was geworden.
Zijne knechts en huisgenooteu hadden
wel hinder van de walgelijke lucht tijdens
de bewerking, maar de koopers bemerk
ten er niets van, daar hg die lucht door
een kunstmiddeltje in het deeg wist te
verdrijven. De uitslag van het proces
was, dat hg tot twee maanden gevange
nisstraf werd veroordeeld. y-"
Het vergiitlgiHgsgeding; te Liverpool.
Een jonge dame huwt een man van
dubbel het aantal harer eigen levensjaren.
Na een wgl beginnen zulke ketenen haar
te knellen en ondragelijk te worden. Zg
knoopt een minnarij aan met een vriend
haars echtgenoots, welke later hare ont
knooping vindt in een drama. De echtge
noot sterft, blijkbaar ten gevolge eener
vergiftiging, en zgne vrouw wordt gevat,
onder het vermoeden, dat zg een moord
begaan heeft, ten einde den ouden huwe
lijksband te verbreken.
Ziedaar de geschiedenis van mevrouw
Florence Maybrick, die op het oogenblik
te Liverpool terechtstaat, beschuldigd van
haren man met rattekruit te hebben
vergiftigd.
Wijlen de heer James Maybrick was
een overbekend katoenmakelaar, die zaken
in het groot deed op de flays ter beurze,
sedert hg naar Liverpool teruggekeerd
3 uit Noord-Amerika. Het was te
Charleston in Noord-Carolina, dat de heer
Maybrick, destgds reeds een veertiger, de
nauwelijks achttienjarige Florence Dela-
rogue uit een daarheen uitgeweken
geslacht van Fransche barons gesproten,
en, naar men zegt, aan den gewezen
staatspresident der Zuidelijken, Jefferson
Davis, verwant leerde kennen, binnen
korten tijd voor hare bekoorlijkheid zwicht
te en haar tot zgne gade maakte.
Een booze wereld beweert, dat de arme
Maybrick zgn stap bejammerde van het
oogenblik, dat hij dien gedaan had. Me
vrouw Maybrick was veel jonger dan haar
man en had in zich al den gloed, al de
hartstochten der zuidelijke landen. Meer
dan éénmaal moet de echtgenqot te klagen
gehad hebben over het gedrag zjjner vrouw,
doch over het vroegere hnwelgkslevon der
Maybricks ontbreken nog de betrouwbare
gegevens.
Uit Londen wordt geseind:
Het verven van het haar neemt hier
toe, meer nog in de arbeiderskringen dan
in de hoogere klassen. Verft men hier
het haar uit jjdelheid, daar doet men
het uit nood. Iemand met wit haar ot
een grijzen baard, die zich om werk o
een betrekking aanmeldt, heeft ondanks
alle aanbevelingen en bekwaamheid, veel
minder kans dan iemand, wiens haar of
baard jeugdiger leeftijd schgnt aan te
duiden.
Een handelsagent te Antwerpen, die
een erfenis uit Dnitschland zou krijgen en
na vele moeielgkheden eindeljjk bericht
ontving dat hg in het bezit van een half
millioen mark gesteld zou worden, is van
blijdschap over dat geluk krankzinnig ge
worden. Hg liep de straat op, roepende
dat hg de Keizer van Duitschland was
en 7 millioen thaler te verteeren had, en
hij wierp ieder, dien hij tegenkwam, op
den grond, waarbg hg verscheidene men-
schen bezeerde. De arme rgke man werd
eindelgk, aan handen en voeten gebon
den, door de politie naar het Stuivenberg-
Gasthuis gebracht.
Heldersche Moppen.
„Wie is dat jonge mensch, die gisteren bg
u was?" vroeg een vader aan zgn eenige
dochter.
Dochter«Wel, papa, dat is mijn beminde".
Papa: „Uw beminde, kind, ik heb hem nog
nooit gezien en wat doet hg voor dén kost?"
Dochter (verwonderd) „Hij, papa Hij doet
niets, hij is ambtenaar bij het ministerie."
o
Rentenier (vader van eenige huwbare doch
ters, tot een huwelijks-candidaat) „Dus gij
wilt een van mgn dochters huwen De jongste
krijgt 15,000, de tweede 30,000 en de oudste
45,000 gulden mee
Huwelijks-candidaat„Hebt u niet een
heel ouwe
o
Een man werd door zijn vrouw belast
met de zorg voor de kinderen, daar z\j ojv
theevisite ging. Ofschoon de zon nog >*»óog
aan de lucht stond, sloot hij de luiken, stak
hg de lamp aan, gaf de kinde»»®n avond
eten en maakte hen wijs, dft^t 't reeds tegon
den nacht liep. 't jonge vcüikje ging naar bed,
sliep spoedig in en d<*^ papa zat eenige mi
nuten later in de -^Bocieteit.
Eer* confuus jongmensch wilde een
meisje pc">lsen, of zij hem zou afwijzen:
Hiij- Wat zou je doen Auna, alsjeinmijn
j'plaats was en je moest een meisje vragen