't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1730
Zaterdag 14 September 1889.
Zeventiende Jaargang.
Advortentlöri
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
uaiDonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bupmux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 5 u. 39 m.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Onderg.
6 u. 9 i
Laatste kwartier.
Quatertemper.
Quatertemper.
HELDER, 13 Sept. 1889.
In de zitting van den Raad der gemeente
Helder, jl. Dinsdag gehouden, is de rekening
en verantwoording der gemeente, voor het
dienstjaar 1888, tegelijk met de rekeningen van
het Burgerlijk Armbestuur, het Algemeen
Weeshuis en de dd. Artillerie Schutterij, over
dat jaar, goedgekeurd en vastgesteld. Deze
rekeningen sloten met de navolgende cijfers:
Rekening van de gemeente
Ontvangsten 189.457.64
Uitgaven - 185.699.89
Goed slot 3.757.75
Rekening van het Burgerlijk Armbestuur
Ontvangsten 10.219.54
Uitgaven - 10.163.59$
Goed slot 55.94$
Rekening van het Algem. Weeshuis
Ontvangsten 13.380.26$
Uitgaven - 13.266.84"
Goed slot 113.42$
Rekening der dd. Artillerie-Schutterij
Ontvangsten 1.874.14
Uitgaven - 1.578.
Goed slot 296.14
De rekening en verantwoording van den ge
meente-reinigingsdienst, in de rekening der
gemeente opgenomen, had deze eindcijfers:
Ontvangsten 9.301.69$
Uitgaven - 11.896.19
Nadeelig slot 2.594.49$
Voor kennisgeving wordt aangenomen een
missive van den heer M. L. van Gelder, die
met het einde dezes jaars zijne functie als
houder der Bank van Leening zal nederleggen,
waarna werd besloten om een openbare in
schrijving te houden voor gegadigden tot het
houden eener Bank van Leening. Behou
dens hoogere goedkeuring, werd besloten tot
heffing in 1890 van een hoofd, omslag en
van een plaatselijke belasting op het gedistil
leerd. Naar aanleiding van een advies van
den heer R. Tienstra, commissaris van den
vischafslag, ondersteund door een aantal be
langhebbenden bij het tot stand komen van
een afslaglokaal, werd aan een commissie,
samengesteld uit de heeren Oudenhoven, Hor
dijk en Bakker, opgedragen, den Raad te
dienen van advies in zake de stichting van
bedoeld lokaal, in de nabijheid van de scheeps
timmerwerf wde Hoop."
Woensdagavond ging 't in den tuin
van >Tivoli" recht prettig toe. 't College
»Entre Nous" had weder een kermisfeest
georganiseerd. De tuin was prachtig a
giorno verlicht en 't orkest liet zijn op
wekkende tonen hooren. Na afloop der
muziekuitvoering, onder directie van den
beer A. L. Schouten, klonk de bel tot 't
inluiden der kermis. Tal van tenten en
kraampjes, door de goede zorgen van den
heer Bels opgesteld, boden te koop of te
Iqjk, wat men gewoonljjk op een kermis
aantreft, waarbij de tonen van een flink
orgel de illusie nog versterkte. In de
zaal werd café concert gegeven, waarbij
de executanten zich uitstekend van hunne
taak kweten. De avond was prachtig en
begunstigde 't welslagen van het feest.
De vroolijkheid duurde tot diep in den
nacht voort. De opkomst van 't publiek
was niet zoo groot, als we dat wel bij
vroegere gelegenheden zagen.
DeStaats-Courant bevat dd. 10 Sept.
het Koninklijk Besluit, waarbij wordt be
paald dat de tegenwoordige zitting van
de Staten-Generaal zal worden gesloten
op Zaterdag 14 September c. k., des namid
dags te drie uren.
De Minister van Binuenlandsche Zaken
wordt gemachtigd zich op het vermelde
tjjdstip te begeven naar de vergadering
der Staten-Generaal, ten einde in een
vereenigde vergadering der beide Kamers
de zitting in 's Konings naam te sluiten.
Bij beschikking der arrondissements
rechtbank te Leeuwarden in de strafzaak
tegen D. Bos, hardlooper te Heerenveen,
thans gedetineerd, is deze verwezen naar
de openbare terechtszitting wegens poging
tot doodslag op de weduwe Kramer te
Hommerts.
Hoe verslaafd iemand kan zijn aan ster
ken drank, toonde onlangs een oude
vrouw te Meppel, die op straat hare kou
sen uittrok, deze verkocht, eu de luttele
opbrengst voor jenever besteedde.
Een meisje te Goes werd door een
buurman verweten, dat zij van hem appelen
ontvreemd had. Het meisje trok zich dit
verwijt zoo erg aan, dat zij ineen zakte
en sedert bewusteloos ligt. Geneeskundige
hulp werd ingeroepen, maar tot heden
zonder gunstig gevolg.
De moord te Londeu.
Weder is, zooals men weet, te Whi-
techapel een moord gepleegd, volkomen
gelijk aan die, welke eenigen tijd geleden
zulk een opzien wekten. Gisterochtend
vond de politie onder een viaduct bij Cab-
lestreet, een der slechtst befaamde straten
der geheele wijk, het verminkte lijk eener
vrouw. Hoofd en ledematen waren geschei
den van den romp, die op dezelfde wijze
als bij de vorige slachtoffers verminkt was.
De vrouw had bruin haar en was om
streeks 40 jaren oud.
De moordenaar is weder met de groot
ste onbeschaamdheid te werk gegaan. De
politiebeambte, die in dit gedeelte van
Wliitechapel met de ronde belast is, loopt
elk kwartier langs de plaats, waar het lijk
gevonden is, terwijl de moordenaar voor
de ontleding van het lijk minstens drie
kwartier moet hebben noodig gehad. De
politieagent zegt niets gezien en niets
gehoord te hebbengeën enkele kreet is
in den omtrek vernomen.
Men vermoedt dat de moord reeds twee
dagen te voren gepleegd is en niet op de
plaats waar men het lijk vond, maar waar
schijnlijk ergens waar niemand er iets
van bemerken kon. De moordenaar heeft
toen de overblijfselen van zijn slachtoffer
onder de viaduct gebracht. Naast het lijk
vond men een linnen kleedingstuk, dat
geheel bebloed en gescheurd was.
Omtrent den schuldige heeft men niet
de minste aanwijzing. De geneeskundigen
en andere deskundigen zijn het intusschen
eens, dat deze nieuwe moord het werk is
van denzelfden geheimzinnigen misdadiger
die onder den naam van »Jack the Rip
per" reeds een jaar lang zjjn gruweldaden
voortzet.
Dit is nu reeds het negende slachtoffer
van »Jack the Ripper."
De Times oppert het denkbeeld, dat de
moordenaar het lijk van de viaduct heeft
neergelaten. Er zijn sporen van een touw
op het lijk en het is daarom niet onmo
gelijk. dat hg, gebruik makende van het
oogenblik dat de politiebeambte uit het
gezicht was, het lijk heeft laten zakken
en daarna het losse touw weder heeft op
gehaald.
De ware toedracht is echter nog geheim.
De droevige ramp, die nu Antwer
pen getroffen heeft, had ook binnen onze
grenzen kunnen voorvallen. Aan den mi
nister van oorlog was nl. eenigen tjjd ge
leden vergunning gevraagd, de millioenen
patronen, die voor Antwerpen zoo nood
lottig geworden zijn, te Terneuzen te mo
gen verwerken. Op advies van den majoor
der artillerie Scherer werd echter het ver
zoek niet ingewilligd, schoon het g
teljjk bestuur van Zeeland gunstig
geoordeeld hadden.
Sedert eenigen tijd wordt in Enge
land een expeditie voorbereid, die zich ten
doel stelt de schatten ten bedrage van
eenige duizenden ponden sterling, boven
water te brengen, uit het voor twaalf
jaren bij Kaap Palmas aan de Westkust
van Afrika gestrande stoomschip Gam
bia." Behalve de specie bevinden zich in
het wrak een menigte goudstaven en ivoor.
De expeditie zal van Liverpool uitzeilen.
gemeen-
er over
Heldersche Moppen.
«Wat geef je voor dit horloge met gouden
ketting?"
»Als je kunt zeggen, hoe je er aan komt,
vijftig gnldenmaar als je er niet op een eer
lijke manier bent aangekomen, da maar vgf."
«Geef hier je vijf gulden."
o
Jonge dame- //Foeiwat is dat daar voor
een afschuwelijke stofwolk?"
Jongeheer: Dat is de aanval der cavalerie".
Jongedame: Cavalerie o, hoe heerlijk!"
Ingezonden.
Helder, 12 Sept. 1889.
Geachte Redactie!
Dezer dagen las ik in 't verslag eener ge
meenteraadszitting van Wieringen, dat een lid
van den Raad, bij zijn optreden als zoodanig,
terstond had bedankt voor zijn lidmaatschap
van het Burgerlijk Armbestuur. Waarom, zoo
vroeg ik bij 't lezen van dat bericht, wordt
hier niet op dezelfde wijze gehandeld? On
derscheidene leden van den Raad dezer ge
meente hebben tevens zitting in Colleges, die
aan den Gemeenteraad rekenplichtig, of die
aangewezen zgn om den Raad van advies te
dienen, 't Voorbeeld, door het Raadslid te
Wieringen gegeven, mocht hier waarlijk wel
navolging vinden, 't Is niet onmogelijk, dat
een lid van den Raad door zijn lidmaatschap
van andere Corporatiën vaak in een vreemde
verhouding komt, en vooral leden van het
Dag. Best. der gemeente moesten zich m. i.
wachten voor 't optreden in zulk een dubbele
kwaliteit. De gemeentewet verbiedt weliswaar
zulk een dubbel lidmaatschap niet, doch in
een gemeente, waar de leden van den Raad
in de bedoelde Colleges lichtelijk door andere
ingezeten kunneu worden vervangen, moest
men de combinatie van verschillende betrek
kingen niet volhouden. //Voorbeelden trek
ken", zegt het oude spreekwoord. Wie weet
of het voorbeeld, te Wieringen gegeven, ten
onzent niet eens wordt nagevolgd!
Met de plaatsing van bovenstaande regelen
zult u verplichten
Een uwer abonné's,
A.
Nederlandsche Vereeniging
tot bevordering van Zondagsrust.
Aan de „Handelingen van de achtste alge
mecne vergadering der Nederlandsche Vereeniging
tot bevordering van Zondagsrustgehouden te
Amsterdam, den 31 Mei 1889," van welk
stuk dezer dagen afdrukken aan de leden zijn
ter hand gesteld, onfcleeuen wij de volgende rege
len uit het openingswoord van den Voorzitter,
den heer G. P. Ithmann Jr.
„Sedert 4 April 1882 ia veel geschied; toen
had. onze eerste bijeenkomst te Utreoht plaats.
Tegenwoordig waren, behalve den stichter der
Vereeniging, Prof. Hofstede de Groot, nog vijf
personen, die konden constateeren, dat aan de
oproeping dd. 16 Januari te voren gedaan, door
circa 300 belangstellenden was gehoor verleend,
ten einde zich tot eene Vereeniging ter bevorde
ring van Zondagsrust aaneen te sluiten. Sedert
dien tijd is krachtig gewerkt op de publieke opi
nie, ten behoeve van dit zoo gewichtig, zoo niet
het gewichtigste volksbelang, dat zoo onmisbaar
is en ten goede komt aan de hoogste en beste
belangen van ieder mensch, van het huisgezin
en van den Staat. Vóór 1882 hadden wij wel
eene Zondagswet, maar als niet bestaande; men
had in den regel oog noch hart voor Zondags
rust en voor deszelfs dringende noodzakelijkheid,
ook ten behoeve der volksgezondheid. En nu wij
Mei 1889 schrijven? Eene niet onbelangrijke om
zetting der pnblieke opinie is allerwege merk
baar. Ten opzichte dergenen, die volstrekt af
hankelijk zijn van de overmacht der werkgevers,
schreef mij een lid der wetgevende macht, na de
aanneming der arbeidswet„Naar het mij voor
komt, is thans een niet onbelangrijke stap ge
daan in goede richting.De wettelijke regeling
van Zondagsrust staat nu reeds feitelijk onder
bescherming van onze Regeering. De Regeering
heeft toch de wettelijke regeling van Zondags
rust in handen genomen. De wetgevende macht
heeft door aanneming der arbeidswet het recht
van den mensch op Zondagsrust erkend. In art.
7 der genoemde wet wordt alle Zoudagsarbeid
van vrouwen en jeugdige personen onder de 16
jaar verboden. Genoemd artikel is, na intrek
king van alle amendementen, daarop door de
beide Kamers aangenomen. Een feit van niet geringe
heteekenis is het; het goed recht van ons begin
sel is daarmede door de Volksvertegenwoordiging
erkend en aangenomen."
Het verslag over 1888 vangt aan met de vol
gende regelen
„De trein rende met eene vreeselijke vaart
langs de ijzeren baan. 80 mijlen per uur,
was dat te veel gevergd van de machine Neen,
het kon welhet kon nog evenen bovendien
het moestMen sprak er van in de coupé's.
Men zag naar buiten. De telegraafpalen ont
snapten aan het oogeen laan, een bosch, een
station, een heuvel, een meer, alles vloog in een
wervelwind voorbijZoo had de trein nog nooit
gereden Maar daar moest tijd ingehaald wor
den En de vrees, voor een oogenblik bij de
reizigers ontstaan, maakte plaats voor het ge
wone gevoel„flink zoo aldus behoort het
En men gaf aan het gesprek weer eene wending
op de zaken of keek weer in de courant of
legde het hoofd weer in de kussens om te sla
pen Maar plotseling daar deed een hevige
schok een ieder opstaan, of voorover of ter zijde
vallen. Er scheen van de locomotief af geremd
te worden Al de raderen stonden tosschen de
remblokken geklemd en stootend en schuivend en
schokkend kwam de trein tot stilstand, onder een
wolk van stof en zand. Een trein in aantocht
gilde men. De portieren werden geopend; de con
ducteurs, daarna de reizigers, sprongen uit.
Doodsangst op het gelaatMaar er was geen
trein in 't zicht op de lange, rechte baan. Wat
is er Wat is er P
Een wagenas was gloeiend geloopen. Een der
waggons had vuur gevat. Men ging er omheen
staan. Water, zand werd er tegen aan gewor
pen. Het hielp niet meer. De rook verhief zich
tusschen de vlammen. Dut oponthoud duurde
lang genoeg om alle reisplannen en handelszaken
voor dien dag te bederven. Die ellendige as!
Neen, dat ellendige iets anders!
We mogen wel zeggen, dat ons maatschappelijk
leven in vele opzichten eenigermate op dien trein
gelijkt, vooral wat het overmatige betreft in de
snelheid van arbeid en beweging. Wij leven niet
meer in de eeuw der trekschuiten en diligences.
GelukkigMaar er is iets gespannens, iets ge
forceerds in ons arbeiden gekomen. Wij moeten
er komen Wij moeten het halen Het kan nog
even En dan moet het maar Wat overmatige
arbeid is en welke schade hij veroorzaakt naar
lichaam en geest, dit is te veel malen aange
toond, dan dat het hier zal worden herhaald. Er
treden oogenblikken in het maatschappelijk leven
in, dat de as van dat leven is gloeiend geloopen.
En dan staat de machine stil voor langen tijd.
En de belanghebbenden staan er omheen, en be
jammeren het, dat het rad zooveel malen te veel
zich had gewenteld rondom die as.
Welnu, de Vereeniging tot bevordering van
Zondagsrust heeft de taak op zich genomen, om
te waarschuwen voor het nadeel der overwerking.
Deze Vereeniging wijst gedurende jaar en dag
op de sociale nooden, door overwerking ontstaan.
Men hoort haarMen hoort haar nietZij
houdt aan en roept, eer het weer te laat is
Remmen! Eer de overarbeid op stoffelijk, ver
standelijk en zedelijk gebied een factor der ver
woesting geworden is, geeft zij den maatstaf aan
der spanning, die het maatschappelijk organisme
dragen kan: nl. zes dagen arbeiden en den ze
venden dag rusten!"
Het verslag, dat op dit inleidend woord volgt,
bevelen we ten zeerste ter lezing aan. 't Bevat
hoogst belangrijke mededeelingen.
De ramp te Antwerpen.
De »N. Rotfc. Ct." bevat uit Ant
werpen nog de volgende particuliere cor
respondentie
Antwerpen, 9 September.
Hedenmorgen en middag had de teraarde
bestelling plaats van de bij het onheil omge
komen slachtoffers. Een kaart, mij door den
chef der politie verstrekt, schonk mij overal
toegang, zoodat ik eenige bijzonderheden kan
mededeelen die door anderen niet konden wor
den waargenomen.
Uit het groot St. Elisabeths-hospitaal zou
de begrafenis reeds te 9 uur aanvangen, doch
daar was geen denken aan, want duizenden
en nog eens duizenden verdrongen zich om
het défilé langs de lijkkisten mede te maken.
Zooveel mogelijk werd een ieder daartoe in
de gelegenheid gesteld, maar eindelijk werd
het gedrang zóó groot, dat men voor ongeluk
ken beducht werd en verplicht was den toe
gang te sluiten. Toch waren er reeds toen
vele duizenden in en uit de groote, met rouw-
decoratie versierde zaal gegaan, en had een
ieder zijn offer gebracht aan het lid van het
«bureau van weldadigheid", die onbewegelijk,
met een blad op een tafeltje voor zich, de
giften in ontvangst nam. De 5 kisten, dié
de lichamen der slachtoffers bevatten, waren
op schragen geplaatst, met zwarte kleeden
overdekt en van kaarsen omringd. Aan een
der zijden stond de familie, benevens de bur
gemeester, de afgevaardigden van Z. M. Ko
ning Leopold, de commandant der stad en nog
eenige autoriteiten. Tegeu halt tien trad een
oud, eerwaardig priester met 2 andere gees
telijke heeren, allen in ornaat, binneD, be
sprenkelde de kisten en gaf alzoo het teeken,
dat de tijd was gekomen naar de kapel te
gaan, die in het hospitaal is gelegen, en waar
de lijkdienst zou worden verricht. Alle aan
wezigen volgden, en ruim een uur lang duurde
het celebreeren der mis, die, met begeleiding
van een groot koor, werd opgedragen. Na
afloop daarvan vormde zich de stoet. Yoorop
de vijf, rijk vergulde lijkwagens, daarachter
in rijtuigen de burgemeester, de andere auto
riteiten en familiebetrekkingen. Indrukwek
kend was het te zieu, hoeveel eerbied men
hier heeft voor de dooden. Een ieder ont
bloot het hoofd en blijft staan. Langs de we
gen, die moesten worden afgelegd om het
kerkhof te bereiken, waren honderdduizenden
geschaard, en op het kerkhof verdrong men
zich om een plaats te krijgen.
Daar was geen knil, zooals dat in Neder
land geschiedt, maar een graf in den vorm
van een trapezium gegraven, hoogstens 1$ M.
diep, maar minstens 50 M. lang, waarin de
kisten naast elkander werden bijgezet. De
burgemeester bewees ook hier in de eerste
plaats de laatste eer aan de overledenen en
wierp op iedere kist een schop aarde.
Op het kerkhof zelf waren wij getuige van
een hartverscheurend voorval. Men heefteen
loods opgericht, waarin twaalf, nog niet her
kende lijken zijn neergezet. Telkens en tel
kens komen daar vaders, moeders, zueters en
broeders van verlorenen, in de hoop in deze
overblijfselen hunne dierbaren te herkennen.
Maar dat is niet mogelijk, tenzij aan het een
of andere versiersel, want noch van het ge
laat noch van de kleeding is iets overgebleven.
Zoo was er dan nu ook weder een man, naar
schatting 43 jaar, die reeds van Vrijdag af
rusteloos zijn 17-jarigcn zoon had gezocht.
Iedere kist ontdekte hij, lang bleef hij staan,
aandachtig hield hij den strakken blik op de
lijken gericht, en dan schudde hij het hoofd
en hief het omhoog, als wilde hij vragen:
zeg mij toch of dat mijn zoon is. Herhaalde
malen liep hij zoo alle kisten af, totdat ein
delijk een opzichter een man met een zeer
medelijdend uiterlijk hem op zachtcn toon
vroegwis dat uw zoon En toen zonk de
sterke man met den kreet «ik weet het niet,
o God! ik weet het niet" ineen.
Zooals ik reeds zeide, het was hartver
scheurend, maar dit was niet het eenige too-
neel dat men te zien kreeg. Ook 's middags
toen de slachtoffers uit het hospitaal Stuiven-
berg zouden worden begraven, zag men ette
lijke malen moeders en zusters, in tranen be-
dende, zich vastklemmen aan personen, die
hun wildvreemd waren.
Reeds lang voor het bepaalde uur was er
gee i plaats meer te krijgen op de trams, in
de richting naar het hospitaal, en de toevloed
was zóó groot, dat men de trams op aanmer-
kelijken afstand moest laten halt houden.
Rechts en links van den hoofdingang wa
ren twee rouwkapellen opgericht. Het inwen
dige herinnerde geheel aan het St. Elisabeths-
hospitaal. Ook hier het défilé, ook hier de
kerkelijke dienst. Te ruim drie uren, stelde
zich de treurige stoet in bewegingvijftien
lijkwagens achter elkander, waarvan sommige
twee, andere slechts één lijkkist bevatten. En
daarachter een sleep van rijtuigen, die ontel
baar waren. Ook nu dezelfde eerbiedige stilte
als 's morgens. Langs de boulevards stond
men tot aan het kerkhof in ryjen geschaard.
De 28 kisten werden naast de andere bijge
zet. Op het kerkhof zelf wordt geen lijkdienst
verricht. Het geheel maakte zulk een indruk,
dat wel niemand, die het bijwoonde, het ooit
zal kunnen vergeten.
Het zij mij vergund eenige indrukken weer
te geven, op het terrein van de ramp verkre
gen. Daar waar het magazyn van den heer
Corvilain heeft gestaan, is nu niets dan een
in den grond gewoeld gat te zien, maar een
gat waar men van griezelt, want daarin moe
ten nog minstens 30 menschenlijken liggen.
Naast het gebouw waar de patronen werden
geledigd, stond en staat nog voor een deel
een gebouwtje, waarin een stoommachine was
geplaatst, die moest dienen om de noodige
verwarming te verkrijgen voor de smeltkroe
zen der kogels. De afstand van de machine
tot het gebouw, waarin de patronen werden
geledigd, was niet meer dan 5 meter. Al
leen djt reeds is een onverklaarbare lichtzin
nigheid, en wie ook verantwoordelijk moge
zijn voor de oprichting, het provinciaal of het
gemeentebestuur, alleen dit reeds is onver
klaarbaar, hoe er iemand tot deze gevaarlijke
buurschap zijn toestemming heeft kunnen geven.
Bij de petroleum-reservoirs en gebouwen
van de firma Rieth ontmoetten wij een der
genen, die wonderbaarlijk is gespaard geble
ven, en wel den heer Falcq, employé bij die
firma. Deze zat op het kantoor toen de ont
ploffing plaats hadhjj werd onder zijn les
senaar geslingerd en zag, toen hg er uitkwam,
alles reeds in lichte laaie vlam staan. Tot
heden toe kan hij nog niet goed hooren, even
min als de sleeper, die op geen 50 M. af
stand met paard en al tegen den grond was
geslingerd en door neervallende gloeiende pa
tronen deerlijk aan hals en rug werd gewond.
Het Handelsblad van Antwerpen meldt
De vraag is gerezen, of het wel in de pa-
tronenwerkplaats was, dat de brand begon.
Dit schijnt nog niet volkomen zeker. Men heeft
op de puinhoop der fabriek een deksel gevon
den van een der petroleumreservoirs van het
naburige erf der" heeren Rieth Co. Deze
deksel was bedekt met pain, hout enz. van de
verwoeste gebouwen afkomstig, terwijl het zelf
op den naakten grond lag. Het moet er dus
reeds geweest zijn, vóór de ontploffing in de
werkplaats gebeurde.
Bovendien is het middenstuk van dezen dek
sel, dat voor het zoog. wmansgat" behoort, op
grooten afstand teruggevonden en moet dus
door een heftige werking zijn weggeslingerd.
Ook zijn de reservoirs van Rieth en Co., die
anders steeds gesloten zijn, vol patronen en
andere^ overblijfselen van de ontploffing, die
dus nadat de deksels waren weggeslingerd, er
in gekomen moeten zijn.
De ingenieur der patronen werkplaats, de
heer De Launay, heeft naar aanleiding van
deze waarnemingen aan den rechter van in
structie verklaard, dat het zeer wel mogelijk
is, dat bij Rieth Co. een petroleumontplof-
fing heeft plaats gehad, waardoor eenige stuk
ken metaal in de werkplaats van Corvilain
werden geworpen, en zoodoende de verschrik
kelijke ontploffing teweegbrachten.
Natuurlijk zal het gerechtelijk onderzoek
moeten uitmaken of deze verklaring juist is,