§'t Vliegend Blaadje. -m
KLEINE COURANT81
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Na zwaren strijd.
No. 1733.
Woensdag 25 September 1889.
Zeventiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Een greep uit bet Engelsche levea.
19).
^Volstrekt niets van dien aard. Walther;
maar waartoe dat? Mijnheer Carringshliff had
je immers reeds getoond, dat hy recht had om
het meisje op te eischen. Overigens moet ik
zeggen, dat het mij wezenlijk genoegen deed
een man met zulke goede eigenschappen van
karakter als mijnheer Carringshliff te leeren
kennen. Hij is een volmaakt gentleman wat
betreft zyn omgang met onze sekse en hy
toonde zooveel bedachtzaamheid en overleg,
dat ik hem bepaald bewonder."
»Alzoo heeft hij n overrompeld en my be
drogen," viel Walther in. »0, ik doorzie zyn
geheele plan, dat even sluw als laaghartig is 1
Hy was overtuigd, dat hy door verdere on
derhandeling met my zyn doel nooit zou be
reiken; daarom beproefde hij zijn overredings
kunst op eene onervaren oude dame; hij was
van te voren reeds zeker, dat hij by haar
zou slagen."
Je spreekt niet zeer vleiend over je mama,
Walther! Ik zou dat op een anderen tijd niet
zoo rustig verdragen, maar ik houd rekening
met je opgewondenheid, die daaraan te wy-
ten is, dat ik met meer overleg dan jy een
aangelegenheid heb geregeld, die anders op
je verderf had kunnen uitloopen. Ik heb ech
ter geen lust, mij langer aan een dergelyke
behandeling van je bloot te stellen! Met deze
woorden verliet zyn mama de kamer.
Broeder en zuster waren alleen. Het duurde
een geruime poos voor Walther het gesprek
weer opvatte.
«Dat ook jij me in den steek gelaten hebt,
Edith, doet mij verdriet! En dat ondanks je
stellige belofte, dat je het ongelukkige meisje
niet zoudt laten wegvoeren, tenzij ik zelf er
bij tegenwoordig ware!"
«Ik gevoel, dat je my hiervan terecht een
verwijt maakt, Walther!" antwoordde Edith.
»Maar ik kan verscheidene dingen aanvoe
ren, die mij tenminsto eenigermate veront
schuldigen. Allereerst moet je weten, dat
mama met den advocaat sprak, zonder dat ik
er bij was. Zy hadden alles reeds besproken,
toen mynheer Carringshliff hier in de kamer
kwam, om Mary af te halen."
Je verspreekt je, Edith! Zij heet Alice!"
«Volgens de verklaring van den advocaat
bestaat haar waanzinnigheid juist daarin, dat
zij zich zelve voor een ander houdt dan zij
werkelijk is. Zij leeft in de verkeerde mee
ning, dat zij Alice Norman, de nicht van den
lord is, terwyl zij inderdaad zijn dochter is."
ffEn verklaarde haar vervolger dat aan
mama, voor hij de ongelukkige wegvoerde?"
«Zoo vertelde mama althans."
ffHeeft het meisje by do vertrouwelyke ge
Michigan door Hollanders geplant wordt,
staat dit jaar zoo voordeelig, dat men
hoopt, dat de opbrengst omstreeks een
waarde van f 2,500,000 zal vertegenwoor
digen.
De katoenspinnerijen in Engeland.
Er zyn zoowel de vorige als deze week
in N. O. Luncashire meer dan 30.000 ka
toenweefgetouwen en meer dan 1.000,000
spillen buiten dienst gesteld, en dit aan
tal vermeerdert nog dagelijks.
Het jaarlyksche diner der N.-Ame-
rikaansche vereeniging van dikke man
nen had dezer dagen te Bridgeport plaats
en wordt buitengewoon goed geslaagd ge
noemd. Er zaten slechts 43 gasten aan,
doch zy vertegenwoordigden gezamenlijk
het eerbiedwaardige gewicht van meer dan
11,000 pond. De meerderheid bestond uit
mannen van van 300. pond of meer, het
geen tot nog toe zelden voorkwam.
Tot president werd met algeineene stem
men de rechter Lockwood uit Bridgeport
gekozen, een rechtgeaard magistraat van
325 pond. Hij aanvaardde zyn betrekking
met de verklaring, dat hij zieh de hem
te beurt gevallen onderscheiding zou trach
ten waardig te maken hetgeen natuur
lijk alleen het geval is als hy in gewicht
en omvang blijft toenemen.
Aan tafel gezeten, verdwenen weldra
ongeloofelyke bergen vau gerechten in de
magen der leden en de avond werd aan
lichaamsoefeningen gewijd ter bevordering
van de spijsvertering.
Aan de Militieplichtigen voor de
lichtingen van 1890, 1891 en
1892.
Het Bestuur der „Yereeniging tot ontwikke
ling van Militieplichtigen" alhier, ten vorigen
jare opgericht, wenscht u thans weder in de ge
legenheid te stellen u aan te melden voor deel
neming aan de van 1 October a.a. tot ultimo
April 1890 te houden vrijwillige oefeningen in
den wapenhandel.
Reeds in 1888, toen de. Yereeniging werd in
't leven geroepen, hebben wij uitvoerig omschre
ven met welk doel die vrijwillige oefeningen, in
gesteld bij beschikkingen van Z.Exc. den Minis
ter van Oorlog van 4 November 1887 en 13
Augustus 1888, worden gehouden en mogen dit
dan ook van voldoende bekendheid achten.
Echter wenschen wij nogmaals vooral te doen
uitkomen, dat de militieplichtigen, die aan de
oefeningen deelnemen en bij hunne in dienst-
treding blijken geven van voldoende ontwikke
ling en geoefendheid in den wapenhandel, veler
lei voordeelen boven andere, onontwikkelde mili-
oians genieten.
Die voordeelen zijn deze:
1. Hunne eerste oefeningstijd kan van 12
maanden op 4 maanden worden terugge
bracht.
2. Zij kunnen toestemming bekomen om bui
ten de kaaerne te wonen, en
S. Zij mogen het korps kiezen waarbij en
het garnizoen waarin zij willen diénen.
Het Bestuur der Vereeniging zal maatregelen
nemen om te verkrijgen dat deze voordeelen,
door den Minister toegezegd, door hen, die daar
toe de vereischte kundigheden hebben verzameld,
zonder voorbehoud worden genoten.
Het onderwijs wordt geheel kosteloos verstrekt.
Overtuigd, dat ieder uwer zal willen beproe
ven de genoemde voordeelen te verwerven, ver
trouwen wij, dat zeer velen van de aangeboden
gelegenheid, om aan de vrijwillige oefeningen in
den wapenhandel deel te nemen, gebruik zullen
maken.
De inschrijving zal geschieden op Woensdag
25 September a. s., 's avonds van 6 tot 8 uur,
in het lokaal „Concordia" van den heer Pan-
bakker (Molenstraat).
Bij de aanmelding moet worden overgelegd de
geboorte-acte of een extract uit het geboorte-re-
gister, zoomede een certificaat van goed gedrag,
afgegeven door den Burgemeester, een en ander
ter gemeente-secretarie alhier kosteloos te beko
men.
De secretarie is geopend van 's morgens 9
tot 's namiddags 4 uur.
Helder, 20 September 1889.
Het Bestuur der Vereeniging tot Ontwikke
ling van Militieplichtigen,
C. A. BEUKENKAMP, Eere-Voorzitter.
H. BAKKER.
J. BETHLEHEM.
Q. T. VON OTERENDORP.
L. W. P. OUDENHOVEN.
S. SCHELLINQER.
C. S. JARING, Secretaris.
Zes schepelingen van Zr. Ms. „Van Spejrk"
waren te Riouw aan wal gegaan om te passa
gieren. Daar er avonds geen scheepssloep aan
wal was, zochten ze een prauw, bemand met
een Chinees, om hen naar boord te roeien, een
afstand van ruim twee uren. In die prauw namen
plaats de stokers Dost en Dijkman, benevens de
matrozen Moerkerkea, van Leek en Gerrit Stuit
en eindelijk de schrijver van den brief, wiens
woorden we hier laten volgea
„Wij waren een half uur van den wal af, en
daar stapt matroos Moerkerken door het vloertje
heen, eu daar stond hij ineens tot aan zijne
knieën in het water, waardoor hij ons met schrik
wakker maakt ea zeide:
«Jongens, wij moeten hoozen of wij verdrinken."
Wij staan met schrik op en wij kijken. Ja,
het is waar! Wij dadelijk het vloertje opgeno
men en wij begonnen te hoozen, de een met een
mok en de ander met zijn handen, en ik met
een stuk kist, maar wij konden het niet bijhou
den. Op 't laatst stonden wij toen tot ons mid
del in het water. De Chinees schee uit met
pagaaien en begon te schreeuwen en te roepen:
„Zebinter matte, Zebinter matte!" dat is in het
Hollandsch: „Dadelijk dood!" Nu moeder, het
weer werd ontstuimig, en daar kregen wij twee
golfslagen in de prauw, en hij begon te zinken,
en terwijl hij begon te zinken, balkte hij, zoodat
u kan begrijpen, wat een gejammer er ontstond.
Wij pakten ons toen aan de kiel vast, en zoo
twee minuten gehangen hebbende, zei matroos
Moerkerken, „ik geloof dat wij er een mankee-
ren." Dat is van Leek. Wij roepen, maar 't was
te vergeefsch; dien hebben de baaien wel ge
pakt, want er kwam een haai voorbij ons naar
de diepte toeschieten; dns dat was al een van
ons zessen. Zoo vijftien minnten hebben we op
de kiel en aan de kiel gehangen, en hebben ge
roepen om hulp en naar de „Van Speyk" ge
schreeuwd; want we zagen het licht van de „Van
Speyk"; maar hy lag te ver weg. Ik nog ge
floten op mijne vingers zoo hard als ik kon,
maar het baatte 'niets; alles was tevergeesch.
De lncht werd donker, zölfs pikdonker; het be
gon te onweeren, te lichten en daarna te rege
nen. De golfslag werd sterker. Daar komt weer
een golfslag aan, en die slaat Gerrit Stuit van
de kiel af. Wij hooien hem niet schreeuwen, geen
kik hebben wij van hem gehad. Wij zagen op
een meter afstand van de prauw een baaitje
boven komen, maar het was net of hij dadelijk
naar beneden werd getrokken door de haaien;
want daar zitten onnoemelijk veel haaien. Nu,
daar zaten wij nog met ons vieren op de kiel.
Na vermoedde ik, dat ik een eiland zag in de
verte, want ik zag er licht op. Wij op het licht
aangestuurd, zoo twee uur lang, gepagaaid met
de handen; maar het was net alsof wij roet den
stroom meegingen, want het licht ging heelemaal
uit het gezicht.
Nu zeg ik, nu Klaas, denk om je vrouw, hoA
moed, niet den moed laten zakken, want daar
zijn al twee weg; dus opgepast! Nog eens ge
schreeuwd en gefloten; maar 't was allemaal
te vergeesch. De golfslagen rolden om onze oo-
ren en er kwam geen hulp opdagen. Ik schatte
hét op half een na middernacht. Daar komt
weer een golfslag, en de prauw bnigt voor hem.
Wij rijzen weer, maar weer twee er af. „Ik zeg
wie ben je?" Matroos, zegt hij o, God, al
weer twee! Dat was Btoker Dost met den Chi.
nees. E^n paar keer „Dost" geroepen; maar geen
asem, ook geen kik gehoord.
Nu zaten wij nog met ons tweeën over van
de zes.
„Ik zeg tegen dien matroos „kan je goed
zwemmenP" „Ja," zegt hij. „Ik zeg: Non, houd
dan maar moed! Den moed niet laten zakken.
En laat ons nu maar dobberen, zooals God het
hebben wil. Maar houd je goed vast! Je beenen
steeds in beweging, want anders ben je voor de
haaien
„Want u kunt wel begrijpen, dat ze om ons
heen gezwommen hebben. Nu, wij hingen daar
met ons tweeën bidden, of God ons een beetje
icht wilde geven. Maar die nacht duurde
zoo lang, en elke golfslag was ons en
de donder was zoo hevig en Tegen en lich
ten en door dat licht werden wij telkens be
straald. Wij zagen dan wel eilanden, maar die
waren nog zoo ver van ons af. Op 't laatst
smeet ik dat zware baaitje nit en mijn wit hemd
scheurde ik van mijn lijf af; mijn mutB was al
weg, en zoo hing ik in mijn frokje en myn broek.
Daar hingen wij te bibberen van konde. We
lagen toen al goed vyf uur in het water te
zwerven. Toen, moederlief, bent u geen vijf minu
ten uit mijne gedachten geweest. Ik dacht al
maar aan u. Op 't laatst zei de matroos: „Sto
ker, heb je ook zoo'n kramp in je vingers? O,
ik kan me bijna niet meer vasthouden!" Ik zeg
of ik het ook heb? Och, hond je stil! Maar dan
moet je tnsschenbeide maar eens verwisselen met
je handen. Nu, hij lag aan stuurboord en ik aan
bakboord. Dat was jom de prauw niet te doen
kantelen, als er een golfslag kwam. Want wij
hielden 't zoo in evenwicht. Maar ten laatste
kwam er een zware golfslag, en die gooide het
vaartuig toch om. Maar dat was ons geluk, want
toen gingen wij er in zitten, met ons hoofd bo
ven water. Kwam er een golfslag, dan hielden
we oneen mond en onze oogen dicht. Nu werd
't zoowat vier uur; maar het was nog pikdon
ker. We zaten maar te bidden in ons eigen om
daglicht aan den goeden God. Eindelijk, ten
laatste zag ik 't daglioht doorbrekenwant door
het zware weer en de donkere wolken werd het
laat licht. Het was dan zoowat half zes, eer het
een beetje dag werd. Toen zagen wij een eiland
voor ons liggen. Ik schatte het op 70 Meter van
ons af. Wij meenden het eerst nog met zwem
men te bereiken, maar dorsten het niet te wa
gen om de haaien, en ook al, omdat wij te
veel afgemat waren van dien heelen nacht.
„Ik zeg: „laten we pagaaien met onze han
den, misschien komen wij er wel!"
Dat gedaan. Neen, wij dreven steeds af. Ein
delijk zagen wij de „Van Speyk. Toen waren
wij ook lekker. Ik wuif met een stuk hout,
toen met een zakdoek gefloten op mijne vin
gers! Tevergeesch, allemaal te vergeesch. Einde
lijk daar kwam uitkomst. Wij zagen een klein
kanootje naar ons toekomen; maar op 100 Me
ter afstand bleef het liggen. Dus het had ons
ook niet in het schot. Toen weer gewuifd met
mijn zakdoek, gefloten zoo hard als ik kon. Ja,
hij ziet ons, komt bij ons, en wij stappen er in.
Maar je moest niet veel drukte maken, anders
ging het ook balken, want het was maar een
uitgeholde boomstam.
„Nu, zei ik tegen dien matroos," God heeft
ons bewaard voor den dood; wij zijn nagered!"
„Nu," zegt hij, „maar is dat nu wel een be
vriend eiland? Anders zijn wij toch verloren!"
Ik zei: zeker, hier is het allemaal Hollandsch.
Wij zijn nu gered Goddank
Na een klein half uur gevaren te hebben, kwa
men wij op dat eiland aan. We hadden eerst nog
in het kanootje een paar vischjes gehad met een
beetje droge rijst. Van de rijst heb ik niet ge
geten, want ik had geen trek. Na op het eiland
gestapt en een kwartier geloopen te hebben, wa
ren wij bij een kantoor. Wij moesten daar in,
en na half uur gewacht te hebben, kwam de
sultan van het eiland, een zwarte vent, die ons
een beetje verstaan kon. Nn kregen wij dadelijk
verschooning en een lekkeren buk koffie met efcn
sigaar. Hij liet zijn volk dadelijk een sloep klaar
maken. Vier Javaansche roeiers er in met een
mandoer en den sultan zelf. Een deken werd op
de bank gelegd voor ons om op te zitten. En
toen heeft bij ons weer op Riouw gebracht bij
Aan onze geabonneerden
vrordt beleefdelijk verzocht,
't abonnementsgeld »Vlii-
gind Bla.adjb(derde kwartaal 1889), te
willen overmaken in postzegels of per
postwissel, vóór October.
DE UITGEVERS.
HELDER, 24 Sept. 1889.
Het Bestuur der Vereeniging tot het or-
ganiseeren van Volksbijeenkomsten alhier hield
dezer dagen een vergadering, waarin de noo-
dige voorbereidende maatregelen werden ge
nomen, om in den aanstaanden winter de
gewone reeks dier bijeenkomsten te doen plaats
hebben. Steunende op den bekenden, grooten
byval van het publiek te dezer plaatse, zal
het Bestuur zijn taak weder opvatten en voort
zetten. In den regel kon daarbij tot beden
rekening worden gemaakt op de medewerking
van onderscheidene personen, die door bet
vervullen van spreekbeurten van hunne be
langstelling blijk gaven en op de gezindheid
van plaatselijke Vereenigingen, om, bet zij door
zang- of door tooneeluitroeringen, de Volks
bijeenkomsten op te luisteren. Het is te ver
wachten, dat ook nu, bij de herinnering aan
de uitmuntend geslaagde bijeenkomsten van
den vorigen winter, velen zich opgewekt zul
len gevoelen om deze nuttige instelling zoo
veel mogelijk te schragen. Tot het organi-
seeren der Volksbijeenkomsten is geldelijke
hulp zeer noodig. Men kan die verleenen
door aanvaarding van 't lidmaatschap, tegen
een contributie van f 1.'sjaars, waarvoor
men het recht verkrijgt om al de bijeenkom
sten in den volgenden winter bij te wonen.
Ten vorigen jare meldden zich tot aanvaarding
van 't lidmaatschap zoovele personen aan, dat
niet allen bun naam op de ledenlijst konden
geplaatst krijgen. Door vertrek en overlijden
zijn er nu eenige vacaturen. Aanmelding voor
't lidmaatschap kan gesebieden by de leden
van het uitvoerend comité, 't welk bestaat
uit de heerenJ. Baert, T. Mooy, H. Rou-
kens, W. Thie Fz. en A. B. Weber.
Oud kruit.
De vraag hoe lang buskruit in bruik-
baren toestand kan worden bewaard, is
misschien niet volledig opgelost. Dat het
poeder evenwel zeer lang dienst kan doen,
blykt uit het feit, dat by de jongste ma
noeuvres op een der forten in de stelling
alhier, buskruit werd gebezigd, dat in 1823
werd gefabriceerd. Dat kruit van 69 jaren
oud bleek nog zeer bruikbaar te zyn.
Door de directie der marine te Am
sterdam is Vrijdag aanbesteed het maken
der gebouwen en aanlegplaats en het ver
richten van aard-, bagger- en verdere
werken, behoorende tot den bouw van
een projectielen-magazyu in polder VIII
aan het Noordzee-kanaal en zijkanaal X.
Iugekomen waren 18 biljetten. Minste
inschrijver G. Moorman van hier voor
f 144,600. hoogste Jan Smit (VII) te U-
trecht voor f 159,000.
Aan den Burg op Texel is een ge
mengd zangkoor opgericht, hetwelk reeds
ruim 50 leden telt. De heer J. de Jongh,
hoofd der school in Midden Eierland, werd
gekozen tot directeur en president der
jeugdige zangvereeniging.
Met ingang van 1 October a. s. zal
by wyze van proef, in eiken trein 3de
klasse van den Staatsspoorweg, een coupé
voor niet-rookers bestemd worden.
Het onweder heeft in de laatste dagen
door heel het land gewoed, en op onder
scheidene plaatsen zeer veel schade aange
richt. 't Is niet doenlyk van al die
gevallen melding te maken.
Uit de officiëele opgaven blykt dat te
Zandvoort gedurende het badseizoen ver
toefd hebben 2711 badgasten, waarvan
uit Nederland 2163, uit het buitenland 548.
De gep. luit.-generaal jhr. G. M.
Verspijck is door Z. M. den Keizer van
Duitschland, Koning van Pruisen, be
noemd tot ridder der orde van den Rooden
Adelaar met diamanten. De le luit. der
infanterie, R. J. graaf Schimmelpenninck,
ordonnans-officier, is benoemd tot ridder
van genoemde orde.
De politie te 's Grarenhage heeft
de hand gelegd op een persoon, die er zyn
werk van maakte om aldaar wagens te
stelen en die te Rotterdam te verkoopen.
Als hij ze van de hand had gedaan, stal
hy daar weer een wagen, die te| 's Gra-
veühage daar aan den man gebracht werd.
Hg is ter beschikking der Justitie gesteld.
Het bedrag van het onlangs door
den klerk M. van den rijksbetaalmeester
te Arnhem aan dien ambtenaar ontvreem
de geld beloopt omstreeks f 11,000. De
dader, die zyn misdryf gepleegd heeft door
het hooger uittrekken van enkele geldsom
men boven de werkelijke ontvangsten,
heeft zich spoedig na de ontdekking uit
de voeten weten te maken, zonder dat tot
dusver eenig spoor van hem is ontdekt.
Verleden week werd op de boter
markt te Tilbnrg in beslag genomen een
kluit boter, die verdaeht voorkwam. Bij
onderzoek aan het proefstation te Wage-
ningen bleek, dat de boter vermengd was
met 20.8 percent water. Hoe de fabri-
kante het water daarin kreeg, is een
geheim van het vak. Het is echter voor
velen zeer verrassend te vernemen, dat,
als zij voor een gulden boter koopen, er
voor 20 cent water by is.
Donderdagavond heeft te 's Hage
een brutale oplichting plaats gehad. 3
personen begaven zich in het magazijn
*an den heer S. in de Schoolstraat en
onder het opgeven van valsche namen
wisten zy genoemden heer te bewegen
tot de afgifte van een aantal gouden sie
raden tot een groot bedrag.
Spoedig was alles overgegaan in de han
den van houders van huizen van verkoop
met het reeht van wederinkoop.
De politie, met de zaak in kennis ge
steld, slaagde er in de personen nog den
zelfden avond te arresteeren.
Naar aan de «Semaine médicale"
uit China wordt bericht, heerseht de chole
ra op hevige wyze te Peking en breidt zij
zich daar zeer snel nit.
Ook in Voor-Indië woedt zij hevig,
vooral in het presidentschap Madras, waar
van 1 Maart tot 1 Juli ongeveer 14000
menschen aan de cholera zijn bezweken.
De 3,000,000 personen, die dagelijks
Londen's straten bewandelen, verslijten
daarmede een zoodanige hoeveelheid leer
in een jaar, dat het versletene, tot een
leeren riem gevormd van omstreeks een
duim breed, van Londen tot New-York
zou reiken en omstreeks een waarde van
100,000 zou vertegenwoordigen.
De selderij, die in groote hoeveel
heid in de omstreken van Kalamazoo in
sprekken, die je stellig met haar gevoerd hebt,
ooit iets gezegd, waaruit je kon opmaken,
dat zij aan den bedoelden valschen waan
leed?"
«Neen, ik beb nooit zoo iots van haar ge
hoord. Kort voor dat Carringshliff hier kwam,
was zij juist van plan mij vertrouwelyke rne-
dedeelingen te doen en ik heb niets verzuimd
om haar in dat voornemen te versterken.
Doch juist op het oogenblik, dat zy zou be
ginnen, stond het rijtuig van den advocaat
voor onze denr stil. Zij wierp een enkelen
blik door het venster en herkende dadelijk
haar vervolgervan dat oogenblik was het
of haar gezond verstand weg was. Onder luid
schreien en jammeren scheen zij een schuil
plaats te zoeken om zich te verbergen en
daarbij riep zij telkens je naam, Walther, als
van een vriend, die haar had kunnen redden,
maar die nu te ver weg was om haar te hulp
te komen."
//Arm, ongelukkig schepsel! Was haar jam
mer dan niet in staat om je hart te roeren
en tot het besluit te brengen voor haar in de
bres te springen? Je bent toch ook jong,
Edith, byna zoo jong als zijin je aderen
vloeit toch ook het bloed met jeugdige drift
en je hebt een hart vol liefde en goedheid.
Hoe kon je het aanzien, dat men het arme
meisje wegsleepte uit haar toevluchtsoord,
waaraan zij zich gehecht had met geheel haar
hart, zonder troost, zonder bystand, zonder
erbarming?"
Ik wist dat ik dit uur veel onaangenaams
zou moeten hooren," zeide Edith onder tra
nen, «en ik zie met smart hoe je mijn ge
drag berispt, maar toch ben ik mij bewust,
dat ik met de beste bedoelingen gehandeld
heb. Wanneer je den toestand van de onge
lukkige by haar wegvoering gezien hadt, zou
je zelf geen oogenblik getwijfeld hebben of je
te doen hadt met een krankzinnige, die in
een gesticht verpleegd moot worden. En dit
was de reden, waarom ik mij niet tegen
mama's wil verzette."
Maar hoe kwam het, dat je je eenmaal
gegeven belofte zoo geheel in den wind sloeg
//Luister, Walther, en misken de goede be
doeling niet van hetgeen mijn angst en be
zorgdheid voor je mij ingaven. Op gevaar af
je boos te maken, moet ik je ronduit zeggen,
dat ik zeer goed bemerkt heb hoe van dag
tot dag en van unr tot uur de genegenheid
toenam, die tusschen jelui was ontstaan. Mis
schien zie je 't zelf niet helder in, maar in
liefdeszaken ziet een meisje scherper dan een
man.
z/In geen geval kon ik de betrekking tus
schen jelui begunstigen. Ik riep mij alle om
standigheden dadelijk voor den geest en zeide
tot mij zelf: is zij werkelijk een vervolgd»
ongelukkige, dau zal zy door Gods hulp alle
gevaren gelukkig te boven komen, maar nooit
zal lord Norman bewilligen, dat zijn doch', r
de rrouw wordt van een koopmansbediende
is zij waarlyk waanzinnig, dan is dat al
leen voldoende, om mijn broeder van haar te
doen afzienware dat dan niet het geval, dan
zou dit het begin zyn van een ramp, die ons
allen ten gronde zou richten."
«Die overwegingen doen je hart alle eer
aan, Edith, maar ze houden geen steek, want
ze hebben slechts twee mogelyke gevallen op
het oog.
«De omstandigheden kunnen nog heel anders
zijn dan je bedacht hebt. Je overwegingen
berusten op de mededeelingen van een der
den persoon, die er belang bij hèeft, dat jy en
mama gelooft, wat hy goedvindt jelui te ver
tellen. Ik had dien schoft van een advocaat
de verzekering gegeven, dat ik hem het meisje
zou uitleveren onder zekere voorwaarden, die
hij moest vervullen. Waarom neemt hij een
achterdeurtje te baat om haar in zijn macht
te krijgen? Omdat hij niet in staat is, om
aan mijn wettige eischen te voldoen. Hy heeft
wel zijn doel bereikt, maar ten spijt van zyn
sluwheid heeft by daarby over het hoofd ge
zien, dat ik daarmee een kijkje in zyn kaar
ten kryg. Maar nog is my veel duister; om
zonder vooroordeel in deze zaak tot een recht
besluit te komen, moet alles grondig onder
zocht worden. Eu dit moet ik je ook zeggen,
Edith: je verkeert in dwaling, wanneer je
meent, dat de verwijdering van myn arme
beschermelinge in staat zon zyn om mijn be
langstelling voor haar ook het geringste te
verminderen.
Wordt vervolgd.