't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ho. 1746. Zaterdag 9 November 1889. Zeventiende Jaargang. KALENDER DEB WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. iVtoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Buraaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Ad.v©rtentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NOVEMBER, Slachtmaand, 80 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 19 m. Onderg. H 4 u. 9 m. Zondag 10 Maandag 11 Dinsdag 12 Woensdag 1 3 Donderdag 14 Vrijdag 15 Laatste kwartier. Zaterdag 16 HELDER, 8 Nov. 1889. In den nacht tussohen jl. Dinsdag en Woensdag is alhier op 60-jarigen leeftijd over leden de heer A. J. Leijer, onderwijzer in de wis- en zeevaartkunde. In deze gemeente geboren en opgevoed, ontving de heer Leijer zijn opleiding bij den heer van der Haar, destijds Hoofdonderwijzer alhier. Op alleszins loflelijke wijze behaalde hij achtereen volgens de verschillende acten van het Lager Onderwijs, waaraan hij zich aanvankelijk had ge wijd. Meer in 't bijzonder legde hij zich echter toe op de wis- en natuurkundige vakkenhij be haalde de acte daarvoor en verwierf zich ook, ofschoon slechts theoreticus, het diploma als eerste stuurman by de groote vaart. Middelerwijl had de heer Leijer het Lager Onderwijs vaarwel ge zegd, en nadat hij gedurende eenigen tijd zich had belast met het onderwijs in de wiskunde aan de school voor Uitgebreid Lager Onderwijs alhier, vestigde de heer L. zich na dien tijd als privaat-onderwijzer in de wis- en natuurkundige vakken, en opende hij bovendien een zeevaart kundige school. Die school, door de gemeente met een jaarlijksche subsidie gesteund, leverde een belangryk aantal leerlingen, die herhaaldelijk voor de R|ks Commissie het stnurmans examen aflegden en nu een plaats innemen, zoo hier als in Indië en buitenslands, op de handelsvloten. Sedert de Btichting der Industrieschool in 1857, was de heer L. aan die inrichting als leeraar in de natuur- en wiskundige vakken werkzaam, en verwierf hij zich de onverdeelde hoogachting van Bestunrderen zoowel als van de talrijke leer lingen. Jl. Maandagavond was het de laatste maal dat de heer L. daar onderricht gaf. Reeds toen was hij ongesteld. Die ongesteldheid nam plotseling toe en de werkzame, kundige, nauw gezette man hield op te werken en te leven. Bij allen, die hem leerden kennen en waar- deeren, zal zijn nagedachtenis zeker in eere blijren. De beer W. F. R. P. de Salengre, rijksontvanger alhier, is als zoodanig be noemd te Leeuwarden. De afgekeurde onderwijzerswoning in de Schoolstraat alhier, voor f 150 ver kocht, wordt thans gesloopt. Op de internationale tentoonstelling van pluimgedierte, gehouden op 2 en 3 November jl. in de zalen van het park Tivoli te Utrecht, behaalde de inzending van duiven van onzen plaatsgenoot, den heer P. Pol vliet, den eereprijs voor de schoonste inzending en niet minder dan zeventien eerste prijzen. Het aantal mededingende paren was 105. Men was het op de tentoonstelling vry wel eens, dat tegen dien grooten liefheb ber niet te concurreeren valt, terwijl het opviel, dat zijn duiven door gelijkheid en zuiverheid uitmunten en er keurig zin delijk en netjes uitzagen, waartoe zeer zeker veel kennis en een goede verzor ging vereischt worden. Na de opsporing van het wrak van de in de Terschelliüger gronden gezonken »E1 Dorado" welk schip daar sedert vele jaren lag met een lading zilver- en kopererts poogden de schelpzuigers Friesland" en »Tyd" zooveel mogelyk van die lading te bergen. Men heeft echter voor dezen winter het werk ge staakt, om het in 1890 weer met kracht te hervatten, zoodra daartoe de gunstige tyd aanbreekt. Gesleept door de stoomboot »Stad Amsterdam" zyn van hier twee vaartuigen met centrifugaalpompen naar Terschelling vertrokken, om behulpzaam te zijn bij het leegpompen van het in de Terschellinger gronden gestrande schip »Ursula." Door de Nederlandsche Amerikaan- sche Stoomvaart-Maatschappij worden, we gens den toevloed van reizigers, tot nader order geen crediet-passagiers voor de Ar- gentynsche Republiek meer aangenomen. Daar het in enkele kazernes aan de noodige ruimte ontbreekt om de miliciens van de lichtingen van 1885, 1886 en 1887, die bij het le, 5e en 8e regiment infanterie (2e divisie) achtereenvolgens voor 13 dagen onder de wapenen komen, pm in de behandeling van het getrans formeerde geweer te worden geoefend, naar behooren te huisvesten, zoo heeft de minister van oorlog bepaald, dat daar aan tegemoet kan worden gekomen door een gedeelte van de lichting 1889 verlof te verleenen. (D. v. Z.-H.) Naar wy vernemen, zijn de inbre kers, die den diefstal in het wisselkan toor van de firma Berger te Venloo pleeg den, te Lissabon ter uitlevering aange houden. (Avondpost.) Uit Urk wordt i. d. 3 Nov. gemeld Hedennacht is in de woning van den onderwijzer J. Hoogeveen ingebroken. De dader is op heeterdaad betrapt. By de po litie is aangifte gedaan. Te Goes heeft zich weer een geval van trichinenziekte voorgedaan by een vrouw. Zij had van varkensvleesch gege ten, afkomstig uit Biezelinge, dat weke lijks te Goes aan de huizen besteld wordt. Men spreekt van nog meer gevallen van die ziekte daar ter plaatse. De werklieden van de maatschappij Nederland te Amsterdam hebben antwoord gekregen op het drieledig verzoek, tot de directie gericht. De schafttijd zal niet meer 15 maar 20 minuten zyn (men had verzocht dien tyd te verlengen tot een half uur), terwijl voor nachtwerk het loon van 25 op 30 ct. per uur zal gebracht worden. Loonsverhooging van 20 tot 25 ct. voor dagwerk en het verzoek om nachtwerk, waarmede niet de geheele nacht heen gaat, toch als zoodanig uit te betalen, konden niet worden toegestaan. Met de Lemmerboot arriveerde te Groningen een jongen van 13 jaar en nam zyn intrek in een logement. De politie, nieuwsgierig als zij is, moest daar meer van weten. Het knaapje werd me degenomen naar het bureau en aldaar ondervraagd. Het bleek toen, dat de jon gen zijns vaders huis te 's-Gravenhage was ontloopen, na zich ten koste van zyn vader van reisgeld te hebben voorzien. Naar de reden van zijne vlucht gevraagd, vertelde hij; dat hij volstrekt niet met zyne stiefmoeder overweg kon. Toen de dienstdoende inspecteur van politie hem het verkeerde van zyne handeling onder het oog bracht, antwoordde het manne ke: »Als u al met een stiefmoeder on dervonden hadt wat ik er mede onder vonden heb, zoude n zoo niet spreken, mynheer!" De jeugdige reiziger is onder politie- geleide naar huis gezonden. (N. G. C.) Twee agenten van het politie-com- missariaat te Scheveningen zyn gestraft, de een met ontslag uit den dienst, de ander met degradatie. Daartoe heeft aanleiding gegeven het plegen door eerstbedoelde van eene on eerlijke handeling, nl. het zich weder rechtelijk toeëigenen van een portemon- naie met geldswaarde, jegens een arres tant, die door laatstgenoemde wegens dronkenschap aan het bureau was ge- brocht, terwyl deze agent zich door zyn collega had laten medesleepen om in het wachtrapport de door den arrestant by zyn ontslag geconstateerde vermissing der portemonnaie te verzwjjgen. De ont slagen dienaar genoot het volle vertrou wen zijner chefs. Men meldt aan de Middelb. Ct* uit Hulst het volgende omtrent een al" daar gepleegden moord. Maandagavond ontstond in De Dub bele Arend alhier twist tusschen zekere Van Giezen, soldaat by de jagers, met verlof alhier, en J. Warnier, baardscheer der. Nadat Warnier de herberg had ver laten, heeft hjj zich verscholen tot Van Giezen zich naar huis begaf en toen de zen onverwachts met een scheermes een snede in den strot toegebracht, waarop de dood bjjna oogenblikkelyk volgde. De vermoorde was met verlof geko men om de bruiloft zjjner zuster bjj te wonende moordenaar is in arrest. De justitie uit Middelburg heeft zich, vergezeld van den heer J. J. Berdenis van Berkelom, arts, Daar Hulst begeven, om ter plaatse een onderzoek in te stel len. De oude luidjes, die Zaterdag onder de bekende omstandigheden uit hun woning aan het Hooge Zand te 's-Hage werden gezet, hebben nog vrij wat van zich doen spreken en merkwaardig is hetgeen men omtrent hen nog vernam. Toen ze het huis verlieten de zwakke vrouw den zak, die nauwelijks door een ster ken man kon gedragen worden, torsende met de kracht der vertwijfeling, die slechts door de gehechtheid aan 't bijeengeschraapte geld kan verklaard worden werden in de wo ning nog gevonden geheele pakken met nieuwe onder- en bovenkleederen en in een trekpot onder vuil en schimmel, nog een vrij belang rijke som gelds. Dat alles bleek afkomstig van giften en ga ven van weldadige lieden, die den oudjes een vaste bedeeling gaven, men zegt zelfs van f 5 per week, en weinigen vermoedden, dat alles werd opgespaard en de menschen leefden, ge lijk ze zelf verklaarden, »van één gulden in de week" Of deze lieden zich zullen verbeteren en hel met zooveel ontbering gewonnen kapitaal al thans voor 't vervolg ten eigen bate aanwen den Het schijnt zoo, althans heden kon men ze, goed in de kleeren, het vrouwtje netjes gekapt, het half idiote ventje in een warmen chambre-cloack, in de vroeger door hen be woonde buurt zien rondgaan, om, onder ge leide van een politiedienaar, bij verschillende winkeliers en bij den huisheer, de schulden te betalen, die ze onder den schijn van ar moede hadden gemaakt. De bemoeiingen van de politie schijnen hier 't goed effect te hebben gehad, dat de oude lieden thans behoorlijk geherbergd zijn. Yoor eenigen tyd deelden wij mede, dat Engelsche visschers een vischtnig van collega's te Wierum opzettelijk hadden stuk gevaren en dat die zaak voor den rechter te Yarmouth zou worden behan deld. Klaas Akkerman met twee van zyn equipage en Jitse de Jong zijn Za terdag 26 October met een behoorlijk voorschot en goed gevulden knapzak op reis gegaan. Te Yarmouth aangekomen, werd hun een goed logement aangewezendes Maandags had het stille verhoor plaats en des Woensdags de openbare terechts- zitting, waarna dadelijk vonnis gewezen en de kapitein van het Engelsche vis- schersvaartuig, wegens vernieling van een anders eigendom, veroordeeld werd tot 5 pond (f 60) boete, en tot het betalen van gelijk bedrag aan Akkerman tot vergoe ding der schade, aan zyn want geleden, terwyl deze met zyn tochtgenooten be halve de reiskosten ruime vergoeding voor onderhoud gedurende hunne afwezigheid ontvingen. »Orton" het pseudoniem van den Amsterdamschen briefschrijver van het Dbl. v. Z. H.heeft hooren fluisteren van een mogelyke werkstaking onder de dienstboden te Amsterdam, waarmede de onlangs opgerichte vrouwenbond zich zou bemoeien! Wij kunnen ons de eischen al voorstellen, zegt De Tyd. Voor een keukenmeid zullen ze vermoedelijk zyn: 's morgens te 8 uren op en 's avonds te 10 uren naar bedf 150 loon en garan tie voor minstens f 50 verval2 pond kof fie en 1 pond thee, 2 pond suiker en 2 pond boter per week voor eigen gebruik; 's morgens en 's avonds vleesch bij het brood en een pond vleesch als minimum voor het middagmaalden geheelen Zondag vry entwee uitgaansavonden in de week; geen zolderkamertje maar de logeerkamer als slaapvertrek; op de verjaardagen een zijden japon en met St.-Nicolaas een win termantel; voor de vryers vry en toegang tot de keuken en de provisiekast, enz. enz. YAlf DEN DOOD GERED. De „Gelderlander" deelt als waar gebeurd het volgende mede Het volgende voorval nit het leven van een geneesheer kan aantoonen, hoe moeilijk het dik wijls is, om te bepalen of de dood is ingetreden, vooral bij groote epidemieën, in hoofdzaak bij cholera. Tevens zal er nit blijken hoe moed en tegenwoordigheid van geest een mensch het leren redden. Het was Juli van het jaar 18toen Gronin gen geteisterd werd door een verschrikkelijke cholera epidemie. De doodgravers hadden druk werk. Nu eens groeven zij een grafkuil voor een lijk der eerste klasse, dan weer bevonden zij zich op de plek waar de armen hun laatste rustplaats vinden. Niemand, rijk of arm, kind of grijsaard, niemand werd gespaard door den ontzettenden vijand, die als alvemielend monster nit Azië tot ons was gekomen. Groningen was toen nog een vesting en had een sterk garnizoen. Weldra was het militair hospitaal opgevnld met lijders, van welke de meesten stierven. Zoodra een soldaat gestorven 'was, werd het lijk naar een groote, daartoe inge richte zaal gebracht, in een kist gelegd en met een laken overdekt, waar het dan bleef staan totdat er zekerheid bestond, dat van schijndood geen sprake meer kon zijn. Des nachts werd in dit vertrek steeds gewaakt door een geneesheer, die dan tevens den dienst waarnam in het hos pitaal. De nacht was warm, maar in de zaal der dooden werd het kunstmatig kond gehouden. In twee lange rijen stonden een dertigtal kisten in het ruime vertrek, de witte lakens maakten een hniveringwekkenden indruk. De droefgeestige stilte werd slechts gestoord door het knabbelen van muizen achter het houten beschot, en toch was er onder al die dooden een levende. Bij het raam aan een klein tafeltje, opgesta peld met boeken, zat een jonge man. Hij werkte kalm en bedaard door, zonder eraan te denken, dat hij zich in een grooten grafkelder bevond. Het licht van een half afgebrande kaars viel op zijn schoon verstandig gelaat, de groote blauwe oogen teekenden moed en zelfvertrouwen en het zware, krullende bruine haar schonk den geheelen persoon iets aantrekkelijks. Hij waakte. Het was stil, doodstil! Zelfs de ademhaling van den lesenden geneesheer kon men niet hooren. Plotseling echter was 't alsof iemand zuchtte De jonge man bief luisterend het hoofd omhoog, maar hoorde nietshij moest zich vergist hebben. Nauwelijks had hij zijn gemakkelijke honding weder aangenomen, toen nogmaals, maar iets duidelijker dan te voren, een zncht werd geslaakt. De dokter sprong op en blies zoo snel mogelijk de kaarB nit. Daarop ging hij op zijn teenen van de eene kist naar de andere, voelende en tastende. Neen, neen, allen waren wel degelijk dood. Zou hij zich dan toch vergist hebbenMaar toch Daar hoorde hij een geluid alsof iemand rilde, hij legde zijn hand op het laken, en de man eronder trachtte zich in zijn nauwe ligplaats te bewegen. Met een kalme stem, alsof hij aan een ziekbed stond, vroeg de jonge man „Wel vriend, hoe gaat *t er nu meeP" ,,'t Is kond, ik bevries." Ja ventje, we hebben je in een koude kamer gebracht, omdat je zoo'n hevige koorts hadt. Je moet nog vijf minuten stil blijven liggen, zonder je te bewegen. Beloof je mij dat, 't is voor je bestwil." De soldaat beloofde het, en de geneesheer snelde weg in de duisternis, met moeite zijn weg vindende tusschen de kisten. Hij haalde niet den grootaten spoed een paar ziekenoppassers en ging met dezen terug naar het lij ken vertrek. De nit den doode berrezene werd opgenomen en naar een der zalen gebracht, waar de dokter hem da delijk opwekkende middelen toediende, terwijl hij hem warm deed toestoppen, zonder dat de man vermoedde van waar hij kwam. Wij kunnen verder kort zijn. De zieke, die tusschen dood en leven gezweefd had, herstelde vrij spoedig en verliet het hospitaal, zonder te vermoeden dat hij reeds, eenmaal in het kleine huisje van zes planken had gerust. Eerst later, veel later hoorde hij het geval en begreep toen aan welk ontzettend gevaar hij was ontsnapt. Algemeen werd het gedrag van den geneesheer bij deze gelegenheid geroemd. Indien hij de tegen woordigheid van geest niet gehad had, om het licht nit te blazen, zon de man, als hij het laken van zich had afgeworpen, waarschijnlijk van schrik gestorven zijn, zoodra hij bemerkt had, dat hij in een grooten grafkelder lag, te midden van lijken. Menigeen zon ook eerst hulp gehaald hebben védr hij de griezelige taak aanvaardde om in de diepste duisternis den levende onder de dooden te gaan zoeken. Ware zulks in dit geval geschied, dan zon de hulp waarschijnlijk te laat gekomen zijn, want hier was in de eerste plaats een geruststellend woord noodzakelijk. De schijndoode, die nog leeft en een welge steld landbouwer in Overijsel geworden is, spreekt nog steeds met dankbaarheid over den man, die hem door zijn groote tegenwoordigheid van geest het leven redde. Ingezonden. Blijkens genomen inzage van de begrooting der gemeente Wieringen was er tot mijne verwondering voor het onderhoud van den hoofdweg, welke thans in een slechten toe stand verkeert, de geringe som van f1000 uitgetrokken. Wanneer men van deze f1000 f 400 aftrekt voor de wegwerkers, blijft er f 600 over. Neemt men nu in aanmerking, dat men voor dat bedrag 171 M3. grint op den weg kan aanvoeren en dat de te onder honden weg met inbegrip van het stuk van het begin van den Poelweg tot voorby de Westerlander kerk p. m. 30,000 Q Meter bedraagt, dan komt men door becyfering tot het resultaat, dat op ieder Q Meter een dikte- laag van öl/2 mM. grint kan worden gespreid, p. m. 1/3 van de dikte van een grintsteentje. Is het geen vreemd verschynsel, dat een dergelijk cijfer door den Gemeenteraad van Wieringen voor het onderhoud van zijnen har den weg wordt uitgetrokken, het is toch aan het eenvoudigste verstand duidelijk gebleken, hoeveel welvaart en voordeel reeds door de Wieringers is genoten van den Kuns^eg, welks aanleg f50,000 heeft gekost. Nu hoor ik sommigen al zeggen, de Ge meenteraad heeft geen geld meer ter beschik king; maar er moet toch geld zyn, anders had men immers het tractement van den ge meente-ontvanger niet kunnen verhoogen. De heer Asjes heeft ook nog in de Raadsverga dering van 19 Febr. verhooging van hot sa laris van een hoofdonderwijzer voorgedragen; de hoer Obreen deed in de vergadering van 4 April het voorstel om de onderwijzerswo ning te Hypolitushocf wat te verbeteren. In de vergadering van 7 Mei stelt de heer As jes voor een vloerkleed of zeil op den vloer der Raadszaal te laten leggen. Voor verschillende lantarens was geld voor handen, o. a. voor de plaatsing van drie nieuwe aan het dorp den Oever, waar do bewoners 's avonds om 9 uren naar bed gaan. Het doel, waarom ik deze feiten door mid del van de pers ter kennisse van het Wie- ringer publiek breng, is in geenen deele om critiek uit te oefenen op de handelingen van den Gemeenteraad, maar alleen om belang stelling op te wekken in een goed onderhoud van den hoofdweg, welke door mijn initiatief is tot stand gekomen. Wordt er immers op deze wijze thans met dat onderhond van den weg voortgegaan, dan zal binnen betrekkelijk korten tijd de harde laag, welke op sommige plaatsen met modder en slijk bedekt is en waar op andere plaat sen doorheen is gereden, zoodanig worden be schadigd, dat er belangrijke sommen zullen geëischt worden van de belastingschuldigen, om den weg op nieuw in behoorlijk bruik- baren toestand te brengen. Ik spreek in deze alleen van de handelin gen van den Gemeenteraad, omdat my van ter zijde is ter oore gekomen, dat de burge meester de noodige gelden bij den Raad heeft aangevraagd, om den weg in bruikbaren toe stand te brengen, welke gelden echter door den Raad zijn geweigerd. Wieringen, 4 November 1889. P. Maats. Hblder, 6 November 1889. Mijnheer de Redacteur! Verschaf my s. v. p. de gelegenheid, om in 't kort mijne zienswyze over de qnaestieve zaak, kermi STiering op Zondag, mede te deelen. In 't adres, dat door een groot aantal in gezetenen bij den gemeenteraad is ingediend, wordt gevraagd »op de adressen, in 't belang van de afschaffing der kermis viering op Zon dag afwyzend te beschikken, en le bepalen dat, zoolang door zoovele ingezetenen blijk baar de kermisviering op Zondag wordt ge- wenscht, de van ouds bestaande regeling zal worden gehandhaafd." Mij dankt, tegen 't verzoek, zooals dat door adressanten is gefor muleerd, is op dien grond niets in te brengen. Zoo gauw het gemeentebestuur opmerkt, dat de ingezetenen weinig of geen belang stellen in de kermisviering op den bewusten dag, dan is er reden om tot afschaffing over to gaan. N u zou die afschaffiag m. i. ongera den zyn en zeer waarschijnlijk aanleiding geven tot verzet, zich openbarende door nog erger ontspanningen dan men nu op Kermis- Zondag opmerken kan. Voorstanders der af schaffing bezigen het argument, dat de open gestelde gelegenheid tot luidruchtig kermis vermaak de eenige aanleiding is, dat er uit spattingen plaats grypen. Volgens hun idéé, zou er ook een volkomen Zondagsrust heer- schen op iederen eersten dag der week, als alle neringdoenden besloten, op dien dag niet te verkoopen. Men vergeet, dat zich dan spoedig wel personen hier zouden vesti gen om, ter voldoening aan een bestaande of vermeende behoefte, op Zondag b. v. bier en sigaren te verkoopen. Wil men Zondags rust nög meer dan tot heden bevorderen, men overtuige dan het publiek zelf, dat er voor ieder mensch behoefte aan bestaat, uit een godsdienstig, uit een maatschappelijk en uit een hygiënisch oogpunt, 't Moge slechts langzaam gaan, doch van lieverlede komt men steeds nader aan 't gewenschte doel. Zoolang echter 't publiek toont te verlangen, dat dit of dat, 't welk zonder wetsovertreding kan plaats hebben, zal geschieden, is 't niet ver standig, zoo iets te verbieden, inzonderheid als het, zooals in dit geval, een onde instel ling geldt. Men hale de kermis-afschaffing te Amsterdam en in den Haag niet als voor beelden aan 't is daar schier eiken dag ker mis. Een schouwspel als dat, wanneer bet Amsterdamsche publiek de naburige Haar- lemsche kermis bezoekt, bracht dezen zomer by mij in herinnering het schoone gezegd3 van Matthias Claudius*Als 't uurwerk niet in orde is, och draai dan toch niet bui ten 't werk aan de wyzers. Zoek het euvel binnenwerks te herstelllen 1" Met dank voor de plaatsing, Uw Dw. Dr. Q- Marine en Leger. Het incompleet aan kader bij de korpsen in fanterie bestond op 1 Nov. jl. nit 75 korporaals, er waren toen aanwezig 812 korporaals, geschikt ter bevordering tot sergeant of fourier,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1889 | | pagina 1