't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho. 1746.
Zaterdag 9 November 1889.
Zeventiende Jaargang.
KALENDER DEB WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
iVtoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Buraaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.v©rtentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NOVEMBER, Slachtmaand, 80 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 19 m.
Onderg. H 4 u. 9 m.
Zondag 10
Maandag 11
Dinsdag 12
Woensdag 1 3
Donderdag 14
Vrijdag 15 Laatste kwartier.
Zaterdag 16
HELDER, 8 Nov. 1889.
In den nacht tussohen jl. Dinsdag en
Woensdag is alhier op 60-jarigen leeftijd over
leden de heer A. J. Leijer, onderwijzer in de
wis- en zeevaartkunde.
In deze gemeente geboren en opgevoed, ontving
de heer Leijer zijn opleiding bij den heer van
der Haar, destijds Hoofdonderwijzer alhier. Op
alleszins loflelijke wijze behaalde hij achtereen
volgens de verschillende acten van het Lager
Onderwijs, waaraan hij zich aanvankelijk had ge
wijd. Meer in 't bijzonder legde hij zich echter
toe op de wis- en natuurkundige vakkenhij be
haalde de acte daarvoor en verwierf zich ook,
ofschoon slechts theoreticus, het diploma als eerste
stuurman by de groote vaart. Middelerwijl had
de heer Leijer het Lager Onderwijs vaarwel ge
zegd, en nadat hij gedurende eenigen tijd zich
had belast met het onderwijs in de wiskunde
aan de school voor Uitgebreid Lager Onderwijs
alhier, vestigde de heer L. zich na dien tijd als
privaat-onderwijzer in de wis- en natuurkundige
vakken, en opende hij bovendien een zeevaart
kundige school. Die school, door de gemeente
met een jaarlijksche subsidie gesteund, leverde
een belangryk aantal leerlingen, die herhaaldelijk
voor de R|ks Commissie het stnurmans examen
aflegden en nu een plaats innemen, zoo hier als
in Indië en buitenslands, op de handelsvloten.
Sedert de Btichting der Industrieschool in 1857,
was de heer L. aan die inrichting als leeraar
in de natuur- en wiskundige vakken werkzaam,
en verwierf hij zich de onverdeelde hoogachting
van Bestunrderen zoowel als van de talrijke leer
lingen. Jl. Maandagavond was het de laatste
maal dat de heer L. daar onderricht gaf. Reeds
toen was hij ongesteld. Die ongesteldheid nam
plotseling toe en de werkzame, kundige, nauw
gezette man hield op te werken en te leven.
Bij allen, die hem leerden kennen en waar-
deeren, zal zijn nagedachtenis zeker in eere blijren.
De beer W. F. R. P. de Salengre,
rijksontvanger alhier, is als zoodanig be
noemd te Leeuwarden.
De afgekeurde onderwijzerswoning
in de Schoolstraat alhier, voor f 150 ver
kocht, wordt thans gesloopt.
Op de internationale tentoonstelling
van pluimgedierte, gehouden op 2 en 3
November jl. in de zalen van het park
Tivoli te Utrecht, behaalde de inzending
van duiven van onzen plaatsgenoot, den
heer P. Pol vliet, den eereprijs voor de
schoonste inzending en niet minder dan
zeventien eerste prijzen.
Het aantal mededingende paren was 105.
Men was het op de tentoonstelling vry
wel eens, dat tegen dien grooten liefheb
ber niet te concurreeren valt, terwijl het
opviel, dat zijn duiven door gelijkheid en
zuiverheid uitmunten en er keurig zin
delijk en netjes uitzagen, waartoe zeer
zeker veel kennis en een goede verzor
ging vereischt worden.
Na de opsporing van het wrak van
de in de Terschelliüger gronden gezonken
»E1 Dorado" welk schip daar sedert
vele jaren lag met een lading zilver- en
kopererts poogden de schelpzuigers
Friesland" en »Tyd" zooveel mogelyk
van die lading te bergen. Men heeft
echter voor dezen winter het werk ge
staakt, om het in 1890 weer met kracht
te hervatten, zoodra daartoe de gunstige
tyd aanbreekt.
Gesleept door de stoomboot »Stad
Amsterdam" zyn van hier twee vaartuigen
met centrifugaalpompen naar Terschelling
vertrokken, om behulpzaam te zijn bij het
leegpompen van het in de Terschellinger
gronden gestrande schip »Ursula."
Door de Nederlandsche Amerikaan-
sche Stoomvaart-Maatschappij worden, we
gens den toevloed van reizigers, tot nader
order geen crediet-passagiers voor de Ar-
gentynsche Republiek meer aangenomen.
Daar het in enkele kazernes aan de
noodige ruimte ontbreekt om de miliciens
van de lichtingen van 1885, 1886 en
1887, die bij het le, 5e en 8e regiment
infanterie (2e divisie) achtereenvolgens
voor 13 dagen onder de wapenen komen,
pm in de behandeling van het getrans
formeerde geweer te worden geoefend,
naar behooren te huisvesten, zoo heeft
de minister van oorlog bepaald, dat daar
aan tegemoet kan worden gekomen door
een gedeelte van de lichting 1889 verlof
te verleenen. (D. v. Z.-H.)
Naar wy vernemen, zijn de inbre
kers, die den diefstal in het wisselkan
toor van de firma Berger te Venloo pleeg
den, te Lissabon ter uitlevering aange
houden. (Avondpost.)
Uit Urk wordt i. d. 3 Nov. gemeld
Hedennacht is in de woning van den
onderwijzer J. Hoogeveen ingebroken. De
dader is op heeterdaad betrapt. By de po
litie is aangifte gedaan.
Te Goes heeft zich weer een geval
van trichinenziekte voorgedaan by een
vrouw. Zij had van varkensvleesch gege
ten, afkomstig uit Biezelinge, dat weke
lijks te Goes aan de huizen besteld wordt.
Men spreekt van nog meer gevallen van
die ziekte daar ter plaatse.
De werklieden van de maatschappij
Nederland te Amsterdam hebben antwoord
gekregen op het drieledig verzoek, tot de
directie gericht.
De schafttijd zal niet meer 15 maar 20
minuten zyn (men had verzocht dien tyd
te verlengen tot een half uur), terwijl
voor nachtwerk het loon van 25 op 30
ct. per uur zal gebracht worden.
Loonsverhooging van 20 tot 25 ct. voor
dagwerk en het verzoek om nachtwerk,
waarmede niet de geheele nacht heen
gaat, toch als zoodanig uit te betalen,
konden niet worden toegestaan.
Met de Lemmerboot arriveerde te
Groningen een jongen van 13 jaar en
nam zyn intrek in een logement. De
politie, nieuwsgierig als zij is, moest daar
meer van weten. Het knaapje werd me
degenomen naar het bureau en aldaar
ondervraagd. Het bleek toen, dat de jon
gen zijns vaders huis te 's-Gravenhage
was ontloopen, na zich ten koste van zyn
vader van reisgeld te hebben voorzien.
Naar de reden van zijne vlucht gevraagd,
vertelde hij; dat hij volstrekt niet met
zyne stiefmoeder overweg kon. Toen de
dienstdoende inspecteur van politie hem
het verkeerde van zyne handeling onder
het oog bracht, antwoordde het manne
ke: »Als u al met een stiefmoeder on
dervonden hadt wat ik er mede onder
vonden heb, zoude n zoo niet spreken,
mynheer!"
De jeugdige reiziger is onder politie-
geleide naar huis gezonden. (N. G. C.)
Twee agenten van het politie-com-
missariaat te Scheveningen zyn gestraft,
de een met ontslag uit den dienst, de
ander met degradatie.
Daartoe heeft aanleiding gegeven het
plegen door eerstbedoelde van eene on
eerlijke handeling, nl. het zich weder
rechtelijk toeëigenen van een portemon-
naie met geldswaarde, jegens een arres
tant, die door laatstgenoemde wegens
dronkenschap aan het bureau was ge-
brocht, terwyl deze agent zich door zyn
collega had laten medesleepen om in het
wachtrapport de door den arrestant by
zyn ontslag geconstateerde vermissing
der portemonnaie te verzwjjgen. De ont
slagen dienaar genoot het volle vertrou
wen zijner chefs.
Men meldt aan de Middelb. Ct*
uit Hulst het volgende omtrent een al"
daar gepleegden moord.
Maandagavond ontstond in De Dub
bele Arend alhier twist tusschen zekere
Van Giezen, soldaat by de jagers, met
verlof alhier, en J. Warnier, baardscheer
der. Nadat Warnier de herberg had ver
laten, heeft hjj zich verscholen tot Van
Giezen zich naar huis begaf en toen de
zen onverwachts met een scheermes een
snede in den strot toegebracht, waarop de
dood bjjna oogenblikkelyk volgde.
De vermoorde was met verlof geko
men om de bruiloft zjjner zuster bjj te
wonende moordenaar is in arrest.
De justitie uit Middelburg heeft zich,
vergezeld van den heer J. J. Berdenis
van Berkelom, arts, Daar Hulst begeven,
om ter plaatse een onderzoek in te stel
len.
De oude luidjes, die Zaterdag onder de
bekende omstandigheden uit hun woning aan
het Hooge Zand te 's-Hage werden gezet,
hebben nog vrij wat van zich doen spreken en
merkwaardig is hetgeen men omtrent hen nog
vernam.
Toen ze het huis verlieten de zwakke
vrouw den zak, die nauwelijks door een ster
ken man kon gedragen worden, torsende met
de kracht der vertwijfeling, die slechts door
de gehechtheid aan 't bijeengeschraapte geld
kan verklaard worden werden in de wo
ning nog gevonden geheele pakken met nieuwe
onder- en bovenkleederen en in een trekpot
onder vuil en schimmel, nog een vrij belang
rijke som gelds.
Dat alles bleek afkomstig van giften en ga
ven van weldadige lieden, die den oudjes een
vaste bedeeling gaven, men zegt zelfs van f 5
per week, en weinigen vermoedden, dat alles
werd opgespaard en de menschen leefden, ge
lijk ze zelf verklaarden, »van één gulden in
de week"
Of deze lieden zich zullen verbeteren en hel
met zooveel ontbering gewonnen kapitaal al
thans voor 't vervolg ten eigen bate aanwen
den Het schijnt zoo, althans heden kon men
ze, goed in de kleeren, het vrouwtje netjes
gekapt, het half idiote ventje in een warmen
chambre-cloack, in de vroeger door hen be
woonde buurt zien rondgaan, om, onder ge
leide van een politiedienaar, bij verschillende
winkeliers en bij den huisheer, de schulden
te betalen, die ze onder den schijn van ar
moede hadden gemaakt.
De bemoeiingen van de politie schijnen hier
't goed effect te hebben gehad, dat de oude
lieden thans behoorlijk geherbergd zijn.
Yoor eenigen tyd deelden wij mede,
dat Engelsche visschers een vischtnig van
collega's te Wierum opzettelijk hadden
stuk gevaren en dat die zaak voor den
rechter te Yarmouth zou worden behan
deld. Klaas Akkerman met twee van
zyn equipage en Jitse de Jong zijn Za
terdag 26 October met een behoorlijk
voorschot en goed gevulden knapzak op
reis gegaan.
Te Yarmouth aangekomen, werd hun
een goed logement aangewezendes
Maandags had het stille verhoor plaats
en des Woensdags de openbare terechts-
zitting, waarna dadelijk vonnis gewezen
en de kapitein van het Engelsche vis-
schersvaartuig, wegens vernieling van een
anders eigendom, veroordeeld werd tot 5
pond (f 60) boete, en tot het betalen van
gelijk bedrag aan Akkerman tot vergoe
ding der schade, aan zyn want geleden,
terwyl deze met zyn tochtgenooten be
halve de reiskosten ruime vergoeding voor
onderhoud gedurende hunne afwezigheid
ontvingen.
»Orton" het pseudoniem van den
Amsterdamschen briefschrijver van het
Dbl. v. Z. H.heeft hooren fluisteren
van een mogelyke werkstaking onder de
dienstboden te Amsterdam, waarmede de
onlangs opgerichte vrouwenbond zich zou
bemoeien! Wij kunnen ons de eischen
al voorstellen, zegt De Tyd. Voor een
keukenmeid zullen ze vermoedelijk zyn:
's morgens te 8 uren op en 's avonds te
10 uren naar bedf 150 loon en garan
tie voor minstens f 50 verval2 pond kof
fie en 1 pond thee, 2 pond suiker en 2
pond boter per week voor eigen gebruik;
's morgens en 's avonds vleesch bij het
brood en een pond vleesch als minimum
voor het middagmaalden geheelen Zondag
vry entwee uitgaansavonden in de week;
geen zolderkamertje maar de logeerkamer
als slaapvertrek; op de verjaardagen een
zijden japon en met St.-Nicolaas een win
termantel; voor de vryers vry en toegang
tot de keuken en de provisiekast, enz.
enz.
YAlf DEN DOOD GERED.
De „Gelderlander" deelt als waar gebeurd het
volgende mede
Het volgende voorval nit het leven van een
geneesheer kan aantoonen, hoe moeilijk het dik
wijls is, om te bepalen of de dood is ingetreden,
vooral bij groote epidemieën, in hoofdzaak bij
cholera. Tevens zal er nit blijken hoe moed en
tegenwoordigheid van geest een mensch het leren
redden.
Het was Juli van het jaar 18toen Gronin
gen geteisterd werd door een verschrikkelijke
cholera epidemie. De doodgravers hadden druk
werk. Nu eens groeven zij een grafkuil voor een
lijk der eerste klasse, dan weer bevonden zij zich
op de plek waar de armen hun laatste rustplaats
vinden. Niemand, rijk of arm, kind of grijsaard,
niemand werd gespaard door den ontzettenden
vijand, die als alvemielend monster nit Azië tot
ons was gekomen.
Groningen was toen nog een vesting en had
een sterk garnizoen. Weldra was het militair
hospitaal opgevnld met lijders, van welke de
meesten stierven. Zoodra een soldaat gestorven
'was, werd het lijk naar een groote, daartoe inge
richte zaal gebracht, in een kist gelegd en met
een laken overdekt, waar het dan bleef staan
totdat er zekerheid bestond, dat van schijndood
geen sprake meer kon zijn. Des nachts werd in
dit vertrek steeds gewaakt door een geneesheer,
die dan tevens den dienst waarnam in het hos
pitaal.
De nacht was warm, maar in de zaal der
dooden werd het kunstmatig kond gehouden. In
twee lange rijen stonden een dertigtal kisten in
het ruime vertrek, de witte lakens maakten een
hniveringwekkenden indruk. De droefgeestige stilte
werd slechts gestoord door het knabbelen van
muizen achter het houten beschot, en toch was
er onder al die dooden een levende.
Bij het raam aan een klein tafeltje, opgesta
peld met boeken, zat een jonge man. Hij werkte
kalm en bedaard door, zonder eraan te denken,
dat hij zich in een grooten grafkelder bevond.
Het licht van een half afgebrande kaars viel op
zijn schoon verstandig gelaat, de groote blauwe
oogen teekenden moed en zelfvertrouwen en het
zware, krullende bruine haar schonk den geheelen
persoon iets aantrekkelijks. Hij waakte.
Het was stil, doodstil! Zelfs de ademhaling
van den lesenden geneesheer kon men niet hooren.
Plotseling echter was 't alsof iemand zuchtte
De jonge man bief luisterend het hoofd omhoog,
maar hoorde nietshij moest zich vergist hebben.
Nauwelijks had hij zijn gemakkelijke honding
weder aangenomen, toen nogmaals, maar iets
duidelijker dan te voren, een zncht werd geslaakt.
De dokter sprong op en blies zoo snel mogelijk
de kaarB nit. Daarop ging hij op zijn teenen
van de eene kist naar de andere, voelende en
tastende.
Neen, neen, allen waren wel degelijk dood.
Zou hij zich dan toch vergist hebbenMaar
toch Daar hoorde hij een geluid alsof iemand
rilde, hij legde zijn hand op het laken, en de man
eronder trachtte zich in zijn nauwe ligplaats te
bewegen. Met een kalme stem, alsof hij aan een
ziekbed stond, vroeg de jonge man „Wel vriend,
hoe gaat *t er nu meeP"
,,'t Is kond, ik bevries."
Ja ventje, we hebben je in een koude kamer
gebracht, omdat je zoo'n hevige koorts hadt. Je
moet nog vijf minuten stil blijven liggen, zonder
je te bewegen. Beloof je mij dat, 't is voor je
bestwil."
De soldaat beloofde het, en de geneesheer
snelde weg in de duisternis, met moeite zijn weg
vindende tusschen de kisten. Hij haalde niet den
grootaten spoed een paar ziekenoppassers en ging
met dezen terug naar het lij ken vertrek. De nit
den doode berrezene werd opgenomen en naar
een der zalen gebracht, waar de dokter hem da
delijk opwekkende middelen toediende, terwijl hij
hem warm deed toestoppen, zonder dat de man
vermoedde van waar hij kwam.
Wij kunnen verder kort zijn. De zieke, die
tusschen dood en leven gezweefd had, herstelde
vrij spoedig en verliet het hospitaal, zonder te
vermoeden dat hij reeds, eenmaal in het kleine
huisje van zes planken had gerust. Eerst later,
veel later hoorde hij het geval en begreep toen
aan welk ontzettend gevaar hij was ontsnapt.
Algemeen werd het gedrag van den geneesheer
bij deze gelegenheid geroemd. Indien hij de tegen
woordigheid van geest niet gehad had, om het
licht nit te blazen, zon de man, als hij het laken
van zich had afgeworpen, waarschijnlijk van schrik
gestorven zijn, zoodra hij bemerkt had, dat hij
in een grooten grafkelder lag, te midden van
lijken. Menigeen zon ook eerst hulp gehaald
hebben védr hij de griezelige taak aanvaardde
om in de diepste duisternis den levende onder
de dooden te gaan zoeken. Ware zulks in dit
geval geschied, dan zon de hulp waarschijnlijk
te laat gekomen zijn, want hier was in de eerste
plaats een geruststellend woord noodzakelijk.
De schijndoode, die nog leeft en een welge
steld landbouwer in Overijsel geworden is, spreekt
nog steeds met dankbaarheid over den man, die
hem door zijn groote tegenwoordigheid van geest
het leven redde.
Ingezonden.
Blijkens genomen inzage van de begrooting
der gemeente Wieringen was er tot mijne
verwondering voor het onderhoud van den
hoofdweg, welke thans in een slechten toe
stand verkeert, de geringe som van f1000
uitgetrokken. Wanneer men van deze f1000
f 400 aftrekt voor de wegwerkers, blijft er
f 600 over. Neemt men nu in aanmerking,
dat men voor dat bedrag 171 M3. grint op
den weg kan aanvoeren en dat de te onder
honden weg met inbegrip van het stuk van
het begin van den Poelweg tot voorby de
Westerlander kerk p. m. 30,000 Q Meter
bedraagt, dan komt men door becyfering tot
het resultaat, dat op ieder Q Meter een dikte-
laag van öl/2 mM. grint kan worden gespreid,
p. m. 1/3 van de dikte van een grintsteentje.
Is het geen vreemd verschynsel, dat een
dergelijk cijfer door den Gemeenteraad van
Wieringen voor het onderhoud van zijnen har
den weg wordt uitgetrokken, het is toch aan
het eenvoudigste verstand duidelijk gebleken,
hoeveel welvaart en voordeel reeds door de
Wieringers is genoten van den Kuns^eg,
welks aanleg f50,000 heeft gekost.
Nu hoor ik sommigen al zeggen, de Ge
meenteraad heeft geen geld meer ter beschik
king; maar er moet toch geld zyn, anders
had men immers het tractement van den ge
meente-ontvanger niet kunnen verhoogen. De
heer Asjes heeft ook nog in de Raadsverga
dering van 19 Febr. verhooging van hot sa
laris van een hoofdonderwijzer voorgedragen;
de hoer Obreen deed in de vergadering van
4 April het voorstel om de onderwijzerswo
ning te Hypolitushocf wat te verbeteren. In
de vergadering van 7 Mei stelt de heer As
jes voor een vloerkleed of zeil op den vloer
der Raadszaal te laten leggen.
Voor verschillende lantarens was geld voor
handen, o. a. voor de plaatsing van drie
nieuwe aan het dorp den Oever, waar do
bewoners 's avonds om 9 uren naar bed gaan.
Het doel, waarom ik deze feiten door mid
del van de pers ter kennisse van het Wie-
ringer publiek breng, is in geenen deele om
critiek uit te oefenen op de handelingen van
den Gemeenteraad, maar alleen om belang
stelling op te wekken in een goed onderhoud
van den hoofdweg, welke door mijn initiatief
is tot stand gekomen.
Wordt er immers op deze wijze thans met
dat onderhond van den weg voortgegaan, dan
zal binnen betrekkelijk korten tijd de harde
laag, welke op sommige plaatsen met modder
en slijk bedekt is en waar op andere plaat
sen doorheen is gereden, zoodanig worden be
schadigd, dat er belangrijke sommen zullen
geëischt worden van de belastingschuldigen,
om den weg op nieuw in behoorlijk bruik-
baren toestand te brengen.
Ik spreek in deze alleen van de handelin
gen van den Gemeenteraad, omdat my van
ter zijde is ter oore gekomen, dat de burge
meester de noodige gelden bij den Raad heeft
aangevraagd, om den weg in bruikbaren toe
stand te brengen, welke gelden echter door
den Raad zijn geweigerd.
Wieringen, 4 November 1889.
P. Maats.
Hblder, 6 November 1889.
Mijnheer de Redacteur!
Verschaf my s. v. p. de gelegenheid, om in
't kort mijne zienswyze over de qnaestieve
zaak, kermi STiering op Zondag,
mede te deelen.
In 't adres, dat door een groot aantal in
gezetenen bij den gemeenteraad is ingediend,
wordt gevraagd »op de adressen, in 't belang
van de afschaffing der kermis viering op Zon
dag afwyzend te beschikken, en le bepalen
dat, zoolang door zoovele ingezetenen blijk
baar de kermisviering op Zondag wordt ge-
wenscht, de van ouds bestaande regeling zal
worden gehandhaafd." Mij dankt, tegen 't
verzoek, zooals dat door adressanten is gefor
muleerd, is op dien grond niets in te brengen.
Zoo gauw het gemeentebestuur opmerkt, dat
de ingezetenen weinig of geen belang stellen
in de kermisviering op den bewusten dag,
dan is er reden om tot afschaffing over to
gaan. N u zou die afschaffiag m. i. ongera
den zyn en zeer waarschijnlijk aanleiding
geven tot verzet, zich openbarende door nog
erger ontspanningen dan men nu op Kermis-
Zondag opmerken kan. Voorstanders der af
schaffing bezigen het argument, dat de open
gestelde gelegenheid tot luidruchtig kermis
vermaak de eenige aanleiding is, dat er uit
spattingen plaats grypen. Volgens hun idéé,
zou er ook een volkomen Zondagsrust heer-
schen op iederen eersten dag der week, als
alle neringdoenden besloten, op dien dag
niet te verkoopen. Men vergeet, dat zich
dan spoedig wel personen hier zouden vesti
gen om, ter voldoening aan een bestaande
of vermeende behoefte, op Zondag b. v. bier
en sigaren te verkoopen. Wil men Zondags
rust nög meer dan tot heden bevorderen,
men overtuige dan het publiek zelf, dat er
voor ieder mensch behoefte aan bestaat, uit
een godsdienstig, uit een maatschappelijk en
uit een hygiënisch oogpunt, 't Moge slechts
langzaam gaan, doch van lieverlede komt men
steeds nader aan 't gewenschte doel. Zoolang
echter 't publiek toont te verlangen, dat dit
of dat, 't welk zonder wetsovertreding kan
plaats hebben, zal geschieden, is 't niet ver
standig, zoo iets te verbieden, inzonderheid
als het, zooals in dit geval, een onde instel
ling geldt. Men hale de kermis-afschaffing
te Amsterdam en in den Haag niet als voor
beelden aan 't is daar schier eiken dag ker
mis. Een schouwspel als dat, wanneer bet
Amsterdamsche publiek de naburige Haar-
lemsche kermis bezoekt, bracht dezen zomer
by mij in herinnering het schoone gezegd3
van Matthias Claudius*Als 't uurwerk
niet in orde is, och draai dan toch niet bui
ten 't werk aan de wyzers. Zoek het euvel
binnenwerks te herstelllen 1"
Met dank voor de plaatsing,
Uw Dw. Dr.
Q-
Marine en Leger.
Het incompleet aan kader bij de korpsen in
fanterie bestond op 1 Nov. jl. nit 75 korporaals,
er waren toen aanwezig 812 korporaals, geschikt
ter bevordering tot sergeant of fourier,