Advertentie n.
Dl
DANKBETUIGING
in v
VI
Aan de Leden der Herv. Kerk
Ds. BOEB KNOTTNERUS,
Den Eerw. Heer BREMER,
Nationale Christen Geheel-onthonaers-Ver-
eenips van alcoholische flranlen.
BI
he SPI
E-, I
tOONf
>n i
WEBKLIEDEN-YEBEENIGINB.
Schietclub 0. K. K.
SCHIETWEDSTRIJD.
hun verleden, hun deugden, ook hun taal,
hun godsdienst en nog zooveel meer goeds
gemeen hebben.
Menig landbouwer toch in Nederland, ziet
zich, bij vergrooting van zijn zonental, genood
zaakt, voor hen naar een andere geschikte
plek om te zien, iets, wat steeds hoogstmoei-
lijk, vaak door de schaarste van beschikbare
erven ondoenlijk blijktop die wijze is een
geschikte boerenzoon, niet zelden tegen zijn
zin, verplicht zich een anderen werkkring te
kiezen, tet eigen nadeel en dat van derden.
Hieraan moet en kan een einde komen, en
reeds -sedert eenige jaren richtte menig boeren-
oog zich op andere streken, ver buiten de
grenzen van het geboorteland niet alleen,
maar ook in de eerste plaats ver over den
Oceaan naar vreemde werelddeelenwant
ook in dien zoo nuttigen stand, is de onder
nemingsgeest der voorvaderen nog verre van
uitgedoofd en gordt men zich, zij het dan ook
met weemoed in het harte, voor| wat zij^ moe
ten achter laten aan kring en omgeving,
gaarne aan, om door toepassing| van het ge
leerde, op vreemden bodem te verwerven wat
eigen grond onthield. Slaagden die allen in
dat streven, waar al spoedig Noord-Amerika
het arbeidsveld en toevluchtsoord werd voor
duizendtallen, terwijl in den jongsten tijd de
trek zich meer tot Zuid-Amerika en bij name
tot de Argentynsche Republiek bepaalde Niet
altijd, want de volslagen onbekendheid met
volk, landaard, taal en klimaat, maakte die
ondernemingen ten zeerste gevraagd. En de
uitslag Geschonden beloften op de meeste
punten, en zij, die al te gemakkelijk hun ver
trouwen schonken, in ellendigen toestand ge
bracht.
Wij wijzen op dit alles, om vooral uit te
laten komen, dat, waar sprake is van land
verhuizing, geen geringe verantwoordelijkheid
gelegd wordt op de schouders van personen
en Staat, die hiertoe aansporen.
Op nadere gronden hopen we uit een te
zetten, waarop de roepstem: »komt tot ons",
uit en door onze Republiek, mag en moet ge
schieden, en meer in het bijzonder, welk ge
halte van personen en uit welke gedeelten
van Holland, haar dienstig en nuttig zouden
kunnen zijn, om daarna aan te toonen, welke
toekomst hier hun deel zoude kunnen worden.
Wij beginnen met op den voorgrond te
stellen dat wij voorloopig in hoofdzaak ten de
zen den boerenstand op het oog hebben, in
middels den geschikten, degelijken, goed onder
legden handwerksman, die zijn meester niet
te vroeg ontliep, niet over het hoofd ziende;
ook voor hem is nog plek en plaats. Wanneer
wij de uitnoodiging richten tot den Holland-
schen boerenknecht, dan vinden wij daartoe
vrijheid, dan kunnen wij dit met een gerust
geweten doen, overtuigd als wij zijn van de
onomstootelijke waarheid, dat er onder hen
zijn, voor wie eene verhuizing naar onze Re
publiek een bron van zegen zoude zijn.
Immers in zijn land, op de plek hem dik
wijls door de harde noodzakelijkheid toegewe
zen, wij hadden bijna gezegd, te veel, althans
zeer zeker misbaar, zonde eene verplaatsing
naar hiex*, waar in zijn vak zoovele handen
te kort komen, voor hem en de zijnen goed
en nuttig wezen en wat daar hem moest ont
houden worden zou hij hier in ruime mate
kunnen vinden.
Want, en dat bepaalt voor den toekomstigen
landverhuizer-landbouwer, alles, zijne komst,
zijn werkkracht zoude hier met vreugde wor
den begroetin de eerste plaats door de ver
bruikende en dit niet minder, door de voort
brengende bevolking van den Staat.
Tal van door de cultuur geschikte gronden
wachten op arbeid die zal blijken loonend te
zijn, gronden, die meervoudig zullen terugge
ven, wat er aan zal worden besteed.
Het verkrijgen dier gronden zoude den hier-
komenden gemakkelijk gemaakt moeten wor
den en wachting, ja bijna de zekerheid, dat
de Regeering hiertoe krachtig zal willen me
dewerken en dan zouden hiervoor, om te be
ginnen, al aanstonds in aanmerking komen
de gronden, het meest nabij de bestaande ste
den en dorpen gelegen en zij, die nu reeds
het best van water voorzien zijn en, waar de
bcvloeiing op de geschikste wijze zou kunnen
geschiedenwant is elders en o. a. in de meeste
streken van Holland, behoorlijke bemesting
een eerste vereischte voor den land- en tuin
bouw, hier is eene voldoende toevoer van wa
ter de hoofdvoorwaarde, die gesteld moet wor
den £m zeker te slagen.
Laat ons hopen en vertrouwen dat de H.
Regeering aan de daarbij gegeven wel korte,
maar goede wenken, de noodige aandacht zal
schenken, de bekende zucht van onze Over
heden, om alles te doen wat in hun vermo
gen is ten einde de belangen van den Land
bouw; te bevorderen, staat ons hiervoor borg.
En dan er voor gezorgd dat alleen een goed
en degelijk gehalte van menschen uitkome
men neme toch vooral in Holland maar niet
blindelings ieder aan die zich opgeeft voor de
emigratiezeker de Regeering, vertrouwen
wy, zal medewerken, ook door, indien noodig,
aan eeuigen geldelijken steun te verstrekken
bijv. door don overtocht naar Zuid-Afrika te
vergemakkelijken, door by aankomst, voor on
derkomen zorg te dragen, en verderen steun
waar die zou blijken noodig te wezen, maar
en dit moet steeds in het oog gehouden
worden men drage dan ook met de meeste
nauwkeurigheid zorg, dat al die moeite en
hulp aan geen onwaardigen, aan geen onge-
schikten worde verleend. Ongetwyfeld zoude
het noodig bevonden worden dat een vertrouwd
en met de Hollandsche toestanden ten volle
bekend persoon, met eenige volmacht tot han
delen derwaarts gezonden werd, ten einde de
beste krachten van den land- en tuinbouw op
te sporen en te ziften, in aansluiting
aan eene voör hier te benoemen vaste com
missie van deskundige mannen, ten einde de
gokomenen te ontvangen en aan hunne be
stemming te helpen, hetzij op plekken voor
bebouwing geschikt en ter beschikking, hetzij
als. opzichters of arbeiders op bestaande boer
derijen, die te uitgestrekt zijn om door de
eigonaars behoorlijk te worden nagegaan en
bewerkt. Voorzeker zoude dergelijke taak
niet licht zyn, zóó voor de Regeering als
voor de betrokken personen, maar niet te
zwaar met liet oog op het overgroote belang
der zaak.
Wij zeiden zoo even //gezift" zal er moeten
worden en dat zal zelfs in sterke mate moe
ten geschieden. Velen zouden zich aanmel
den, na een opwekking in bijeengeroepen ver
gaderingen, in meetings, belegd om de be
langhebbenden in te lichten omtrent alles wat
voor eene landverhuizing noodig is en het
bespreken van de gevolgen die deze voor hen
hebben zou, die lotsverbetering voor zich en
de hunnen zouden stellen boven de gehecht
heid aan hun geboorteland.
Verder worde de meeste voorzichtigheid
betracht in de keuze van personen en gezin
nen, met het oog op hunne godsdienstige ge
zindte, en zoeke men daarom zijn arbeidsveld
in hoofdzaak in de meer Noordelijke Provin
ciën van Nederland, bij eene bevolking, die,
ook in dit opzicht, meer overeenkomst heeft
met de heerschende richting in onze Repu
bliek ook dit is een punt dat in aller belang
niet over het hoofd mag gezien worden, en
bij verzuim, een bron van ergernis, verdeeld
heid en ellende zoude worden, zoodat wij bij
toegeven ten dezen, bij misplaatste liberaliteit
waar het een hoofdbeginsel geldt, voor ons
zeiven en voor onze nazaten niet verant
woord zouden zijn; wij stellen ons voor, dat
de keuze ruim genoeg zal wezen, om een
flink gebruik van het snoeimes volkomen
toetelaten. Vooral de provinciën Gelderland,
Drente, Overijsel, en Groningen, zouden
blijken het talrijkste en meest geschikte con
tingent te leveren; in die streken toch vindt
men landbouw, tuinbouw en veeteelt vereenigd
wat in de overige provinciën minder het ge
val is, terwijl men in de genoemde daarbij
meer gewend is aan inspannenden arbeid, bij
minder dankbaren bodem.
En wanneer dan zoovelen, die toonen zou
den de rechte mannen op de rechte plaats
te zijn, gevolg zullen gegeven hebben, aan
de met goed recht gedane uitnoodiging, dan
rust op allen die belang stellen in het welzijn
van onze Republiek, de dure plicht, hun de
helpende broederhand te reiken, zij zullen
daardoor die nieuwe leden onzer maatschappij
den overgang vergemakkelijken, terwijl het
op den duur blijken zal, dat men hiermede
den Staat en zich zeiven een goeden dienst
bewezen zal hebben.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip »Sumatra", van Batavia,
vertrok 25 Dec. van Aden.
Het stoomschip «Koningin Emma," van
Amsterdam, vertrok 26 Dec. van Port-Said.
Het stoomschip „Prinses Amalia," van Ba
tavia, vertrok 24 Dec. van Padang.
Het stoomschip „Conrad", van Amsterdam:
vertrok 24 Dec. van Southampton.
Visscherijberichten.
84 Dec. 15 korders met 3 tot 8 manden kl.
schol, per mand f3.a f3.86; 2 tot 4 manden
scharren, per mand f 1.60. 75 beugers met 30
tot 160 schelv., per 100 f26.— af 32.—2 tot
10 kabelj. per stuk f 1.90 a f 2.20enkele roggen,
per stuk fl.15. Schipper Smit met 70 tongen,
sohol en schelvisch besomming f78.Haring-
trekkers met 15 tal haring, per tal f3.
26 Dec. 1 sloep, schipper Jb. Taaie, 1500
schelv, waarvan 300 levend, per 100 f 24.
35 beugers met 20 tot 100 schelv., per 100 f 27.
a f32.3 tot 10 kabelj., per stak f 1.60 a
fl.70. 30 tal haring, per tal f4.25 a f7.20.
27 Deo. 3 bengers met 30 tot 50 schelv., per
100 f 30.70 tal haring, per tal f 4.a
f4.25. Geen schuiten naar zee.
Petroleum-Noteering van A. KLIK.
Arnerik. Petroleum f 9.70 per 100 KG.
zonder verbinding.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 24 tot 27 Dec.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWD: W. Cammel en G.Nobbes.
G. J. Schuitemaker en P. Klyn.
BEVALLENC. M. de Haas, geb. Boon, z.
H. Dhaenens, geb. Heeringa, d. C. Steeman, geb.
Schoenmaker, z. J. M. Veen, geb. Bosch, d. S.
Meijers, geb. de Leeuw, z. G. Harjer, geb. Ka
ter, z. M. Willemse, geb. Fluiter, z.
OVERLEDENJ. H. Buitink, 65 j.
Burgerlijke stand gemeente Texel,
van 18 tot 23 dezer.
ONDERTROUWD: Huibert de Ridder en
Geertruida Dob.
GETROUWD: I n
GEBOREN: j treene'
OVERLEDENNicolaas Aris Dijksen 2
weken zoon van Jacob Dijksen en Pietertje
Mantje.
pourrm.
Gevonden voorwerpenAdres Bureau Raad
huis, 1 STUK DAMESLAKEN; iBureau H,
1 HANDSCHOENTJE.
Vervolg der Berichten.
Beroepen bij de Herst. Evaug. Luth.
Gemeente alhier, ds. D. Pont, Evang.
Luth. Predikant te Leeuwarden.
In he: Algemeen Weeshuis alhier
werden de kinderen op Kerstdag aardig
verrast. De heer D., voor eenigen tyd
met zijn familie uit Indië wedergekeerd,
herinnerde zich zyn jeugd, toen hij in 't
zelfde huis als kind verpleegd werd.
Thans, op zijn verlangen, werden de
kinderen onthaald op chocolade en kren
tenbrood en met spel aangenaam bezig
gehouden, waarbij de edele gever tegen
woordig was. Ook het Bestuur en enkele
leden van den Gemeenteraad waren ge
tuige van dit kinderfeest.
Bij verschillende godsdienstige ge
zindten werden met de kerstdagen
feestelijke bijeenkomsten gehouden met
de kinderen der Zondagsscholen. Van
de rijk getooide kerstboomen werden ge
schenken aan de kleinen uitgereikt.
Tot opzichter bij de gemeentewer
ken te 's Gravenbage is benoemd de beer
A. Bels Jr.
Een der groote scheepsbooten van
bet verongelukte stoomschip «Leerdam"
is alhier by de strandvonderij aange
bracht en in bewaring genomen-
Rotterdam 24 Dec. Volgens ont
vangen bericht uit Londen, is het Ned.
schip „Thorbecke V", kapitein Karst aan
den grond gekomen en afgekeurd. De
lading is verkocht voor 4200.
Terschelling, 23 Dec. Door visschers
werden in zee opgevischt 3 balen katoen,
terwijl er nog verscheiden drijvende wer
den gezien. Ook zag men naby het
strand een zwaren mast dry ven, doch
men kon dien niet medevoeren.
Oudeschild, 25 Dec. In den avond van
den 24en dezer is een 27-jarig meisje,
Maria Rippens, te Helder woonachtig, by
ongeluk in de haven geloopen. Zij werd
terstond op het drooge gebracht en bij
de kastelein W. Bijl in huis opgenomen,
waar zy door Dr. Stiggelbout behandeld
werd. Haar toestand is op heden vrij wel.
De mazelen zyn te Enkhuizen in
zoodanige mate verbreid, dat de scholen
bijna ontvolkt zijn. De Chr. Nat. school
is gesloten; de openbare scholen blyven
geopend.
Ofschoon de ziekte over het algemeen
geen kwaadaardig karakter vertoont, zyn
er toch reeds eenige kinderen aan be
zweken.
De Engelsche stoomboot «Winsloe",
kapt. Parkinston, van Rotterdam naar Lon
den bestemd, is gisteren in de Noordzee
lek gesprongen en kreeg zooveel water
binnen, dat, niettegenstaande alle pom
pen werden aangezet, de vuren werden
uitgebluseht. Daarna dreef het schip ach
ter zyn anker tegen de ribben van den
Hinder, waar het door de equipage werd
verlaten, die onder levensgevaar bij stijve
koelte en hooge zee van het wrak werd
afgehaald door de blazerschuit «Zeven
Gebroeders c van Goeree, schipper Wou
ter Lokker, en te Hellevoetsluis aan wal
werd gebracht. Alleen de 2e stuurman is
verdronken.
Door visscherlieden met blazers en
hoogaarsen is de «Winsloe« vlot en ten
anker gebracht in het Bokkengat, en
verder onder bijstand van de sleepbooten
«Gier* en «Vooruitgang* naar Helle
voetsluis gesleept. Het stoomschip is in
ontredderden toestand, heeft het roer ver
loren en meer andere schade beloopen.
De schipbreukelingen van het stoom
schip „Prins Willem I", dat den 20sten-
December door aanvaring met (hoogst
waarschijnlijk) het stalen barkschip Clon-
carid gezonken is, arriveerden Dinsdag
ter stede per stoomschip „Schiedam". On
geveer 4 uur lag het stoomschip te Fey-
enoord aan de kade gemeerd. De schip
breukelingen tot de equipage behoorende
stonden gepakt en gezakt aan dek, doch
zij konden hunne have gemakkelijk dra
gen in een zakdoek onder den arm want
veel valt er in een boot niet mede te
nemen. Van wege de agenten der K.
W.-Indische maildienst werd voor hun
ontvangst en verder voor hun vervoer
zorg gedragen.
De schipbreukelingen rappovteeren dat
er kort na de aanvaring door het groo
te gat dat door het aanvarende schip ge
maakt werd binnen het half uur meer dan
zes voet water in het ruim stond, hoewel
alle mogelijke pompen werkten, dat door
de waterdichte schotten drong en er over
heen liep zoodat het spoedig bleek dat
het schip verlaten zou moeten worden.
Ten 1 uur 's nachts begaven zy zich in
de booten, in eene van welke de kapi
tein, opper- en tweede stuurman, terwijl
in de tweede de 3e stuurman het bevel
voerde met een Duitsche opper-stuur-
man als passagier, ook een flink zeeman.
De eerste boot werd nadat de opvaren
den er 9 u. in doorgebracht hadden, door
de Fransche vischsloep „St. Clair" aan
getroffen en later te Boulogne geland.
De schipbreukelingen zyn vol lof over
de harteljjke ontvangst der Fransche vis
schers die alles deden om hun kost en
verblijf zoo geriefelijk mogelijk te maken.
De boot van de „Prins Willem I" had
men op sleeptouw genomen, doch deze
werd later door de zee aan stukken ge
slagen. Men had het noodige mee aan boord
genomen, doch men had steeds op de
riemen moeten blyven, zoodat het hoogst
gelukkig was, dat zij door den Franseh-
man opgenomen werden.
De tweede boot werd door het langs
zij komen van het reddende visschers-
vaa^uig ten onderst boven geslagen waar
door drie personen zyn verdronken waar
onder een passagier, een sergeant-schry
ver die te Cura9ao was aan boord was
In het Noordzeekanaal.
Tweede Kerstdag. Een kilUe morgen eer
guur dan koud. Per IJmuider boot, de snel-
loopende „Dolfijn", van de Ruyterkade te
10.15, een goede gelegenheid een kijkje te
nemen op de plaats waarde «Thorbecke Vn"
in botsing kwam met de »P. Caland" en
zonk. Dank zij het baggerwerktuig, dat de
vaargeul voor groote schepen door uitdieping
spoedig verbreedde, is de «P. Caland" reeds
lang vertrokken, ter zijde van de „Thorbecke
VII" geloodst.
Velen stoomen naar Buitenbuizen, het derde
station van den IJmuider stoombootdienst.
De meeste passagiers vergenoegen zich met
bet gezicht op het gezonken schip, met het
half dozijn vaartuigen er om heen, van den
«Dolfijn" op weg naar IJmuiden.
Die het neusje van den zalm willen, stap
pen te Buitenhuizen af, wandelen een minuut
of tien en staan dan op weinige meters af
stand van de „Thorbecke VII". Waar men
schen zijn is nering, en ongepatenteerde jol
iemannen in jollen nog erger dan Plimsoll's
drijvende doodkisten, zijn gereed de nieuws
gierigen van den wal te varen om het schip.
En zoo wordt er gevaren in schuitjes met
averij en we zitten in een jolletje dat het
zelfde lot schijnt te hebben ondergaan als de
„Thorbecke VII", de arme mist een verschan
sing en heeft een lek.
Daar is het schip. Aan een zijde steekt de
verschansing buiten het water, het achterdek
ï's droog. Aan de andere zijde is haast ge
heel de verschansing onder water. Aan de
kop was het gat, het groote gat.
Het is nu dicht. De duikers hebben planken
gespijkerd en wanneer de pompen aaa het
werk zullen zijn is voor een teleurstelling als
wijlen de juffrouwen Danaë ondervonden, niet
te vreezen. De opening dicht gemaakt is veel
maar niet alles. jVant een nieuwe verschansing
moet gebracht worden op de bestaande, die
onder water ligt, daar anders over het dek
water zou toevloeien.
Met dezen arbeid waren de duikers bezig.
Links van het schip, van Amsterdam komende,
lagen een drietal stoombootjes naast elkander,
rechts lag een sleepboot met luchtpomp, daar
achter een werkschuit met materiaal, er naast
een sleepboot met luchtpomp, daarbij een bootje
van 's Rijks waterstaat en van de Amster-
damsche havenpolitie. Aan de luchtpompen
stonden mannen te draaien. Onder water waren
de duikers aan het werk. Planken werden
geplaatet en door hen beneden vastgespijkerd.
Boven steken de planken hoog uit om de
nieuwe verschansing te vormen.
Zoo lang de arbeid aan den gang is, moe
ten schepen van eenige afmeting wachten.
De werkbooten maken dan voorbijvaren on
mogelijk. In den vroegen morgen was de
oRembrandt" zonder ongemak gepasseerd.
Nu wachten de „Longeuil," de brik „Victoria"
en nog twee stoombooten, totdat voor een
poosje de arbeid zal worden gestaakt, om de
reis naar Amsterdam voort te zetten.
Te 12 uur is daartoe gelegenheid. De dui
kers worden opgehaald. Nauw boven, ont
doen rappe handen hen dadelijk van het stuk
lood op den rug en van het zware slot in
den helm voor den mond. Dan wordt met
de verdere onttakeling voortgegaan. De tou
wen los, de helm af. Daar zit de man als
een Muzelman met een fez, een roode muts,
zeker ter bescherming van het hoofd tegen
de drukking van den helm. De zware, logge
gevaarten zijn spoedig weer menschen. De
werkbooten verhalen en vooruit gaan de wach
tende schepen.
De scheepvaart is dus in zijn geregelden
gang belemmerd, maar niet meer gestremd.
Straks wordt de arbeid hervat. Men hoopte
er Woensdag, uiterlijk gisteren voormiddag mee
gereed te komen, en dan kunnen de pompon
aan het werk worden gezet. Ook dan nog
zal de scheepvaart belemmering ondervinden,
doch evenmin als thans behoeven te worden
gestaakt. Met een paar, hoogstens drie da
gen zal onder de gunstigste omstandigheden
het leed zijn geleden en het leeggepompte
en geloste schip worden weggesleept.
(Handelsblad.)
ON CES
als NIEUWJAARSGROET hunnen uiterlijk
tot Maandagavond worden aangenomen.
db uitgevers.
Zoo God wil, hopen a. s. Zondag
29 Dec. a 8. onze geliefde Broeder
en Zuster
JAN JONGKEES
en
KLASINA DE MOES,
te Groningen, hunne 25-Jarige
I Echtvereeniging te herdenken.
Helder, 27 Dec. 1889.
Hunne dankbare Broeder en
Zuster
R. JONGKEES.
W. JONGKEES—KROOS.
Zaterdag 28 December
3 e. k., hopen onze geliefde ouders
G. VAN PRAAG (§8
ESTHER VAN PRAAG-
OUDKËRK,
1 hunne 12YS-Jarige Echtvereeni-
1 ging te herdenken,
i Helder, 29 Dec. 1889. j
Uit naam hunner dankbare i
kinderen.
GeborenPetronella Wllhelmina Hendrika,
Dochter van P. D. J. DHAENENS
en H. DHAENENSHeeringa.
Helder, 24 Dec. 1889.
Heden overleed te Amsterdam, ten
huize van Mej. de Wed. S. BAKKER,
onze geliefden Vader, behuwd- en
grootvader, de Heer
ELIZA LUITSZ,
in den ouderdom van ruim 76 jaren.
E. LUITSZ Jr.
B. H. LUITSZ -
MUSQUETIER,
en kinderen.
Harlingen, 24 December 1889.
Den 25 December overleed zacht
en kalm na een lyden van ruim
5 maanden, in den ouderdom van
circa 59 jaar, myne geliefde Echtge
noot
JACOB OOSTENDORP,
diep betreurd door my en myne
beide zoons.
Wed. G. OOSTENDORP—
ISING.
J. OOSTENDORP.
C, OOSTENDORP.
Amsterdam, 26 Dec. 1883.
Algemeene kennisgeving.
Insp
ER d
Aan
Di
C
ond
Gr.
Op den 17 December overleed te
Hellevoetsluis, na voorzien te zyn
van de H.H. Sacramenten der Ster
venden, mijne eenig geliefde Dochter
JOHANNA KOK,
geliefde Echtgenoote van GERARD
MARTINUS OFFERMAN in den
jeugdigen ouderdom van 24 jaar en
8 maanden. Allen die de overle
dene van naby hebben gekend, zul
len beseffen welken zware slag my,
als diepbedroefde Moederdoor dit
afsterven getroffen heeft, doch ik
hoop in Gods wijzen wil te berusten.
Helder, 27 Dec. 1889.
Namens de Moeder,
Wed. C. KOK, geb. O. NEL.
nbeve
Zon
Heden overleed, zacht en kalm,
onze geliefde Moeder en Behuwd-
moeder, de Wed.
P. Asjes geb. Geertje Botter,
in den gezegen den ouderdom van
ruim 80 jaren.
Wieringen, 24 Dec. 1889.
Namens de Kinderen en
Behu wdkinderen
S. ASJES.
Won
nnena
buigen
Adres
J1RKH
Heden overleed na een langdurig
doch geduldig lyden mijn geliefde
Echtgenoot
JOIIINNES ALBERTUS REUSCHE,
in den ouderdom van 23 jaar en 6
maanden, my nalatende één kind,
te jong om het verlies te kunnen
Helder, 25 Dec. 1889.
Wed. J. A. REUSCHE,
geb. DEKKER.
Mede uit naam van wederzydsche
Familie.
Heden overleed myn geliefde Echt
genoot, den Heer
J. H. BUITINK,
in. den ouderdom van 65 jaren.
Helder, 25 Dec. 1889.
Wed. J. H. BUITINK,
geb. Van Dijk.
Mede namens Kinderen, Behuwd-
en Kleinkinderen.
aan de Heeren Officieren der Marine,
Onderofficieren en minderen, die gedurende
de ziekte en by de ter aarde bestelling
van onze Echtgenoot en Vader welwillend
hulp verleend hebben.
Helder, 27 Dec. 1889.
WED. J. F. MOOLENAAR
geb. SPRINGMEIJER.
F. L. MOOLENAAR.
sen
in
torzier
\MEI
Adres
4
berdag
Terug
lisdgks
i zilvt
a zih
ande
Molei
rden.
Te k
teg>
iresj
te HELDER (Palmstraat).
Zondag 22 Dec. 1889, voormiddags 10 ure
Beroepen Predikant te Koten.
Dinsdag 31 Dec.'s avonds 5ys ure,
Oudejaarsavond
Godsdienstonderwijzer te Haarlem.
OPENBARE VERGADERING op Zon
dag 29 December 's avonds 6 tot 8 uur, op
de bovenzaal van het «Militair Tehuis*.
Toegang vrjj.
tresi
Woc
schikt
oorgrc
Te b(
tAAG
Nieuw
SN HO
u 15
IAND
irden
A f deeling Dragers fonds.
VERGADERING Zaterdag 88 Becem-
ber a. s., des avonds 7 uur, op de Bo
venzaal.
HET BESTUUR.
Zondag 29 December
HET BESTUUR.