Advertentie n. Dl DANKBETUIGING in v VI Aan de Leden der Herv. Kerk Ds. BOEB KNOTTNERUS, Den Eerw. Heer BREMER, Nationale Christen Geheel-onthonaers-Ver- eenips van alcoholische flranlen. BI he SPI E-, I tOONf >n i WEBKLIEDEN-YEBEENIGINB. Schietclub 0. K. K. SCHIETWEDSTRIJD. hun verleden, hun deugden, ook hun taal, hun godsdienst en nog zooveel meer goeds gemeen hebben. Menig landbouwer toch in Nederland, ziet zich, bij vergrooting van zijn zonental, genood zaakt, voor hen naar een andere geschikte plek om te zien, iets, wat steeds hoogstmoei- lijk, vaak door de schaarste van beschikbare erven ondoenlijk blijktop die wijze is een geschikte boerenzoon, niet zelden tegen zijn zin, verplicht zich een anderen werkkring te kiezen, tet eigen nadeel en dat van derden. Hieraan moet en kan een einde komen, en reeds -sedert eenige jaren richtte menig boeren- oog zich op andere streken, ver buiten de grenzen van het geboorteland niet alleen, maar ook in de eerste plaats ver over den Oceaan naar vreemde werelddeelenwant ook in dien zoo nuttigen stand, is de onder nemingsgeest der voorvaderen nog verre van uitgedoofd en gordt men zich, zij het dan ook met weemoed in het harte, voor| wat zij^ moe ten achter laten aan kring en omgeving, gaarne aan, om door toepassing| van het ge leerde, op vreemden bodem te verwerven wat eigen grond onthield. Slaagden die allen in dat streven, waar al spoedig Noord-Amerika het arbeidsveld en toevluchtsoord werd voor duizendtallen, terwijl in den jongsten tijd de trek zich meer tot Zuid-Amerika en bij name tot de Argentynsche Republiek bepaalde Niet altijd, want de volslagen onbekendheid met volk, landaard, taal en klimaat, maakte die ondernemingen ten zeerste gevraagd. En de uitslag Geschonden beloften op de meeste punten, en zij, die al te gemakkelijk hun ver trouwen schonken, in ellendigen toestand ge bracht. Wij wijzen op dit alles, om vooral uit te laten komen, dat, waar sprake is van land verhuizing, geen geringe verantwoordelijkheid gelegd wordt op de schouders van personen en Staat, die hiertoe aansporen. Op nadere gronden hopen we uit een te zetten, waarop de roepstem: »komt tot ons", uit en door onze Republiek, mag en moet ge schieden, en meer in het bijzonder, welk ge halte van personen en uit welke gedeelten van Holland, haar dienstig en nuttig zouden kunnen zijn, om daarna aan te toonen, welke toekomst hier hun deel zoude kunnen worden. Wij beginnen met op den voorgrond te stellen dat wij voorloopig in hoofdzaak ten de zen den boerenstand op het oog hebben, in middels den geschikten, degelijken, goed onder legden handwerksman, die zijn meester niet te vroeg ontliep, niet over het hoofd ziende; ook voor hem is nog plek en plaats. Wanneer wij de uitnoodiging richten tot den Holland- schen boerenknecht, dan vinden wij daartoe vrijheid, dan kunnen wij dit met een gerust geweten doen, overtuigd als wij zijn van de onomstootelijke waarheid, dat er onder hen zijn, voor wie eene verhuizing naar onze Re publiek een bron van zegen zoude zijn. Immers in zijn land, op de plek hem dik wijls door de harde noodzakelijkheid toegewe zen, wij hadden bijna gezegd, te veel, althans zeer zeker misbaar, zonde eene verplaatsing naar hiex*, waar in zijn vak zoovele handen te kort komen, voor hem en de zijnen goed en nuttig wezen en wat daar hem moest ont houden worden zou hij hier in ruime mate kunnen vinden. Want, en dat bepaalt voor den toekomstigen landverhuizer-landbouwer, alles, zijne komst, zijn werkkracht zoude hier met vreugde wor den begroetin de eerste plaats door de ver bruikende en dit niet minder, door de voort brengende bevolking van den Staat. Tal van door de cultuur geschikte gronden wachten op arbeid die zal blijken loonend te zijn, gronden, die meervoudig zullen terugge ven, wat er aan zal worden besteed. Het verkrijgen dier gronden zoude den hier- komenden gemakkelijk gemaakt moeten wor den en wachting, ja bijna de zekerheid, dat de Regeering hiertoe krachtig zal willen me dewerken en dan zouden hiervoor, om te be ginnen, al aanstonds in aanmerking komen de gronden, het meest nabij de bestaande ste den en dorpen gelegen en zij, die nu reeds het best van water voorzien zijn en, waar de bcvloeiing op de geschikste wijze zou kunnen geschiedenwant is elders en o. a. in de meeste streken van Holland, behoorlijke bemesting een eerste vereischte voor den land- en tuin bouw, hier is eene voldoende toevoer van wa ter de hoofdvoorwaarde, die gesteld moet wor den £m zeker te slagen. Laat ons hopen en vertrouwen dat de H. Regeering aan de daarbij gegeven wel korte, maar goede wenken, de noodige aandacht zal schenken, de bekende zucht van onze Over heden, om alles te doen wat in hun vermo gen is ten einde de belangen van den Land bouw; te bevorderen, staat ons hiervoor borg. En dan er voor gezorgd dat alleen een goed en degelijk gehalte van menschen uitkome men neme toch vooral in Holland maar niet blindelings ieder aan die zich opgeeft voor de emigratiezeker de Regeering, vertrouwen wy, zal medewerken, ook door, indien noodig, aan eeuigen geldelijken steun te verstrekken bijv. door don overtocht naar Zuid-Afrika te vergemakkelijken, door by aankomst, voor on derkomen zorg te dragen, en verderen steun waar die zou blijken noodig te wezen, maar en dit moet steeds in het oog gehouden worden men drage dan ook met de meeste nauwkeurigheid zorg, dat al die moeite en hulp aan geen onwaardigen, aan geen onge- schikten worde verleend. Ongetwyfeld zoude het noodig bevonden worden dat een vertrouwd en met de Hollandsche toestanden ten volle bekend persoon, met eenige volmacht tot han delen derwaarts gezonden werd, ten einde de beste krachten van den land- en tuinbouw op te sporen en te ziften, in aansluiting aan eene voör hier te benoemen vaste com missie van deskundige mannen, ten einde de gokomenen te ontvangen en aan hunne be stemming te helpen, hetzij op plekken voor bebouwing geschikt en ter beschikking, hetzij als. opzichters of arbeiders op bestaande boer derijen, die te uitgestrekt zijn om door de eigonaars behoorlijk te worden nagegaan en bewerkt. Voorzeker zoude dergelijke taak niet licht zyn, zóó voor de Regeering als voor de betrokken personen, maar niet te zwaar met liet oog op het overgroote belang der zaak. Wij zeiden zoo even //gezift" zal er moeten worden en dat zal zelfs in sterke mate moe ten geschieden. Velen zouden zich aanmel den, na een opwekking in bijeengeroepen ver gaderingen, in meetings, belegd om de be langhebbenden in te lichten omtrent alles wat voor eene landverhuizing noodig is en het bespreken van de gevolgen die deze voor hen hebben zou, die lotsverbetering voor zich en de hunnen zouden stellen boven de gehecht heid aan hun geboorteland. Verder worde de meeste voorzichtigheid betracht in de keuze van personen en gezin nen, met het oog op hunne godsdienstige ge zindte, en zoeke men daarom zijn arbeidsveld in hoofdzaak in de meer Noordelijke Provin ciën van Nederland, bij eene bevolking, die, ook in dit opzicht, meer overeenkomst heeft met de heerschende richting in onze Repu bliek ook dit is een punt dat in aller belang niet over het hoofd mag gezien worden, en bij verzuim, een bron van ergernis, verdeeld heid en ellende zoude worden, zoodat wij bij toegeven ten dezen, bij misplaatste liberaliteit waar het een hoofdbeginsel geldt, voor ons zeiven en voor onze nazaten niet verant woord zouden zijn; wij stellen ons voor, dat de keuze ruim genoeg zal wezen, om een flink gebruik van het snoeimes volkomen toetelaten. Vooral de provinciën Gelderland, Drente, Overijsel, en Groningen, zouden blijken het talrijkste en meest geschikte con tingent te leveren; in die streken toch vindt men landbouw, tuinbouw en veeteelt vereenigd wat in de overige provinciën minder het ge val is, terwijl men in de genoemde daarbij meer gewend is aan inspannenden arbeid, bij minder dankbaren bodem. En wanneer dan zoovelen, die toonen zou den de rechte mannen op de rechte plaats te zijn, gevolg zullen gegeven hebben, aan de met goed recht gedane uitnoodiging, dan rust op allen die belang stellen in het welzijn van onze Republiek, de dure plicht, hun de helpende broederhand te reiken, zij zullen daardoor die nieuwe leden onzer maatschappij den overgang vergemakkelijken, terwijl het op den duur blijken zal, dat men hiermede den Staat en zich zeiven een goeden dienst bewezen zal hebben. Stoomvaartberichten. Het stoomschip »Sumatra", van Batavia, vertrok 25 Dec. van Aden. Het stoomschip «Koningin Emma," van Amsterdam, vertrok 26 Dec. van Port-Said. Het stoomschip „Prinses Amalia," van Ba tavia, vertrok 24 Dec. van Padang. Het stoomschip „Conrad", van Amsterdam: vertrok 24 Dec. van Southampton. Visscherijberichten. 84 Dec. 15 korders met 3 tot 8 manden kl. schol, per mand f3.a f3.86; 2 tot 4 manden scharren, per mand f 1.60. 75 beugers met 30 tot 160 schelv., per 100 f26.— af 32.—2 tot 10 kabelj. per stuk f 1.90 a f 2.20enkele roggen, per stuk fl.15. Schipper Smit met 70 tongen, sohol en schelvisch besomming f78.Haring- trekkers met 15 tal haring, per tal f3. 26 Dec. 1 sloep, schipper Jb. Taaie, 1500 schelv, waarvan 300 levend, per 100 f 24. 35 beugers met 20 tot 100 schelv., per 100 f 27. a f32.3 tot 10 kabelj., per stak f 1.60 a fl.70. 30 tal haring, per tal f4.25 a f7.20. 27 Deo. 3 bengers met 30 tot 50 schelv., per 100 f 30.70 tal haring, per tal f 4.a f4.25. Geen schuiten naar zee. Petroleum-Noteering van A. KLIK. Arnerik. Petroleum f 9.70 per 100 KG. zonder verbinding. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 24 tot 27 Dec. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: W. Cammel en G.Nobbes. G. J. Schuitemaker en P. Klyn. BEVALLENC. M. de Haas, geb. Boon, z. H. Dhaenens, geb. Heeringa, d. C. Steeman, geb. Schoenmaker, z. J. M. Veen, geb. Bosch, d. S. Meijers, geb. de Leeuw, z. G. Harjer, geb. Ka ter, z. M. Willemse, geb. Fluiter, z. OVERLEDENJ. H. Buitink, 65 j. Burgerlijke stand gemeente Texel, van 18 tot 23 dezer. ONDERTROUWD: Huibert de Ridder en Geertruida Dob. GETROUWD: I n GEBOREN: j treene' OVERLEDENNicolaas Aris Dijksen 2 weken zoon van Jacob Dijksen en Pietertje Mantje. pourrm. Gevonden voorwerpenAdres Bureau Raad huis, 1 STUK DAMESLAKEN; iBureau H, 1 HANDSCHOENTJE. Vervolg der Berichten. Beroepen bij de Herst. Evaug. Luth. Gemeente alhier, ds. D. Pont, Evang. Luth. Predikant te Leeuwarden. In he: Algemeen Weeshuis alhier werden de kinderen op Kerstdag aardig verrast. De heer D., voor eenigen tyd met zijn familie uit Indië wedergekeerd, herinnerde zich zyn jeugd, toen hij in 't zelfde huis als kind verpleegd werd. Thans, op zijn verlangen, werden de kinderen onthaald op chocolade en kren tenbrood en met spel aangenaam bezig gehouden, waarbij de edele gever tegen woordig was. Ook het Bestuur en enkele leden van den Gemeenteraad waren ge tuige van dit kinderfeest. Bij verschillende godsdienstige ge zindten werden met de kerstdagen feestelijke bijeenkomsten gehouden met de kinderen der Zondagsscholen. Van de rijk getooide kerstboomen werden ge schenken aan de kleinen uitgereikt. Tot opzichter bij de gemeentewer ken te 's Gravenbage is benoemd de beer A. Bels Jr. Een der groote scheepsbooten van bet verongelukte stoomschip «Leerdam" is alhier by de strandvonderij aange bracht en in bewaring genomen- Rotterdam 24 Dec. Volgens ont vangen bericht uit Londen, is het Ned. schip „Thorbecke V", kapitein Karst aan den grond gekomen en afgekeurd. De lading is verkocht voor 4200. Terschelling, 23 Dec. Door visschers werden in zee opgevischt 3 balen katoen, terwijl er nog verscheiden drijvende wer den gezien. Ook zag men naby het strand een zwaren mast dry ven, doch men kon dien niet medevoeren. Oudeschild, 25 Dec. In den avond van den 24en dezer is een 27-jarig meisje, Maria Rippens, te Helder woonachtig, by ongeluk in de haven geloopen. Zij werd terstond op het drooge gebracht en bij de kastelein W. Bijl in huis opgenomen, waar zy door Dr. Stiggelbout behandeld werd. Haar toestand is op heden vrij wel. De mazelen zyn te Enkhuizen in zoodanige mate verbreid, dat de scholen bijna ontvolkt zijn. De Chr. Nat. school is gesloten; de openbare scholen blyven geopend. Ofschoon de ziekte over het algemeen geen kwaadaardig karakter vertoont, zyn er toch reeds eenige kinderen aan be zweken. De Engelsche stoomboot «Winsloe", kapt. Parkinston, van Rotterdam naar Lon den bestemd, is gisteren in de Noordzee lek gesprongen en kreeg zooveel water binnen, dat, niettegenstaande alle pom pen werden aangezet, de vuren werden uitgebluseht. Daarna dreef het schip ach ter zyn anker tegen de ribben van den Hinder, waar het door de equipage werd verlaten, die onder levensgevaar bij stijve koelte en hooge zee van het wrak werd afgehaald door de blazerschuit «Zeven Gebroeders c van Goeree, schipper Wou ter Lokker, en te Hellevoetsluis aan wal werd gebracht. Alleen de 2e stuurman is verdronken. Door visscherlieden met blazers en hoogaarsen is de «Winsloe« vlot en ten anker gebracht in het Bokkengat, en verder onder bijstand van de sleepbooten «Gier* en «Vooruitgang* naar Helle voetsluis gesleept. Het stoomschip is in ontredderden toestand, heeft het roer ver loren en meer andere schade beloopen. De schipbreukelingen van het stoom schip „Prins Willem I", dat den 20sten- December door aanvaring met (hoogst waarschijnlijk) het stalen barkschip Clon- carid gezonken is, arriveerden Dinsdag ter stede per stoomschip „Schiedam". On geveer 4 uur lag het stoomschip te Fey- enoord aan de kade gemeerd. De schip breukelingen tot de equipage behoorende stonden gepakt en gezakt aan dek, doch zij konden hunne have gemakkelijk dra gen in een zakdoek onder den arm want veel valt er in een boot niet mede te nemen. Van wege de agenten der K. W.-Indische maildienst werd voor hun ontvangst en verder voor hun vervoer zorg gedragen. De schipbreukelingen rappovteeren dat er kort na de aanvaring door het groo te gat dat door het aanvarende schip ge maakt werd binnen het half uur meer dan zes voet water in het ruim stond, hoewel alle mogelijke pompen werkten, dat door de waterdichte schotten drong en er over heen liep zoodat het spoedig bleek dat het schip verlaten zou moeten worden. Ten 1 uur 's nachts begaven zy zich in de booten, in eene van welke de kapi tein, opper- en tweede stuurman, terwijl in de tweede de 3e stuurman het bevel voerde met een Duitsche opper-stuur- man als passagier, ook een flink zeeman. De eerste boot werd nadat de opvaren den er 9 u. in doorgebracht hadden, door de Fransche vischsloep „St. Clair" aan getroffen en later te Boulogne geland. De schipbreukelingen zyn vol lof over de harteljjke ontvangst der Fransche vis schers die alles deden om hun kost en verblijf zoo geriefelijk mogelijk te maken. De boot van de „Prins Willem I" had men op sleeptouw genomen, doch deze werd later door de zee aan stukken ge slagen. Men had het noodige mee aan boord genomen, doch men had steeds op de riemen moeten blyven, zoodat het hoogst gelukkig was, dat zij door den Franseh- man opgenomen werden. De tweede boot werd door het langs zij komen van het reddende visschers- vaa^uig ten onderst boven geslagen waar door drie personen zyn verdronken waar onder een passagier, een sergeant-schry ver die te Cura9ao was aan boord was In het Noordzeekanaal. Tweede Kerstdag. Een kilUe morgen eer guur dan koud. Per IJmuider boot, de snel- loopende „Dolfijn", van de Ruyterkade te 10.15, een goede gelegenheid een kijkje te nemen op de plaats waarde «Thorbecke Vn" in botsing kwam met de »P. Caland" en zonk. Dank zij het baggerwerktuig, dat de vaargeul voor groote schepen door uitdieping spoedig verbreedde, is de «P. Caland" reeds lang vertrokken, ter zijde van de „Thorbecke VII" geloodst. Velen stoomen naar Buitenbuizen, het derde station van den IJmuider stoombootdienst. De meeste passagiers vergenoegen zich met bet gezicht op het gezonken schip, met het half dozijn vaartuigen er om heen, van den «Dolfijn" op weg naar IJmuiden. Die het neusje van den zalm willen, stap pen te Buitenhuizen af, wandelen een minuut of tien en staan dan op weinige meters af stand van de „Thorbecke VII". Waar men schen zijn is nering, en ongepatenteerde jol iemannen in jollen nog erger dan Plimsoll's drijvende doodkisten, zijn gereed de nieuws gierigen van den wal te varen om het schip. En zoo wordt er gevaren in schuitjes met averij en we zitten in een jolletje dat het zelfde lot schijnt te hebben ondergaan als de „Thorbecke VII", de arme mist een verschan sing en heeft een lek. Daar is het schip. Aan een zijde steekt de verschansing buiten het water, het achterdek ï's droog. Aan de andere zijde is haast ge heel de verschansing onder water. Aan de kop was het gat, het groote gat. Het is nu dicht. De duikers hebben planken gespijkerd en wanneer de pompen aaa het werk zullen zijn is voor een teleurstelling als wijlen de juffrouwen Danaë ondervonden, niet te vreezen. De opening dicht gemaakt is veel maar niet alles. jVant een nieuwe verschansing moet gebracht worden op de bestaande, die onder water ligt, daar anders over het dek water zou toevloeien. Met dezen arbeid waren de duikers bezig. Links van het schip, van Amsterdam komende, lagen een drietal stoombootjes naast elkander, rechts lag een sleepboot met luchtpomp, daar achter een werkschuit met materiaal, er naast een sleepboot met luchtpomp, daarbij een bootje van 's Rijks waterstaat en van de Amster- damsche havenpolitie. Aan de luchtpompen stonden mannen te draaien. Onder water waren de duikers aan het werk. Planken werden geplaatet en door hen beneden vastgespijkerd. Boven steken de planken hoog uit om de nieuwe verschansing te vormen. Zoo lang de arbeid aan den gang is, moe ten schepen van eenige afmeting wachten. De werkbooten maken dan voorbijvaren on mogelijk. In den vroegen morgen was de oRembrandt" zonder ongemak gepasseerd. Nu wachten de „Longeuil," de brik „Victoria" en nog twee stoombooten, totdat voor een poosje de arbeid zal worden gestaakt, om de reis naar Amsterdam voort te zetten. Te 12 uur is daartoe gelegenheid. De dui kers worden opgehaald. Nauw boven, ont doen rappe handen hen dadelijk van het stuk lood op den rug en van het zware slot in den helm voor den mond. Dan wordt met de verdere onttakeling voortgegaan. De tou wen los, de helm af. Daar zit de man als een Muzelman met een fez, een roode muts, zeker ter bescherming van het hoofd tegen de drukking van den helm. De zware, logge gevaarten zijn spoedig weer menschen. De werkbooten verhalen en vooruit gaan de wach tende schepen. De scheepvaart is dus in zijn geregelden gang belemmerd, maar niet meer gestremd. Straks wordt de arbeid hervat. Men hoopte er Woensdag, uiterlijk gisteren voormiddag mee gereed te komen, en dan kunnen de pompon aan het werk worden gezet. Ook dan nog zal de scheepvaart belemmering ondervinden, doch evenmin als thans behoeven te worden gestaakt. Met een paar, hoogstens drie da gen zal onder de gunstigste omstandigheden het leed zijn geleden en het leeggepompte en geloste schip worden weggesleept. (Handelsblad.) ON CES als NIEUWJAARSGROET hunnen uiterlijk tot Maandagavond worden aangenomen. db uitgevers. Zoo God wil, hopen a. s. Zondag 29 Dec. a 8. onze geliefde Broeder en Zuster JAN JONGKEES en KLASINA DE MOES, te Groningen, hunne 25-Jarige I Echtvereeniging te herdenken. Helder, 27 Dec. 1889. Hunne dankbare Broeder en Zuster R. JONGKEES. W. JONGKEES—KROOS. Zaterdag 28 December 3 e. k., hopen onze geliefde ouders G. VAN PRAAG (§8 ESTHER VAN PRAAG- OUDKËRK, 1 hunne 12YS-Jarige Echtvereeni- 1 ging te herdenken, i Helder, 29 Dec. 1889. j Uit naam hunner dankbare i kinderen. GeborenPetronella Wllhelmina Hendrika, Dochter van P. D. J. DHAENENS en H. DHAENENSHeeringa. Helder, 24 Dec. 1889. Heden overleed te Amsterdam, ten huize van Mej. de Wed. S. BAKKER, onze geliefden Vader, behuwd- en grootvader, de Heer ELIZA LUITSZ, in den ouderdom van ruim 76 jaren. E. LUITSZ Jr. B. H. LUITSZ - MUSQUETIER, en kinderen. Harlingen, 24 December 1889. Den 25 December overleed zacht en kalm na een lyden van ruim 5 maanden, in den ouderdom van circa 59 jaar, myne geliefde Echtge noot JACOB OOSTENDORP, diep betreurd door my en myne beide zoons. Wed. G. OOSTENDORP— ISING. J. OOSTENDORP. C, OOSTENDORP. Amsterdam, 26 Dec. 1883. Algemeene kennisgeving. Insp ER d Aan Di C ond Gr. Op den 17 December overleed te Hellevoetsluis, na voorzien te zyn van de H.H. Sacramenten der Ster venden, mijne eenig geliefde Dochter JOHANNA KOK, geliefde Echtgenoote van GERARD MARTINUS OFFERMAN in den jeugdigen ouderdom van 24 jaar en 8 maanden. Allen die de overle dene van naby hebben gekend, zul len beseffen welken zware slag my, als diepbedroefde Moederdoor dit afsterven getroffen heeft, doch ik hoop in Gods wijzen wil te berusten. Helder, 27 Dec. 1889. Namens de Moeder, Wed. C. KOK, geb. O. NEL. nbeve Zon Heden overleed, zacht en kalm, onze geliefde Moeder en Behuwd- moeder, de Wed. P. Asjes geb. Geertje Botter, in den gezegen den ouderdom van ruim 80 jaren. Wieringen, 24 Dec. 1889. Namens de Kinderen en Behu wdkinderen S. ASJES. Won nnena buigen Adres J1RKH Heden overleed na een langdurig doch geduldig lyden mijn geliefde Echtgenoot JOIIINNES ALBERTUS REUSCHE, in den ouderdom van 23 jaar en 6 maanden, my nalatende één kind, te jong om het verlies te kunnen Helder, 25 Dec. 1889. Wed. J. A. REUSCHE, geb. DEKKER. Mede uit naam van wederzydsche Familie. Heden overleed myn geliefde Echt genoot, den Heer J. H. BUITINK, in. den ouderdom van 65 jaren. Helder, 25 Dec. 1889. Wed. J. H. BUITINK, geb. Van Dijk. Mede namens Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen. aan de Heeren Officieren der Marine, Onderofficieren en minderen, die gedurende de ziekte en by de ter aarde bestelling van onze Echtgenoot en Vader welwillend hulp verleend hebben. Helder, 27 Dec. 1889. WED. J. F. MOOLENAAR geb. SPRINGMEIJER. F. L. MOOLENAAR. sen in torzier \MEI Adres 4 berdag Terug lisdgks i zilvt a zih ande Molei rden. Te k teg> iresj te HELDER (Palmstraat). Zondag 22 Dec. 1889, voormiddags 10 ure Beroepen Predikant te Koten. Dinsdag 31 Dec.'s avonds 5ys ure, Oudejaarsavond Godsdienstonderwijzer te Haarlem. OPENBARE VERGADERING op Zon dag 29 December 's avonds 6 tot 8 uur, op de bovenzaal van het «Militair Tehuis*. Toegang vrjj. tresi Woc schikt oorgrc Te b( tAAG Nieuw SN HO u 15 IAND irden A f deeling Dragers fonds. VERGADERING Zaterdag 88 Becem- ber a. s., des avonds 7 uur, op de Bo venzaal. HET BESTUUR. Zondag 29 December HET BESTUUR.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1889 | | pagina 2