>'t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. De familie Nolen. No. 1789. Woensdag 9 April 1890. Achttiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Buraux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. A.d.vertenti©n yan 1 tot 5 regels Elke regel meer Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend, 25 Gent Advertentiën moeten uiterlijk dea DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Tweede Jaarverslag der Vereeniging tot het organiseeren van Volksbijeen komsten in de gemeente Helder. Het is eene prijzenswaardige gewoonte, wan neer men op bapaalde dagen eens even uitrust van zijne gewone bezigheden, den blik eens ach terwaarts werpt en zich herinneringen nit zijn leven voor den geest roept, om dan straks, rijker aan ervaringen, maar ook met dobbelen moed en lust zijn weg te vervolgen. Is zulk eene ge woonte voor ieder menschenleven van veel be- l»«g. ook voor eene vereeniging van personen, die éénzelfde doel beöogen, kan die gewoonte niet anders dan heilzaam zijn. Ook zij kan, door even stil te staan en alles, wat zij verricht heeft, nog eens de revue te laten passeeren, uit het verledene lessen voor de toekomst putten. Door deze overweging geleid, wilj ook onze jeugdige Vereeniging telken jare, wanneer zij aan het einde van haren winterarbeid is gekomen, een overzicht hebben van hare verrichtingen in het afgeloopen Vereenigingsjaar. Zoodanig ver slag moge nit den aard der zaak voor den on verschillige dor en vervelend zijn, voor den be langstellende is het zeker niet doelloos. Vervuld met deze gedachten, is dit jaarlijksch overzicht samengesteld. De eerste bezigheid in het 2e levensjaar der Vereeniging bestond in 't samenroepen van alle leden, op den 28 Maart 1889. Alstoen werd het Bestuur met zes leden aangevuld, want een vierde gedeelte moest, volgens den bestaanden rooster, aftreden en één lid had in den loop van 't jaar bedankt. Drie der aftredenden, de heeren Baert, Van Dissel en De Salengre, werden herkozen, en gekozen werden de heeren J. Bethlehem, P. Schagen en G. E. Kloosterhuis. Het aldus we- dsr voltallige Bestuur benoemde uit zijn mid den een uitvoerend comité, bestaande uit dezelfde personen als in 't afgeloopen jaar. Dit gedeel telijk vernieuwde Bestuur zou, zooals gewoon lijk, evenwel védr den herfst geen handen aan 't werk behoeven te slaan, was niet de heer Van Eek met een voorstel ter tafel gekomen. Ge noemde heer had reeds meermalen gewezen op de wenschelijkheid, dat de Vereeniging haren werkkring verder zou uitbreiden dan enkel het houden van Volksbijeenkomsten in den winter. Hij deed daarom het voorstel, op den Prinsesse- dag, in navolging van andere plaatsen, ook hier een volksfeest te organiseeren tot opwekking van Vaderlandsliefde en liefde tot ons Vorstenhuis. Eenparig werd het voorstel aangenomen, onder voorwaarde evenwel, dat het feest een kinder feest zou zijn. Alsnu werd door eene Commissie van 8 leden een gedetailleerd plan ontworpen en na goedkeuring belastten zich 6 leden, de heeren Mooy, Baert, Oudenhoven, Polvliet en Bethle hem, met de uitvoering daarvan. Zij konden echter op de hulp en den bijstand der overige leden vertrouwen. Maar de Commissie kon ook, zooals later bleek, op de medewerking van Hel- der's burgerij rekenen. Benige jonge dames ver klaarden zich bereid voor het doel gelden in te zamelen, en de ingezetenen stelden door milde bijdragen de Commissie in de gelegenheid, het kinderfeest te doen plaats hebben. De Gemeen teraad voegde daarbij no» eene subsidie van f60, zoodat men over f 620 kon beschikken. Nu wer den alle verdere voorbereidende maatregelen ge nomen en de 31ste Augustus, de verjaardag van H. K. H. Prinses Wilhelmina, zon voor de ruim 3000 Heldersche kinderen van alle openbare en bijzondere scholen een feestdag zijn. Opge togen van blijdschap, met gezichten, stralende van vreugde, door moeder op 't fraaist uitge dost, versierd met de geliefde oranjekleur, kwam de jeugd dan ook op den Prinsessedag ter schole, met het heerlijk vooruitzicht, eens prettig feest te vieren. Doch niet ter plaatse, waar dage lijks onderwijs gegeven wordt, zou zij zich ver maken, neen de buitenlucht was daarvoor aan gewezen. De jongste kinderen, die van 6 tot 8 jaren, trokken, onder geleide van hunne onder wijzers en onderwijzeressen, naar „Tivoli", de meisjes boven de 8 jaar naar het terrein achter 't Kon. Instituut voor de Marine en de jongens van dien leeftijd naar den zeedijk nabij 't Ob servatorium. Op genoemde plaatsen werden zij opgewacht en ontvangen door het Bestnur der Volksbijeenkomsten, dat zich in drieën had ver deeld, en dat met de leiding der feestviering was belast. Het werd evenwel ijverig geadsisteerd door verscheidene onderwijzers en onderwijzeres sen en door de dames, die de noodige fondsen hadden ingezameld. Op de verschillende ter reinen was natuurlijk gezorgd voor de noodige vermakelijkheden en voor de onontbeerlijke ver snaperingen en ververschingen. En is het feest geslaagd, hebben de kinderen genoten, zijn hunne verwachtingen vervuld P Ziet, dat zijn vragen, waarop wij geen volmondig j a durven zeggen. Ons zijn nogal enkele aanmerkingen ter oore gekomen. Alleen van de afdeeling, die in „Tivoli" vereenigd was, hebben wij geen enkelen dissonant gehoord, wel daarentegen zijn ons woorden van lof geworden en dankbare en te vredene blikken der kleinen. Doch deze minder gelnkkige afloop van 't geheel is zeker niet te wijten aan den secretaris-penningmeester der feest-commissie, den heer Baert. Wat al opof feringen heeft hij zich getroost! Wat al moeiten en zorgen aan dit feest gewijd, met welk een toewijding de zaak behartigdDe viering van den Prinsessedag behoort tot het verledene, en al moeten wij erkennen, dat zij niet in allen deele is geslaagd, men bedenke wel, dat nog nimmer hier ter plaatse in de opene lucht zoo danig feest heeft plaats gehad en men de vele moeielijkheden, daaraan verbonden, niet kende. Bij een volgende gelegenheid kan men van de opgedane ervaring partij trekken. „Het verle den is een les voor de toekomst". Dat dit gezegde waarheid bevat, kan men op merken aan de Volksbijeenkomsten zelve. Zoo men eene vergelijking maakt tusschen die van 18 a 19 jaren geleden en thans, dan springt de vooruitgang in deze duidelijk in 't oog. Ook hier was de ondervinding eene beste leermeesteres. In den afgeloopen winter waren de Volksbij eenkomsten zoo niet beter dan minstens evengoed geregeld als vroeger. Er werden in het jaar 1889-90 zes bijeen komsten gehouden. De lste Volksbijeenkomst had plaats den 18den October 1889. Nadat de Voorzitter met een gepast woord den rij der wintervergaderingen had geopend, trad de heer A. B. Weber als spreker op met de voordracht van „Teun de Nachtwacht", door Jnstus van Manrik zoo aandoenlijk geschetst; hierna rioiteerde de heer H. Roukens Wertheim's dichtstukje „Het Jurkje", terwijl de avond be sloten werd door de „Vereeniging van Korporaals der Infanterie" met de uitvoering van eenige gymnastiek- en schermnommers en de opvoering van een comisoh ballet. De 2de Vclksbijeenkomst werd gehouden den 22sten Nov. 1889. De heer Dr. Z. T. Diehl trad als lsten spreker op. Van eigene hand leverde hij een boeiende sohets nit het leven, waarin een liefhebbende vader, een berouwvolle zoon, een teederhartig meisje en een schijnbaar vrome be drieger als helden van 't verhaal optraden. Deze novelle weid op uitmuntende wijze voor gedragen en met aandacht aangehoord. De ernst van 't verhaal des sprekers werd gevolgd door de luimige voordracht van den heer P. Munnik, die het stukje van Jnstus van Maurik: „Hoe Jetje gezoend werd, gekozen had. Tot slot van den avond voerde 't Gezelschap „Ernst en Scherts" op verdienstelijke wijze het blijspel „Het bedrogen drietal" ten toonsele. In de 3de Volksbijeenkomst, die den 17en De cember 1889 plaats had, werden de spreekbeur ten vervuld door de heeren K. Hennes en A. Van Dissel. Eerstgenoemde schetste den vooruit gang op verschillend gebied; de tweede droeg achtereenvolgens voor „Verloren geluk" en „On der familie", beide stukjes van Willem Van Zuijlen. Na de pauze werd door den Burgerkring „Harmonie" het kluchtspel met zang, „de Jaloer- sche" opgevoerd. Den 27en Januari 1890 werd de 4-de Volk8- bijeenkomat gehouden. Alstoen hield de heer B. H. Polak een causerie over „Schijn en wezen", waarin vele behartigenswaardige opmerkingen voorkwamen, en die eindigde met een beschou wing over de plaats onzer inwoning. Vervolgens droeg de heer W. Thie Fz. het stukje voor van Conscience„De brief van den loteling" en knoopte daaraan vast een woord van opwekking tot ouders om hunnen kinderen het noodige onderwijs niet te onthouden. Aan 't einde van den avond werd door de Zangvereeniging „Cecilia" ten too- neele gebracht het blijspel met zang„De poli tiek van Jodocus of 't vernuft van een honge rige". De 5de Volksbijeenkomst had den 27en Febru ari 1890 plaats. Deze week geheel en al van de vroegere af, want de traditioneele sprekers tra den niet op, maar de geheele avond werd be steed aan de opvoering van een tooneelstnk. Reeds meermalen was dit plan geopperd, bespro ken en overwogen en de Onderofficiers-Vereeni ging ,,0. V." gaf daaraan het eerst uitvoering. Zij leende hare krachten en talenten voor de op voering van het bekroonde en waarlijk geestige, met nuttige wenken doorweven blijspel van A. Ruijsch „Doris Knoopenschaar of Een bankbiljet van 1000 gulden". Óp uitstekende wijze kweet „O. V-" zich van bare taak en oogstte een groot succés in. De 6de en laatste Vplksbijeenkomst werd ge- honden den 17en Maart 1890. De heer. C. D. Zurmuhlen hield eene lezing over 't woordje „Neen". Hij toonde aas- van hoeveel heteekenis het is, dit woord met beslistheid te bezigen, maar wees ook op 't gewicht van „Ja" te zeggen, waar dat te pas kwam. De heer J. T. Constandse was de volgende spreker. Door hem werd voorgedragen het stuk van Willem Van Zuijlen„Een vrijbiljet". De heer F. J. Bargerboa trad nu nog op. Hij droeg een Over-Betnwsch dichtstuk voor, Jgetiteld„De Taartenvreter". Beide laatste voordrachten wek ten niet weinig den lachtlust op. Met de op voering van „De loteling", blijspel met zang in één bedrijf, door de leden van de Onderofficiers- Ver eeniging „Vaderland en Oranje" werd de avond besloten. Aan het einde van dit over zicht der verschillende werkzaamheden op de zes bijeenkomsten moeten wij noodzakelijk nog ééne zaak, die veel bijdroeg tot het genoegen der be zoekers, vermelden. Het zijn de muziekuitvoe ringen. lederen avond werden de werkzaamheden ingeleid en afgewisseld door de kleine kapel van 't Marine-Muziekkorps, pnder de leiding van den heer L. A. Schouten. En zijn die Volkssamenkomsten geslaagd, heb ben ze aan het doel beantwoord f Ziet, op deze vragen, behoeven we gelukkig geen ontkennend antwoord te geven. Dat ze de sympathie weg dragen van allen die haar bezoohten, bleek Be- stuurderen nit menig complimentje, nit menig blijk van lof en goedkeuring, die zij uit den mond van onderscheidene personen van verschillenden maatschappelijken stand ontvingen. Dit kon men ook opmaken uit het aantal contribuanten, die het streven der Vereeniging steunden. Hun getal bedroeg dit jaar het indertijd vastgestelde maxi mum, n.1. 80. Bovenal getuigde de talrijke opkomst, dat de Volkshijeenkomsten in den smaak vielen. De be schikbare entréekaartjes (telkenmale 380) werden telkens verkocht, ja, waren te weinig om allen belangstellenden te bevredigen, en meerdere toegangsbewijzen mocht men niet afgeven, want de contribuanten en de leden der gezelschappen, die hunne medewerking verleenden, kon men toch niet buiten de deur zetten. Hoe jammer, dat de groote zaal van „Tivoli" niet 2 of 3 maal meer menschen kan bevattenMaar ook het gedrag der bezoekers toonde, dat de zaak in eene goede richting gestuurd werd. Er heerschte toch ge durende de voordrachten steeds eene algemeene aandacht, eene stipte orde. Men kon het niet beter wenschen. Wij kunnen zonder grootspraak oonstateeren, dat de Volksbijeenkomsten ook in dit jaar volko men zijn geslaagd, maar wij voegen er dadelijk bij dat dit goed gelnkken hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de verschillende sprekers, die zoowel bij ernst als luim den juiBten toon wisten aan te slaan, aan de onderscheidene Vereeni- gingen, die als 't ware een edelen wedstrijd voerden, wie het beste voor deze avonden zon leveren. Maar ook de commissarissen, de H.H. Bethlehem, V. Eek, Schellinger, Thie, die zich dezen winter in samen werking met den Voorz., met de surveillance belas ten, zich vele opofferingen getroosttenken als trouwe wachters reeds eeii uur vóór den aanvang present waren om alles geregeld te doen plaats hebben, hebben daartoe niet weinig bijgedragen. Aan die heeren zij in dit verslag een woord van wel verdiende lof en hulde gebracht. De voortdurende bijval, dien de Volksbijeen komsten mochten ondervinden, deed sommige leden het denkdeeld opperen, naast deze gewone bijeen komsten, volksvergaderingen te honden, waar geen uitspanning, maar degelijkheid en wetenschap meer op den voorgroud zouden staan. Rijp werd dit onderwerp besproken, en ten slotte eene Commissie benoemd om te onderzoeken of, en in hoeverre het mogelijk is, avonden, gewijd aan de behan deling van populair-wetenschappelijke onderwerpen te organiseeren. Wij hopen in een volgend jaar te kunnen melden, dat die Commissie gunstig heeft gerapporteerd en dat ook zoodanige samen komsten de waardeering van 't publiek ondervin den. Ten slotte nog eene enkele mededeeling. In den loop van het jaar verliet ons mede-lid, de heer De Salengre, wegens zijne verplaatsing naar Leeuwarden, deze gemeente. Bij zijn vertrek werd hem, daar hij een warm voorstander en medestichter onzer Vereeniging was, als blijk van waardoering, het eere lidmaatschap aangeboden. Hiergiede zijn wij aan het einde van ons ver slag. De gesohiedenis en de herinnering van 't afgeloopen jaar hebben bij ons de overtuiging nog vaster gevestigd, dat de Vereeniging zich als zelfstandige instelling zeer goed weet staande te houden. Maar onze terugblik heeft ons ook moed geschonken om de toekomst met vertrou wen te gemoet te gaan, wanneer de Volksbijeen komsten althans de algemeene medewerking en belangstelling, als tot dusverre, mogen blij ven ondervinden. Wij uiten de wensch, dat onze Vereeniging voortdurend in ontwikkeling toeneme, dat zij nog krachtiger en machtiger worde, dat zij groeie en bloeie, en zoodoende nog tal van jaren nat en genoegen bereide aan Hel- der's burgerij. Helder, 2 April 1890. Het Bestuur der Vereeniging tot tot het organiseeren van Volksbij eenkomsten te Helder, T. MOOY, Voorzitter. H. ROUKENS, le Secretaris. HELDEE, 8 April 1890. In de reeks der Verslagen van de Ver eeniging tot behandeling van op de Zeemacht betrekking hebbende onderwerpen over 1889/90, komt voor de voordracht, door onzen plaats genoot, den heer J. R. J. P. Cambier, in de vergadering dier Vereeniging, op 21 Februari 11. gehouden, getiteld „De mariniers te Atjeh van 26 December 1875 tot 7 Februari 1876. Hunne deelneming aan de verovering der VI, IV en IX Moekims door het Indische leger, on der aanvoering van den Generaal-Majoor Pel." Met onverdeelde belangstelling werd, blijkens bet woord van dank, dat de Voorzitter, de Kapt. ter zee D. G. Brand, den spreker wijd de, deze voordracht aangehoord. „De geachte spreker" zoo verzekerde de heer Brand „maakte zijne hoorders door zijn onopge smukt verhaal deelgenoot van het ondervon- dene, verlevendigde hierdoor de herinnering aan het aldaar gebeurde, terwijl de vermel ding van een aantal bijzonderheden, aan velen onbekend, de belangrijkheid zijner voordracht niet weinig verhoogde." De lectuur van deze historische voordracht heeft ook ons onverdeeld bezig gehouden, en met belangstelling ver vuld. 't Zijn bladzijden, die eene eereplaats beslaan in het geschiedboek van het korps Mariniers, die in groote mate verdienen, niet slechts door officieren, maar ook door onder officieren en manschappen der Zeemacht gelezen te worden, 't Voorstel, in bovengenoemde verga der Vereeniging gedaan, en door den Voor zitter gesteund, om afdrukken dezer belang wekkende voordracht te plaatsen in de bibli otheken der in dienst zijnde oorlogsbodems, mariniers-kazernes en cantines, juichen wij ten zeerste toe, overtuigd als we met den voorsteller zijn, dat de lectuur van dit geschrift bevorderlijk zal wezen aan de aankweeking van militaire deugden. De belangrijkheid van het geschrift wordt nog verhoogd door de toevoeging eener schets kaart van het oorlogsterrein te Groot-Atjeh, in 1876. Wat door den brand van den stads schouwburg te Amsterdam voorzien werd, schjjnt thans in vervulling te gaan. Vol gens vrij zekere berichten, wordt het ge- heele gezelschap onder directie A. v. Lier met primo Mei ontbonden. Zeer velen weten niet waar en of zjj zelfs elders een nieuw engagement kunnen bekomen. Voor de droeve gevolgen, die eene dergelijke ontbinding na zich sleept, is het te ho pen, dat dit bericht niet bewaarheid mo ge worden want niet alleen de gezin nen der tooneelartisten maar ook die van vele anderen zouden broodeloos zijn. (N. v. d. D.) Door schipper Corn. Pronk, van de Scheveningscbe bomschuit „Adriana", is met het schrobnet opgevischthet hek de brug en de verschansing der „Adder", het oorlogsvaartuig, dat den 5n Jnli 1882 aldaar is verongelukt. Naar men nit Londen bericht, is bij de Cornwall-wedrennen de groote tri bune ingezakt, waardoor 200 menschen van een aanzienlijke hoogte vielen. Er zijü vele personen gewond, waaronder ve len zeer ernstig. Uit het dagboek van een Chef der geheime politie te New York. 5) Zij wilde, dat hij zich aan haar zou wijden en aan niemand of niets anders. Zij vond het denkbeeld, dat hij werkte letterlijk den geheele dag werkte onuitstaanbaar. Hij kwam thuis om te eten, dat was zoomaar hy hield er niet van om uit dineeren te gaan, en als het diner afgeloopen was, was hij ver moeid, bleef dan liefst rastig thuis zitten en ging om half elf naar bed. Zulk een levenswijs was zoo goed als ondraaglijk voor eene vrouw als Sylvia Tunstallzy, in den bloei harer jeugd en schoonheid, wilde gezien en bewon derd worden, maar niet een leven leiden als een burgeijuffrouwDat was voor haar on mogelijk. Tunstall was een manlijke, rondborstige, eenvoudige kerel, en in 't eerst begreep hij de houding zijner vrouw niet. Hij dweepte met een gezellig huiselijk leven, en de wereldsche vermaken hadden niet de minste aantrekke lijkheid voor hem. Toen hij eindelijk zag hoe de zaken stonden, dacht hy er over na, en hy kwam tot de gevolgtrekking, dat zyne vrouw in veel opzichten gelijk had. Zij was jong, schoon en vol levenslust, en het was niet meer dan natuurlijk, dat zy wenschte te zien en ge zien te worden. Hy begon dus te probeeren om met haar uit te gaan, maar hij ondervond al spoedig, dat om twee uur naar bed gaan en om half acht ontbijten niet beat samen gingen. Toen probeerde hij het op een an dere manier; hy gaf tweemaal in de week een diner en eens in de maand een groote party maar Sylvia bracht hem aan het ver stand dat de maatschappelijke gewoonte mee brengt om evenzeer invitaties aan te nemen als zelf te doenzoodat zijn tweede poging eigenlijk nog slechter afliep dan de eerste. Wat nu te doen Zijn zaken wilde hij niet op geven daar was geen kwestie van, Sylvia van haar kant was evenzeer overtuigd, dat zij haar partijen niet mocht opgeven. Zoo dreigde er een minder goede verstandhouding te ont staan. Ten slotte kwam men echter tot een schik king. Sylvia had familieleden en particuliere vrien den, van wier geleide zij gebruik kon maken. Haar echtgenoot kon haar ergens heen bren gen, en haar verwanten of vrienden konden haar later weer thuisbrengen. Langzamerhand werd het niet meer noodig gevonden dat hy haar wegbracht, en zij ging dus zonder hem uit en zonder hem weer naar huis. De illu sies, die hij zich van een huiselijk leven had gemaakt, werden teleurgesteld maar Sylvia amuseerde zich, en hy hoopte steeds op den tijd, dat zij genoeg zou hebben van die ver maken en tot hem zou terugkeeren. Hij be minde haar nog evenzeer, en hij was trotsch op haar populariteit in de aanzienlijke krin gen hij had een volkomen vertrouwen in haar eer en huwelijkstrouw. Hy dineerde alleen en ging alleen naar bed, en als hij des mor gens opstond, zorgde hij wel zijne vrouw niet wakker te maken. Zoo stond het met het huishouden geschapen. Maar Cuthbert was niet gek een feit waarmee zijn vrouw misschien niet genoeg rekening hield. Zoolang haar gedrag boven elk verwijt verheven was, naar den eenigs- zinB onbestemden maatstaf van de wereld, zou hij haar niet belemmeren in haar vermaken maar hy was er de man niet naar om ook maar het minste door de vingers te zien. Hoe wel hij van nature argeloos en niet wraak zuchtig was, begreep toch iemand met een weinig menschenkennis, dat het niet geraden was zijn toorn gaande te maken. Maar Sylvia was in de meening dat zij precies kon doen wat zij wildeen dat deed zij ook. Op zekeren dag kreeg Tunstall een wenk van een zijner vrienden een zeer indirecte, vage en onschuldige wenk, maar een wenk was het toch. Hij deed alsof hij het niet be greep en praatte er over heen, maar de schok, dien hij ondervond, was zoo hevig alsof hij een vuistslag in het gezicht kreeg. Hy behartigde als gewoonlijk zyn zaken, keerde op den gewonen tijd naar huis terug en gebruikte zijn eenzaam middagmaal. Zijn vrouw was bezig zich te kleeden. In het voor bijgaan kwam zij hem goeden dag zeggen om uit te gaan. Zij zag er prachtig uit, en Cuth bert bewonderde haar in stilte nog nooit had hij haar zoo schoon gevonden. „Goeden avond, man," zeide zij, terwijl zij haar handschoenen aantrok. Je zult van avond wel niet meer op zyn." *Ten minste niet als je op je gewonen tijd komt." „Ik wou dat je die vervelende zaken toch liet loopen en met mij gingt." 'tls beter dat ik mijn zaken behartig. Kent ge een zekeren heer Percy Nolen?" „Percy Nolen Neen ja, ik geloof toch wel." Dit waren haar woorden maar haar gelaat en de toon harer stem verrieden haar. Beiden gevoelden zij dat. „Hij is een aangenaam mensch, niet waar „Och, ik vind hem net als de restalle mannen zijn mij hetzelfde, behalve gij, natuurlijk, mannetje. Maar hoe vraag je dat zoo „Iemand die hem kent sprak my vandaag toevallig over hem. Wel waar ga je nu heen „Dineeren bij Mrs. Murray, en dan naar den schouwburg." „Wil je niets gebruiken als je thuis komt „Och, dankje. Doe geen moeite. Ik zal wel geen honger hebben." 't Is toch beter dat je iets laat klaarzetten, dan bij „Delmonico" te gaan soupeeren," zeide hij langzaam, terwijl hy haar scherp in de oogen keek. Zij wendde een oogenblik haar gelaat af, schijnbaar om haar mantel om te slaan. «Ik had geen plan naar „Delmonico" te gaan," zeide zij met iets gedwongens in hare stem. «Natuurlijk niethernam hij toen verdiepte hij zich weer in zijn avondblad, en zij ging uit, met een glimlach op de ltppen en vrees in het hart. Haar man had haar gewaarschuwd, en hy hoopte dat het voldoende zou zijn. Hy zou geen verdere stappen doen, tenzij zij er hem toe dwong; maar hij was vast besloten (en dat gevoelde zij ook wel), dat een volgende stap beslissend zou zijn. Hoe veel hy feitelijk wist van haar coquetteeren met Percy, kon zij natuurlijk alleen gissen. Zij had met hem den vorigen nacht gesoupeerd en cabinet par ticulier in een deftige restauratiemaar zy waren niet alleen geweest, er was nog een andere jonge getrouwde vrouw bij, en een on getrouwd jongmensch. Het was zeker niet iets dat Sylvia graag algemeen bekend wilde hebben en het minst van al dat haar man er iets van vermoedde. Wist hy er iets van, of was zijn vragen louter toevallig geweest Dit laatste wilde zy gaarne gelooven, maar zij kon het niet. Er was iets in de kalmte van zijn toon en zijn manieren dat haar be angstigde. Zij had niet gedacht dat zij ooit bang voor hem zou kunnen worden. Blijkbaar was zij te zorgeloos geweest, te onnadenkend. Eigenlijk gezegd, bad zij zoo heel veel niet op met Percy. Zij had niet vermoed dat haar man het zich erg zou aantrekken, als hy het hoorde. Hij had den laatsten tijd geen by- zonder hartstochtelijke genegenheden voor haar aan den dag gelegd. Als hy haar beminde, waarom begeleidde hij haar dan niet in ge zelschappen Het was belachelijk te zeggen, dat hij verplicht was zyn zaken na te loo pen zy haddon immers geld genoeg. Niets behalve zijn eigen koppigheid, belette hem om morgen aan den dag zyn zaken neer te leg gen en nooit meer naar zijn kantoor te gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1