't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1795. Woensdag 30 April 1890. Achttiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 8 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlyke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 29 April 1890. De jaarlyksche vergadering van de R.-C. Kiesvereeniging „de Eendracht", had plaats Vrijdag jl. in het lokaal Die port von Cleve," Centrum. Periodiek zouden aftreden drie bestuursle den, waaronder ook de President, de heer H. Janzen Ez., die de vergadering leidde. Hy kon zich niet herkiesbaar stellen, daar het veranderd domicilie het kiezer zyn, ook in dit district, uitsloot. Ook de heer J. Hoo- genbosch wenschte als bestuurslid af te treden. Herkozen werd de heer F. Snel, en als nieuwe leden van 't bestuur werden benoemd de heeren C. Mulders en T. Terra. De Voorzitter, de heer H. Janzen Ez., hield daarna een lezing, onderwerp«de pas ver schenen brochure van Dr. Schaepman." De rechterzijde en de persoonlijke dienstplicht", en over „het vraagstuk der Sociale Orde", een lezing onlangs gehouden door Jhr. van Nispen tot Sevenaar, in 't gebouw der Vrije Gemeente te Amsterdam. Beide lezingen wer den met onverdeelde aandacht gevolgd. Een voorstel daarna, door een der leden gedaan, om den afgetreden President tot Eere-Voorzitter te benoemen, welke benoeming door hem werd aangenomen, werd luide toe gejuicht. Ongeveer 50 kiezers woonden deze verga dering bij. De winterconcerten, gegeven door het Stafmuziekkorps der K. N. Marine, zijn voorby, maar leven voorzeker nog in de herinnering der bezoekers voort. Er is, onder de uitstekende leiding van den kapelmeester, den heer J. Koning, goed ge studeerd en de hh. musici hebben zich bij de uitvoeringen voortreffelijk van hunne taak ge kweten. De vaak talrijke opkomst der be zoekers gaf blijk dat die concerten meer en meer gewaardeerd worden. Om ieder recht te laten wedervaren, mogen we niet vergeten melding te maken van de talenten van den onderkapelmeester, den heer L. A. Schouten, die een krachtigen steun verleent tot de vor ming van een goed geheel. Niet alleen hoor den we stukken die reeds meermalen op 't programma waren voorgekomen, maar ook vele nieuwe, die getuigenis aflegden, dat men steeds met ijver voorwaarts streeft. De win- tercampagne, die nu achter den rug ligt, gaf alweer 't bewijs dat ons Stafmuziekkorps, een der eerste plaatsen inneemt onder de militaire muzïekvereenigingen en op een aantal zeer gewaardeerde solisten mag bogen. Eerstdaags beginnen de zomerconcerten. 't Zoele lenteweder tooit boom en struik met frisch, jeugdig groen en doet 't park van Tivoli in lentedos prijken. Is de Meimaand nu geen „Noordsche Mei", maar zacht en liefelyk, zooals de dichters haar gaarne be schrijven, dan kunnen we ons voorbereiden op 't genot van de aangename tonen der muziek te hooren ruischen onder 't loof der boomen. Na 't gehoorde van dezen winter, hebben we grond iets schoons op muzikaal gebied te verwachten. Zaterdag jl. werd door den kapitein- eerstaanw. genie-ingenieur alhier openbaar aanbesteed: 1. Het doen van voorzieningen aan en by militaire gebouwen aldaar, on der bet beheer der genie (raming f 4230). Ingekomen 7 biljetten. Minste inschrijver was H. Wyker, ad. f3767. 2. Het doen van verbeteringen aan het fort op de Harssens, (Raming f 2400.) 3 biljetten j Minste inschrijver J. A. Zoetelief, ad f 2138. Zaterdagavond gaf de Scherm- en Gym nastiek-Vereeniging „Oefening kweekt Kunst" een uitvoering in Tvioli, onder leiding van den directeur, en met medewerking van den onder-directeur. Aardig was 't optreden der vrij talryke adspiranten-afdeeling met vrije- en ordeoefe ningen. Ouders en familieleden zagen met belangstelling hoe de knapen, uniform ge kleed, 't beste beentje voor zetten om te too- nen dat ze niet tevergeefs „ter oefening zyn gegaan." Ook hunne oefeningen aan de werk tuigen verwierven grooten byval. Aan de werkzaamheden der voorbereidingsklasse kon men zien dat de gymastiek aan eiken leef- tyd eischen stelt, waarop door een goed in structeur moet gelet worden. De werkzaam heden der voorbereidingsklasse komen die der hoofdafdeeling uit den aard der zaak naderbij. De hoepelfantasie was een aardige en ge waardeerde afwisseling tusschen de meer ern stige werkzaamheden. Met groote ingeno menheid werd no. 9 van 't programma, grocp- oefeningen aan de brug, aanschouwd. De leden toonden bij die gelegenheid dat ze nog niets van hunne kracht en vlugheid hebben verloren. De schermoefeningen toonden aan, dat de lust tot behandeling der wapenen steeds onverflauwd blyft. Een komische scène, die een uitbundige vroolijkheid teweegbracht, be sloot 't eerste gedeelte van den avond. Dat de gymnasten niet te moe waren om aan 't bal y verig deel tenemen, spreekt van zelf. De samenstelling van den Raad der ge meente Helder levert stof tot staving van de waarheid, dat alles wisselt en verandert op dit benedenrond. Vóór ons ligt een lijst der leden van den gemeenteraad ten jare 1875, dus 15 jaren geleden. Genoemd college was toen samengesteld als volgt: Mr. K. J. C. Stakman Bosse, BurgemeesterJ. Graat en R. Boomsma, WethoudersLedenW. J. Maalsteed, A. J. van Kelckhoven, D. de Lange, L. Jelgersma, J. S. Janzen, P. Groen, S. Braaksma, B. R. de Breuk, C. Giltjes, C. van Veen, A. P. C. Hugenholtz, C. Berghuis, B. K. Boom en B. Werendlijn Smit; Secre taris L. Verhey. Van al deze personen zyn thans slechts twee nog op hun post, nl. de tegenwoordige Wethouders, de heeren Maalsteed en Groen. Deze zijn dus de pè- res nobles van onzen Gemeenteraad Een der by het bergen der lading katoen van bet op de Texelsche gronden gezonken stoomschip „Newnham"in dienst zijnde duikers beeft Vrydag in groot ge vaar verkeerd. Terwyl de man in bet ruim van de stoomboot zyn arbeid ver richtte, kwam tot de pompers aan boord van het bergingsvaartuig bet sein meer lucht te geven. Toen dit, niettegenstaan de uit alle macht gepompt werd, aan-' hield, vermoedde men een ongeluk. Dit vermoeden bevestigde zich, toen men ee- nige oogenblikken later alleen de lacht- slang boven water baalde, welke op kor ten afstand boven den helm was afge knepen. Toen de duiker uit zyn neteli- gen toestand werd bevrijd, was hy reeds bewusteloos, doch gelukkig slaagde men er vrij spoedig in hem weder tot bewust zijn te brengen. Uit overweging dat het noodzake lijk is de ingelyfden by de militie te land der lichtingen van 1884 en 1885 en de ingelyfden bij de zeemilitie der lichtin gen van 1885 en 1886, na bet verstrij ken van hunne by dé wet bepaalden diensttyd alsnog in dienst te houden, is bij koninklijk besluit van 21 dezer, op de voordracht der ministers van oorlog, marine en binnenl. zaken, bet volgende bepaald „De aangifte van bet bewijs van ont slag uit den dienst aan de ingelyfden bij de militie te land der lichtingen van 1884 en van 1885 en van de ingelyfden by de zeemilitie der lichtingen van 1885 en 1886 wordt gcschorscbt, totdat zal zyn beslist omtrent de by de Staten-Ge- neraal ingediende voordracht van wet, strekkende om ben tot langeren dienst te verplichten." Uit vele plaatsen in Friesland ver nemen wij, dat bonderden arbeiders, uit verscheidene gemeenten, met hunne vrou wen Zondag a. s. naar Leeuwarden zul len optrekken ter by woning van de groo te provinciale,, meeting," waar propagan da zal gemaakt worden van beperking van den arbeidsdag. Yele stoombooten zyn er voor afgehuurd, en het staatsspoor geeft gezelschapsbiljetten af. Yele afdeelin- gen van den bond voor algemeen kies- en stemrecht hebben, in aanleg met andere vereenigingen, programma's voor de-reis vastgesteld. De vereenigingen van ar beiders worden in groepen, deze weder in sectiën afgedeeld, onder leiding van bestuurslieden of andere daartoe aange wezen personen. Om den herbergiers, die men zal voorby trekken, het bedienen ge makkelijk te maken, zullen slechts 8 a 10 personen tegelyk de herberg bin nenkomen. Er zal voor worden gezorgd dat alléén koffie of bier, geen sterken drank zal worden gevraagd. Waar ver eenigingen vaandels bezitten, zullen deze wel meegenomen, maar langs den weg niet ontplooid worden. Het zingen op den weg en eveneens te Leeuwarden op straat is volstrekt verboden. Aan goed- de voornemens, schrijft men, om de orde en regelmaat te handhaven, ontbreekt bet alzoo niet. Als men zich daaraan maar weet te houden Vrijdagavond hield te Enschedé de commissie van fabrikanten een vergade ring met eenige afgevaardigden van de werkstakers. De besprekingen leidden tot geen resultaat, daar de werkstakers eisch- ten dat allen weder in de fabriek der firma Ter Kuile Morsman zouden wor den toegelaten. De commissie van fa brikanten verklaarde echter, dat aan dien eiscb onmogelyk kon worden vol daan, daar eenige der belhamels onvoor waardelijk uit de fabriek zullen worden geweerd. De afgevaardigden zullen hier van in een te beleggen vergadering der werkstakers kennis geven en daarna aan de commissie van fabrikanten bet be sluit der vergadering mededeelen. Het is gebleken, dat by het stran den der stoomboot Brankelow op de zand banken van Gunwalloe, misdaad in het spel was. Toen het schip gestrand was, nam de kapitein onmiddellijk bet kom pas waar en bet bleek toen dat dit op zettelyk uit zyn stand gebracht was, ten gevolge waarvan in een verkeerde rich ting was gestuurd. De matroos, die dit gedaan beeft, is nog niet gevonden, maar een streng onderzoek is ingesteld. Men hoopt het schip, dat slechts gedeeltelijk verzekerd was en 3000 ton steenkool aan boord bad, nog vlot te krijgen. Door de burgerlijke en militaire autoriteiten te Leeuwarden worden, met bet oog op de onverwachte samenkomst van duizenden menschen,uitgebreide maat regelen van voorzorg genomen tegen de verstoring van de openbare orde. Volgens de „New-York Herald" zou men in een gebeimzinnigen vreemdeling die verleden week te New-York zelfmoord pleegde, Eyrand, den moordenaar van den Paryschen deurwaarder Gouffé, ber kend hebben. By de justitie is echter daarvan nog niets bekend en men acht het bericht onwaarschijnlijk. Een opzienbarend proces is thans te Oporto in behandeling. De beschul digde is een geneesheer, Dr. Urbino Frei- tas, die getracht beeft, al zyn naaste bloed verwanten om het leven te brengen, ten einde in bet bezit te komen van een groote erfenis. Twee der door hem ver giftigden zyn gestorven. Een vreeselyk ongeluk heeft op een stoomboot op de Saginaw-rivier plaats gehad. Op de boot, die een pleiziertocbtje zou maken, hadden een menigte menschen plaats genomen. De kapitein, die ook met het innen van het geld was belast, verliet eenige oogenblikken bet stuurrad, dat bij in banden van een machinist achterliet. Door den hoogen waterstand kon de boot niet onder den laagsten boog van de spoorbrug, die over de rivier is aangelegd, door. De man aan bet roer scheen dit echter niet te bemerken, althans hy stuurde er op aan, met bet gevolg, dat de boot tegen de brug aanvoer, en het dek bijna geheel werd verbrijzeld. Een groot aantal pas sagiers viel in het water, en twaalf ver dronken of werden door de aanvaring gedood. Reeds dikwijls werd gewag gemaakt van middelen; die tegen de tering waren uitgevonden. Totnogtoe boorde men echter weinig van hun succes. Professor Tillmann, te Berlyn, moet thans echter een teringlyder, die door alle doktoren reeds voor ongeneeslijk was ver klaard, een operatie hebben doen onder gaan, waarby hij een groot gedeelte van de linker long, die door tuberculose was aangetast, wegnam. De toestand van den patiënt is thans zeer gunstig. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur! In liet nummer van ,,'t Vliegend Blaadje", van 16 April jl., komt een ingezonden stuk voor, ge titeld „Stoombootverbinding WieringenNien- wediep." Met den inhoud van dit stuk kan ik mij op zeer vele punten niet vereenigenja, zelfs schijnt het mij toe, dat de schrijver in geenen deele practisch op de hoogte is van de toestanden, waar over hij spreekt. In de eerste plaats is het vaar tuig van schipper Bais geen „hengst", zooals hij dit noemt. De postschuit, welke van Wieringen vise versa van Bwijcksluis vaart, is een „jacht- scheepje", terwijl een vaartuig, „hengst" genaamd, van een geheel ander model is, dat m. i. vol strekt geene overeenkomst heeft met een „jacht- scheepje". Bedoelde postschuit met D voet diepgang is wel oud, doch wordt steeds zeer goed onder houden, en dat zij uitmuntend geschikt is voor dezen dienst, is reeds menigen keer met stormweer bewezen. In de tweede plaats wordt geprotesteerd tegen de „vlet"In dat stokje o. a. staat„bij (de postschipper) was in dat ondiepe kleine ding met elf personen van de schuit naar den wal gevaren, terwijl bij weinig of geen wind de geheele over tocht met dat kleine, ranke vaartuigje wordt vol bracht, alsmede, dat dan gewoonlijk de passagiers worden uitgenoodigd, de roeispanen te hanteeren." Ook hieruit blijkt mij, dat schrijver het verschil niet kent tusschen eene „vlet" en een „platboomd bootje" (ganzenboot.) Om de passagiers van de schuit naar den wal te brengen, gebruikt de post- sckipper eene dusdanige boot, doch geene vlet. Wel bezit bij eene flinke vlet, doch deze wordt exclusief met ijsgang gebruikt, waarvoor ze dan ook geheel is ingericht. Deze vlet ligt al sedert een jaar op den wal, daar zij dezen winter geen' dienst behoefde te doen en te meer, omdat de toestanden voor de scheepvaart te Wieringen zoo ellendig zijn, dat het wél zaak is, zoo min mogelijk vaartuigen en booten in het water te hebben, daar men niet verzekerd is, dat men ze steeds in goeden staat terug vindt. Eene dergelijke boot, met nog geen voet diepgang, wordt das voor dat doel gebruikt, om reden de postschipper door de ondiepte bij de v&n Ewijcksluis somtijds genoodzaakt is, met zijn vaartuig een stuk uit deu wal te ankeren, om dan het overige der reis met deze boot te vol tooien. Dat hij met weinig of geen' wind den geheele overtocht met deze boot volbrengt, is onwaar, daar hiervoor eene uitmuntend ingerichte sloep, 26 voet lang, en 7 voet wijd, dienst doet. Dat de passagiers uitgenoodigd worden, de roei spanen te hanteeren, gaat eveneens bezijden de waarheid. Wel gebeurt het, dat sommige passa giers uit liefhebberij willen mederoeien, doch, wanneer het dan blijkt, zij niet met deze kunst op de hoogte zijn, heeft de schipper liever, dat de riemen zoo spoedig mogelijk worden neergelegd, daar men er dan zeer veel last van ondervindt. En al volbracht hij eens bij exceptie eene ge heele reis met bovenbedoelde boot, zou dit toch niet met levensgevaar gepaard gaan, daar deze boot genoeg capaciteit bezit, om met goed weêr zoo'n reisje doen. Ook schrijft hij nog, dat de bodem dezer boot meestal rijkelijk met water is bedekt, zoodat men er met de voeten in moet zitten. Ook dit is eene grove lengen. Een' en kelen keer gebeurt het, dat er een weinig water op den bodem staat, doch nooit zóóveel, dut de voeten nat zullen worden. Dit is dan water, dat er bijv. 's nachts is in geregend, doch voor aleer de passagiers in deze boot stappen, wordt ze eerst zoo goed mogelijk uitgedroogd. Wanneer men er dan met eenen vingerhoed bij ging, zou men er misschien nog wel wat in kunnen vinden, doch, daar velen der passagiers met den trein moeten, komt hiervoor de tijd veelal wat kort. Bovenstaande in aanmerking genomen, zou het, voor en aleer men dergelijke dingen zoo nonchalant plaatst, zeer wenschelijk zijn, men zich eerst per soonlijk goed van alles overtuigde, en dat men zich niet stoorde aan praatjes van den een' of anderen reiziger. Wat aangaat de verbetering der communicatie iet den vasten wal, ja, dit zou zeer wenschelijk zijn, maar niet zooals schrijver bedoelt. Immers, wanneer eenige verbeteringen van Wieringen met de van Ewijoksluis werden tot stand gebracht, was dit, dunkt mij, voldoende. Wat hebben wij dan noodig met het Noord Bollandsch-, het Balg kanaal enz. P Waarom dan een stoombootje, dat moest doorvaren naar 't Nieuwediep P Veel kans zou er bestaan, dat de postschipper langer met zijn jachtje zeilde, dan een stoombootje de baren kon trotseeren. Hier verder over nit te weiden, acht ik onnoodig, daar ik vrees, reeds te veel plaatsruimte van den heer Redacteur te hebben gevergd. Alleen wil ik er nog op wijzen, dat, indien er eenige verbeteriBgen te Wieringen wer den tot stand gebracht, dit de communicatie al zeer veel ten goede zou komen, daar hier de aan legplaatsen, enz. zoo treurig mogelijk zijn. In dien de postschipper soms eens eene reis staakt, komt dit meestal, omdat hij geen kans ziet, om behoorlijk onder zeil te komen, of, omdat hij vreest, bij aankomst geene plaats meer te kunnen vin den, om zijn schip heel te honden. Ten slotte staat o. a. ook nog in dat bericht: velen hadden dan ook verwacht, dat door de benoeming van een' nieuwen Burgemeester hier aan spoedig een einde zonde komen, doch in deze verwachting is men tot nog toe teleurgesteld. 't Schijnt wel, dat schrijver van opinie is, men hier in 't geheel geen pogingen aanwendt, om derge lijke verbeteringen te verkrijgen. Wanneer zoo wordt gedacht, is hij glad mis. Ik durf hem in dat geval gerust zeggen, dat, wat de activiteit be treft, en de pogingen, welke door onzen nieuwen Burgemeester reeds in 't werk zijn gesteld, abso luut niets te wenschen overlaten, 'k Geloof wel, dat het thans niet meer zoo lang zal duren, of Wieringen zal wel eene haven bezitten. Doch, om dit resultaat te bevorderen, zon ik het zeer wenschelijk aohten, er niet te veel geheel parti culiere personen zijn, die ook plannetjes maken, daar ik veronderstel, de hoogcre autoriteiten ge noeg berekend zullen zijn, om eene haven te Wie ringen te maken. Ware dit tot nog toe niet het geval geweest, misschien hadden wij ons al in eene haven mogen verheugen. U, mijnheer de Redacteur dankende, voor de mij verleende plaatsruimte, heb ik de eer te zijn, hoogachtend, A. Pecreboom Pzn. Wieringen, 24 April 1890. P. S. Mocht het soms zijn, schrijver hierover verder met mij in correspondentie wil tre den, gelieve hij zijnen naam roijaal vol uit onder dergelijke stukken te plaatsen, daar ik veronderstel, dat hij, die zoo onze belangen, en die van 't reizend pnhliek wil behartigen, hiervoor volstrekt niet be ducht behoeft te zijn. A. P. DAT KAN ER MEE DOOR. Dat de boeren ryke zaken, Geld voor hun producten maken, Dat kan er mee door; Maar als zij met waterplassen Ruimschoots onze melk zoo wasschen, Daar ben ik niet voor. In het huw'lijk twee, drie kind'ren, 't Geeft wel zorg, maar 't zal niet hind'ren, Dat kan er mee door. Maar, zoo na een tiental jaren Twaalf zich om den disch gaan scharen, Daar ben ik niet voor. Dat de dames alle dagen Keurig nette kleedjes dragen, Dat kan er mee door Maar, als zig op 's Heeren wegen Met haar sleep de straat gaan vegen, Daar ben ik niet voor. Dat de mensch zijn godsdienstplichten Vroom en ijv'rig gaat verrichten, Dat ken er mee door; Maar, knijpt men bij 't stergeflonker, Nu en dan de kat in donker, Daar ben ik niet voor. Dikwijls moet de handel stilstaan. Moet de koopman dan failliet gaan, Dat kan er mee door; Maar, heeft hij, na een paar dagen Weer een tweespan voor zijn wagen, Daar ben ik niet voor. Zuinigheid aan vlijt te paren, Doet voorzeker schatten garen, Dat kan er mee door; Maar den werkman 't loon beknibb'len, Over een paar centeu kibb'len, Daar ben ik niet voor. Als gij ook eens mee wilt praten, Lees de krant en 't zal u baten. Dat kan er mee door; Maar, om alles te gelooven, Och dien tijd ben 'k lang te boven, Daar ben ik niet voor. Gerbit J. Heldersche Moppen. DE SNELSTE MANIER. ,Hoe kom ik het gauwst aan het station vroeg een zeer dik heer aan een straatjongen. De guit bekeek hem eerst van het hoofd tot de voeten en gaf toen leuk ten antwoord. „Me dunkt, het best zou maar wezen, dat u op den grond ging liggen en er heen rolde." EEN ALLEDAAGSCHE KUNST. Tante: Nu, Kareltje, heb je den grooten olifant al gezien, die zoo gedresseerd is, dat hij een wijnflesch zelf ontkurkt en dan uit drinkt Karei: Wel tante, is dat zoo'n kunst? dat kan pa ook OP DE HOOGTE. „Waar zal uw volgende lezing over loopen, dokter?" »Over den bloedsomloop, juffrouw!" O, heerlijk! Want daar heb ik toch inden laatsten tijd zoo'n last van!" Rechter: „Van de hoeveelheid sterken drank, die de beklaagde beweert gedronken te hebben, kan hij, myns inziens, niet zóó beschonken zijn geworden, dat hij niet meer wist wat hij deed." Beklaagde: „Nu maar, hoor eens, meneer de rechter, met je permissie, maar dan, kunt uwee nogal wat stouwen 1" Marktberichten. Alkmaar, 25 April. Kleine Kaas f 33, Com missie f 27, Middelbare f 26,50, aangevoerd 239 stapels, wegende 68658 K. G. Op de graanmarkt werden aangevoerd 723 mudden. Tarwe f 6,50 a 7,25, Rogge f6 a 6,90, Gerst f5 a 6, id. Chev. f 6 a 6,75, Haver f 3,10 a 4,50, Paardenboonen f 5,60 a 5,75. Bruine dito f 7 a 8, Citroen dito f 11,50, Witte dito f 12, ErwtenGroene f 8 a 13, Grauwe f 10 a 14, Vale f 8. 26 April. Aangevoerd 35 Koeien en Ossen f 80 a 250, 116 nucht. Kalveren f 6 a 18, 479 Schapen f 18 a 36, 201 Lammeren f 8 a 17. 145 magere Varkens f 18 a 25, 314 Biggen f8 a 11,50, 16 Bokken en Geiten f4 a 10, 12 Kleine Bokjes f 0,30 a 0,40, Boter per kop f 0,60 a 0,65, Kipeieren f2,50 a 3, Eenden f 3 per 100. Hoorrn, 26 April. Aangevoerd Tarwe f 7 a a 8, Gerst f 5,50 a 7,50, Haver f 3,75 a 4,50, ErwtenWitte f 9,25 a 10, Groene dito f 10,50 a 12, Grauwe dito f 11,50 a 13, Vale dito f8,75 a 13, Bruine Boonen f7 a 10, Kar wei zaad f9,50 a 10,25, Mosterdzaad f 16 a 18, 16 Paarden f60 a 325, 739 Schapen f 25 a 38, 36 Lammeren f 10 a 18, 82 Kalveren f 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1