't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. De familie Nolen. No. 1800. Zaterdag 17 Hei 1890. Achttiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afaonderlflke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bursaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. MEI, Bloeimaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 58 m. Onderg. Zondag 18 Maandag 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Donderdag 22 Vrijdag 23 Zaterdag 24 7 u. 56 Nieuwe Maan. HELDER, 16 Mei 1890. Naar men ons mededeelt is het volgende request bij den gemeenteraad te Wieringen ingediend. Geven met'verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, allen bewoners van het dorp de Oever en onderhoorigheden. Dat er eene algemeene overtuiging in de gemeente bestaat omtrent de wenschelijkheid dat er te Wieringen een haven worde gemaakt, opdat er ook een eind kome aan de treurige com municatie met den vasten wal. Dat er om trent de plaats waar de haven moet worden gemaakt verschil van gevoelen bestaat onder de gemeentenaren. Sommige verlangen die aan de Hankes, de ondergeteekenden echter achten den Oever de aangewezene plaats. Adressanten nemen de vrijheid by het verschil van meening in dezen den gemeenteraad te verzoeken voor rekening der gemeente nog een zakelijk, deskundig on derzoek te willen doen instellen. Mochten de bezwaren van sommige gegrond zijn dat een haven aan de Haukes veel meer zal moeten kosten dan één aan den Oever, dat de haven aan de Haukes, hoe ook aan gelegd, verzanden zal en nutteloos zyn, ondanks de zware kosten van onderhoud, evenals die van den A. P. polder, dan zou het zeer wen- schelijk zijn dat dit en andere voor en nadeelen omtrent de plaats van aanleg der haven we tenschappelijk werd uitgemaakt, om de gemeente voor belangrijke geldelijke benadeeling te vrijwaren. Met een beroep op de welwil lendheid van den gemeenteraad en nogmaals wijzende op het groot belang dezer zaak, twy- felen de ondergeteekenden niet of hun verzoek zal bij uw college in gunstige overweging worden genomen. Uit Medemblik schrijft men: Tengevolge van de meer dan overvloe dige ansjovisvangst werd Maandag door de zouters aan de netjes-en Kuilvisschers aangezegd, dat tot nader order geen ansjovis meer werd aangenomen, daar niet meer volk voor de bereiding is te krijgen. Heden is dan ook geen schuit voor Medembliksche rekening uitgezeild. Uit Texel wordt i. d. 13 Mei ge meld Nadat het hier den geheelen nacht aan de kimmen fel lichtte, brak in den vroegen morgen een hevig onweder uit over ons eiland, vergezeld van plasregens en hagelbuien. De bliksem sloeg in de school te Noord-Eierland. De rechtbank te 's Gravenhage be handelde Maandag de zaak tegen een ge huwde vrouw te Delft, die beschuldigd wordt haar kind, dat den 12en Maart jl. werd geboren, in den nacht van 29 Maart door verstikking te hebben gedood en geen poging te hebben gedaan om het omknellende bandje te verwijderen. Na het verhoor van eenige getuigen, o. a. twee buren, eischte de subst-officier van justitie, wgzende op het totaal ge mis aan moederzorg bij deze beschuldig de, hare veroordeeling wegens dood slag tot een gevangenisstraf van tien jaren. Te Aalst zjjn drie broeders, die ach tereenvolgens in een beerput nederdaal den, door de verstikkende dampen omge komen. Een vierde kon bijtijds gered wor den. (H. Ct.) Te Haarlem is een 26-jarig gepen- sionneerd O.-L-militair, die sedert den laatsten tjjd een zwervend leven leidde en de nachten veelal in de open lucht doorbracht, heden morgen dood in een stal gevonden. Hy maakte veel misbruik van sterken drank. Dat had nog leelijker kunnen af- loopen Eeu venter van luchtballons liep Zon dagmiddag half drie ongeveer op den Nieuwendijk te Amsterdam, toen op eens zy geheelen ballon voorraad door een soort gasontploffing in de lucht vloog. Een heer die dicht bjj hem stond en een si gaar rookte, kreeg door vlamvatting van het gas eenige brandwonden aan het ge laat, terwijl een gedeelte van zyn haar en baard verzengde. De venter stond zyn artikelen met weemoed na te kyken, daar hy slechts een ballon had overge houden. Dinsdagmiddag ten 2 uur vervoeg den zich na veel talmen alle oude arbei ders bij de firma Ter Kuile Morsman, aan deu Parkweg te Enschede, met ver zoek weder tot den arbeid te worden toe gelaten. Nadat de patroons negen hnnner had den aangewezen, die niet tot de fabriek konden wordeu toegelaten, gingen de overigen aan het werk. Tot hot hervatten van den arbeid werd hedenmorgen besloten in een vergadering waarin de Roomsch-Katholieke geestelijk heid daartoe aanmaande. De arbeiders, die niet zyn toegelaten, worden door de overigen onderhouden, gedurende ten hoogste 3 weken óf tot zoolang ze elders werk hebben gekregen. Te Zaltbommel woedde Maandag nacht zulk een zwaar onweder als daar niemand heugt. In een bewoond huis sloeg de bliksem, zonder ongelukken te veroor zaken. Het hemelwater, vergezeld van zeer groote hagelsteenen, stroomde met massa's neder. Veel tuinen staan geheel onder water, en daarin is belangrijke schade aangericht. Als een bewys van de ontzaglijke toeneming van het verkeer tusschen de oude en de nieuwe wereld moge dienen, dat de kajuiten van alle tot het begin van Juli van New-York naar Europa ver trekkende mailstoomers bezet zyn. Dat deze stroom van passagiers er op bedacht is zich plaats voor de terugreis te ver zekeren, blijkt uit het feit, dat het groot ste deel der in de maanden Augustus en September beschikbare kajuitsruimte van de mailstoomers der N. A. S. M., die naar New-York vertrekken, reeds is be sproken. De Reseda, welke om haar aange- namen geur zoozeer gezocht is, kan tot aardige boompjes worden opgeleid, die dan blijvende planten worden. Daartoe kiest men een prachtige plant, die men alleen in een pot plaatst en telkens wan neer een bot ontspruit, moet men zich haasten, dien weg te snijden. In den herfst neemt men de onderste takken weg, zoo dat de plant een stam verkrijgt, en den vorm aanneemt van een boom in minia tuur daarna zet men hem in andere aarde, en iu een anderen pot, plaatst dien in een warm vertrek en begiet hem dagelijks. In het voorjaar zal men op merken dat de stam harsachtig wordt. Men ga steeds voort de zijtakken weg te snoeien, naarmate zy zich vertoonen, en geeft een behaaglijken vorm aan de kroon van het boompje. In het begin van het derde jaar heeft men schors, dan kan men ophonden met den snoei der bot ten en binnen weinige dagen zal de plant bloem dragen en dit gedurende vele ja ren eiken zomer herhalen (Floralia) Twee Fransche reizigers, de heeren Roque en Costa, zyn door Chineesche roovers in Tonkin gevangen genomen en op losgeld gesteld. De Fransche Resident te Dong-trien heeft zich onder geleide van een detachement mariniers en van een inlandschen priester als tolk naar het kamp der roovers begeven, om de ge vangenen in te lossen. Het escorte werd echter genoodzaakt, buiten de bamboezen omheining hunner versterking te blijven; slechts de resident en de priester werden daarin toegelaten en door gewapende krijgslieden, gereed om bij het; minste alarm vuur te geven, omringd. Daarna werd de losprijs, bestaande uit ongeveer 120.000 gulden aan geld, 100 stukken zijde en 12 horloges, nauwkeurig onder zocht; op de qualiteit der stukken zyde werd wel aanmerking gemaakt, doch ten slotte genoegen mede genomen, wyl ze in een korten tyd bijeen hadden moeten worden gebracht. Na accoord bevinding had daarna de uitlevering der reizigers, wier lichamen nog de sporen der onder gane mishandelingen droegen, plaats. Het hoofd dezer bende is nog slechts 20 jaren oud en heerscht als een tiran over zyn volk. Een Chineesch handelaar, die de Fransche reizigers vergezelde en door de roovers niet werd vertrouwd, werd ou- middellyk door hen onthoofd, wyl ze bang waren, dat hy later over hen inlichtingen zou kunnen verstrekken, die tot bestraf fing konden leiden. LENTEWEELDE. Weer lacht het lieflijk jaargetij Ons tegen Weer strooit het mild aan alle zy Zijn zegen. Weer schallen blij in bosch en wei De zangen Der vooglen, die naar 't zoet der Mei Verlangen. De lieve lente, die 't gemoed Steeds streelde, Toont weer in milden overvloed Haar weelde. Zij wekt nieuw leven overal; Hoe geuren De bloemen weer; hoe prijkt het dal Vol kleuren. O, 't is zoo zoet, zoo rein en goed 't Ontwaken Te aanschouwen, met verheugd gemoed. Wij smaken. Een onuitsprekelijk genot Bij 't bloeien; En voelen 't bloed by 't zalig lot Weer gloeien. Gegroet, lief jaargetij, gegroet! Die klanken Weergalmen lente te gemoet. Wy danken Voor 't jonge leven om ons heen, En zingen: Moog ons uw weelde op alle schreên Omringen. 't Zijn niet allen koks die lange messen dragen. Die in het bezit is van een hamer en den spyker op den kop weet te slaan verdient daarom den naam van meester timmerman nog niet. Een uniform, een sleepsabel, rinke lende sporen en martiale knevelbaard maken nog den krijgsman niet en de takt'om den troep te leiden en in 't gevecht te voeren, de oefening om last en ontbering te dragen en ook tegen de kleinigheden van 't oorlogsleven dapperlyk te kampen is geheel wat anders dan de theorie. Een passerdoos maakt nog geen ingenieur en die al een beetje op de viool weet te krassen behoeft zich nog niet onder de musici te rekenen of de naamlijst van be roemde toonkunstenaars op te slaan in de hoop er zijn dierbaar ik ook in vereeuwigd te vin den. Elke penvoerder is geen schrijver en menigeen heeft een roeiriem of een roer in handen genomen, die van zeemanskunst zoo veel verstond als de poes van dominospelen. Maar toch de wereld is eenmaal zoo, dat Jan zich een schilder dunkt, als hij de kwast in de hand heeft en Piet aanspraak maakt op den naam van bouwkundige, als hij koperdraad onderscheiden kan van zijn moe ders naaigaren en een waalsteen van Deven ter koek. Met dien gang van wereldsche za ken moeten we rekening houden en daarom niet iedereen, die een professoraal gezicht weet te zetten, of een portie geleerdheid uit te kra men, maar dadelijk houden voor een verstan dig man van de bovenste plank. Onze ouden zeiden »De beste stuurlui staan aan wal" en bij dat „beste* knipoogden ze, alsof ze zeggen wilden »je begrijpt me wel Er zijn gelukkig nog menschen genoeg, die begrypen, dat men een zaak geleerd moet heb ben om haar te kennen of te kunnen maar er zijn er ook niet weinige, die maarmeenen dat de geleerdheid komt met de toga en de kunst met het instrument. Die zich meester wanen, als ze eigenlyk nog op de schoolbank moeten zitten en zich „baas'' laten noemen, zonder dat ze nog besef hebben van 't geen een goed knecht wezen moet. Dat zit'em in kinderachtigen hoogmoed. Men is te groot, te wijs, te knap om nog wat te leeren, terwijl oud moedertje op de straat weet te zeggen, dat een mensch nooit te oud is om te leeren. Dat tuiniert alles tegenwoordig maar, zei mijn buurman, toen ik voor een poosje bezig was om mijn bollenbed in orde te brengen weet je wel, dat er zoo van je planterij niets terecht komt? Buurman is een deskundige en ik liet mij dus inlichten. Hoe de bol opgenomen, de aarde aangedrukt en aangevuld moet worden, hy wees't mij zoo nauwkeurig, dat ik dacht het te kunnen, zooals hij, maar jawel! het zal nog wel eenige oefening kosten. Zoo is zelfs het eenvoudige planten van een bloembol een kunst, die geleerd moet worden. Er zal zeker ook wel wat van komen, al steekt ge hem ten onderste boven in den grond, maar in al zijn heerlijkheid zal hij toch eerst uit komen, wanneer hij geheel naar den eisch behandeld wordt. En daarom heb ik mij voor genomen by leven en welzijn op een ander jaar buurmans raad en hulp te zoeken. Dan kom ik niet bekocht uit en mag op een keu rig bloembed rekenen. En er is niets daar 't anders mee gaat, 't kleinste en eenvoudigste heeft zyn eisch en moet geleerd warden. Er zijn honderden en duizenden vrouwen en mannen ook al die kof fie zetten, maar ga dan eens na, hoe ze 't doen. Met dezelfde koffie en 't zelfde water, desnoods in denzeltden pot en met hetzelfde vuur zet de een een kopje, dat u in verruk king brengt, terwijl de ander niets danlarie- nat weet te fabriceeren. Dat komt, al naar de kunst geleerd is. Men maakt zichzelf soms wijs, dat men de zaak verstaat, leert het dus niet beter en verspilt zoo van den eenen dag op den ander een kapitaaltje aan geld en aan genot, dat niet gering is. Men moet er uit weten te halen, wat er inzit en die dat niet kan, moet zien of hij zoo'n goeden buurman Uit het dagboek van een Chef der geheime politie te New York. 16) „Neen, zoo is het niet gegaan, zooals u daar zei," hernam Pauline. „Een vrouw als zij zou zoo iets niet durven wagen. Zy moet het geld verloren hebben. Misschien had zij het geld al verloren vóór zy in den winkel kwam, of misschien heeft iemand het daar van haar gestolen, maar zij heeft Percy stel lig niet beschuldigd omdat zy dacht dat hij schuldig was. Er was een andere reden, en toen zy dat geld miste, nam zy dat als voor wendsel om hem aan te vallen. Maar zij ver geet dat hij een zuster heeft „Het kan wel zyn dat haar man haar daar toe heeft opgestookt," zeide Martin zacht tot den rechter, en hij wierp hem een blik toe, waarvan de ander de beteekenis begreep. Hij haalde zijn horloge voor den dag. „Het politiehof zal binnen een uur zitting houden. Ik moet nu terug naar het hoofdbu reau om borgtocht voor hem te stellen. Als u lust heeft mee te gaan, mr. Martin, zal my dat zeer aangenaam zijn. Pauline, ik laat het aan u over om uwe moeder op de hoogte te brengenje weet het best hoe je dat moet aanleggen. Ik zou maar doen alsof ik niet veel gewicht aan de zaak hecht, maar het toch ook niet al te licht voorstellen. Je moogt verwachten, Percy in den loop van een paar uur terug te zien." „Tot straks dan," zeide Pauline, terwijl zy opstond en den heeren een hand gaf. VIII. De Borgtocht. „Weet u iets meer van die mevrouw Tun- stall?" vroeg de rechter, toen hij en Martin buiten waren. „'t Is een beroerde complicatie", antwoordde de Engelschman. „Ik geloof dat Percy gek op haar is. Er is feitelijk nog wel niets gebeurd begrypt u, maar zij zijn toch niet voorzichtig genoeg geweest, en Tunstall is er op de een of andere manier achter gekomen. Percy is den laatsten tijd al in een bijzondere stem ming geweest, maar ik dacht niet dat de vrouw zoo iets zou doen. Ik veronderstel dat zij de keus had zich te keeren óf tegen haar man óf tegen Percy en berekenende dat haar man de sterkste bataljons op zijne zyde had, koos zij zijne party. Maar wat zegt Percy tot zijne verdediging „Hij ontkent alles", antwoordde de rechter, „maar hij kan volstrekt niét verklaren hoe het gebeurde." „Hoe verklaart dan de politie het verdwy- nen van de banknoten „Ze nemen aan dat Percy het geld aan een medeplichtige heeft gegeven." „Werd er dan iemand die er als een mede plichtige uitzag, in de buurt opgemerkt?" „De winkel was vol komende en gaande menschen, maar niemand in 't byzonder heeft de aandacht getrokken." „'t Is een theorie die niet opgaat", zeide Martin, na er een oogenblik over gedacht te hebben. „Als Percy het geld aan een mede plichtige had gegeven, zou hy hem ook de beurs gegeven hebben, 't Is meer waarschijn lijk dat de man, die den diefstal pleegde, de banknoten behield, maar de beurs, die hem kon verraden, in Percy's zak stopte toen hij langs hem heenging". „Ik geloof dat dit logisch geredeneerd is", zeide de rechter, maar de dief is weg, en de kans om hem te vangen is zeer gering. Per cy's schuld zal wel niet als bewezen aange nomen worden, denk ikmaar de schijn is toch genoeg tegen hem om een onaangename uitwerking te hebben op de menschen die hem niet kennen. En, natuurlijk, wanneer het be kend wordt dat mevrouw Tuustall hem kende en toch niet aarzelde hem te beschuldigen, dan zal zijne positie zelfs nadat hij door het goaecht was vrijgesproken toch zeer lastig en onaangenaam zijn. Het wil mij voor komen, dat het best voor hem zou zijn New- York te verlaten en een paar jaar weg te blyven. In dien tusschentijd is de zaak ver geten en wordt de ware schuldige misschien ontdekt." „Dat ben ik met u eens," zeide Martin peinzend. „Percy kan hier geen goed meer doen, onverschillig hoe deze zaak afloopt. Ik heb wel lust hem voor te stellen met my mee te gaan." „Met u mee te gaan?" herhaalde de rech ter verwonderd, „is u dan van plan New- York te vorlaten „Ja, en zelfs zeer spoedig. Mijn plan is naar Australië te gaan over San Francisco. In Australië zou Percy eene mooie gelegen heid hebben om wat te beginnen. Ik zou hem in veel opzichten kunnen helpen." „Zijn familie zou u zeer verplicht zijn," zeide de rechter hartelijk. „Dat behoeft niet. Ik houd zeer veel van perCy niet alleen om hem zelf. A's ik iets voor hem kon doen, zou ik zeer gelukkig zijn.' De beide heeren stapten nu in eene tram en het gesprek werd gestaakt. Martin verviel in een somber gepeins, maar de rechter was daarentegen zichtbaar opgeruimd. Hij had een hevigen schok gekregen op het oogenblik dat hij de kamer binnentrad en Pauline met Mar tin vond. Het was een gtoote verlichting voor hem, toen de ander vertelde dat hij binnen kort zou vertrekken. De jonge Engelschman had reeds dadelijk een gunstigen indruk op hem gemaakt, maar nu begon hij hem met oprechte genegenheid te beschouwen. Zij stapten in Bleecker Street uit de tram en gingen te voet naar het hoofdbureau. Hier hadden zij nog een kwartier tijd, eer de po- litie-rechter, die uitspraak moest doen omtrent den borgtocht, zitting zou houden. Zy werden bij den chef binnengelaten, en op verzoek van den rechter gaf hy hun verlof met den gevan gene te spreken. „Hoe houdt hy zich, inspecteur?" vroeg Martin. „Ik veronderstel dat hij het niet amusant vindt," antwoordde de ondoordringbare beambte „maar hy is daar zoo goed als hy maar kan verlangen." „Het zal toch geen moeielykheid inhebben om hem tegen borgtocht vry te krygen „Ik vermoed dat alles heel gewoon zal gaan. Maar in één opzicht staat de zaak ongunstig, namelijk wat betreft het motief." „Er zou al eeu heel sterk motief noodig zyn om zulk een beschuldiging gewicht by te zetten," zeide Martin. „Dat moge waar zijn voor hen die van te voren besloten hebben niet aan zijne schuld te gelooven. Maar met de jury zal dat niet het geval zyn. Hij is een tijd lang slecht by kas geweest. Er is reden om te denken, dat hy verscheidene weken geleden eene som gelds leende. Maar in de laatste dagen werd zijn geldgebrek zeer dringend. Gisteravond maakte hy by het kaartspel eene schuld van bijna duizend dollars. Het geld moest, het koste wat het wil, van avond betaald worden. Hy kon niets meer leenen, en dit maakte zijn positie zeer netelig. Als een man in zulk een toestand eensklaps twee of drieduizend dollars in zijne hand vindt, en daarbij bedenkt dat zij behoo- ren aan eene vrouw die hem zeker niet zal verraden wel, als een handig advocaat dat verhaaltje opdischt aan eene jury, zou het geen wonder zyn als het eenigen indruk op de jury maakte." „Maar gy hecht toch zelf geen waarde aan zulken onzin, inspecteur," zeide Martin lachen de. De inspecteur trok zyne wenkbrauwen op. „Wat zal ik u zeggen, ik ben gewoonlyk van dezelfde opinie als de rechter en'de jury als ik eerst weet hoe die er over denken," antwoordde hij bedaarden meer konden zy niet uit hem krygen. Zij gingen nu naar beneden en werden by Percy toegelaten. Deze was veel bedaarder dan zij verwacht hadden hem te vinden. Mar- tin's komst scheen hem pleizier te doen. Hij vroeg den rechter naar zyne moeder en zuster, en het eenigszins rooskleurig verslag hoorde hy schijnbaar onverschillig aan. „Maar ge kunt ze straks zien aan het di ner," voegde de rechter er vriendelijk by. „U bedoelt als ik tegen borgstelling word vry gelaton Percy was een oogenblik stil. „Heeft u ooit geloofd, dat ik die misdaad met mogelykheid kon hebben begaan vroeg hy eindelijk. „Ik heb het geen oogenblik gedacht. Het verwondert mij dat gy my zoo iets vraagt," zeide de rechter, op een toon, alsof hij belee- digd was door de veronderstelling alleen. Percy haalde diep adem, en toen hy op-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1