't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1802.
Zaterdag 24 Mei 1890.
Achttiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
ZEEVISGH!
Programma van het 2de Zomer-Goncert,
Abonnement
per 8 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post 75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentlcm
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
MEI, Bloeimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 49 m.
Onderg.
Zondag 25
Maandag 26
Dinsdag 27
Woensdag 28
Donderdag 29
Vrijdag 30
Zaterdag 31
i, 8 u. 6 m.
Pinkster.
Tweede Pinksterdag. - E. K.
Quatertemper.
id.
id.
HELDER, 23 Mei 1890.
In de zitting van den Raad der gemeente
Helder, jl. Dinsdagavond gehouden, is goed
gekeurd en vastgesteld het 2e gedeelte van
het voljaarskohier van den lioofdelijken omslag,
dienst 1890, tot een bedrag van f 3233.235,
en is, op voorstel van B. en W., besloten tot
aankoop van eene kleine strook grond, gele
gen aan den ingang der Palmstraat. Naar
aanleiding van een schreven van HH. Gcdep.
Staten, is het plan der te sluiten geldleening
zoodanig gewyzigd, dat 's jaarlijks, in plaats van
f 2000, f 2500 zal worden afgelost. Ondanks
de bedenking, daartegen door genoemd Colle
ge ingebracht, handhaafde echter de Raad,
op voorstel van B. en W., zijn besluit, om
met de aflossing op 1 Juli 1892 aan te van
gen. HH. Gedep. Staten wilden den lsten
termijn van aflossing reeds op 1 Juli 1891
bepaald hebben. Benoemd zyntot lid der
Commissie vaa Toezicht op het Lager Onder
wijs de heer F. S. C. M. Wijs, tot onderwij
zer aan de gemeenteschool no. 3, de heer W.
Krynen en tot candidaten voor 't lidmaatschap
van het College van zetters de heercn A.
Klik en P. Van Twisk. De vergadering
ontving mededeeling van de vereische goed
keuring van het le gedeelte van't kohier voor
den hoofd, omslag en van die der bepaling van 't
eindcijfer van dat kohier, verder werd medege
deeld, dat de benoodigde grond in hunr is afge
staan voor den bouw van een afslaglokaal en dat
de kosten der invordering van de gemeentelijke
opcenten voor de Rijksbelasting beloopen f858.
Naar aanleiding van het advies, door den
heer mr. A. P. de Lange, te Alkmaar, uit
gebracht, omtrent de quaestie der verbinding
van den particulieren weg van den heer Ver-
faille met den weg naar de algemeene begraaf
plaats, werd, op voorstel van den ljeer Fran
ken, besloten, in eene volgende zitting een
voorstel van B. en W. in te wachten, ten
einde al of niet tot het instellen eener pro
cedure over te gaan. Met het openbaren van
een aantal Vrome wenschen, door onderschei
dene leden, eindigde de zitting.
('t Uitvoerig verslag dezer zitting hebben
wij reeds Woensdag aan onze geabonneerden
binnen deze gemeente medegedeeld.)
De zomerdienst op de moorwegen
zal aanvangen 1 Juni a.s. Dl loop der
treinen van deze gemeente zal Jan zijn
als volgt:
Van Helder 5.50 en 9.15 's morgens en
1.12, 4.05 en 7.35 's namiddags.
De markttreinen tot Schagen en Alk
maar zullen van hier gaan op Donderdag,
Vrijdag en Zaterdag ten 7.55 's morgens.
24 Mei a. s., herdenkt een nuttige
vereening alhier, haar löjarig bestaan.
Het is de Vereeniging Ontwaakt bij Tijds,"
als rechtspersoon door Z. M. den Koning
erkend. Het was totnutoe bij de leden
dezer vereeniging gewoonte een jaarfeest
te houden, ter afwisseling van den moeie-
lijken arbeid, die ieder der leden in zijn
bedrijf ondervindt, en het was voor hen een
aangename verpoozing, dit gezellig bijeen
zijn, waarbij dan ook de vrouwen en eenige
genoodigden tegenwoordig waren. Dit jaar
zal het jaarfeest geen plaats kunnen heb
ben en wel tengevolge van den min gun-
stigen toestand der kas. De ziekte, welke
men influenza noemt en die in 't vorig
jaar in alle landen heerschende was, heeft
ook deze plek, anders van epidemiën bijna
vrij, aangetast en onder hen vele lijdenden
gemaakt. De nuttige werkkring van Ont
waakt bij Tijds" is daarbij glansrijk ge
bleken, want velen onder hen, door die
ziekte aangetast, genoten uit de kas der
vereeniging onderstand. Het gevolg was,
een inbreuk op de middelen, van dien aard,
dat men elk denkbeeld aan feestvieren mi est
uitsluiten. Hoewel dus geen jaarfeest 1 in
worden gevierd, toch geeft het nu afg i-
legd tijdperk voor het Bestuur een aan
genaam oogenblik ter overdenking in
kleinen kring. Op een waardige wijze
vervult de Vereeniging O. W. B. T. hare
taak herinneren wij slechts ter loops aan
de sommen, door haar in benarde tjjden
voor weduwen en weezen bijeengebracht.
Laten we dus den wensch uitspreken, dat
de vereeniging, onder 't Bestuur van den hr.
A. G. J. De Vries, een vernieuwden en
krachtigen bloei tegemoet gaat.
De jaarlijksche algemeene vergade
ring van de onderwijzers en onderwijzeres
sen in het arrondissement Helder,
onder voorzitterschap van den Schoolop
ziener, den heer mr. M. Büchner, op Maan
dag 16 Juni a.s., des voormiddags ten half
11 uren, gehouden worden te Schagen, in
het lokaal van de heer Johs. de Beurs, aan
het Marktplein, aldaar.
Behalve de gewone huishoudelijke werk
zaamheden, zullen in deze bijeenkomst be
sprekingen plaats hebben over de navol
gende onderwerpena. De vrije- en orde
oefeningen. In te leiden door den heer
J. C. Reijersb. De toekomst van den
onderwijzer. In te leiden door den heer
P. Uurbanus, en c. Het teeken-onder-
wijs op de lagere school. In te leiden door
den heer W. Kloeke. Verder zal door den
heer S. Gazan een voordracht worden ge
houden, die getiteld is Onze kinderen.
Een paedagogisch kritische studie. De
ergadering zal worden opgeluisterd door
uitvoeringen van een Zangkoor.
Woensdagavond trad als spreker op in
't lokaal voor evangelisatie, de heer Boas,
vertegenwoordiger van den Ned. Militairen-
Bond. Spreker had tot onderwerp: „De
wreedheden tegenover den militair en rekende
daartoe eerstens, de minachting, die burgers
gewoonlijk tegenover mindere militairen toonen,
en vervolgens de onbeschofte uitdrukkingen,
hun soms door hnnne superieuren toegevoegd,
benevens 't tappen van sterken drank in de
cantine, waardoor den jeugdigen militair 't
drinken geleerd wordt. De Tehuizen voor
Militairen waren ontstaan, door dien enkele
militairen hadden verzocht dat er in de kazerne
een kamer mocht worden ingericht, waar ze
den bijbel konden lezen, aan welk verzoek
doorhun overste (Wrangel,alsweden naam goed
gehoord hebben) was voldaan. Daar de toen
malige minister van Oorlog echter zoo iets
verbood, had genoemde officier zelf een par
ticuliere kamer gehuurd, waar men zich met
stichtelijke lectuur kon bezighouden. Een
korte beschrijving van de Militaire Tehuizen
en hunne bedoeling werd nu gegeven, waarna
de opwekking volgde om de zaak zoowel
zedelijk als geldelijk te stennen, hetgeen door
spreker zelfs als christenplicht werd beschouwd.
Van de gelegenheid tot debat werd gebruik
gemaakt door de h.h. Swart en Haak.
Beiden hadden vermeend nog grootere wreed
heden tegenover, den militair te zullen
hooren behandelen. De eerste vond 't nog
erger, dat den militair te weinig brood werd
verstrekt en de rats grootendeels ongenietbaar
was. De ander haalde aan dat 't eerst noodig
was te letten op de bepaling in de krijgswetten,
waarbij een mindere wanneer hij zich over
onrechtvaardige handelingen heeft te beklagen,
genoodzaakt is zich in arrest te begeven, en
daarin somstijds weken kan doorbrengen.
De heer Boas vond de aanhaling dier grie
ven gegrond maar vermeende dat 't minder
op den weg lag van den Militairen-Bond om
hiertegen op te treden.
De heer Oosterbaan richtte een waardeerend
woord tot den spreker en uitte den wensch,
dat de jeugdige christelijke militairen even
onbeschroomd voor hunne godsdienstige gevoe
lens mochten uitkomen als een der vorige spre
kers voor zijn socialisme.
Namens de vergadering werd den heer Boas
dank gebracht door den heer L. Rumpff.
De zangvereenigiging Zingt den Heere bracht
een aangename afwisseling aan door 't uit
voeren van een drietal zangstukken.
Een heden bij het departement van
Koloniën ontvangen telegram van den
Gouv.-Gen. van Nederl.-Indië meldt, dat
14 dezer Edische hulptroepen hunne ben-
ting te Pedawa Boentong, nabij Edi, ver
lieten, welke daarna door den vijand be
zet werd. Den volgenden dag werd vruch
teloos gepoogd met driehonderd bajonnet-
ten den vijand te verdrijven. Gesneuveld
zijn drie fuseliers, terwijl gewond werden,
kapitein K. F. C. v. Bijlevelt, de leluit.
F. J. Oudendal, de 2e luit. A. J. P. Kes-
sler, 14 schepelingen en 7 fuseliers. De
vijand had 14 dooden en 15 gewonden.
Grappige lui
Maandagavond is in de Kalverstraat te
Amsterdam een oploop ontstaan, doordien
een 25-tal half beschonken schutters der
artillerie „haasje over" speelden. Een
agent van politie heeft er een einde aan
gemaakt.
De Minister van marine brengt ter
kennis van zeevarenden, dat volgens me
dedeeling van den schipper van logger V.
L. 14, in de Noordzee, op de Doggers-
bank, op 54° 24' NB„ in 12 vadem water
een wrak ligt, waarvan de raasten boven
water uitsteken. Het wrak ligt zeer ge
vaarlijk voor de scheepvaart.
Dinsdagmorgen circa half acht had
te Ylissingen het volgende ongeval plaats
aan boord van Zr. Ms. transportvaartuig
„Coertzen", staande in het droogdok der
Kon. Mij. De Schelde.
Bij het aanbrengen van nieuw want op
genoemd stoomschip was een tuiger
een bootsmansstoeltje aan den voormast
geheschen, toen de mast eensklaps begon
te wankelen en omver viel, doch geluk
kig op den schoorsteen bleef hangen. Bij
onderzoek bleek dat de mast bij liet dek
vervuurd en daardoor afgebroken was. De
tuiger, zekere Visser, maakte gedurende
den val eenige slingeringen en bekwam
daardoor aan de beenen en andere plaat
sen van het lichaam kneuzingen, die ech
ter, naar men hoopt, geen ernstige ge
volgen zullen hebben.
Een der weinige oud-strijders van
't jaar '13, de heer Willem Wubbe, is te
Leiden op 96-jarigen ouderdom plotseling
overleden.
Aan den eervol ontslagen commis
saris der loodsen te Hellevoetsluis, J. van
den Berg, is een jaarlijksch pensioen ad.
f1334 toegekend.
Te Drachten woedde Dinsdagnamid-
g, evenals eergisteren, een hevig onwe-
der. De 20jarige jongeling J. Kroeze, van
Oudega, aldaar den weg passeerende, werd
door den bliksem getroffen, zóó, dat hij
terstond een lijk was. Een jongetje, dat
hem vergezelde, viel wel ter aarde, doch
bleef overigens ongedeerd.
Het »Leger des Heils" zal weder an
der hoog bezoek krijgen en wel van den
veld-commandant Eva Booth, de dochter
van den „generaal". Zij wordt in Juli
verwacht.
»Hoe een jongeling een meisje vraagt"
is de titel van een nieuw boekje, dat een
verzameling bevat van 45 diverse huwe
lijksaanzoeken, geput nit de romans der
est bekende vreemde romanschrijvers
en eenige Hollandsche auteurs. Het is dus
slechts verdichting, geene schetsen naar
de natuur, wat dit boekje bevat. Wij twij
felen echter niet, of vooral voor dames
zal daaruit veel leering te putten zijn; deze,
toch bij een aanvrage de lijdende partij, staan
veelal in een moeielijke positie tegenover
den mijnheer, die zijn plan van aanval
vooruit kan overdenken en vaststellen. Het
is daarom voor jonge dames zeer gewenscht,
hare positie te kunnen overzien en in
theorie is de tactiek uit dit boekje te be-
studeeren. Hoe geheel anders zal de prak
tijk wezen
Arme kleine
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is een perceel in de Pauwelaan, onder
Nieuwer-Amstel, door een hevigen brand
in de asch gelegd en een 4-jarig kind der
bovenbewoners, dat in zijn angst naar den
zolder was gevlucht, is jammerlijk in de
vlammen omgekomen de overige bewoners
der bovenverdieping werden slechts met de
grootste moeite gered.
Betreffende het stoomschip „Dacea"
wordt thans het volgende medegedeeld
De „Dacca" liep Vrijdagmorgen 16 Mei
op Daedalus Rif, ongeveer 400 mijlen van
Suez op 25° N. B„ waarvan de rotsen
slechts eenige duimen boven water uitste
ken, terwijl in de onmiddellijke nabijheid
240 a 360 vaam water wordt gepeild.
Een vuurtoren, waarvan het vuur des
nachts 14 mijlen ver zichtbaar is, is op
het rif geplaatst. Aan boord van de „Dac-
bevonden zich een twaalftal le kl.
passagiers en ruim 400 emigranten (mee-
rendeels jonge vrouwen) naar Brisbane
bestemd. Ongeveer 6 uur 's morgens stoot
te het stoomschip tegen de Noordzijde
van het rif en bekwam een groot gat in
den boeg daar het echter nog ruim 4 uur
drijvende bleef, was er ruim tijd om alle
passagiers op het rif te brengen. Slechts
eenige vonden een schuilplaats in den vuur
toren, de overigen moesten op de rotsen
vertoeven, sommigen tot aan het midden
in het water. Kort nadat de passagiers
waren gered, zonk het stoomschip, dat
ongeveer een halve mjjl was afgedreven,
in diep water, en de officieren en eenigen
van de bemanning, die zich nog aan boord
bevonden, werden nog juist intijds door
het stoomschip „Rosario" gered. Een wei
nig later kwam het aan dezelfde maat
schappij (de British India Company) toebe-
hoorende en met kolen geladen stoomschip
„Palamcotta, op de plaats des onheils aan,
nam alle passagiers aan boord en keerde
met deze naar Suez terug, vanwaar het,
nadat de lading kolen is gelost, zoo spoe
dig mogelijk de reis naar Queensland zal
voortzetten.
Omtrent de Zeevisch, dertig jaren geleden
hier ter markt verhandeld, zijn wij in staat
offlciëele cijfers mede te deelen, uit de jaren
1860, 1861, 1862.
De waarde, welke deze visch, in de Noord-
Zuiderzee gevangen, aan den afslag ople
verde, bedroeg in
1860 1861 1862
Kabeljauw f24,069,00 f20,668.— f 11,542.—
Schelrisch f32,236,— f29,020.— f 12,037.—
Gr. Schol f21,531,— f 5,180,50 f 2,912.—
Kl. Schol f 9,381,50 f 12,838,— f 2,730.—
Bot f 2,700,25 f 1,676,50 f 5,200.—
Rog f 3,190,50 f 1,484,— f 2.700.—
Panharing f 4,760,— f 1,367,50 f 3.820.—
Tarbot, Tong en
Scharren f 2,508,50 f 2,654,— f 3,816.—
f 100,376,75 f74,888,50 f 54,757,00
In deze opgaaf zijn niet begrepen de hoe
veelheden vischdagelijks aangevoerd, die
zonder afslag verkocht zijn, evenmin als-de
viech, welke particulieren aan de schuiten koch
ten en visschers zelf uitventten.
Het aantal oesters, afgeleverd uit de destijds
eenig bestaande bewaarplaats, bedroeg in 1861
800.000 stuks, welke gemiddeld f 12,per
duizend gegolden hebben. In 1862 was dit
cijfer 600.000, welke in dat jaar f 14,per
1000 stuks opbrachten.
Sedert echter de spoorverbinding in 1865
naar Amsterdam een feit was, heeft de zee-
vischhandel alhier een zeer belangrijke wij
ziging ondergaan en wel doordat het artikel
van toen af met meer spoed aan de wereld
markten kon worden aangeboden.
De eindcyfers van de hier genoemde jaren
1860, 1861 en 1862 medegedeeld, mogen wel
belangrijk genoemd worden, maar kunnen
in geen vergelyking treden met den handel,
die zich later ontwikkeld heeft en van wel
ken wij thans dagelijks getuigen zijn. Aan
nemende toch, dat de aanvoer tegenwoordig
niet minder dan toen bedraagt, is de waarde
van het zeeproduct, van de meeste visch-
soorten zeer toegenomen; denken wij alleen
eens aan de rogwaarvan de totaalsom thans
een veel grooter bedrag zal te zien geven
dan vroeger.
Omtrent de drie laatste jaren van het der
tigjarig tijdvak, 1887, 1888 en 1889, kunnen
wij de besomming van de soorten niet en dé
tail opgeven, maar alleen het aantal stuks,
dat ter markt werd aangeboden.
Ter afslag alhier werd aangebracht
1887 1888 1889
39510 25203 46806
3238
261
690494
57203
778
Het vermoeden is dan ook niet ongegrond,
dat door het natuurlijk voordeel harer gunstige
ligging, onze fraaie haven niet het nadeel zal
ondervinden, wat velen dachten, maar den
Helder wel zal blijven de grootste zeevischmarkt
van ons land.
Ingezonden.
stuks kabeljauw
2852
1330
106 336
395726 381504
47998 82417
326 418
440941 382523
150 52
10722 8733
heilbotten
r schelvisch
roggen
ben vleet
stuks gr.Jen kl. tongen 550007
wigj. groote schol 351
kleine schol 4218
stuks tarbotten 615 559 729
manden schar 4035 5016 7098
Totaal der besomming
in 1887 in 1888 in 1889
f429,228,65 f346,434,56 f384,118,54.
De haring en geep worden in deze opgaven
niet genoemd en ook de hoeveelheden visch,
die zonder afslag verhandeld werden, zijn niet
verminderd maar uitgebreid door een tak van
't bedryf, die in het eerste tydvak niet ge
kend of althans niet toegepast werd. Het
is het rogbeugen, hetgeen op zekere tijden van
het jaar geschied met kleine vaartuigen op
ondiepe gronden. Deze vangsten zyn somtijds
zeer belangrijk en worden vaak zonder af
slag verkocht.
Vergelyken we nu de eindcyfers van het
begin en einde van het afgeloopen dertigjarig
tydvak, dan is het verschil zeer groot, hetgeen
vooral is toe te schrijven aan de meerdere
waarde van het artikel.
Mogen we ons dus verheugen in het feit, dat
de vischhandel hier in grooten bloei verkeert,
toch zien we dat de opbrengst in 1888 be
langrijk minder is dan één jaar vroeger; dit
is waarsehynlijk toe te schrijven aan de
nieuwheid van de haven van IJmuiden, waar
groote partijen visch ter markt werden
bracht; het cijfer over 1889 toont echter
weder verbetering aan.
T eeken-onderwij s.
In No. 1799 dezer courant, komt een stukje voor, over
het onderwijs in teekenen, dat wel de aandacht verdient,
al was het alleeu, omdat het getuigt van belangstelling
in het onderwijs een artikel, dat nog maar al te wei
nig aan de mnrkt komt.
Met den schrijver moet men het eens zijn, dat het
onderwijs in het teekenen practisch nut hebben kan, ja,
men mag zelfs verder gaan en beweren, dat het onder
wijs in dat vak in den tegenwoordigen tijd gebiedend
noodzakelijk is.
Toch is het hoogst twijfelachtig, of men de vermeer
dering der leervakken, om de wijze, waarop zij tot stand
gekomen is, kan toejuichen. Immers, dezelfde wet,
die uitbreiding der leervakken voorschrijft, maakt ver
mindering der onderwijskrachten mogelijk, zoodat de
toestand kan worden meer werk voor minder personeel,
't Is tot heden nog niet gebleken, dat de bepaling
omtrent het personeel in de nu vervangen wet, te weel
derig was.
Maar dit daar gelaten. Goed teeken-onderwijs te
geven aan eene klasse van 55 leerlingen (de toestand
kan nog geruimen tijd veel ongunstiger zijn) is een werk,
dat onmogelijk goede resnltaten geven kan.
Er bestaat dus veel kans, dat door het opnemen van
het teekenen in de wet, het aantal leervakken, die in
de lagere school nooit tot hnn recht kunnen komen,
weer met óén vermeerderd iserger nog, de mogelijk
heid is er, dat effectbejag hier en daar oorzaak kan zyn,
dat de tijd, dien de hoofdvakken met klemmenden aan-
drang vragen, besteedt wordt aan zaken, die, hoe schoon,
toch op de agenda der lagere school niet bovenaan kun
nen staan.
Er zijn vakken, die in de gewone lagere school nooit
tot hnn recht komen. Men kan 'tvan alle zeggen,
als de meening gedeeld wordt, dat de leertijd voor de
kinderen van 't volk met den ouderdom van twaalf jaar
geëindigd is.
Mocht men toch hegrijpen, dat de leertijd dan eerst goed
begint, dat herhaling en uitbreiding van het geleerde
dringend noodig zijn, dat, waar men de kinderen met
hnn twaftlfde jaar van de school neemt, men na betrek
kelijk korten tijd als gebleven resnltaten van het on
derwijs zal vinden, gebrekkig lezen en zooveel vaardig
heid in het schrijven, dat er hij eene officiëele gele
genheid geen kruisje behoeft gezet te worden.
Is dit waarheid in 't algemeen, 't mag verre van over
bodig heeten, zich dat goed voor te stellen, waar het
geldt, de uitbreiding van het onderwijs door het opne
men van het teekenen onder de verplichte vakken.
Wordt het na twaalfjarigen leeftijd niet meer voortgezet,
dan zijn de uren, er aan besteed, verbeuzeld; de kosten
er voor gemaakt, weggeworpen.
De schrijver van genoemd stukje spreekt nog van de
mogelijkheidden leerlingen der lagere school eenig be
grip te geven van schakeeriDg en harmonie der kleuren.
Zoo iets ligt geheel buiten het arbeidsveld der lagere
school. De onderwijzers, nu verplicht onderwijs in het
teekenen te geven, zullen wel doen, de kleur er voor
eerst maar buiten te laten, als ze nog eenige vrucht
van hun werk willen zien.
Is 'tden schrijver ernst, den strijd aan te binden te
gen de „schreeuwende disharmonie," die we vooral in
de hedendaagsche kleeding opmerken, hij bewege
zich in de Maatschappij zelf. Hoeveel verwachting men
moge hebben van de opvoedende kracht der school
waarheid is, dat de samenleving, vooral op dit gebied,
met oneindig grooter kracht werkt, en dat zij het doet
veeltijds in tegengestelde richting, getuige de klacht
over wansmaak en beleedigiDg van het schoonheidsgevoel.
Helder, 19 Mei 1890. P. U.
Burgerlijke stand gemeente Texel.
van 14 tot 20 Mei.
ONDERTROUWD: p
OVERLEDEN^eene.
GETROUWD: Carl August Ferdinand
Meyer en Anna Hermina Walter.
GEBORENTrijntje dochter van Christiaan
Visman en Dieuwertje Visser.
ArronfameDts-Reclittó te Alkmaar,
Zitting van 20 Mei 1890.
A. H., Texel, diefstal, 1 maand gev. R. K.
en A. K., Huisduinen, diefstal enz., ieder 3
dagen gev. H. M.. Helder, beleediging 8
dagen gev. J. K„ Helder, diefstal, 6 weken
gev. M. v. 'tH., Helder, mishandeling 1 maand
gev. H. W., Helder, beschadiging 6 weken
gey-
op MAANDAG 26 MEI 1890,
(Tweede Pinksterdag.)
Aanvang 21/* uur.
1. „Grosser Triumphmarsch", C. Schulz-
Schwerin. 2. Ouverture zu der geistlichen
Oper„Joseph in Egypten", E. N. Méhul.
3. „Virgo Maria", Prière, Ch. Oberthiir.
4. Paraphrase sur „Les Rameaux de Faure",
J. H. Bekker. Pauze. 5. Ouver
ture „Giralda", Adolphe Adam. 6. Grande
Fantaisie de 1' opera„Carmen", Géorges
Bizet. 7. „Angelo", Walzer aus: „Ein
Pfingsten in Florenz", Alphons Czibulka.
No. 1 en 5 eerste uitvoering.
Marine en Leger.
De Officier Machinist 2e kl. der marine C.
Boon vertcekt in Juli a. s. per particuliere ge
legenheid naar Oost-Indië.
Het ramschip „Buffel", behoorende [tot de re
serveschepen van het zaiderfrontier, zal na de