't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1804. Zaterdag 31 Mei 1890. Achttiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. Nationale Militie. BEKENDMAKING. NIEUWSTIJDINGEN. ATDonnement per 8 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Adverteiitiön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. JUNI, Zomermaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 43 m. Onderg. 8 u. 13 m. Zondag 1 H. Drievuldigheid. Maandag 2 Dinsdag 3 "Volle Maan. Woensdag 4 Donderdag 5 H. Sacrament. Vrydag 6 Zaterdag 7 Inspectie voor de Verlofgangers. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brengen ter openbare kennis: Dat liet onderzoek over de verlofgangers van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale Militie voor deze gemeente is bepaald op DONDERDAG den 5 JUNI 1890, des voormiddags ten 10 ure in de Bouwzaal achter het Bureau voor Gemeentewerken naast het Weeshuis alhier. Aan dat onderzoek moeten deelnemen alle verlofgangers der Militie te land, die vóór den len April 11. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, onverschillig tot welke lichting zij behooren. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen: Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: 1°. zoolang zij zich bij hun corps bevinden 2°. gedurende den tyd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt; 3°. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de klee- dingi en uitrüstingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te onder gaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2°. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in vo^oenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander toebehoorende, als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden ge bracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den Bur gemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbijgelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onvermiuderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschre- vene wijze, voor hem te verschynen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich by herhaling schuldig maakt aan het feit sub. 4° van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zynde, in het geval ver keert, sub. 2» en 3° van art. lil vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor den werkelyken dienst, wordt als deserteur behandeld. Helder, den 12 Mei 1890. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder, C. A. BEUKENKAMP. De Secretaris, C. BOON. De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER maakt, ter voorkoming van ongelukken, bekend, dat in den loop van dezen zomer van „De Hors" nachtelijke oefeningen met geschut zullen plaats heb ben. Dat, wanneer die oefeningen zullen gehouden worden, er van boord van Zr. Ms. instructieschip „Aruba" tot het in vallen der duisternis, een roode vlag zal waaien en een uur vóór den aanvang der oefeningen van dien bodem twee kanonschoten zullen gedaan worden. Helder, 28 Mei 1890. De Burgemeester voornoemd C. A. BEUKENKAMP. HELDER, 30 Mei 1890. De minister van marine brengt ter kennis aan zeevarendendat van af 2 Juni a. s. tot ongeveer ultimo Aug. daar aanvolgende, een roode' vlag zal waaien op de reddingkaap van Onrust", ter aan duiding van onveiligheid aldaar, bij te hou den schietoefeningendat het lichtschip Terschellingerbank" tot het verwisselen van den ankerketting, eenige dagen in de tweede helft der maand Junia.s. zal bin nengehaald worden. Terschelling, 25 Mei. In de afgeloo- pen week zijn uit de gezonken Duitsche bark »Ursula" ruim 1145 balen rijst op gehaald, benevens een aantal pakken bind- rotting. Met het blootzuigen van zand van het reeds vóór jaren gezonken schip El- Dorado", geladen met koper- en zilvererts is men deze week een groot eind gevor derd. De stoomschelpenzuiger heeft bijna alle dagen kunnen werken. Het is hier zoo schrijft men uit Stavoren aan »'t N. v. d. D." in de laatste weken een ansjovis al ansjovis. Onze visschers komen bijna eiken morgen met blijde gezichten uit zee. Het lot van het blanke vischje ishier uit de netten gehaald en onthoofd te worden, en dan worden ze verder per boot vervoerd naar Enkhuizen, waar ze van de visschers op gekocht, afgeleverd en gezouten worden. In dit laatste komt weldra verandering. Een Scheveningsche firma richt hier een zouterij op, welke in het begin der vol gende week in werking treedt. Onze vis schers en die van naburige plaatsen kun nen hun vangst dan hier kwijt raken en waarschijnlijk zal die zouterij bovendien aan verscheiden handen werk verschaffen. Als een bijzonderheid deelen wij mee, dat de vischhandelaar L. M. Struyk, te Hellevoetsluis, een volwassen bot heeft, die er uitziet, alsof twee visschen met de buik zijde tot één zijn gegroeid. Het buitenge wone exemplaar heeft vier oogen, een dub bele ruggegraat en twee rugzijden, op de gewone wijze gekleurd. Het wonderdier is nog levend. In de Riouwstraat te 's-Gravenhage schrikte Dinsdag een door een of&cier be reden paard van de muziek van een draai orgel. Het beest werd schichtig en wierp zijn berijder over den kop op de straat. De officier verkreeg een belangrijke hoofd wonde hij werd in een nabijzijnde wo ning binnengebracht, waar hem gedurende twee uren de eerste heelkundige hulp werd verleend. Daarna bracht men den gewonde naar het militair hospitaal over. Te Nieuwe Pekela speelden eenige schoolknapen met lucifers in bet veen van den Heer S. Z., met het ongelukkig ge volg, dat de heide in brand geraakte en binnen korten tijd een tamelijke uitgestrekt heid dalgrond was kaal gebrand. Door krachtig handelend op te treden, wisten de aanwezige veenwerkers te belet ten, dat de brand op de in het veen staan de turf oversloeg. Omtrent de aanleiding tot het in stellen eener vervolging tegen mevrouw Bulkley en het arresteeren volgens de „Zutph. Ct." werd aan de „Arnh. Ct" het volgende verhaald, wat het blad ech ter slechts onder reserve mededeelt. Een tweetal Duitschers zouden hebben gezegd, dat zij van den heer Hoek de opdracht hadden ontvangen, om mevrouw Bulkley om het leven te brengen. De politie der stad, waarin ze zich bevonden, zoude daarop naar de politie te Freiburg, waar de heer Hoek verblijf houdt, hebben getelegra- pheerd, om tegen hem de noodige maat regelen te nemen. Te Freiburg echter, waar men op de hoogte van het vroeger gebeurde was, moet men teruggeseind heb ben, dat men wél deed met de twee Duit schers te arresteeren, en deze zouden daar op bekend hebben, dat zij eerst van me vrouw B. 30,000 mark hadden ontvangen, om den heer Hoek te vermoorden, maar later, toen zij bezwaar maakten die op dracht te vervullen, zich op haar verlan gen hadden verbonden te zeggen, dat de heer Hoek hen had omgekocht om me vrouw Bulkley het leven te benemen. Wat er waar is in de beweringen der Duitschers zal de rechter uitmaken. J. Stoutenburg heeft zich Maandag nacht, na verschillende tapperijen te heb ben bezocht, langs de trambaan te Eist te slapen gelegd. De beenen schijnen over de sporen te zijn gekomen, daar beide door de nachttram zoo goed als afgesneden werden. De ongelukkige, die in beschon ken toestand verkeerde, is naar het zieken huis te Arnhem overgebracht, alwaar hij is overleden. Om op de hoogte te komen van den te Appelscha heerschenden geest, knoop te een correspondent van de »N. R. Ct." met enkele arbeiders een kort gesprek aan. Op zijn wandeling ontmoette hij al spoe dig een forschen, gespierden kerel, wiens uiterlijk hem deed vermoeden, dat hij on der de werkstakers een der heethoofden wezen zou, een vermoeden, dat maar al te juist bleek. Na een korte begroeting, die vrij norsch beantwoord werd, had het vol gend gesprek over de werkstaking plaats: Gelooft gij werkelijk," vroeg ik, »dat de bazen een hooger loon kunnen geven?" »Of zij dat kunnen! Ja, zeker kunnen zij dat. Zij mesten zich van ons zweet en bloed. Yan zonsopgang tot 's avonds laat kunnen wij ons het bloed uit de nagels werken voor een hongerloon, terwijl zij hun beurzen spekken." Maar gij hadt toch een contract aan- aan," hernam ik, »en dat is door u verbroken." »Wat contract!" antwoordde hij, »ik lach wat met hun contract. Laten ze ons behoorlijk betalen, daar hebben we meer aan." »Daar is echter niet veel kans op," merkte ik aan, wanneer de bazen elders werkvolk kunnen krijgen." Yoor mijn part kunnen die loonbeder vers in de modder stikken," antwoordde hij, »maar laat ze maar begaan. Het helpt ze toch niet. Verandering moet er komen en gauw ook. Het volgend jaar stellen wij dadelijk onze eischen, en geven ze niet toe, dan leggen we beslag op hun land en dan kunnen zij toekijken." Beslag leggen op hun land," vroeg ik. terwijl ik hem verbaasd aanzag, »hoe be doelt gij dat?" »Dat weten wij wel," hernam hij, mij aanziende als wilde hij zeggen: zoo dom ben ik nu niet, dat ik alles langs den neus neer zal praten. Doch inderdaad bleek na dat deze man er vast van overtuigd s, dat dit redmiddel den arbeiders ten slotte overbleef. Over het algemeen was de stemming onder de werkstakende vrouwen bitterder dan onder de mannen. Een paar der eer sten waren overvloedig in smaadredenen. Echter waren er ook anderen, zoowel man nen als vrouwen, die op een geheel an deren toon spraken en het diep betreur den, dat zij zoo lang van verdiensten ver stoken waren. Onze eind-indruk was deze, dat wij ook hier weder te doen hebben met de wrange vruchten der sociaal-democratie; dat deze menschen langen tijd kunstmatig zijn be werkt en hun hoofd door allerlei dwang- theorieën-phrasen op hol is gebracht. Slechts zeer harde ervaringen zullen, naar wij vreezen, in staat zijn hen terug te brengen uit een doolhof, waarin eigenbe- langzoekende volksmenners hen zoo roe keloos hebben gevoerd. Gisterenochtend omstreeks 101/* uur ontstond er brand in een van de zooge naamde Oude Huizen van den Feyenoord- djjk. Aangezien deze rjj huizen uit 12 stuks bestaat, waarboven één zolder, ter wijl de verschillende huizen slechts door houten beschotten gescheiden zijn, stond binnen 15 minuten het geheele blok in lichte laaie vlam. Spuiten, ook die van de fabriek Feyenoord waren, spoedig op het terrein aanwezig, dadelijk gevolgd door de stoomspuit No. 3. Daarna volg den Nrs. 5, 4, 1, 2, 6 en stoomspuit Nr. 2. Over den brand van de naaimachi ne-fabriek der Singer-Maatschappij te Eli- zabethport (New-Jersey) waarover wij kort geleden een mededeeling brachten, komen ons de volgende bijzonderheden ter ken nis, die in menig opzicht het eerste be richt wijzigen en het ongeval wezenlijk geringer doen kennen als oorspronkelijk volgens het korte telegram verondersteld werd. Van het hoofdgebouw werd slechts een deel verwoest, waar hoofdzakelijk de magazijnen van naalden en andere deelen gevestigd waren en van de beide uitge breide zijvleugels van het kolossale gebouw slechts het dak over een lengte van 200 voet. De eigenlijke Fabrieksgebouwen met de Machineriën, alsook de Kantoren heb ben niet geleden, terwijl ook de bewaar plaatsen van afgewerkte Machines en hout waren van het vuur verschoond bleven. De fabrikatie ondervindt in het minst geene belemmering. Een hevige Pinksterstorm heeft te Parijs gewoed. In het Bois de Boulogne lag de grond zoo vol bladeren als ware het eensklaps herfst geworden. Ook de vruchtboomen in den omtrek leden veel schade, zoo door den wind als door den hagel, die in zeldzaam groote korrels viel. XngezsondLeri Mijnbeer de Redacteur! Uit het Raadsverslag van 20 Mei 1.1. las ik niet de meeste belangstelling de vraag van den heer Klik omtrent de beplanting van den Huisduiner-weg en het daarop ontvangen ant woord. Of de boomen daar niet zouden groeien kan ik niet beoordeelen, ofschoon het bewijs nog zou moeten geleverd worden, want indien zij door een deskundige, dus met zorg en oordeel kundig worden geplant, dan wanhoop ik geens zins aan leven en ontwikkeling. Maar van grooter bezwaar is de meening: „dat het Departement van Oorlog zich daar tegen zou verzetten." In de eerste plaats zou ik wenscben te vragen„heelt men ooit ernstig getracht de vergunning tot beplanting te verkrijgen", zoo ja, „heeft men in de weigering berust en zich vervolgens kalm daarbij nedergelegd? In het laatste geval wensch ik mijne mede ingezetenen op te wekken om in zoodanige weigering NIET te berusten, maar door alle betamelijke en gepaste middelen te trachten tot de beplanting van den Huisduiner-weg te het Kanaal, van uit de kom der gemeente 15 minuten gaans, bekort te krijgen door het leggen van een voetpadbrug langs den nok van een Steenen-beer, in een der omlig gende fortgrachten. Door die voetpadbrug zou bedoelde toegangsweg slechts 3 minuten gaans worden. M. d. R., ik zal uwe lezers niet vermoeien met de opsomming der oneindige bezwaren, op geworpen, intrigue's gesmeed en tegenwerking aangewend, om het stichten van die brug te verijdelen. Het tot stand komen van bet onder 1° be sproken belastinggebouw en de gasfabriek maakte echter de behoefte aan die brug nog grooter, en hoewel nu in al die jaren, ook van wege het Dep. van O. niet het minst, bezwa ren daartegen waren geopperd, kwam in het jaar 1870 tijdens de heer Beekman aldaar als Kapitein der Genie fungeerde, de voetpadbrug tot stand en Hellevoet's gemeentebestuur doop te, uit hoofde van de krachtige medewerking van genoemden Kapitein der Genie, de brug met den naam van „Beekmansbrug". In de jaren 1876 en 1880 werden onmid dellijk tegenover, ja nagenoeg aan den voet der oostelijke batterijen, door een niet breede gracht gescheiden, zeer geriefelijke gebouwen, van buitengewoon zware constructie, van wege den Waterstaat en het Loodswezen gesticht, die nende tot woning der beambten van den dienst op het Voornscbe Kanaal en het Loods wezen. Nu is het mij niet bekend of voor al de hiervoren besproken stichtingen afzonderlijke wetten en besluiten noodig zijn geweest, doch mocht dit zoo zijn en voor eene beplanting van den Huisduiner-weg die noodzakelijkheid even eens bestaan, dan vermeen ik, dat het de ze delijke plicht is van alle bevoegde autoriteiten en corporatien, om onvermoeid pogingen aan te wenden en te blijven volharden in het be ramen van middelen om tot die beplanting te gerakenwant niet alleen dat bet strekt tot veraangenaming van Helder's ingezetenen, maar ook veler belangen worden er mee gebaat, die waarlijk niet noodig zijn hier in bet breede omschreven te worden. Het Badhuis, zoo'n vele jaren gewenschte zaak, kwam tot stand door de medewerking van onzen Kapitein der Genie. Het is moeielijk aan te nemen, dat Z.E.G. die veelvermogende medewerking zou onthouden aan de zoo alge- gemeen gewenschte beplanting van den Huis- duinerweg. Dat Z.E.G. verplicht is op de be zwaren te wijzen, niemand mag noch kan dat wraken maar dat bezwaren uit den weg te ruimen zijn, heb ik getracht door het onder 1° en 2° vermelde te bewijzen. U dankzeggende voor de verleende plaats ruimte, heb ik eer te zijn tt ion 1 nnn Uw Dienaar, Helder, 29 Mei 1890. g VAN EGK. Dat het Departement van Oorlog niet al- tyd in verzet is en blijft, wanneer het al ter men mocht vinden om aan verzoeken zoo maar direct geen gehoor te verleenen, zal ik door feiten uit mijne vorige woonplaats aan- toonen. De vesting Hellevoetsluis n.l. is door z. g. n. verboden kringen nog veel enger beperkt dan onze vesting en desniettegenstaande zijn al daar stichtingen tot stand gebracht, welke aanvankelijk de grootst mogelijke bezwaren van Genie en Waterstaat ondervonden: 1°. In bet jaar 1853 werd door het Depar tement van Financiën besloten een gebouw te stichten aan den ingang van het Voorn- sche Kanaal, dienende tot woningen voor Con troleur en Ontvanger en kantoren voor de amb tenaren der Dir. Bel. I. en U. Rechten en Ace. Dat gebouw, kostende ongeveer 34 mille, werd na eindeloos geschryf, voor alle daarbij be trokkenen op het ongeriefelijkst mogelijke punt gesticht en mocht slechts zóó weinig meters uit den grond opgetrokken worden, dat van bovenverdieping of zolder toen ter tijde geen sprake kon zijn, omdat bet„in de vuurlij nen der tegenoverliggende batterijen stond". Ongeveer 2 jaar later stichtte de firma Nolet te Schiedam op 2 meter afstand, »doch in dezelfde lijn van evengenoemd belastingge bouw" een gasfabriek, met inbegrip der be kapping 2 Meter hooger. Waar het nu aan toe te schrijven was dat een gebouw van een particulier, in diezelfde vuurlijnen, véél hooger mocht opgetrokken wor den dan een gebouw van het Departement van Financiën, is mij nooit recht duidelijk geweest. 2". Vele jaren achtereen (men beeft mij wel eens verteld van 20 jaren) heeft het deelte van Hellevoet's ingezetenen, welks werk kring door de toen zoo drok'-.e scheepvaart bet Voornscbe Kanaal was, (aan een Rotter- damsohen waterweg werd nog ampel gedacht), allerlei pogingen aangewend om den weg naar Helder, 28 Mei 1890. Geachte Redacteur Gaarne ga ik meê met den beer Bnbse, al is 't ook niet op een tochtje naar 't midden van Duitscbland, dan toch op den weg, dien hij wil inslaan, ter verfraaiing van de plaats onzer inwoning. Doch hij vergunne mij op te merken, dat de pogingen, tot verfraaiing aan te wenden, zich den eersten tijd wel zullen moeten bepalen tot het wegruimen van vuilig heden, die schadelijk zijn voor de gezondheid der ingezetenen. Gisteren namiddag werd daar op opnieuw mijne opmerkzaamheid gevestigd. Door de Walvischstraat kwam ik op mijne wandeling op de Laan, en zag daar met ver bazing hoe vies de sloot, die 't weiland van den openbaren weg scheidt, er uitziet. Verder wandelende, zag ik hoe de sloot, loopende achter de erven der zoogenaamde Molenbuurt, in een verzamelplaats van meststoffen is herschapen, 'k Beveel den heer Buhse en allen, die met hem instemmen, ten zeerste aan, op de door mij aangewezen plekken eens een kijkje te nemen. Waarschijnlijk zal de bezichtiging van die modderpoelen leiden tot het opnemen in de Statuten van de bepaling, dat de te stich ten Vereeniging, althans in den eersten tijd, op negatieve wijze zal werkzaam zijnniet zoozeer om de gemeente te verfraaien, als wel om hetgeen niet fraai, morsig en voor de volks gezondheid nadeelig is, op te mimen, en zoo spoedig mogelyk te verwijderen. Vóór het zoover komt, dat men rustig aan het verfraaien kan gaan, is er èn op de Laan, èn achter de Koningstraat, èn by de Plantsoenstraat nóg heel wat te doen om de gemeente van morsi ge plekken te bevrijden. En er zyn er mis schien nog meer. Tusschen de Visch- en Vij zelstraten moet het mede niet pluis zijn. Nu, hun reuk-orgaan zal den leden der Vereeniging wel den weg wyzen om de plekken op te sporen, waar het noodige te verrichten valt, ter voorbereiding van de gewenschte gemeente verfraaiing. D. Marine en Leger. Zr. Ms. stoomkanonneerboot „Geep", liggende op 's rijkswerf te Amsterdam, wordt gereed ge maakt om naar de marinedirectie te Willemsoord te worden overgevoerd, teneinde aldaar te dienen voor de oefeningen der zeemiliciens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1