't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. De familie Nolen. M iets over fle Kermis. No. 1816. Zaterdag 12 Juli 1890. Achttiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnem exit per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder, Bureaux: SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. JULI, Hooimaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 58 m. Onderg. 8 u. 13 m. Zondag 13 Maandag 14 Dinsdag 15 Woensdag 16 Donderdag 17 Nieuwe Maan. Vrijdag 18 Zaterdag 19 Begin der Hondsdagen. HELDER, 11 Juli 1890. Woensdag waaiden de vlaggen van de torens der R.-C. kerken en ook van de buizen hier en daar. De R. C. K. vierde een plechtigheid, die slechts na vijf jaren herhaald wordt. Zijn Hoogwaarde Monseigneur Bottemanne, Bisschop van Haarlem, was hierheen ge komen om de jeugdige lidmaten om 't H. Sacrament van 't Vormsel toe te dienen. Denzelfden dag vertrok Z. Hoogw. met extra gelegenheid naar Texel, om daar dezelfde plechtigheid te verrichten. Bij beschikking van den minister van marine zijn met ingang van 1 September a.s. benoemd tot adelborst 3de klasse by het Ko ninklijk Instituut voor de marine te Willems oord, de jongelieden zooals zij hieronder naar de rangschikking hunner kundigheden vermeld, zijn: a. voor den zeedienst J. S. Seret, C. J. J. Beynen, F. H. Sta- verman, K. F. Koch, P. Lagaay, J. F. Fride- richs, E. M. J. Chevalier, H. van derSande, J. C. J. Romswinckel, A. L. Boeser, D. M. O. de Roo van Alderwerelt, G. H. J. Hoogh- winkel, A. E. Thierens, J. C. F. Hooykaas, jhr. P. A. Prins, F. A. de Koning, C. M. Schaeffer, J. A. Wichers Hoetk, H. B. L. Braam, J. C. de Koek van Leeuwen, G. C. M. Kolff, A. F. Hansen, O. van Slooten, H. L. A. M. Camp, jhr. H. K. B. Rendorp, L. Kloos, H. J. Pek, A. M. Kan, J. T. B. van Schreven, J. E. van Hoogenhnyze b. voor de mariniers W. J. Bernelot Moens, J. W. A. Cassa, J. G. Gruschke. Dinsdag is Zr. Ms. torpedovaartuig „Cycloop," op zijne reis van Dordrecht naar Hellevoetsluis, op de Oude Maas aan den grond geraakt. Bij laag water heeft men het schip moeten schoren. Woens dag is het weder vlot geraakt en te Hel levoetsluis binnengeloopen. Wij vernemen, dat Zr. Ms. schroef- stoomschip „Java", commandant de kapi- tein-luit-ter-zee Snoek, naar de Z. W. kust van Nieuw Guinea is gedirigeerd met een detachement militairen van het gar nizoen van Ternate, naar aanleiding van een geval van zeeroof op een vaartuig on der Britsche vlag. Met kracht wordt het sloopen van de „Benbrack" voortgezet. Het werk vor dert uitstekend, en de kostbare afbraak wordt eiken dag met verscheiden wagens naar de haven van Texel gereden. De »Haarl. Ct" deelt een bericht mede, waaruit blijkt, dat bij ten oplichters ook al niet ontbreken. De kantinehouder op het zendingsfeest van verleden Woensdag heeft een schade ge leden van een vijftien gulden tengevolge van hunne kwade praktijken. Bij den kan tinehouder waren vouwstoeltjes te krijgen; men deponeerde bij de ontvangst een gul den en ontving bij het terugbrengen 75 cent terug, zoodat de huur van het stoeltje een kwartje kostte. Nu waren echter aan de muzikanten ook stoeltjes verstrekt, die zij na afloop van het feest eenvoudig lie ten staan. En daarvan hebben gauwdie ven misbruik gemaakt. Zij hebben nl. deze stoeltjes medegenomen, aan de kantine in geleverd en per stnk drie kwartjes ont vangen, ofschoon zij vooraf geen gulden hadden gedeponeerd Uit Salatiga schrijft men onder da tum van 2 Juni aan de »Loe." Hedenmorgen te 7 uren had in het mi litaire hospitaal alhier een treurig feit plaats. De sergt.-ziekenvader M., die op het bureau bezig was het dagelijksch rap port te schrijven, werd onverwachts van achteren aangerand door een soldaat-zie kenoppasser en met een dolkmes een diepe wond in den hals toegebracht, zoodat de sergt, meer dood dan levend, in het hos pitaal moest worden opgenomen. Ofschoon dadelijk geneeskundige hulp tegenwoordig was en de zieke werd verbonden, vreest men voor zijn behoud. De oppasser, die inmiddels het hazenpad had gekozen, is door een patrouille achterhaald en in voor- loopig arrest gebracht. Wat aanleiding heeft gegeven tot deze misdaad, is nog onbekend. De paneelzagers zijn weer aan 't werk! Tijdens de bewoners afwezig waren, is in het perceel Prinsengracht bij de Utrecht- sche straat 1055, te Amsterdam, door be hendige inbrekers, diefstal gepleegd. Aan de buitendeur noch aan de ramen was eenig spoor van geweld te ontdekken, doch bij nader onderzoek bleek, dat uit de bin nendeur het paneel was gezaagd en net jes er naast gezet. Verder vond men de linnenkast leeg en wordt er veel zilver werk en een horloge vermist. De kleeren die te oud en versleten voorkwamen, heb ben ze achtergelaten, doch de andere alle meegenomen. Door een visscher zijn in den Dol- lard vijf zeehonden gevangen, die op de kwelders bij het vallen van het water waren achtergebleven. De Maatschappij tot Exploitatie van Markthallen te Amsterdam is failliet ver klaard. Op de kermis te Harlingen werd, onder meer belangwekkende zaken, een Zoeloe-kaffer vertoond. De Afrikaan was als ebbenhout zoo zwart. Zijn tentje, dat niet tegen het Nederlandsch klimaat be rekend was, bood ook tegen het buiïge weer geen tegenstand genoeg. Althans bo ven het apartement, waar zich de Zoeloe gewoon was aan de al te onbescheiden blikken te ontrekken, bad het hemelvocht vrijen toegang. Terwijl de wilde dezer da gen toilet maakte, werd hij weer door een stortbui overvallen, die eenige kermisgan- gers het tentje deed binnenvluchten. Nu moest de Zoeloe zich wel vertoonen aan 't geachte publiek. Allereerst droogde hij zich het regenwater van 't gelaat, 't Pu bliek liet echter bij 't aanschouwen van den wildeman een luid gelach liooren, door dien het een gemarmerd gelaat, gedeelte lijk zwart, te zien kreeg. Sedert dat tijd stip is de Zoeloe-kaffer spoorloos verdwe nen, wellicht naar 't hartje van Afrika. Amsterdam, 8 Juli. Allerbedenkelijkste verschijnselen van wan orde en gebrek aan tucht hebben zich te Lon den voorgedaan onder hen, die juist in de eer ste plaats geroepen zijn orde en tucht te hand haven de politie en de militaire macht. Dat onder het politie-personeel gisting heerschte, was reeds lang bekend, maar van militaire indiscipline had men totnogtoe niets vernomen. Dat de eerste verschijnselen daarvan zich nu juist voordoen, stemt wel tot ernstig naden ken. Het tweede bataljon grenadiers van de gar de in de Wellington-kazerne heeft gistermor gen eenvoudig geweigerd te gehoorzamen toen appél werd geblazen voor de ransel-inspectie zoodat, na overleg met de officieren van den Staf, de kolonel daarvan heeft moeten afzien. Een vermanende toespraak, daarna door hem tot de manschappen gericht, werd met ge fluit en gejouw ontvangen. Terwijl deze dingen in de Wellington-ka zerne gebeurden, was bet politie-station in Bow- street getuige van niet minder ernstige too- neelen. Daar hadden Zaterdag een aantal a- genten eenvoudig geweigerd nachtdienst te verrichten, en nu liet de nieuwe hoofdcom missaris een vijftigtal dier muiters éen voor éen voorkomen, om hun te zeggen, dat ze, in afwachting hunner gerechtelijke vervolging op stel en sprong waren ontslagen. Deze maatregel gaf natuurlijk tot groote opgewondenheid onder de andere agenten aan leiding. Velen sehenen niet ongeneigd het werk neer te werpen, maar alsnog door plicht gevoel te worden weerhouden. Het ergste was, dat het gerucht van het gebeurde al spoedig naar buiten drong, met gevolg dat een rapalje-menigte van ettelijke duizenden, op het blij bericht, dat er onder de „bobbies" iets niet in den haak was, voor de kazerne samenschoolde, fluitende en tierende, en maar niet weg te krijgen was. De „Marseillaise" werd gezongen, revolutionnaire blaadjes wer den rondgedeeld, en ijverig gelezen, enz. enz. Te vergeefs trachtte de bereden politie de straat schoon te vegen, en zoo dicht was het gedrang, dat een afdeeling cavalerie moest worden ontboden om het rijtuig den Prins Van Wales, die uit de opera kwam, te es corteeren. Tot ver in den nacht bleef het tumult aanhouden Toen begon het te regenen en met behulp van dezen trouwen bondgenoot kreeg de bereden politie, versterkt door een afdeeling cavalerie, eindelijk de straat schoon. Het bedenkelijkst van dezen geheelen op loop was dat, toen het gedrang op het hoogst was en de trouwgebleven agenten alle moei te hadden om het volk den baas te blijven, de andere, malcontente agenten, uit de ven sters van het politie-station alle mogelijke pro jectielen op hen deden regenen. De muiten de agenten hebben nu aan den Minister van Binnenlandsche Zaken een „ultimatun" ge zonden, waarin met algemeene werkstaking gedreigd wordt, wanneer de gestelde eischen niet worden ingewilligd. Als maar geen droeve waarheid wordt het halfschertsend profetisch artikel, dat de „Pall Mali" onlangs leverde en waarin een beschrij ving werd gegeven van de wereldstad, tijde lijk zonder politie en overgegeven aan het grauw, slechts hier en daar een openbaar gebouw door een trouw en moedig personeel flink en met succes verdedigd maar ove rigens King Mob de baas. En bij die be schrijving was nog geen quaestie van muite rij onder de troepen Moge de profetie niet bewaarheid worden Oorzaak van de ontevredenheid der agenten is het ongelukkig besluit der RegeeriDg om aan de mannen vergunning te weigeren te vergaderen en verzoekschriften in te zenden tot verbetering hunner positie. Toen nu Za terdagavond bleek, dat een politieagent die zijn best had gedaan om handteekeningen on der een verzoekschrift te verkrygen verplaatst werd, barstte de bom los, en enkele mannen trokken zich dit zoozeer aan, dat zij weiger den te doen wat hun bevolen werd. Toen volgde het ontslag. Er heerscht algemeene ongerustheid, en er wordt reeds gesproken van de oproeping van burgers als bijzondere politie. Ook onder de brievenbestellers en andere postbeambten heerscht zulke groote ontevre denheid, dat elk oogenblik een algemeene werk staking onder hen verwacht wordt. Dinsdagmiddag en avond heeft het gepeu pel in „Bowstreet" getracht de tooneelen van den vorigen avond te herhalen, maar nu was men er beter op bedacht. De bereden poli tie dreef de menigte uiteen en nam eenige belhamels gevangen. Omtrent den eigenlijken stand der politie- quaestie verneemt men thans weinig. Waar schijnlijk is het, dat het beter gevoel der man schappen ontwaakt en ze zich schamen de handlangers van het janhagel te wezen. Ove rigens bieden zich vrijwilligers aan, terwijl de ettelijke banken en handelsinrichtingen ei gen bewaking organiseeren. Programma van het 9de Zomer-Concert, op ZONDAG 13 JULI 1890, aanvang 2x/4 uur. 1. «Thomson's Puddingmarsch", Paulus. 2. Ouverture zum Zauberspiel: «Die Irrfahrt ums Glüek", Franz von Suppé. 3. «Arlequin auf dem Maskenball", Scène, David Popper. 4. Fantaisie de 1'opera«La Bohémienne", E. Balfe. Pauze. 5. Ouverture«Bon- soir Mr. Pantalon", Alberf Grisar. 6. Grande Fantaisie de 1' opera-comique «Girofle-Giro- fla", Ch. Lecocq. 7. //Dina-Walzer" aus der Operette«Capriccissa", C. A. Raida. Als we niet wisten dat we in 't hartje van de kermis waren, zou de muziek, die van den morgen tot den avond onze woningen pas seert, 't ons wel vertellen. Onder de gewone straatfiguren, die ook ditmaal niet ontbreken, mist de jeugd er echter één en wel «de schelletjesman". Zou die virtuoos 't hebben afgelegd of heeft hij misschien zijn schaapjes op droog? Als gewoonlijk wilde in 't begin de drukte niet erg vlotten, en daarom was 't niet kwaad, dat leger en vloot hun contingent leverden, want dat bracht wat loven en beweging. 't Grand Théater van Spriet loopt iederen avond vol, zooals in vroegere jaren. Ook 't Nationaal Paardenspel heeft niet te klagen en de hh. Alber en Basch weten ook volk te"*"* trekken. Toch willen we aannemen dat niet allor wenschen ten volle bevrediging gevonder hebben maar dan bedenke men er is zoo veel en velerlei. De verschillende schouwburgdirectiën span nen zich in om met eere voor den dag te komen, waarvan 't belangstellend publiek in- tusschen profiteert. De Stads-Schouwburg, onder directie van den heer Van Lier heeft een goed repertoire gekozen. Van elk der opvoeringen afzonder lijk melding te maken, zou onzen lezers min der amuseeren en daarom bepalen we ons slechts tot een kort overzicht. De opvoeringen van //Moederliefde en Heldenmoed", Angelo, tiran van Padua" en .Nelly" worden met lof besprokende hoofdrollen waren in be proefde handen en ook de andere lieten niets te wenschen over. Ook van 't programma, dat we nog in verschiet hebben, koesteren we de beste verwachtingen. In den schouwburg van de b.h. Kreukniet, Bigot, Poolman en Blaaser werden //De wan delende Jood", wHet gebed der Schipbreukelin gen" en «Kwik en Kwak" met den grootston bijval opgevoerd. Herhaaldelijk werden dc lioofdvertooners teruggeroepen en ontvingen een daverend applaus. In 't laatstgenoemde stuk toonde de directie ook in 't komische met eere te kunnen optreden. 't Nederlandsch Tooneelgezelschap onder directie van den heer W. Hart toont den smaak van ons publiek te kennen en verwerft eiken avond grooten byval, niet 't minst kon men dit opmerken bij de opvoering vaa «Re- naud de Geschandvlekte", een stuk dat kenne lijk met voorliefde door 't gezelschap werd gespeeld. Ook «De oude korporaal" werd goed afgespeeld. In Tivoli is 't eiken avond vol. De hoer Stroober kan tevreden zijn; maar hij is dan ook er steeds op uit ons wat nieuws aan te bieden en heeft een gelukkige keuze. Bij 't reeds door ons gemelde maken we nog met een enkel woord gewag van 'Signor Mazoni, die in 10 minuten een schilderij in olieverf" vervaardigt. Monsieur Rubini, die zoo uit stekend onze zangvogels weet te imiteeron, mag over zijn verkregen succes tevreden zijn. De Cosmopolitan Marionetten zyn eenig in haar soort en de werkzaamheden van Les Fréres Frorido, exentriques, worden met 't grootste genoegen gezien. We willen niet eindigen zonder met een enkel woord frl. Osabelly te noemen, die met smaak en be valligheid hare Duitsche Chansonnetten weet voor te dragen. En nu loopt de kermis zoowat op 't laatst. Dat we ditmaal verlenging zullen krijgen, zooals in vorige jaren, daarop valt niet veel te rekenen. Voorzeker zal dit] menigeen aanspo ren om in de laatste dagen nog te profiteeren van hetgeen er te genieten valt en daarom veronderstellen we dat de toeloop van 't publiek Uit het dagboek van een Chef der geheime 32) politie te New York. Zij werd bleek en zag mij scherp aan. //Wat bedoelt u?" riep zij uit. Juist wat ik u zeg," antwoordde ik, en daarop verhaalde ik haar mijn bezoek bij hem. z/Nu, dat scheen haar in het eerst geducht te doen ontstellen zij liet allerlei uitroepen hooren, praatte half in zich zeiven en beet zich op de lippenhet was duidelyk dat zij er al evenmin een mouw aan kon passen, als ik zelf. //Ik moet hem zien!" riep zij einde- uit terwijl zy opsprong«ik wil hem zien, en «Wel, mevrouw, zeide ik, als men van den duivel spreekt trapt men op zijn staartwant door een zonderling toeval kwam mr. Valentine op dat oogenblik juist in de veranda. Ik geloof niet dat de ontmoeting hem byster veel pleizier deed, maar het was te laat om terug te keeren en hy kwam dus naar ons toeik merkte op dat hij slechts terloops een blik op de dame wierp, alsof hij ïiaar vroeger nooit gezien hadhij groette mij •en gaf mij de hand. 't Was een gek geval. Ik zeide//Waarschijnlijk wilt gij uw vrouw alleen spreken, en ik zal u dus verlaten. //Mijn vrouwzeide hij, ik wist niet dat er zoo ie mand bestond Is deze dame uw vrouw niet, riep ik uit. Hy staarde eerst haar, en toen any verbaasd aan. //Ik heb haar nooit eerder gezien," zeide hij, Kom sir, antwoordde ik, daar juist heb ik haar trouwacte gezien. «O, dit is een vergissing," bracht de dame in het midden, //ik ben nooit met dezen heer getrouwd geweest, ik ken hem niet, ik ben de vrouw van mr. Valentine." Welnu, dit is mr. Va lentine, zeide ik. rHij mag denzelfden naam hebben, maar hij is toch een ander," beweerde zij. Ja, zeide ik, dat moet gij met elkaar maar uitmakende papieren van mr. Valen tine zijn in orde, er is maar één lord in En geland van dien naam. //Maar ik heb bewe zen," schreeuwde de dame, ;/dat ik de vrouw van den erfgenaam van dien titel benen als deze heer zegt, daf hij de erfgenaam is, klaag ik hem aan als een bedrieger." //Daarop keek ik mr. Valentine aan. Hij had al dien tijd de dame aangestaard met een uitdrukking van verbazing in zyn blik. «Ik geloof dat ik vroeger van deze dame gehoord heb," zeide hij. //Ik wil niets tot haar nadeel zeggen. Er schynt hier een verkeerd apropos te zijn. Wil zij haar aanspraken op de nalatenschap doen gelden, dan kan zy dat alleen doen door mij als haar echtgenoot te erkennen. Maar gij hebt ons beiden juist hooren verklaren, dat wij elkaar vroeger nooit gezien hebben. Nu maakt zij mij voor een bedrieger uit. Nemen wij een oogenblik aan dat ik dat ben, dan moet zij den waren man vinden vóór zij de erfenis kan krijgen. Als ik de man niet ben, waar is hij dan? Aan den anderen kant, veronderstellen wij dat ik de man ben en dat deze dame mijn vrouw is dan weiger ik nog, een stuiver van die hon derd vyftigduizend pond aan te nemen en wat ik niet aanneem kan zij niet met mij deelen. Dat is logisch, geloof ik «Op mijn woord, Henry Clifton," riep Stap- leton uit, «dit is het zonderlingste verhaal dat ik ooit gehoord heb 't Is waarachtig een commedie, en nog mooier. Als je in New- York komt, ga dan direct naar een directeur van een schouwburg en verkoop het hem als hij je er geen goede som voor geeft, mag ik een Hollander zijn wEn 't mooiste is, dat het letterlijk zoo ge beurd is," hernam mr. Clifton. Toen mr. Valentine dat zeide, stond de dame een oo genblik sprakeloos, en daarop riep zij uit «Ik zal er wel achterkomen hoe dit zit! Gij hebt dit zoo met u beiden overlegdHet is een complot tusschen u beiden, om mij er bui ten te houden en de erfenis samen te deelen. Maar ik ben in mijn recht, ik zal u bij de overheid aanklagen, 't Is best mogelijk dat gij mijn man vermoord hebt om zijn papieren machtig te worden. Maar het zal u niet luk ken, ik zal u beiden aanklagen!" z/Nu werd ik kwaad, en ik vertelde haar dat als zij mij van bedrog wilde beschuldigen, zij het dan maar dadelijk doen moest, hoe eer hoe beter, want dat ik wel wist wie aan het kortste eind zou trekken. Mr. Valentine bleef er bedaard onder en zeide kalm «Ik ben geen moordenaar, mevrouw, en gy zoudt vergeefs uw tijd zoekbrengen om daarvan het bewijs te vinden. Maar ik kan u verzekeren, dat als ik niet uw echtgenoot ben en dat ben ik zeker niet er op de geheele wereld zoo iemand niet bestaat. Evenmin kunt gy vol houden dat het myne bedoeling zou zyn om hetzij alleen, hetzij in samenspanning met mr. Clifton u de erfenis te onthouden. Een week geleden, voordat u in Mexiko was, heb ik hem al gezegd, dat ik er niets mede te ma ken wilde hebben, en daar blijf ik bij. Het eenige wat gij kunt beproeven, is aan te too- nen dat ik mr. Valentine niet ben. Dat moogt gij voor myn part gerust probeeren, maar ik waarschuw u vooraf, dat het u niet zal geluk ken. Ik raad u, terug te gaan, vanwaar gij gekomen zijt, en de hoop op te geven om ooit een groote Engelsche dame te worden. In- tusschen heb ik de eer u te groeten." Hij boog beleefd en koel voor haar en ging de veranda uit. Ik volgde hem. nWat ter wereld beteekent dit alles toch?" vroeg ik hem. «Waarlijk, mr. Clifton," zeide hij, «ik kan er u geen verklaring van geven. Gij hebt het gehoord en kunt er zelf u w gevolgtrekkin gen uit maken. Als gij gelooft dat die da me de vrouw, of de weduwe is, van mr. Va lentine, die het landgoed geërfd heeft, staat het u vry overeenkomstig uwe overtuiging te handelen. Het moeielijkste zal waarschijnlijk zijn, audere menschen te doen gelooven wat gij gelooft." «Dat ligt voor de hand, mr. Valentine, zei de ik, maar er is een ding dat gij mij mis schien kunt zeggen. U zei daar straks dat u vroeger van die dame gehoord had, en de bedoeling was, dat hetgeen u gehoord had niet in haar voordeel was. Wat meende u daar mee «Wel, mr. Clifton,'' zeide hij, «misschien mag ik vroeger van haar gehoord hebben of misschien mag ik mij vergissen, maar ik zie 't niet in, waarom daaruit moet volgen dat het noodzakelijk iets slechts was. In allen geval, zij heeft mij nooit kwaad gedaan, en ik geloof ook niet dat zy dat kanen ik ben ook niet van plan haar kwaad te doen, door woorden noch door daden. Zooals ik daar even zeide, gij moet naar uw eigen oordeel handelen; wat mij betreft, ik blijf by hetgeen ik gezegd heb." Zoo pratende waren wij bij het bureau van den secretaris van binnen landsche zaken gekomen, die een vriend van hem washy ging naar binnen en liet mij alleen met mijne gedachten in de straat ach ter." „En wat is nn het einde van dat alles?" vroeg mr. Stapleton. «Hot is nog niet afgeloopen, antwoordde mr. Clifton, «maar uit hetgeen mij later ter ooren kwam, maakte ik de gevolgtrekking, dat ik in New-York meer te weten kon ko men. Ik heb natuurlyk mijne opinie over de zaak en ik geloof dat ik de oplossing ge vonden heb, maar het zou voorbarig zijn die nu al mee te deelen. Ik verwacht dat ik een maand in New-York zal blijven, en als ik jc dan tegen het lyf mocht loopen, kan ik je misschien wat nieuws vertellen. Voor van avond basta. «Ik vind nu ook dat het wat kil wordt," zeide mr. Stapleton, laten wij naar beneden gaan." Toen de gebaarde heer een paar minuten later de jaloezie opende, waren de beide stoe len leeg. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1