't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NLEUWEDIEP EN TEXEL DE DESERTEUR. No. 1843. Woensdag 15 October 1890. Achttiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. NIEUWSTIJDINGEN. IN'O'VIEJXjXJIE ATjonnem ent per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers. 2 Burtaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advortentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VBIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 14 October 1890. Hoe men feestelijke samenkomsten kan dienstbaar maken aan menschlievende doelein den, bleek o.a. weder, toen we in ons vorig nom- mer mededeelden, dat een vriend van het hier bestaande Reddingsfonds op een bruiloft, na eene gehoudene toepasselijke voordracht, een collectie hield voor de kas van dat Fonds en de som van f2.26 verzamelde. Naar aanleiding van dat bericht ontvingen we dezer dagen van een onzer abonné's de volgende mededeeling, waaraan we, om het goede doel, gaarne een plaatsje inruimen. «Op 4 dezer hield de Marine-Machinisten- Societeit, tot opening harer buitengewone ver gaderingen in dit seizoen, een feestavond. Te midden van 't gezellig samenzijn, nadat het programma was uitgevoerd, werd een der aanwezigen dringend, zeer dringend uitge- noodigd, eenige proeven te geven van zijn bekende bedrevenheid in de hooge magie. Na lang overwegen, voldeed de heer C. aan 't algemeen verlangen, doch hij stelde den eisch, dat de toeschouwers zouden handelen als bij iedere kunstverrichting van dien aard. Op een kleed, voor zijn voeten uitgespreid, moest men geldelijke offers werpen, in ver houding tot de groote, verhevene kunst, die hij ten toon zou spreiden. De opbrengst was niet onbelangrijk en werd door den bewon derden kunstenaar daarop onmiddellijk gestort in de in de zaal aanwezige offerbus van 't Reddingsfonds. De kunstverrichting beviel uitermatedoch bovenal moet vermeld wor den, het doel dat daaraan op zoo eigenaardige wyze verbonden werd. Eere aan den man, die op zulk een wijze bevordering van mensch- lievendheid aan het streven naar ontspanntng wist te paren Het lijk van den loodsschipper M. Boon, die voor ongeveer drie weken nabij Callantsoog van den loodskotter No-1 over boord geraaktte, is Zaterdagmorgen door een visscberman drijvende gevonden en al- bier aangebracht. Het lijk is nog den zelfden dag op bet kerkhof te Huisduinen Door den kolonel, commandant van het 4e reg. vesting-artillerie, is Vrijdag aanbesteed de levering van fourages voor de alhier gedetacheerde paarden van het 3e reg. veld-artillerie, van 1 November 1890 tot en met 31 October 1891. In gekomen waren 2 geldige biljetten. Laag ste inschrijver was P. de Bruin, alhier. Men bericht ons van Apeldoorn, dat in het begin dezer week andermaal een consult op het Loo verwacht wordt van professor Rosenstein, met de doctoren Vink- huijzen en Vlaanderen, om onderzoek te doen naar den toestand van den Koning. Ook spreekt men van een aanstaand be zoek ten paleize van eenige ministers. Te Vierlingsbeek zijn in den nacht van 10 op 11 dezer, ten nadeele van den goud- en zilversmid, ontvreemd drie kasten met gouden en zilveren sieraden en onge veer f2000 aan geld. Voor eenige daartoe physiek geschikt bevonden ongehuwde gepensionneerde of gegageerde militairen beneden den rang van onderofficier van het leger hier te lande, of wel gediend hebbende bij de troe pen in Oost- of West-Indië, is de gele genheid opengesteld om in dienst te tre den bij een reconvalescentencompagnie van de coloniale reserve te Zutphen, en wel bij het vaste personeel. Belanghebbenden dienen zich, onder overlegging van de vereischte stukken, bij voorkeur in persoon te wenden tot den commandant der coloniale reserve, wiens bureel tot 20 Oct. e. k. te Gravenha- ge bij het departement van koloniën wordt gehouden, daarna in de kazerne het „huis Waliën" te Zutphen. Betreffende het verongelukken van het Ned. schip „Albertha Romelingh", wordt van het eiland Röm het volgende berichtOp den 4den October des mor gens ontving de strandvoogd te Kirkeby per telegram van het iets noordelijker ge legen Deensche eiland Manö het verzoek een reddingsboot te zenden naar een op Chore Sand gestrand schip, daar er op Manö geen reddingsboot aanwezig was. Naar aanleiding daarvan werd de reddings boot zoo spoedig mogelijk naar Juvre ge bracht. Daar had men reeds de stranding bemerkt en een reddingsboot naar de plaats des onlieils gezonden, waarbeen ook te ge lijkertijd de Deensche revenue-kotter van Manö was vertrokken. Beide vaartuigen kwamen echter te laat om de bemanning te redden. Op bet Chore Sand waren reeds drie lijken aangespoeld en tusscben deze en bet gestrande schip dreef de om slagen scheepsboot. Een der lijken was nog warmdoch het mocht, niettegen staande alle pogingen daartoe werden aan gewend, niet gelukken de levensgeesten weder op te wekken. Het schip was be paald in den nacht gestrand, waarop de schipbreukelingen hebben getracht, zich met eigen boot te redden, zich vermoede lijk dicht bij de kust wanende, vanwaar ze in werkelijkheid bijna een uur verwij derd waren. Was de bemanning op het schip gebleven, waar ze best den dag had kunnen afwachten, dan had ze bepaald kunnen gered worden. Naar men aan de „N. R. Ct." meldt beeft de commandant van Zr. Ms. zee macht in Oost-Tndië zich tot den minis ter van marine gewend met een rapport, waarin hij mededeelt, zich niet langer ver antwoordelijk te kunuen stellen voor den loop der zaken in Indië, wegens den ellen- digen toestand waarin zich onze marine aldaar bevindt. Zekere milicien L., van bet le reg. infanterie te Leeuwarden, die, onlangs van verlof terngkeerende, in den spoortrein al lerlei voor den Koning kwetsende liedjes zong en deswege door eenige burgers werd aangeklaagd, is door den krijgsraad te Leeuwarden, wegens opzettelijke beleedi- ging van den Koning, veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Naar men verneemt, heeft de bij het maken van den fundeeringsput voor de nieuwe sluis te IJmuiden opgedane onder vinding geleerd, dat het mogelijk zal zijn den sluisbouw zonder pneumatische fundee ring te bewerkstelligen. Daardoor zal een besparing van een half millioen gulden wor den verkregen en de sluis stellig meer dan een jaar vroeger klaar kunnen zijn Als men in aanmerking neemt, dat de put, waarin het sluisgebouw moet komen, 261 meter lang, 50 meter breed en 10 meter beneden A. P. diep is, dan mag een gewone fundee ring wel een zeldzaamheid genoemd wor den. De heer J. Lorette, te Utrecht, die 22 Nov. a. 8. zijn 104e jaar zou bereikt hebben, is, na een kortstondige ziekte, overleden. Naar men verneemt, zijn in den nacht tusschen 9 en 10 October bij den heer C. J. S. te Wieringerwaard twin tig jonge kippen gestolen. In jaren hoor de men in die gemeente (een ingedijkte polder) niet van diefstal. Men schrijft ons van de visschers- dorpen aan de ZuiderzeeNiettegenstaan de het voorjaar van 1890 een goede an sjovisvangst opleverde, hebben de visschers hoop dat ook 1891 weder een goede teelt zal geven. Deskundigen meenen in de vele kleine ansjovis, die in den nazomer in de Zuiderzee aanwezig was, een bewijs daarvoor te zien. De Raad van Tucht, zitting houden de in het Paleis van Justitie, te Amster dam, heeft, na onderzoek, kapt. K. Vis- man, gezagvoerder van het ss. „Prins Fre- derik," dat gezonken is 25 Juni, des a- vonds 10 ure., bij mistig weder, in de Golf van Biscaye, door aanvaring met bet ss. „Marpessa", van alle schuld aan de aan varing vrijgecproken. Zondagavond bad in de synagoge der Israëlieten, te Maassluis, een zeer bij zonder en gelukkig zeldzaam voorkomend geval plaats. De voorganger der gemeente toch werd, toen hij even voor den aanvang van de godsdienstoefening bet kerkgebouw binnentrad, onverhoeds aangerand. De heer Coltof behield zijn tegenwoordigheid van geest en greep zijn aanvaller zoo flink aan, dat deze weldra afdeinsde en op den grond viel. Het ergerlijkste van dit geval is vooral, dat de aanranding gedaan werd door een der geloofsgenooten van den algemeen zeer geachten onderwijzer en dat de onverlaat zich niet ontzag zijn euveldaad te bedrijven op een plaats, die aan ieder geloovige heilig moet zijn. Van het geval is aangifte gedaan by de politie. W. Ct. Een leelijke vergissing. Drie Parij- sche kooplieden kwamen op een avond in een vroolijke stemming van een partijtje, toen zij, aan de place des Fêtes gekomen, een man op den trottoir zagen liggen, die blijkbaar meer gedronken had dan goed voor hem was, en zich thans om 's werelds beloop weinig meer scheen te bekommeren. Reeds wilden de heeren hun weg vervolgen, toen een van hen in den beschonkene een vriend herkende. Ja waarlijk, het was vriend 5. Goede raad was duur. Hem laten liggen ging toch moeielijk en hem meenemen was nu juist ook geen prettig baantje. Het laat ste was toch echter onvermijdelijk, X werd opgeladen, naar bnis gebracht en te bed gelegd. Mevrouw X was juist even uitge gaan. Bij haar terugkeer vertelden de vrienden haar, dat X zoo zeer vermoeid was, dat hij naar bed had moeten gaan, maar dat een kop sterke koffie hem bepaald goed zou doen. Binnen enkele minuten was de drank, die X weer tot de levenden zou moeten terug brengen, bereid. Toen mevrouw ech ter haar man, die met het gelaat naar den muur gekeerd lag, de dampende koffie wilde toedienen, en hem daarvoor wilde wakker schudden, bleek hetdat het haar man niet was. Tableau. Opnieuw waren thans de vrien den verplicht den pseudo X in hun midden te nemen en naar een politie-bureau te brengen, waar hij zijn roes kon uitslapen. Een sprekende hond. Een bekend tooneelspeler, die tevens de kunst van buikspreken verstond, zat aan een table d'hóte. Tegenover hem nam een Engelsch- man plaats. De tooneelspeler groette den Engelschman, doch deze groette niet terug. De groetende gevoelde zich door deze on vriendelijkheid beleedigd en hij besloot den langen zoon van Abion een les te geven. Hij gaf zijn poedel een wenk om op een stoel naast hem te gaan zitten en bestel de een broodje met kaas. „Ik ook eenriep de poedel dadelijk. De Engelschman zag verbaasd den poe del aan, en toen den eigenaar, en zeidë „Is die poedel uw eigendom „Ja mijnheer, de hond behoort mij." „Hoeveel kost die poedel „Ik wil niet verkocht wezen protes teerde de hond. De Engelschman schuift een bankbiljet van honderd pond sterling (f 1200) aan zijn overbuur toe, dat deze opneemt met de woorden „voor deze som wil ik den hond aan u afstaan." „Goed", zei de Engelschman, „nu moet de hond voor mij het woord voerenvan nu af spreek ik geen woord meer „Ik ook nietsprak de hond, en hij hield woord. De vroedvrouw Schwarz, die te War schau zal terechtstaan wegens kindermoor den, heeft, naar tot dusver gebleken is, den dood van niet minder dan 150 kinde ren op het geweten. Men heeft totnog toe vijf harer medeplichtigen gevat. Vrouw Schwarz werd zes jaren geleden als lid eener dievenbende veroordeeld tot vijf jaren dwang-arbeid in Siberiëmaar zij vluchtte vandaar en vestigde zich on der een valschen naam te Warschau. Voor de Rechtbank te St. Peters burg zal eerstdaags een proces behandeld worden om een erfenis, welke nog eens de moeite waard is, namelijk die van Falz- Fein, een millionair, die een vermogen van ruim 30 millioen roebels in geld, groo te landgoederen in verschillende gouver nementen en een kudde van 1,200,000 schapen naliet. De weduwe en de kinde ren uit het eerste huwelijk twisten nu over hun aandeel in die schatten. Falz-Fein was een zeer eigenaardig mil- lionair. Hij begon als schaapherder en bleef zijn levenlang een eenvoudig land man, wien niemand het zou aanzeggen, dat hij een der rijkste grondeigenaars van Rusland was. Het Gerechtshof te Rochester( New- York) heeft zekeren Arthur Day schuldig bevonden aan moord op zijn vrouw, die hij, bij een bezoek aan de Niagara, in de snelstroomingen der rivier had geworpen. Zijn zuster, die het echtpaar op het uit stapje vergezelde, was de voornaamste ge tuige tegen hem. Day werd ter dood ver oordeeld. Den 18en November wordt hij opgehangen. Verbetering. In ons vorig nummer namen we het bericht op, waarin de eerste buitengewone winterver gadering van het departement Helder, der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, werd aangekondigd tegen Vrijdag 17 November a.s. Dit moet zijn Vrijdag 7 November. Marktberichten. Alkmaar, 11 Oct. Aangevoerd 29 koeien en ossen f130 a 300, 32 nuch. kalveren f 8 a 22, 315 schapen f 16 a 25, 142 mag. varkens f 14 a 19, 292 biggen f 5 a 9, 18 bokken en geiten f3 a 8, boter per kop ('s middags 12 uur) f 0.70 a 0.82£, kipeieren f 5 a 5.25. Hoorn, 11 Oct. Aangevoerd tarwe f7.25 a 9, gerst f 4.75 a 6, haver f 3.50 a 4, witte erwten f9.50 a 11, groene dito f 10.50 a 13, grauwe dito f 13 a 17, vale dito f 12.50 a 17, bruine boonen f 10.50 a 13, karweizaad f9a 9,25, mosterdzaad f 15 a 16.25, 12 paarden f60 a 240, 210 schapen f 24 a 28, 103 lam meren f 16 a 22, 8 kalveren f 13 a 24, 90 varkens f12 a 22, 6 zeugen f 30 a 50, 189 biggen f4 a 8, 180 kippen f 0.50 a 1,75, 3500 kipeieren f4.50 a 5, 1800 koppen boter f 0.65 a 0.67£ per kop. Ingezonden. SCHOOL 76. Uit het verslag der jongstgehouden zitting van den Gemeenteraad alhier, vernam ik, dat volgens den heer Vos, die tegelijk Voorzitter is van de plaatselijke Schoolcommissie, de ge meenteschool no. 1b der gemeente 's jaarlijks kost f 400 niets meer. De juistheid van dit cijfer wordt door personen, die 't kannen we ten, betwyfeld, en o.a. wordt ook gewezen op de kosten van onderhoud van gebouw en meu belen, waaraan, naar men vermoedt, de heer V. niet gedacht heeft. Toch moet zulks m. i. wèl in rekening gebracht worden. Met on juiste becijferingen komt men in dezen tijd van openbaarheid niet heel ver. Helder, 13/10 '90. X. YAW STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI. 18) Naar 't Hoogduitse h. Als uit 'n droom ontwakende, naderde hy thans den overste en zeide dat het hem on- mogelijk was in woorden te brengen watziju hart gevoelde. Mocht het u gegeven zijn, heer overste, ging hy voort in mijn hart te lezen, dan eerst zou u ten volle overtuigd zijn van myne diepe, innige erkentelijkheid. Genoeg myn vriend, spreek daarover niet meer, wees overtuigd, dat 't mij hoogst aangenaam zal zyn, u ook buiten dienst dik werf ten mijnent te zien. 't Zal my een hooge eer zijn, heer over ste, hiervan 'n bescheiden gebruik te maken, antwoordde de graaf. Maar a propos, mag ik u met de meeste bescheidenheid eens 'n vraag doen, die 'k hoop, Se mij niet euvel zult duiden. Ge moet u zoo spoedig mogelyk in 'n Pruisische uni form steken, maar hiervoor zijn duiten noodig en hoe staat het met uwe financiën Om u de waarheid te zeggen, heer over ste, niet gunstig, 'k zou op dit oogenblik hier voor onmogelijk kunnen zorgen. Het doet me genoegen dat ge mij dit rondborstig verklaart, dan kan ik tevens 't genoegen smaken u aan te bieden, u op uw tractement eenig voorschot te verstrekken, en 't zal mij hoogst aangenaam zijn, indien gij dit aanbod wilt aannemen. Ik ben u zeer erkentelijk, heer overste, voor uwe welwillendheid ten mijnen opzichte en hoop er 'n dankbaar gebruik van te maken. Von Seelen, ge zult wel zoo goed zijn nog eenige oogenblikken te wachten, ge kunt dadelyk de benoeming in de dagorder op nemen. De adjudant schreef iets op aan zyn schryf- tafel, terwyl de overste eenige oogenblikken in diep nadenken verzonken zat. Eensklaps zich tot von Seelen wendende, vroeg hy Wat zoudt gij er van denken, zouden de Russen mij ter een of anderen tijd ook las tig kunnen vallen Maar mocht dit som tijds het geval zyn, dan zal ik dat vervl volk myne tanden laten zien, en ze zoo krach tig aanspreken, dat ze binnen een uur weêr de stad uit zijn* 't Zou niet onmogelijk kunnen wezen, heer overste, de ontvangst die u hun echter voorbereidt zal hen niet aansporen hun be zoek van langen duur te doen zyn, antwoord de luitenant von Seelen. Onnoodig alarm moet echter vermeden worden, hervatte de overste, trouwens dit is ook niet myn voornemen, want dit zou bepaald tegenstrijdig zyn met den wensch van Zijne Majesteit. En nu, heer graaf, ging hij voort, ge hebt wel eenige rust noodig, 't zal u dus niet onwelkom zijn wanneer uw nieuwe com mandant u drie dagen verlof geeft. Heer overste, gij voorkomt myn wensch. Zorg dan, dat ge spoedig een paar mij len van hier komt, doch zorg tevens op den bepaalden tyd terug te zijn en geen seconde langer weg te blijven dan uw verlofpas luidt. Waarheen denkt ge u te begeven? Indien de overste zoo goed wil zijn, geen huzaren naar Neuenrode te zenden, dan zou ik liefst daarheen mij begeven. Wat weerga moet ge dan toch altijd in dat Neuenrode doen, me dunkt daar moest ge genoeg van hebben. Och, heer overste, die weg is me 't beste bekend. Enfin 't is mij 't zelfde, ge kunt in dat opzicht natuurlyk uw eigen zin doen, en lachend vervolgde hy, pas maar op, dat ge u niet weêr vangen laat. Door de Russen tenminste niet, beer overste, en de Pruisen moeten me nu als hun officier erkennon. Alles in orde, heer luitenant, ge kunt vertrekken, over drie dagen hoop ik u weêr te zien. Geen seconde over den tijd, heer overste. Ik heb echter nog 'n beleefd verzoek aan u, en wel dit, of uw oppasser myne nog in 't logement berustende koffer mag halen, teneinde ik van kleeding kan verwisselen. Volgaarne, antwoordde de overste en oogenblikkelijk gaf hy daaromtrent de noodige bevelen aan Johan. Korten tijd daarna verscheen de cornet na 'n beter costuum te hebben aangetrokken, weer in 't cabinet. Welnu, zei de overste, uw verlof is in getreden, 'k wensch u goede reis en behouden terugkomst. Vóór ik vertrek, zou 'k u nog gaarne iets willen verzoeken, 't betreft geen dienst heer overste, maar ik wenschte zoo gaarne mejuffrouw uwe dochter. Op 't hooren dezer woorden keek luitenant von Seelen den jonkman met 'n woedenden blik aan en beet zich op den knevel. De overste geraakte 'n weinig in verlegen heid dat de cornet in 't bijzijn van luitenant von Seelen, over Helena sprak, daarom viel hy den jonkman in de rede en zeideJa, wacht even, en zich tot zyn adjudant wen dende zeide hijluitenant von Seelen, ik dank u, ge kunt wel vertrekken. Deze maakte oogenblikkelijk reohts-om-keert en stapte zoo hard de kamer uit, dat zijn spo ren zyn vertrek luide verkondigden. Nauwelijks was de luitenant vertrokken, of de overste vroeg aan den cornet: Wat wenscht ge toch van myn doch ter, graaf Zarnacki? Ik wenschte gaarne mejuffrouw Helena, alvorens te vertrekken, met 'n dankbaar gevoel de hand te kussen voor de oprechte deelne ming mij betoond, den laatsten avond dien ik 't genoegen had hier door te brengen. De overste wist niet wat hierop te moeten antwoorden, hij weifelde eenige oogenblikken; want hij begreep niet wat hiervan to moeten denken. Met 'n vriendelijken blik antwoordde hij echterMyn beste graaf, stel dit be zoek liever tot later uit, dan zal er ruimschoots gelegenheid zyn Helena te spreken; zorg nu echter dat ge weg komten hom de hand rei kende, zeide hijNu, graaf adieu, goedereis Binnen weinige oogenblikken was de cornet op weg naar Neuenrode. Tegen verwachting van den overste kwa men in den namiddag beide Russische officiers wederom in Wartenberg. De overste vertelde hun kort en bondig dat ze met hun deserteur naar den duivel konden loopen dat hy hem éénmaal had uitgeleverd, dat zy door hunne onachtzaamheid hem had den laten ontsnappen, dus, dat hy dientenge volge geen lust gevoelde zich verder met de zaak in te laten, en hun derhalve verzocht zoo spoedig mogelijk met die vervlpraatjes op te houden en zijn huis te verlaten. De officiers waagden het niet één woord meer te zeggen, keerden zonder gunstig resul taat terug van waar ze gekomen waren, en gaven verder alle nasporingen op. De kozakken echter, aan wier nalatigheid en slechte surveillance men de ontsnapping van den arrestant toeschreef, ontvingen door bemiddeling der beide officiers eenige geduchte knoetslagen. Ten einde zelf geen straf te krygen, werd de geheele zaak den superieuren geheel anders voorgesteld, zoodat deze in de meening ver keerden, dat de officieren den deserteur niet weder hadden gezien. De regeering liet de zaak verder rusten, want zij bekommerde zich al zeer weinig om een deserteur, die slechts huzarencornet en bovendien maar 'n Pool was. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1