't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. DE DESERTEUR. No. 1852. Zaterdag 15 November 1890. Achttiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Ceaf. >3 franco per po»t75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Burwux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 31 m. Onderg. 4 u. Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Eerste Kwartier. HELDER, 14 November 1890. De concertzaal van Tivoli was Dinsdag avond meer dan gewoonlijk bezet, wel een bewijs, dat men zich een avond van kunstge not liad voorgesteld. Dat die verwachting ten volle werd bevredigd, moge blyken uit 't vol- De kapelmeester Koning plaatste zich voor zyn lessenaar en bij 't opheffen van den diri geerstok waren niet alleen de muzikanten der kapel op hun qui vive, maar ook 't auditorium zette zich tot luisteren. Weldra klonk de Defilir Marsch über Speyer's Ballade »Drei muntre Burschen", van Voigt, opwekkend in de ooren en maakte een aangenamen indruk door de uitstekende stemming tnsschen de hou ten en koperen blaasinstrumenten. In No. 2, Ouverture de 1' opéra;/Le petit Chaperon rouge", hebben we gaarne een woord van lof over in betrekking tot 't ensemble, waardoor de compositie van Boieldien volkomen tot haar haar recht kwam. In 't bijzonder trof ons de solo voor fluit, en met de meeste belangstel ling luisterden we naar 't edel en hoogst l»e- schaafd geluid, dat de bespelende artist aan zijn instrument wist te ontlokken. Een der schoonste nummers van 't programma vond men echter #Suite pour Orchestre," van C. H. Coster. 't Deed ons goed onder al die vreem den 't toonwerk te mogen hooren van een Ne- derlandsch componist. De uitvoering gaf weder 't bewijs dat we ook onder onze landgenooten mannen van naam hebben op muzikaal ge bied, mannen van buitengewoon talent. Na de Prélude en 't opwekkende Scherzo, genoten we 't heerlijke Intermezzo, om tot slot be geesterd te worden door de porapeuse Marsch. Schitterend bleek de verdienste der kapel in de kolossale kracht der FF, zoowel als in de fluisterende PP. 't Blazen der enorm hooge trompetpartij in de Intermezzo was een meester stuk, en menig artist zou huiverig zijn, wan neer hij die hooge tonen moest treffen; 't was voor den executant een ware tour de force. Onder ademlooze stilte werden de beide num mers van 't streichquintott aangehoord. In Traumerei, van Robert Schumann, bekoorde ons 't liefelyk gefluister en by de serenade van Henrich Hoffman, meende men werkelijk den galant onder 't balcon van zijne geliefde gade te slaan en na 't eindigen van zijn lied, waarvan 't slot wegstierf, zich te zien verwijderen. 't Programma werd besloten met een flinke uitvoering van Fantaisie sur 1' opéra nLes Contes de Hoffman", van Jacq. Offenbach en Myrthen Kranzc, van Johan Strauss. De herhaalde applaus getuigden dat de uit- uitvoering der muziekstukken door 't audito rium werden gewaardeerd. Eerstdaags zal ook in onze gemeente een circulaire worden verspreid, gericht aan onze landgenooten en uitgaande van een vereeniging, onder de zinspreuk Moed, Beleid en Trouw". 't Doel is een fonds bijeen te brengen, om mannen, die, hoewel met de Militaire Willemsorde gedecoreerd, zich in hulpbehoe vende omstandigheden bevinden, te onder steunen; dit heeft intusschen alleen bétrek king op ridders beneden den rang van officier. Verder wordt gewezen op de ver plichtingen welke 't vaderland heeft voor mannen, die bij land of zeemacht, in Oost of West, strijden voor Neêrlands be langen of voor de eer der vlag. We twijfelen niet of aan 't beroep, op 't gekeele volk gedaan, zal gehoor worden gegeven en menigeen de zaak willen steunen, hetzij door een gift ineens of door een jaarlijksche bjjdrage. Zaterdagavond zal in den Stads schouwburg, Koningstraat, directie A. van Lier, worden opgevoerd >De Zigeuner of Amerika in 1775", een historisch drama in 4 bedrijven. De hoofdrol daarin zal vervuld worden door den beer Veltman. Verder verwijzen we onze lezers naar de in dit nummer voorkomende annonce. De Staatscourant" van Dinsdagavond bevat het volgende Gedurende de laatste veertien dagen heeft de toestand van Zijne Majesteit den Koning weinig verandering ondergaan. »De stoornis der geestvermogens blijft dezelfde. De gemoedsstemming van Zijne Majesteit is afwisselend, nu eens kalm, dan weer opgewonden; het laatste vooral als de nacht slapeloos is doorgebracht. »De lichaamskrachten, ofschoon onge twijfeld verminderd, blijven toch voldoende. Voor het leven van Zijne Majesteit den Koning dreigt op het oogenblik geen ge vaar. Paleis het Loo, 10 November 1890. (get.) Dr. S. S. Rosenstein, Dr. Vinkhuyzen, J. Vlaanderen Czn. Beroepen bij de herr. gem. te Hip- polytushoef o. a. op Wieringen dei heer H. L. Oort, cand. te Leiden. In zake Aafke Kuypers heeft de officier van justitie tegen de buiten-ver volgingstelling verzet aangeteekend, zoo dat de zaak nu voor het Hof zal komen. Het meisje, dat deze week te Baarn bij ongeluk door een revolverschot werd getroffen, is aan de bekomen wonden over- De vrouw, die verdacht wordt den diefstal bjj de firma Hirsch Co. te Am sterdam te hebben gepleegd, is wel voor- loopig op vrije voeten, om redenen van gezondheid, doch tevens onder toezicht van de politie gesteld. De waarde van het ontvreemde wordt op ongeveer f 500 Christina Wessels, bewoonster van de O.Z. Kapelsteeg te Amsterdam en haar „vriend" Abraham Molt, die de vorige week terecht stonden, werden heden ver oordeeld, de eerste wegens verduistering van een bankbiljet van f300, door een vrijer „ad interim" by haar verloren, tot een gevangenisstraf van 18 maanden, de tweede wegens het genieten van voordeel uit de operatie zijner „vriendin" tot de zelfde straf. Naar men verneemt heeft de poli tie de hand gelegd op een 5-tal jongelie den van 15 tot 18 jaren, verdacht van diefstal met inbraak in den nacht van Vrijdag op Zaterdag j.1. in den antiqui teitenwinkel van den heer Etienne Delau- noy, Kalverstraat, te Amsterdam. Een paar vermiste zilveren voorwerpen zyn reeds opgespoord, zoodat de politie thans den draad in handen heeft om vermoede lijk een geheele bende dieven en oplich ters voor geruimen tijd onschadelijk te maken. Woensdagnacht lag de te Scheve- ningen thuisbehoorende haringschuit „Neer- lands Koningin", sehipper D. Verhaan Jr. achter zijne netten in de Noordzee, toen een der matrozen, Leendert de Ruiter, die eenige dagen met de koorts in de kooi had 'egen, naar boven kwam en eensklaps iu volle zee sprong. Schipper Verbaan stelde onmiddellijk alle pogingen in het werk om den man te redden niets haat te hij verdween in de diepte. Spoorwegongeluk in Engeland. Het spoorwegongeluk op den Great Wes tern spoorweg te Norton Fitzwarren bij Faun- ton, is het ergste, dat sinds 1874 op dezen spoorweg plaats had. Do sneltrein van 4 rij tuigen, die de reizigers van de „Norham Casl- le" uit de Kaap uit Plymouth had afgehaald, reed een zwaren goederentrein, die stilstond achterop, zoodat een hevige botsing plaats vond en een aantal wagens vernield werden. Het aantal reizigers bedroeg 50, van wie 10 onmiddellijk gedood en 8 ernstig gewond wer den, terwijl 7 lichtere wonden bekwamen. Men vreest dat nog velen der gewonden zul len bezwijken. Vijf rijtuigafdeelingen van den personen trein werden door den geweldigen schok ge heel in elkaar gesehoven. De tender drong door de eerste 3 compartimenten van het voorste rijtuig, dat geheel aan stukken en splinters gedrongen werd, zoodat de menschen die in de voorste afdeeling zaten, letterlijk vermor zeld moeten zijn. Die, welke in de 2e en 3e afdeeling gezeten waren, werden zwaar ge wond en velen stierven na een paar nur in den vreeselijksten angst te hebben verkeerd. Het ongeluk gebeurde omstreeks middernacht en het was stikdonker. Kort na de botsing vatten de puinhoopen der verbryzeide wa gens vlam, doordien het vuur der locomotief er tusschen was geraakt. Zes reizigers, die nog niet dadelijk gedood waren, zaten toen nog tusschen de balken en planken geklemd en zyn levend verbrand. D« ramp was de schuld van den wissel- wachter, die toen de sneltrein naderde, het sein op „veilig" zette, daar hij vergeten had, dat de goederentrein nog op het spoor stond. De machinist en de stoker van den sneltrein kwamen er met enkele kneuzingen af. Waar- schynlyk waren zy van de locomotief ge- sprongeu toen het ongeluk onvermijdelijk bleek. Onlangs werd te Warschau een gou den bruiloft gevierd, waarop de bruigom het voorrecht genoot, zyn moeder naast zich te hebben. De oude vrouw telt 107 jaren, maar zij is nog gezond en kras. Ingezonden. MAATSCHAPPELIJK BELANC. Mijnheer de Redacteur! Hoewel n het debat over M. B. reeds voor gesloten heeft verklaard, heb ik toch hoop, u eene korte repliek op het schryven van den onbekende geen lid van eenige coöperatieve vereeniging zult weigeren, te meer daar u in dat schrijven vragen worden gesteld, die u toch zeker niet beantwoordt. Waarom in de openbare bijeenkomst geen debat is aangeboden, vindt zijn reden alleen daarin, dat het bestuur van meening was, het al leen tot een' noodeloozen woordenstrijd zou leiden en maar warme hoofden en koude har ten zou opleveren, zonder dat beide partijen stappen tot toenadering zouden doen, integen deel, wellicht door minder aangename discussie eer verwijdering geven. Toch zou het be stuur het woord gegeven hebben als het ver zocht was. Dat de spreker beweerde dat ^Eigen Hulp" geen dienst behoeft te doen als remtoestel voor het in bedwanghouden van prijzen, neem ik gaarne van~hem overveel handelskennis is er niet voor noodig, om te zien, dat met eene prijsberekening van E. H. geene rekening wordt gehouden, te meer daar de noteering vrij wel onbekend is. In eene vorige open bare vergadering is dat ook erkend door het toenmaals bestuurslid, den heer H. Het be stuur zal daar ook niet op pochen, 't zal moeite genoeg hebben, de scherpe concurrentie te vol gen, maar heeft daar een prachtig motief voor nl.onvervalschte waar, die zy betrekt uit de zelfde bronnen als ieder winkelier. Buiten dien, waarom zou zij concurreeren de leden van coöperatieve vereenigingen gebruiken die evenals de kinderen een spaarpot, het teveel- betaalde krijgen zij later in den vorm van dividend na aftrek ran alle onvermijdelijke onkosten terug. De exploitatiekosten, die on getwijfeld veel hooger zijn dan bij een win kelier, kunnen niet gedekt worden door voor- deeliger inkoopen dat die onder voordeelige conditiën plaats hebben of kunnen hebben ben ik zoo vrij te betwijfelen. Het concurreerend optreden van de winkeliers juich ik als een gezonden maatregel zeer toe, en zal ik ook altijd aanbevelen als het beste middel tot be strijding van onzedelijke concurrentie, hun aangedaan door een stand in de maatschappij, waarvan zij eer steun dan bestrijding mocht verwachten. Grootmoedigheid en humaniteit raag men van een winkelier verwachten, maar philan- tropie in prijsberekening niet. Dat de winkelier zoo concurreerend is, is alleen en uitsluitend goed begrepen eigenbe lang, dat is geen liefhebberijzaak, maar de geest des tijds, de strijd om het bestaan. Even goed als een ambtenaar eene goed ge- salariëerde betrekking prefereert boven die van lagere belooning, zoo philantropisch zijn ook ambtenaren nietde hand op uw hart geeft het antwoord hierop. Of bakkers, slagers en handelaars in aardappelen er een monopolie op na houden, durf ik u wel tegenspreken, en als u met feiten kunt aankomen, noem ik u knap eene beschuldiging uit te spreken zon der onderzoek, is wel gemakkelijk, maar niet edel. Tracht u eens op de hoogte te stellen, en u zal verbaasd staan over den naijver. Dat enkelen door noeste vijt en zuinig beheer eene goede dosis geluk, dubbele krachtsinspan ning, eene overwinning behalen, zal blijven zoolang er handel is, even zoo goed als er voor de tragen en achteloozen faillissementen in de toekomst klaar liggen. Het ambtenaars leven, met zyn afgemeten werkuren per dag, gaat meer op het gebaande en aangewezen pad, dat kent geen stryd om het bestaan. Dat ambtenaren zeer eerlijk zijn, betwyfel ik geen oogenblik; dat zij hun biljet voor hoofdelijken omslag niet in de juiste klassen zouden invullen; nog minder of neringdoenden of kooplieden dat ook doen vraagt u. Welke reden heeft u, waarde heer, om minder nobele gedachten te koesteren van gepatenteerden Heeft u daar ook reden voor of zyn die vra gen maar gedaan zoo achteloos om iemands gevoeligheid op te wekken, is 't geen onrecht dat u dat doet Dat in een geluksstaat coöperatieve vereenigingen op hun plaats zijn, wil er by my ook niet in. Op ééne vraag had ik echter gaarne een antwoord van u, waarde heer. Wat zal ik antwoorden als ik van E. H. een order krijg zonder dat ik tekort doe aan hu maniteit en wellevendheid, dat ik myn opinie niet opoffer aan een te maken winst, bewyst myn optreden tegen E. H. Zoolang M. B. haar doel tracht te bereiken op vredelievende manier en door gepaste middelen de leden van E. H. tracht te overtuigen, dat burgers onder elkaar eene andere roeping hebben dan elkaar te bestrijden, (geen persoonlijke strijd maakt van hun vermeend recht), blijf ik aan hunne zijde het goed recht verdedigen van den han del tegen coöperatie. En nu nog een enkele vraag, waarde lieer; geen lid van eenige coöperatieve vereeniging noch leverancier, maar beslist voorstander van coöperatie, waarom verzwijgt gij uwen naam. U neemt, als tot geen van beide partijen be- hoorende, zoo'n prachtig standpunt in van be middelen, dat ik werkelijk naar uw naam? verlang, het is u ook zeker te doen om on regelmatigheden weg te nemen, verkeerde denk beelden te bestrijden en een beteren weg aan te wijzen, dat ik meen dat uw naam bij uit zondering juist voor openbaarheid is geschikt, en aan uw schrijven meer waarde zal geven. Openbaarheid is juist wat M. B. bedoelt, dan kan men door terechtwijzing op het rechte pad komen; wilt u hem daarin van dienst zijn, dan houdt hij zich beleefd aanbevolen voor uwe opmerkingen. Dankbaar voor de afgestane ruimte, myn- heer de redacteur, teekent Uw Ed. dw. dienaar, A. KLIK. Marine en Leger. Met ingang van 21 Nov. a. s.lo. de kapt. luit. ter zee J. J. Stooker, ter zake van in doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van f 1800 en eene verhoo ging met f 900 's jaars, voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's Rijks overzeescke be zittingen en koloniën en tusschen de keerkringen; en 2n. bevorderd tot kapt.-luit. t. z., de luit. t. z. 1ste kl, P. D. A. Frankamp; tot luit. t. z. Ie kl., de luit. t. z. 2e kl. E. F. T. Bik. Bij beschikking van den minister van marine zijn met 16 dezer: gedetacheerd te Willemsoord en ter beschikking gesteld van den directenr en commandant der marine aldaar de luit. ter zee le kl. Ie off. K. J. Balgesteld op nonactiviteit id. P. W. Sftchse geplaatst in de rol van de „Marnix" id. G. F. G. Gobins geplaatst op bet wachtschip te Willemeoord id. 2e kl. G. A. de Cocqgesteld op nonactiviteit: id. P. H. van Voorthuijzen en E. W. Pheiffer; geplaatst op het wachtschip te Willemsoord id. A. Merkus; ge steld op nonactiviteitde officier van gezondheid le kl. B. N. Bersma zoomede de off. van adm. le kl- C. H. 8. Pastor en id. 2e kl. J. L. Monton ter beschikking gesteldv an den commandant van het korps mariniers en belast met het bevel over 2STO"VE3IJIJEI VAK 8TANISLAUS GRAAF GRABOWSKI. 27) Naar 't Hoogduitseh. De cornet vulde 't ontbrekende aan en zeide Zooals ik de eer had u mede te deelen, heeft de oude heer zyn volle toestemming ge geven. Men kon het den cornet aanzien, dat hij door 't gedrag én de houding van den overste zich wel 'n weinig in zijn eer gekrenkt ge voelde, doch hy was blijde dat 't verhoor hier mee was afgeloopen. De overste scheen wel te gevoelen, dat hy zich door zijn eigenbelang 'n weinig te ver had laten medesleepen, en op kalmer toon ging hy dus voort: Het moet u niet verwonderen, dat deze tijding my verrast heeft en 'n weinig van streek bracht, want 'k had nooit kunnen den ken, dat myn protégé juist met de dochter van iemand zou verloofd worden, waarmede ik reeds sedert jaren in vijandschap leef. Heer overste, dat bad ik nooit kannen vermoeden En ge zoudt zulks niet van myn neef vernomen hebben, vroeg de overste, terwyl hy hem met 'n wantrouwenden blik aaazag. Evenmin als van u, heer overste, op mijn woerd van eer. De cornet kon zulks gerust zeggen, want wat hem van de verhouding der beide onde heeren bekend was, wist hij alleen door de beide nichtjes en luitenant von Seelen. Met open blik zag hy hierbij den overste aan, die nu zeer goed begreep, dat hy de waar heid sprak, ofschoon zyn toon verre van vrien delijk klonk, toen hy zeide 't Is goed, ik dank u voor uwe mede- deeling en wensch u geluk met uwe verlo og» g0 kunt thans vertrekken. De cornet vreesde, dat hij zich hem thans tot 'n onverzoenlyken vijand had gemaakt, doch hoopte toch nog op 't goede hart van den ouden heer, zoodat hy het waagde te zeggen Heer overste, 'k zou u zoo gaarne nog 'n klein verzoek doen. Indien 't dienstzaken betreft ben ik tot uw dienst, zoo niet verzoek ik my met andere zaken niet lastig te vallen. Den cornet ontzonk bijna den moed, doch zijne innige liefde voor Kaatje schonk hem weer kracht en deed hem voor niets terug deinzen, met duidelyke stem antwoordde hij Ja heer overste, 't is 'n verzoek betref fende dienstzaken. Ik wenschte u beleefd te verzoeken myne aanvrage aan Z. M. om toe stemming tot 't aangaan van 'n huwelyk, wel te willen ondersteunen. Wat, vroeg de overste opnieuw opstui vende, wat, ge wilt dadelyk reeds huwen 't Is de wensch van myn aanstaanden schoonvader, antwoorden de cornet op vasten toon, en daar zijn vermogen de vervulling van zijn wensch mogelijk maakt, zoo de oude heer liet hem echter niet uitspreken, maar hem in de rede vallende, zeide hij Ge zijt nog te jong officier om nu aan zoo iets te kunnen denken en hebt bovendien nog 'n oude schuld te vereffenen, want zoo Pruisen u uitgeleverd had, was 't in zijn volle recht geweest. De driftige aard van den graaf en 't be wustzijn van zyn recht, ontstaken zijn gemoed in woede, zoodat hij op bijtenden toon ant woordde De verplichting, die op mij als officier rust, zal ik in ieder geval stipt nakomen, zoo als trouwens mijn eer my gebiedt. Ik, uw overste, zeg u echter, dat ik uw verzoek niet ondersteunen wil en dat ik alleen verplicht ben Z. M. myne redenen daarvoor kenbaar te maken. Heer overste, zeide de cornet op bijna dreigenden toon, dit zal mij niet weerhou den mijn verzoek aan den regiments-comman- dant in te zenden, en daar gij verplicht zijt het aan hoogere goedkeuring te onderwerpen, zal Z. M. zelf beslissen. Dat ging te ver, zoo iets was den ouden heer nooit overkomen, tegenspraak van een jong officier, en hoewel hij gevoelde, dat in 't verzoek niets onbillyks was, riep hij van woede stampvoetende uit O, zoo meneer, moet het dien weg op Wat mij betreft, doe wat ge wilt, of denkt ge soms dat Z. M. dit bewys van verzet te genover superieuren zal goedkeuren Maak nu, dat ge uit myn oogen komt, en bedenk wel wat ge doet Beiden kookte 't bloed in de aderen, de overste verstond echter de kunst als superieur 'n hooge borst te zetten, waarbij zijn voor naam militair voorkomen hem goed te stade kwamzoodat de cornet 't niet waagde 'n woord meer te zeggen cn dus zorgde zich niet aan insubordinatie schuldig te maken, hij salueerde dus en verliet van woede bevende, de kamer. Toen hij te huis kwam, stelde hij terstond 'n verzoekschrift aan Z. M. op, hetwelk hij pereoonlijk aan luitenant von Seelen, als re- giments-adjudant ter hand stelde. Deze schudde bedenkelijk 't hoofd en ried zijn jongeren kameraad aan, vooreerst 't ver zoekschrift nog achterwege te houden, tot dat de toorn van den overste 'n weinig bedaard was, maar te vegeeefs, de verbitterde graaf wilde hiervan volstrekt niets hooren, zoodat de adjudant beloofde het den commandant te overhandigen. Nadat de cornet een kwartieruurs vertrok ken was, kwam do .overste 'n weinig tot kalmte, ofschoon de sware rookwolken, die hij om zich heen blies, nog tot bewijs strekten, dat hy in een, nog ietwat opgewonden toestand verkeerde. Wat? mompelde hij binnensmonds, watinsubordinatie, verzet tegen zijn supe rieuren, en dan nog zoo'n jong officier, die pas komt kyken, zoo'n vlasbaard, 't is te erg, men had met zoo'n deserteur niet zooveel con sideratie moeten gebruiken. De kerel had mij reeds geheel ingepakt, en die arme Helena, die mij ook nog aan spoorde my voor hem in de bres te stellen dat arme dwaze meisjeen dat al'e3 om die gehaten neef George's wensch te ver vullen Knarsetandend ging hij voort Ik zal het hem eehter betaald zetten 't Betreft hier de eer van Helena, maar na zal ik zorgen, dat hy noch haar, noch die ge hate nicht huwt wederom een- kleine pauze't gelaat van den ouden heer klaarde echter wel 'n weinig op, 't scheen, dat deze ontboezemingen hem goed deden hij ging met zijn alleenspraak voort, of hy 't ver zoekschrift by mij zal indienen, 't zal me ver wonderen, en toch geloof ik 't wel. Hij zal nog eens met al zijn kuren voor den krijgs raad komen't is 'n duivel onder de huzaren, en wanneer ik hem in 'tveld had, reed hij bepaald met zijn regiment drie Oostenrijksche escadrons overhoop, op mijn woord van eer! Maar in vredestijd deugt hy niet; hy is veel te hartstochtelijk om te leeren gehoorzamen, 't Spyt me voor hem. 'k Zou hem gaarne tot schoonzoon gehad hebben, maar nu is 't voor altijd uit. Wat zal die arme Helena ver drietig zijn'k had ook niet kunnen denken dat hij von Seelen zoo gauw 't voetje gelicht had nu van achteren beschouwd, spijt het mc, dat ik haar von Seelen niet tot echtgenoot gegeven heb't is toch ook 'n braaf officier,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1