't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL Tweede Blad- DE DESERTEUR. NIEUWSTIJDINGEN. No. 1857. Woensdag 3 December 1890. Achttiende Jaargang. HELDER, 2 December 1890. Naar wij vernemen bestaat bij Hel ders Dillettantenclub" 't voornemen, om in Januari 1891 een tooneelstuk op te voeren in Tivoli, waarvan de opbrengst aan de verschillende kerkbesturen ten voordeele der armen zal worden afgestaan. Eerstdaags zullen er lijsten in de gemeente circuleeren, waarop de gelegenheid tot inteekening wordt aangeboden. Rekening houdende met den bekenden liefdadigheidszin onzer medebur gers, durven we een ruime ontvangst ver wachten, te meer, daar de winter zich vrij gestreng begint te vertoonen. Helders Dillettantenclub trad in April reeds in Ti- voH op met 't tooneelstuk Zonder naam" en behaalde vrij wat succes. De dag der verrassingen nadert. Jong en oud beginnen alreeds verlangend uit te zien naar 't geen de goede Sint dit jaar komt bren gen, en dankbaar zal men zeker zijn, als de wèldoende Heilige langgekoesterde en vurige wenschen tot vervulling doet komen. Hoe lang en hoe vurig heeft men hier ter plaatse gewenscht naar een nieuwe brug over het Heldersche kanaalhoeveel adreseen zijn daarvoor reeds gereed gemaakthoeveel cou- Tant-artikelen samengesteldhoeveel warme beraadslagingen in onsen Gemeenteraad ge houden En zie, eindelijk moet St. N\colaas komen, om ons de brug te brengen immers zij prijkt thans als pièce de milieu op de St. Nicolaas-étalage van den heer J. P. Sweering, Spoorstraat, hoek Weezenstraat, alhier. De brug, van zeer goede constructie cn van net ten vorm, is de bezichtiging ten volle waar dig. En wat niet het minst valt op te mer kener is geen gemeentelijke geldleening noodig geweest om dit werk uit te voeren en de Gemeenteraad heelt hoegenaamd geen aan leiding gehad om zich over dezen brugbouw warm te maken. Naar wij vernemen, zal, als het St. Nico- laasfeest achter den rug is, de brug verloot worden, in een verloting zonder nieten. De gelukkige winner kan dan de brug aan het gemeente-bestuur afstaan. Blijkens vorige annoncezal het Bad-Paviljoen Huisduinen gedurende den win ter dagelijks, van 's morgens 8 tot 's avonds 8 uur, tot ontvangst van bezoekers geopend zijn. We meenen, dat deze bepaling der Directie, bij het publiek wel byval zal vinden. Op een helderen winterdag zal het een niet te ver smaden genoegen verschaffen, een wandeling naar duin en strand te ondernemen, om, ge komen aan het doel van den tocht, in het nette van zeer goede consumptie voorziene Paviljoen een zitje te nemen. Terwijl de dames er uit rusten, bestaat er voor de heeren gelegenheid jïich met het biljartspel bezig te houden. Een üiljart van de nieuwste constructie is thans voor de liefhebbers van dat spel beschikbaar. Tegen den volgenden zomer zal het aantal badkoetsen en badstoelen aanmerkelijk worden uitgebreid. Het is der Directie gebleken, dat, ofschoon de zomer, die achter ons ligt, niet van de beste was en slechts weinig schoone dagen opleverde, er toch reeds een vrij druk gebruik werd gemaakt van de gelegenheid om baden te nemen en in een badstoel aan het strand te vertoeven. Uitbreiding van het ma terieel is daardoor dringend noodig. Het in huur nemen door de Directie van eene uit gestrektheid strand vóór het Paviljoen zal on getwijfeld bijdragen, om het verblijf daar ter plaatse te veraangenamen. Dood des Konings- Heden en morgen zullen in Den Haag on geveer 200 man, schepelingen en mariniers met hunne officieren, onderofficieren en kor poraals, garnizoen houden, vermoedelijk tot het doen van eerewacht bij het paleis in het Noordeinde. Betreffende den koninklijken rouwwa- gen wordt gemeld De koninklijke rouwwagen, welke voor de treurige gelegenheid der begrafenis van Neêr- lands derden Koning in gebruik wordt geno men, is, 't werd reeds met een enkel woord gemeld, van een anderen vorm dan het ry- tuig, dat bij vroegere vorstelijke begrafenissen gediend heeft. Het rouwvoertuig, dat koning Willem III grafwaarts zal voeren, is aan de vier zijden geheel open, zoodat de lijkbaar niet slechts van twee kanten ziehtbaar is. De lykkist namelijk staat in de rouwkoets onder een gebombeerden hemel, waarom heen een zilveren gebeeldhouwde lyst loopt, welk plafond gedragen wordt door vier stijlen. Uit het baldakijn loopen langs die kolommen gor dijnen van zwart fluweel, afgezet met zilveren draperieën, bezaaid met zilveren tranen en opgenomen met kwasten. Op den hemel waaien zes witte en zwarte struisveeren van merk waardige grootte. Doordien nu ook de voor- en de achterzijde van den rouwwagen open zijn, komt de baar geheel in het gezicht. Over de kist wordt een fluweelen lijkkleed gelegd, en daarop zullen de sabel en andere militaire equipementsstukken van den ontsla pen Monarch gerangschikt "worden. De ordeteekenen, de staf en de koninklyke kroon zullen achter den rouwwagen gedragen worden door een hofdignitaris. De rouwkoets wordt getrokken door acht paarden, geheel gedekt door zwart zijden flu weel, waarover met zilveren franje afgezette rugdekjes, waarop de koningskroon in zilver geborduurd is. Yoor den hoofdingang der Nieuwe Kerk te Delft zal, naar de «Avondpost" verneemt, ter gelegenheid van de begrafenis van wijlen Z. M. den Koning, eene reusachtige rouwpoort worden opgericht, 25 M. breed en 10 M. hoog. Deze poort zal worden gemaakt in halvemaans- vorm en geheel gedekt met zwart fluweel, van welke stof niet minder dan 450 M. noodig zal zijn. In het midden, boven den doorgang, wordt het rijkswapen aangebracht, terwijl voorts langs den bovenrand de wapens der provinciën van het ryk zullen worden bevestigd. Fluweelen knoppen en doffe palmen zullen den bovenrand voorts tooien. Van wege de Nederlandsche veree- niging »Nederland en Oranje", te Berlijn, is een prachtige krans naar Het Loo ge zonden. Deze krans is een waar kunststuk van ornamentieke kransbewerking, die in de laatste jaren een specialiteit van den groo- ten Berlijnschen bloemenhandel is gewor den. Hij is vervaardigd door een firma, welke voor de keizerlijke familie al zulk soort van werk verricht, en die eenen naam verworven heeft, zoowel voor hare kost bare bloemen en versieringen, als voor den goeden smaak die zij daarbij tentoonspreidt. De krans heeft een doorsnede van on geveer anderlialven meter. In hoofdzaak bestaat hij uit lauwertakken, tusschen wel ke aan de eene zijde louter witte, en aan de andere zijde half ontlokene, roodachtig witte rozen en rozenknoppen geschikt zijn. Samengebonden wordt de krans door eenen kring sneeuwwitte camelia's van zeldzame schoonheid, uit welker midden drie palm takken oprijzen. Onder deze camelia's hangt een breed oranjelint met zilveren franjes, waarop met eenvoudige gouden let ters de [woorden »Vereeniging Nederland en Oranje te Berlijn" geborduurd zijn. Het is te hopen zoo schrijft men dat dit schoone rouwteeken ondanks de he vige koude, welke op dit oogenblik hier het kwik in den thermometer 12° (Reaumur) beneden het vriespunt doet staan, onbe schadigd op Het Loo moge aankomen. Bij de verzending is buitengewone zorg gedra gen voor de fijne bloemen, welke geheel in watten gewikkeld zijn, terwijl het ver zoek er bjj is gevoegd, dat ook bij het uitpakken met dezelfde voorzichtigheid te werk gegaan moge worden. Behalve de vele buitenlandsche bladen, geeft ook het Oostenrijksch «Fremdenblatt" een waardeerend artikel over onzen overleden koning. De officieuse schrijver tocb noemt de Oranje's een geslacht, dat zich in de wereldgeschiedenis eene luisterrijke plaats heeft verworven, zoo dat de dood van den laatsten mannelijken af stammeling van dat Huis algemeene deelne ming moet wekken. De overleden vorst wordt geprezen omdat hij, bij het begin zyner re geering, toen het land in financiëelen nood verkeerde, een deel der civiele lyst heeft af gestaan en zich steeds boven het gewoel van den partijstryd heeft weten te verheffen. Ook de Nederlanders worden daarin geprezen als een natie met een groot verleden en bezield met veel zelfbewustzijn, met eerbied voor de wet en met vrijheidslievende gevoelens. Hoe wel het land, zeo gaat de schrijver voort, geene stormen tegemoet gaat, welke het ge mis eener mannelijke hand aan het staatsroer zou doen gevoelen, en koningin Emma onge twijfeld de taak, welke haar is opgelegd, kloek en wijs zal weten te vervullen, zal toch het ontbreken van een mannelijken erfgenaam 's Konings gemoed bedroefd hebben, want een beroemde naam is een schat, welken de va deren met rechtmatigen trots aan hunne na komelingen nalaten en die den drager den wecsch doet koesteren, dien onbevlekt te be waren in zijn geslacht. Die troost nu bleef Willem III, bij het ontbreken van mannelijk oir, ontzegd. Na een kort overzicht onzer politieke geschiedenis der laatste 40 jaren gegeven te hebben, zegt het blad, dat Neder land de vruchten plukt van een machtig en gelukkig verleden, in welke het door groote hoedanigheden en de gunst der omstandigheden een positie bekleeddewelke tegenwoordig onder geheel andere omstandigheden aan Staten van kleinen omvang niet beschoren is. Maar voor geen enkel land is rustig genieten weg gelegd rusteloos moet er gearbeid en met den tijd medegegaan worden. Dat dit ook met het Nederlandsche volk zoo zal zijn en dat het den ouden roem niet zal doen ver- bleeken, daarvoor staat de kloekheid (Tüch- tigkeit) der natie borg. Niet minder deelnemend en vriendschappe lijk is de stem van den fPester Lloyd". Het Nederlandsche volk, zoo zegt dit blad, heeft alle reden om het overlijden van koning Wil lem te betreuren, want het vdrliest in hem een edelen en begaafden vorst. Zijn lange regeering was zegenrijk en zeer bevorderlijk aan de welvaart en den voorspoed van zijn land. Een eerlijke opvatting van de eischen van het constitutioneele stelsel en een ernstige zucht tot het bevorderen van nuttige hervor mingen, waren de voornaamste regentendeug- den van den overleden koning, welke dan ook onuitwischbare sporen in 's lands instellingen hebben achtergelaten, waardoor Nederland een der bloeiendste en best bestuurde landen van Europa geworden is. Het begin zoowel als het einde van 's konings lange regeering, wordt door de voorbereiding en toepassing van vrijzinnige hervormingen gekenmerkt. En, aldus eindigt de schrijver zijn beschouwing, nu de Koning de oogen sluit, laat hij een land achter met geregelde financiën, bloeien- den handel en nijverheid, voortschrijdende op den weg van ontwikkeling en beschaving en geconsolideerd in zijne staatkundige inrich tingen. Het eeuige critieke punt is de ont wikkeling van het socialismedit evenwel heeft Nederland gemeen met alle Europeesche staten. Wanneer Nederland slechts zorgt ver der de wegen te bewandelen, waarop zijn Koning het tot vrijheid en voorspoed geleid heeft en zich hoedt voor ontzenuwende partij twisten, dan zal het land onder het regent schap evenzoo voorspoedig zijn als onder het koningschap. Voor eenig gevaar van buiten behoeft het voorzeker niet bevreesd te zijn. Van den nok der Nederlandsche legatie in de Schwindgasse hangt een lange zwarte rouwvlag. Bedankt voor het beroep naar de herv. gein. te Hippolyfcushoef op Wierin- gen door den heer H. L. Oort te Leiden. Van een beurtschip van Arasterdam op Blokzijl is in de Zuiderzee nabij het eiland Marken, over boord geslagen en verdron ken een 45jarige bakker, gewoond hebbende te Blokzijlhij was in het bezit van een gouden horloge en f500 aan bankpapier. Omtrent de ontploffing in de groote dynamietfabriek bij onze zuidelijke grenzen te Arendonk vernemen wij nader, dat dit ongeluk plaats had in de afdeeling der werkvrouwen. De oorzaak ligt in het ont ploffen van een dynamietpatroon, tengevolge van de groote haast, die de arbeidsters bij het maken der patronen aan den dag leg gen om meer te verdienen. Een 28jarig meisje Th. L., werd terstond gedood en vier anderen werden ernstig aan hoofd, ar men en beenen gekwetst. De teraardebe stelling van het lijk der ongelukkige was treurig. Al de werklieden en het bestuur namen daaraan deel. Het publiek wordt uitgenoodigd, zorg te willen dragen voor een stevige en zorg vuldige verpakking der bij gelegenheid van het aanstaande St. Nicolaasfeest met de pakketpost te verzenden voorwerpen. Voorts wordt met nadruk aanbevolen, de adressen, voor zoover zij niet op den omslag der pakketten kunnen geschreven worden, met de eene of andere kleefstof doch niet met lak, daarop in hun geheel vast te hechten, in dier voege dat voor het losraken, tijdens het vervoer, geen ge vaar besta. (Stct.) Gemeenteraad van Wieringen. Buitengewoae Vergadering ran 26 November 1890. Voorzitter de Burgemeester. - Enkele toehoor ders. - Afwezig de heeren W. Heijblok, J. Bais en J. Kooijmnn. De Voorzitter opent de vergadering. De notu len der vorige vergadering worden na voorlezing vastgesteld. De Voorzitter leest een schrijven voor van den heer commissaris des konings in deze provincie, houdende kennisgeving van het overlijden van Zijne Majesteit onzen Koning en stelt voor dat de Raad een adres van rouwbeklag zal aanbie den aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk. De Voorzitter doet vervolgens voorlezing van een ontwerpadres dat eenparig wordt goedge keurd. Vervolgens leest de Voorzitter de proclamatie voor door Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, Regentes van het Koningrijk, tot het Nederland sche volk gericht. Daarna gaat de vergadering over in gewone vergadering en deelt dë voorzitter mede dat de gemeentebegrooting voor 1891 is terugontvangen met een paar bemerkingen waaraan hij voorstelt gevolg te geven, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Bij de gewone rondvraag verlangt niemand het woord, waarop de openbare vergadering wordt ge sloten. Dy 's Konings dood. 's Lands vader is gestorven, Na jaren strijd en smart, En door dien dood vaart weemoed In elk echt Hollandsch hart. Al waakte een ed'le vrouwe Met Eng'lenliefde en trouw, Geduldig aan zijn sponde Thans zucht ook zij in rouw. 't Getrouwe volk treurt mede, En met ontroerd gemoed Getuigt het„Derde Willem, Gy waart voor ons zoo goed 'tls of de herfstwind droevig Zich uitspreekt in het weer, En klagend huilt door Neêrland „Gij hebt geen Koning meer!" Helaasde goede Koning Is van ons heengegaan Maar nog rest ons een tweetal, Waarop wij de oogen slaan. Prinsesje en Koninginne, U blijv' onz' trouw verpand. Moog' U Gods liefde sparen Hij zeeg'ne Nederland NOVELLE vak STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI. 31) Naar 't Hoogduitseh. Eensklaps werd de deur geopend en luite nant ron Seelen trad bleek en zeer ontdaan binnen. Ofschoon zich volstrekt niet bewust, iets be treffende zyn dienst verzuimd te hebben, dacht hij toch niet anders, of zoo'n onverwacht bevel beteekende niet veel goeds. Zoodra was hij de kamer niet binnen ge treden, of de overste kwam hem met 'n vrien delijk gelaat te gemoet, en zeide: Goed opgepast luitenant, gij zyt stipt op tijd. Hoor eens, von Seelen, ik wenschte u 'n gewichtige vraag te doen, die ge my volgens de inspraak van uw hart moet beantwoorden. Kan ik daarop rekenen, von Seelen Deze keek hem zoo vreemd en verbaasd aan, en wist niet wat te antwoorden, dat de overste 't woord weder opnam. Hoe is 't, ge staat daar te kijken of ge pas 'n vyftig knoetslagen ontvangen hebtis me dat 'n benauwd gezicht zetten. Ge behoeft immers geen »ja" te zeggen als ge «neen1 wilt zeggen. Ik zal u nu maar kort en bon dig een vraag doen, en die wil ik oogenblik- kelyk beantwoord hebben, want 't geldt hier 't geluk van mijn eenig kind. De luitenant keek hoe langer hoe verbaas der, 't begon hem voor de oogen te schemeren, eindelyk stotterde hjj Ik verzeker u, heer overste, dat ik vol gens de inspraak ran mijn hart zal antwoorden. Welnu, 'k vraag u doodeenvoudig, wilt ge myne dochter tot vrouw hebben, ja of neen 't Was den luitenant te moede of er hon derd kogels tegelijk langs zyn hoofd vlogen, en geheel verschrikt, riep hij uit: Heer overste Nu, niet lang bedenken, vindt ge 't goed, ja of neen, ge weet, ik houd niet van talmen. O, heer overste, ik vind 't zeer goed, gaarne. Dus ge hebt me goed begrepen, ge wilt haar de gelukkigste aller stervelingen maken Om u te dienen, heer overste. Welnu, aanstaande schoonzoon, geef me de hand hartelyk drukte deze die van den overste, terwijl hy, meer tot zich zeiven ge komen zijnde, hem in korte, doch hartelijke bewoordingen zyn dank betuigde voor 't on verwachte geluk. Nog was de adjudant alles een raadsel en met vurig verlangen zag hy de komst van Helena te gemoet, daar hy begreep, dat zij dit raadsel wel zou knnnen oplossen. Thans verwyderde de overste zich eenige oogenblikken, en trad korten tijd daarna met zijn dochter aan den arm de kamer weder bin nen, geleidde Helena naar den adjudant, legde beider handen ineen, en zich snel omkeerende, ten einde zijn aandoening te verbergen, zeide hij Neen, zoo'n gelukkigen dag heb ik in langen tijd niet gehad, en verliet zonder om te zien 't vertrek. 't Raadsel werd spoedig door Helena opge lost, ofschoon zy zich toch niet kon begrijpen, waaraan ze moest toeschrijven, dat de overste zoo eensklaps veranderd was. Eenige oogenblikken brachten de gelieven in onbeschrijfelijke zaligheid door, en begaven zich toen naar de eetkamer, waar de overste hen reeds zat te wachten. Had de overste voor dezen raiddag 'n extra menu besteld, 't eenvoudigste zou 't gelukkig drietal dezen middag goed gesmaakt hebben. Toen het diner was afgeloopen, verzocht de overste deu adjudant, aan graaf Zarnacki te verzoeken, even bij hem op 't bureau te komen. Ik heb behoefte hem eenige woorden van troost toe te spreken, in zijn treurigen toe stand, en bovendien zou 't mij 'n doorn in 't oog zyn, indien hij ook maar in de verte dacht, dat ik er eenig deel aan had. De adjudant voldeed onmiddellijk aan 't ver zoek van den overste, doch keerde na verloop van een half uur alleen terug. De overste, hem zonder den graaf ziende terugkeeren, ging hem met 'n beklemd hart te gemoet, en vroeg reeds in denver te Nu, waar is hij Sedert een uur uitgereden, zonder te zeggen waarheen, antwoordde de adjudant op neerslachtigen toon, want deze scheen even min als de overste op zyn gemak over dat onverwacht vertrek, omdat beiden 't voprtva- rende en opbruischende karakter van den cor net kenden. De overste, beducht dat hij zich wellicht voor den kop geschoten had, durfde dit echter niet aan Helena te laten blijken, om heur angst niet te verergeren. Ook den adjudant stelde hij gerust, door te zeggen Och, 'k begrijp er alles vau, hij zal naar Neuenrode gereden zijn, dat is zeer natuurlijk zorg echter, zoodra hij teruggekeerd is, hem mijn verzoek mede te deelen. TIENDE HOOFDSTUK. Het geluk. Men weet reeds, dat de cornet niet gewoon was lang over iets na te denken, voor hij het ten uitvoer bracht, daarom besloot hij dan ook na de ontvangen mededeeling van den adju dant, oogenblikkelijk naar Neuenrode te rijden. Hij was overtuigd dat de heer George, hoe veel leed hem dit ook zou veroorzaken, ver plicht was 't engagement zijuer dochter te ver breken, daar 't voortduren van zulk eene ver bintenis, natuurlijk alle uitzichten op 'n huwe lijk zou afsnijden en de geheele toekomst van 't meisje hierdoor bedorven zou zyn. De cornet echter van zijne zijde, dacht cr volstrekt niet aan van Kaatje af te zien, want dit beschouwde hij als eerloos, terwijl hij vrees de dat zoo iets haar wellicht 't leven kon kosten, omdat hij wist, hoe lief ze hem had hij was echter vast besloten 't eenmaal ont- worpeu plan, hoe gevaarlijk ook, ten uitvoer te brengen, doch hoopte op meerdere ervaring van den heer George, die wellicht nog 'n gun stige wending aan de zaak zou weten te ven, hetzij door persoonlijk naar den koning te gaan, of door iets anders deze nog tot 'n gewenscht einde te brengen. Toen de cornet te Neuenrode aankwam' was de heer George juist afwezig, zoodat Kaatje alleen thuis was. Vroolijk en verrast snelde ze hem te gemoet, want ze had niet durven hopen hem op dezeD dag te zien. Toen ze echter, in stede van zijn anders lachend gelaat, zijn ernstigen somberen blik zag, werd ze stiller totdat haar vroolijkheid haar geheel en al verliet en ze haar verloofde met 'n be kommerd gelaat aanstaarde. Op bezorgden toon en hem met haar zacht blauwe oogen teeder aanziende, vroeg ze zacht Is er antwoord uit Berlijn De cornet in plaats van te antwoorden, drukte haar aan zijn hart, en kuste haar her haalde malen. Eindelyk zeide hij Neen nog niet, doch mij is iets onaan genaams overkomen en daarover wenschte ik u en uw vader te spreken, ik ben evenwel blijde, dat ik u alleen aantref, dan kunnen we te zamen vooraf nog eens praten. Gij martelt mij, Stephan, 'k bid u, zeg met ronde woorden, wat is u wedervaren Zeg me spoedig de waarheid, ge weet dat ik me krachtig genoeg gevoel, om met u te lijden. Dierbaar Kaatje, even als toen men iny naar Rusland voerde, zal zoo 'k hoop, alles zich ook ten beste schikken, en 't geluk zal ons niet verlaten zoolang we elkander trouw blijven. de treurige uitdrukking op zijn ge laat gaf echter niet te kennen, dat hij voor zich bijzonder veel hoop voedde. Wat bedoelt ge dan toch, beste Stephan, riep 't meisje in doodelyken angst uit, weet ge dan niet, dat mijne liefde voor u grenze loos is, en dat ik in staat ben alles daarvoor op te offeren Ik zal haar misschien nog heden op dc proef moeten stellen, maar 'k weet het en ben er ten volle van overtuigd, dat gij ook onder de zwaarste beproevingen en 't bitterste leed mij getrouw zult blijven. Maar kom, laten we openhartig met elkan der spreken, de tijd is kostbaar, er moet ge handeld worden. Zachtjes trok hij 't dierbaar meisje aan zijn kloppend hart en kuste haar op nieuw. Men kon 't hem aanzien, dat hy 'n zwaren strijd voerde, en toch, 'tkon geen uitstel ly- den. Zoo voorzichtig mogelijk vertelde hij ihaar das welk antwoord hij op zijn re- quest ontvangen had, en welke treurige ge volgen hioruit nu voor hen konden voortvloeien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1