't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
Tweede Blad-
DE DESERTEUR.
NIEUWSTIJDINGEN.
No. 1857.
Woensdag 3 December 1890.
Achttiende Jaargang.
HELDER, 2 December 1890.
Naar wij vernemen bestaat bij Hel
ders Dillettantenclub" 't voornemen, om in
Januari 1891 een tooneelstuk op te voeren
in Tivoli, waarvan de opbrengst aan de
verschillende kerkbesturen ten voordeele der
armen zal worden afgestaan. Eerstdaags
zullen er lijsten in de gemeente circuleeren,
waarop de gelegenheid tot inteekening wordt
aangeboden. Rekening houdende met den
bekenden liefdadigheidszin onzer medebur
gers, durven we een ruime ontvangst ver
wachten, te meer, daar de winter zich vrij
gestreng begint te vertoonen. Helders
Dillettantenclub trad in April reeds in Ti-
voH op met 't tooneelstuk Zonder naam"
en behaalde vrij wat succes.
De dag der verrassingen nadert. Jong
en oud beginnen alreeds verlangend uit te zien
naar 't geen de goede Sint dit jaar komt bren
gen, en dankbaar zal men zeker zijn, als de
wèldoende Heilige langgekoesterde en vurige
wenschen tot vervulling doet komen.
Hoe lang en hoe vurig heeft men hier ter
plaatse gewenscht naar een nieuwe brug over
het Heldersche kanaalhoeveel adreseen zijn
daarvoor reeds gereed gemaakthoeveel cou-
Tant-artikelen samengesteldhoeveel warme
beraadslagingen in onsen Gemeenteraad ge
houden En zie, eindelijk moet St. N\colaas
komen, om ons de brug te brengen immers
zij prijkt thans als pièce de milieu op de St.
Nicolaas-étalage van den heer J. P. Sweering,
Spoorstraat, hoek Weezenstraat, alhier. De
brug, van zeer goede constructie cn van net
ten vorm, is de bezichtiging ten volle waar
dig. En wat niet het minst valt op te mer
kener is geen gemeentelijke geldleening
noodig geweest om dit werk uit te voeren en
de Gemeenteraad heelt hoegenaamd geen aan
leiding gehad om zich over dezen brugbouw
warm te maken.
Naar wij vernemen, zal, als het St. Nico-
laasfeest achter den rug is, de brug verloot
worden, in een verloting zonder nieten. De
gelukkige winner kan dan de brug aan het
gemeente-bestuur afstaan.
Blijkens vorige annoncezal het
Bad-Paviljoen Huisduinen gedurende den win
ter dagelijks, van 's morgens 8 tot 's avonds 8
uur, tot ontvangst van bezoekers geopend zijn.
We meenen, dat deze bepaling der Directie,
bij het publiek wel byval zal vinden. Op een
helderen winterdag zal het een niet te ver
smaden genoegen verschaffen, een wandeling
naar duin en strand te ondernemen, om, ge
komen aan het doel van den tocht, in het nette
van zeer goede consumptie voorziene Paviljoen
een zitje te nemen. Terwijl de dames er uit
rusten, bestaat er voor de heeren gelegenheid
jïich met het biljartspel bezig te houden. Een
üiljart van de nieuwste constructie is thans
voor de liefhebbers van dat spel beschikbaar.
Tegen den volgenden zomer zal het aantal
badkoetsen en badstoelen aanmerkelijk worden
uitgebreid. Het is der Directie gebleken, dat,
ofschoon de zomer, die achter ons ligt, niet
van de beste was en slechts weinig schoone
dagen opleverde, er toch reeds een vrij druk
gebruik werd gemaakt van de gelegenheid om
baden te nemen en in een badstoel aan het
strand te vertoeven. Uitbreiding van het ma
terieel is daardoor dringend noodig. Het in
huur nemen door de Directie van eene uit
gestrektheid strand vóór het Paviljoen zal on
getwijfeld bijdragen, om het verblijf daar ter
plaatse te veraangenamen.
Dood des Konings-
Heden en morgen zullen in Den Haag on
geveer 200 man, schepelingen en mariniers
met hunne officieren, onderofficieren en kor
poraals, garnizoen houden, vermoedelijk tot
het doen van eerewacht bij het paleis in het
Noordeinde.
Betreffende den koninklijken rouwwa-
gen wordt gemeld
De koninklijke rouwwagen, welke voor de
treurige gelegenheid der begrafenis van Neêr-
lands derden Koning in gebruik wordt geno
men, is, 't werd reeds met een enkel woord
gemeld, van een anderen vorm dan het ry-
tuig, dat bij vroegere vorstelijke begrafenissen
gediend heeft.
Het rouwvoertuig, dat koning Willem III
grafwaarts zal voeren, is aan de vier zijden
geheel open, zoodat de lijkbaar niet slechts van
twee kanten ziehtbaar is.
De lykkist namelijk staat in de rouwkoets
onder een gebombeerden hemel, waarom heen
een zilveren gebeeldhouwde lyst loopt, welk
plafond gedragen wordt door vier stijlen. Uit
het baldakijn loopen langs die kolommen gor
dijnen van zwart fluweel, afgezet met zilveren
draperieën, bezaaid met zilveren tranen en
opgenomen met kwasten. Op den hemel waaien
zes witte en zwarte struisveeren van merk
waardige grootte.
Doordien nu ook de voor- en de achterzijde
van den rouwwagen open zijn, komt de baar
geheel in het gezicht.
Over de kist wordt een fluweelen lijkkleed
gelegd, en daarop zullen de sabel en andere
militaire equipementsstukken van den ontsla
pen Monarch gerangschikt "worden.
De ordeteekenen, de staf en de koninklyke
kroon zullen achter den rouwwagen gedragen
worden door een hofdignitaris.
De rouwkoets wordt getrokken door acht
paarden, geheel gedekt door zwart zijden flu
weel, waarover met zilveren franje afgezette
rugdekjes, waarop de koningskroon in zilver
geborduurd is.
Yoor den hoofdingang der Nieuwe Kerk te
Delft zal, naar de «Avondpost" verneemt, ter
gelegenheid van de begrafenis van wijlen Z.
M. den Koning, eene reusachtige rouwpoort
worden opgericht, 25 M. breed en 10 M. hoog.
Deze poort zal worden gemaakt in halvemaans-
vorm en geheel gedekt met zwart fluweel, van
welke stof niet minder dan 450 M. noodig
zal zijn.
In het midden, boven den doorgang, wordt
het rijkswapen aangebracht, terwijl voorts langs
den bovenrand de wapens der provinciën van
het ryk zullen worden bevestigd. Fluweelen
knoppen en doffe palmen zullen den bovenrand
voorts tooien.
Van wege de Nederlandsche veree-
niging »Nederland en Oranje", te Berlijn,
is een prachtige krans naar Het Loo ge
zonden.
Deze krans is een waar kunststuk van
ornamentieke kransbewerking, die in de
laatste jaren een specialiteit van den groo-
ten Berlijnschen bloemenhandel is gewor
den. Hij is vervaardigd door een firma,
welke voor de keizerlijke familie al zulk
soort van werk verricht, en die eenen naam
verworven heeft, zoowel voor hare kost
bare bloemen en versieringen, als voor den
goeden smaak die zij daarbij tentoonspreidt.
De krans heeft een doorsnede van on
geveer anderlialven meter. In hoofdzaak
bestaat hij uit lauwertakken, tusschen wel
ke aan de eene zijde louter witte, en aan
de andere zijde half ontlokene, roodachtig
witte rozen en rozenknoppen geschikt zijn.
Samengebonden wordt de krans door eenen
kring sneeuwwitte camelia's van zeldzame
schoonheid, uit welker midden drie palm
takken oprijzen. Onder deze camelia's
hangt een breed oranjelint met zilveren
franjes, waarop met eenvoudige gouden let
ters de [woorden »Vereeniging Nederland
en Oranje te Berlijn" geborduurd zijn.
Het is te hopen zoo schrijft men
dat dit schoone rouwteeken ondanks de he
vige koude, welke op dit oogenblik hier het
kwik in den thermometer 12° (Reaumur)
beneden het vriespunt doet staan, onbe
schadigd op Het Loo moge aankomen. Bij
de verzending is buitengewone zorg gedra
gen voor de fijne bloemen, welke geheel
in watten gewikkeld zijn, terwijl het ver
zoek er bjj is gevoegd, dat ook bij het
uitpakken met dezelfde voorzichtigheid te
werk gegaan moge worden.
Behalve de vele buitenlandsche bladen,
geeft ook het Oostenrijksch «Fremdenblatt"
een waardeerend artikel over onzen overleden
koning.
De officieuse schrijver tocb noemt de Oranje's
een geslacht, dat zich in de wereldgeschiedenis
eene luisterrijke plaats heeft verworven, zoo
dat de dood van den laatsten mannelijken af
stammeling van dat Huis algemeene deelne
ming moet wekken. De overleden vorst wordt
geprezen omdat hij, bij het begin zyner re
geering, toen het land in financiëelen nood
verkeerde, een deel der civiele lyst heeft af
gestaan en zich steeds boven het gewoel van
den partijstryd heeft weten te verheffen. Ook
de Nederlanders worden daarin geprezen als
een natie met een groot verleden en bezield
met veel zelfbewustzijn, met eerbied voor de
wet en met vrijheidslievende gevoelens. Hoe
wel het land, zeo gaat de schrijver voort,
geene stormen tegemoet gaat, welke het ge
mis eener mannelijke hand aan het staatsroer
zou doen gevoelen, en koningin Emma onge
twijfeld de taak, welke haar is opgelegd,
kloek en wijs zal weten te vervullen, zal toch
het ontbreken van een mannelijken erfgenaam
's Konings gemoed bedroefd hebben, want een
beroemde naam is een schat, welken de va
deren met rechtmatigen trots aan hunne na
komelingen nalaten en die den drager den
wecsch doet koesteren, dien onbevlekt te be
waren in zijn geslacht. Die troost nu bleef
Willem III, bij het ontbreken van mannelijk
oir, ontzegd. Na een kort overzicht onzer
politieke geschiedenis der laatste 40 jaren
gegeven te hebben, zegt het blad, dat Neder
land de vruchten plukt van een machtig en
gelukkig verleden, in welke het door groote
hoedanigheden en de gunst der omstandigheden
een positie bekleeddewelke tegenwoordig
onder geheel andere omstandigheden aan Staten
van kleinen omvang niet beschoren is. Maar
voor geen enkel land is rustig genieten weg
gelegd rusteloos moet er gearbeid en met
den tijd medegegaan worden. Dat dit ook
met het Nederlandsche volk zoo zal zijn en
dat het den ouden roem niet zal doen ver-
bleeken, daarvoor staat de kloekheid (Tüch-
tigkeit) der natie borg.
Niet minder deelnemend en vriendschappe
lijk is de stem van den fPester Lloyd". Het
Nederlandsche volk, zoo zegt dit blad, heeft
alle reden om het overlijden van koning Wil
lem te betreuren, want het vdrliest in hem
een edelen en begaafden vorst. Zijn lange
regeering was zegenrijk en zeer bevorderlijk
aan de welvaart en den voorspoed van zijn
land. Een eerlijke opvatting van de eischen
van het constitutioneele stelsel en een ernstige
zucht tot het bevorderen van nuttige hervor
mingen, waren de voornaamste regentendeug-
den van den overleden koning, welke dan ook
onuitwischbare sporen in 's lands instellingen
hebben achtergelaten, waardoor Nederland een
der bloeiendste en best bestuurde landen van
Europa geworden is. Het begin zoowel als
het einde van 's konings lange regeering,
wordt door de voorbereiding en toepassing
van vrijzinnige hervormingen gekenmerkt. En,
aldus eindigt de schrijver zijn beschouwing,
nu de Koning de oogen sluit, laat hij een
land achter met geregelde financiën, bloeien-
den handel en nijverheid, voortschrijdende op
den weg van ontwikkeling en beschaving en
geconsolideerd in zijne staatkundige inrich
tingen. Het eeuige critieke punt is de ont
wikkeling van het socialismedit evenwel
heeft Nederland gemeen met alle Europeesche
staten. Wanneer Nederland slechts zorgt ver
der de wegen te bewandelen, waarop zijn
Koning het tot vrijheid en voorspoed geleid
heeft en zich hoedt voor ontzenuwende partij
twisten, dan zal het land onder het regent
schap evenzoo voorspoedig zijn als onder het
koningschap. Voor eenig gevaar van buiten
behoeft het voorzeker niet bevreesd te zijn.
Van den nok der Nederlandsche legatie in
de Schwindgasse hangt een lange zwarte
rouwvlag.
Bedankt voor het beroep naar de
herv. gein. te Hippolyfcushoef op Wierin-
gen door den heer H. L. Oort te Leiden.
Van een beurtschip van Arasterdam
op Blokzijl is in de Zuiderzee nabij het eiland
Marken, over boord geslagen en verdron
ken een 45jarige bakker, gewoond hebbende
te Blokzijlhij was in het bezit van een
gouden horloge en f500 aan bankpapier.
Omtrent de ontploffing in de groote
dynamietfabriek bij onze zuidelijke grenzen
te Arendonk vernemen wij nader, dat dit
ongeluk plaats had in de afdeeling der
werkvrouwen. De oorzaak ligt in het ont
ploffen van een dynamietpatroon, tengevolge
van de groote haast, die de arbeidsters bij
het maken der patronen aan den dag leg
gen om meer te verdienen. Een 28jarig
meisje Th. L., werd terstond gedood en
vier anderen werden ernstig aan hoofd, ar
men en beenen gekwetst. De teraardebe
stelling van het lijk der ongelukkige was
treurig. Al de werklieden en het bestuur
namen daaraan deel.
Het publiek wordt uitgenoodigd, zorg
te willen dragen voor een stevige en zorg
vuldige verpakking der bij gelegenheid van
het aanstaande St. Nicolaasfeest met de
pakketpost te verzenden voorwerpen.
Voorts wordt met nadruk aanbevolen,
de adressen, voor zoover zij niet op den
omslag der pakketten kunnen geschreven
worden, met de eene of andere kleefstof
doch niet met lak, daarop in hun geheel
vast te hechten, in dier voege dat voor
het losraken, tijdens het vervoer, geen ge
vaar besta. (Stct.)
Gemeenteraad van Wieringen.
Buitengewoae Vergadering ran
26 November 1890.
Voorzitter de Burgemeester. - Enkele toehoor
ders. - Afwezig de heeren W. Heijblok, J. Bais
en J. Kooijmnn.
De Voorzitter opent de vergadering. De notu
len der vorige vergadering worden na voorlezing
vastgesteld.
De Voorzitter leest een schrijven voor van den
heer commissaris des konings in deze provincie,
houdende kennisgeving van het overlijden van
Zijne Majesteit onzen Koning en stelt voor dat
de Raad een adres van rouwbeklag zal aanbie
den aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe,
Regentes van het Koninkrijk.
De Voorzitter doet vervolgens voorlezing van
een ontwerpadres dat eenparig wordt goedge
keurd.
Vervolgens leest de Voorzitter de proclamatie
voor door Hare Majesteit de Koningin-Weduwe,
Regentes van het Koningrijk, tot het Nederland
sche volk gericht.
Daarna gaat de vergadering over in gewone
vergadering en deelt dë voorzitter mede dat de
gemeentebegrooting voor 1891 is terugontvangen
met een paar bemerkingen waaraan hij voorstelt
gevolg te geven, waartoe met algemeene stemmen
wordt besloten.
Bij de gewone rondvraag verlangt niemand het
woord, waarop de openbare vergadering wordt ge
sloten.
Dy 's Konings dood.
's Lands vader is gestorven,
Na jaren strijd en smart,
En door dien dood vaart weemoed
In elk echt Hollandsch hart.
Al waakte een ed'le vrouwe
Met Eng'lenliefde en trouw,
Geduldig aan zijn sponde
Thans zucht ook zij in rouw.
't Getrouwe volk treurt mede,
En met ontroerd gemoed
Getuigt het„Derde Willem,
Gy waart voor ons zoo goed
'tls of de herfstwind droevig
Zich uitspreekt in het weer,
En klagend huilt door Neêrland
„Gij hebt geen Koning meer!"
Helaasde goede Koning
Is van ons heengegaan
Maar nog rest ons een tweetal,
Waarop wij de oogen slaan.
Prinsesje en Koninginne,
U blijv' onz' trouw verpand.
Moog' U Gods liefde sparen
Hij zeeg'ne Nederland
NOVELLE
vak
STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI.
31) Naar 't Hoogduitseh.
Eensklaps werd de deur geopend en luite
nant ron Seelen trad bleek en zeer ontdaan
binnen.
Ofschoon zich volstrekt niet bewust, iets be
treffende zyn dienst verzuimd te hebben, dacht
hij toch niet anders, of zoo'n onverwacht bevel
beteekende niet veel goeds.
Zoodra was hij de kamer niet binnen ge
treden, of de overste kwam hem met 'n vrien
delijk gelaat te gemoet, en zeide:
Goed opgepast luitenant, gij zyt stipt
op tijd. Hoor eens, von Seelen, ik wenschte
u 'n gewichtige vraag te doen, die ge my
volgens de inspraak van uw hart moet
beantwoorden. Kan ik daarop rekenen, von
Seelen
Deze keek hem zoo vreemd en verbaasd
aan, en wist niet wat te antwoorden, dat de
overste 't woord weder opnam.
Hoe is 't, ge staat daar te kijken of ge
pas 'n vyftig knoetslagen ontvangen hebtis
me dat 'n benauwd gezicht zetten. Ge behoeft
immers geen »ja" te zeggen als ge «neen1
wilt zeggen. Ik zal u nu maar kort en bon
dig een vraag doen, en die wil ik oogenblik-
kelyk beantwoord hebben, want 't geldt hier
't geluk van mijn eenig kind.
De luitenant keek hoe langer hoe verbaas
der, 't begon hem voor de oogen te schemeren,
eindelyk stotterde hjj
Ik verzeker u, heer overste, dat ik vol
gens de inspraak ran mijn hart zal antwoorden.
Welnu, 'k vraag u doodeenvoudig, wilt
ge myne dochter tot vrouw hebben, ja of neen
't Was den luitenant te moede of er hon
derd kogels tegelijk langs zyn hoofd vlogen, en
geheel verschrikt, riep hij uit:
Heer overste
Nu, niet lang bedenken, vindt ge 't
goed, ja of neen, ge weet, ik houd niet van
talmen.
O, heer overste, ik vind 't zeer goed,
gaarne.
Dus ge hebt me goed begrepen, ge wilt
haar de gelukkigste aller stervelingen maken
Om u te dienen, heer overste.
Welnu, aanstaande schoonzoon, geef me
de hand hartelyk drukte deze die van den
overste, terwijl hy, meer tot zich zeiven ge
komen zijnde, hem in korte, doch hartelijke
bewoordingen zyn dank betuigde voor 't on
verwachte geluk.
Nog was de adjudant alles een raadsel en
met vurig verlangen zag hy de komst van
Helena te gemoet, daar hy begreep, dat zij
dit raadsel wel zou knnnen oplossen.
Thans verwyderde de overste zich eenige
oogenblikken, en trad korten tijd daarna met
zijn dochter aan den arm de kamer weder bin
nen, geleidde Helena naar den adjudant, legde
beider handen ineen, en zich snel omkeerende,
ten einde zijn aandoening te verbergen, zeide hij
Neen, zoo'n gelukkigen dag heb ik in
langen tijd niet gehad, en verliet zonder om
te zien 't vertrek.
't Raadsel werd spoedig door Helena opge
lost, ofschoon zy zich toch niet kon begrijpen,
waaraan ze moest toeschrijven, dat de overste
zoo eensklaps veranderd was.
Eenige oogenblikken brachten de gelieven
in onbeschrijfelijke zaligheid door, en begaven
zich toen naar de eetkamer, waar de overste
hen reeds zat te wachten.
Had de overste voor dezen raiddag 'n extra
menu besteld, 't eenvoudigste zou 't gelukkig
drietal dezen middag goed gesmaakt hebben.
Toen het diner was afgeloopen, verzocht de
overste deu adjudant, aan graaf Zarnacki te
verzoeken, even bij hem op 't bureau te komen.
Ik heb behoefte hem eenige woorden van
troost toe te spreken, in zijn treurigen toe
stand, en bovendien zou 't mij 'n doorn in 't
oog zyn, indien hij ook maar in de verte
dacht, dat ik er eenig deel aan had.
De adjudant voldeed onmiddellijk aan 't ver
zoek van den overste, doch keerde na verloop
van een half uur alleen terug. De overste,
hem zonder den graaf ziende terugkeeren, ging
hem met 'n beklemd hart te gemoet, en vroeg
reeds in denver te
Nu, waar is hij
Sedert een uur uitgereden, zonder te
zeggen waarheen, antwoordde de adjudant
op neerslachtigen toon, want deze scheen even
min als de overste op zyn gemak over dat
onverwacht vertrek, omdat beiden 't voprtva-
rende en opbruischende karakter van den cor
net kenden.
De overste, beducht dat hij zich wellicht
voor den kop geschoten had, durfde dit echter
niet aan Helena te laten blijken, om heur angst
niet te verergeren.
Ook den adjudant stelde hij gerust, door te
zeggen
Och, 'k begrijp er alles vau, hij zal naar
Neuenrode gereden zijn, dat is zeer natuurlijk
zorg echter, zoodra hij teruggekeerd is, hem
mijn verzoek mede te deelen.
TIENDE HOOFDSTUK.
Het geluk.
Men weet reeds, dat de cornet niet gewoon
was lang over iets na te denken, voor hij het
ten uitvoer bracht, daarom besloot hij dan ook
na de ontvangen mededeeling van den adju
dant, oogenblikkelijk naar Neuenrode te rijden.
Hij was overtuigd dat de heer George, hoe
veel leed hem dit ook zou veroorzaken, ver
plicht was 't engagement zijuer dochter te ver
breken, daar 't voortduren van zulk eene ver
bintenis, natuurlijk alle uitzichten op 'n huwe
lijk zou afsnijden en de geheele toekomst
van 't meisje hierdoor bedorven zou zyn.
De cornet echter van zijne zijde, dacht cr
volstrekt niet aan van Kaatje af te zien, want
dit beschouwde hij als eerloos, terwijl hij vrees
de dat zoo iets haar wellicht 't leven kon
kosten, omdat hij wist, hoe lief ze hem had
hij was echter vast besloten 't eenmaal ont-
worpeu plan, hoe gevaarlijk ook, ten uitvoer
te brengen, doch hoopte op meerdere ervaring
van den heer George, die wellicht nog 'n gun
stige wending aan de zaak zou weten te
ven, hetzij door persoonlijk naar den koning
te gaan, of door iets anders deze nog tot 'n
gewenscht einde te brengen.
Toen de cornet te Neuenrode aankwam'
was de heer George juist afwezig, zoodat
Kaatje alleen thuis was. Vroolijk en verrast
snelde ze hem te gemoet, want ze had niet
durven hopen hem op dezeD dag te zien. Toen
ze echter, in stede van zijn anders lachend
gelaat, zijn ernstigen somberen blik zag, werd
ze stiller totdat haar vroolijkheid haar geheel
en al verliet en ze haar verloofde met 'n be
kommerd gelaat aanstaarde.
Op bezorgden toon en hem met haar zacht
blauwe oogen teeder aanziende, vroeg ze zacht
Is er antwoord uit Berlijn
De cornet in plaats van te antwoorden,
drukte haar aan zijn hart, en kuste haar her
haalde malen. Eindelyk zeide hij
Neen nog niet, doch mij is iets onaan
genaams overkomen en daarover wenschte ik
u en uw vader te spreken, ik ben evenwel
blijde, dat ik u alleen aantref, dan kunnen we
te zamen vooraf nog eens praten.
Gij martelt mij, Stephan, 'k bid u, zeg
met ronde woorden, wat is u wedervaren
Zeg me spoedig de waarheid, ge weet dat ik
me krachtig genoeg gevoel, om met u te lijden.
Dierbaar Kaatje, even als toen men iny
naar Rusland voerde, zal zoo 'k hoop, alles
zich ook ten beste schikken, en 't geluk zal
ons niet verlaten zoolang we elkander trouw
blijven. de treurige uitdrukking op zijn ge
laat gaf echter niet te kennen, dat hij voor
zich bijzonder veel hoop voedde.
Wat bedoelt ge dan toch, beste Stephan,
riep 't meisje in doodelyken angst uit, weet
ge dan niet, dat mijne liefde voor u grenze
loos is, en dat ik in staat ben alles daarvoor
op te offeren
Ik zal haar misschien nog heden op dc
proef moeten stellen, maar 'k weet het en ben
er ten volle van overtuigd, dat gij ook onder
de zwaarste beproevingen en 't bitterste leed
mij getrouw zult blijven.
Maar kom, laten we openhartig met elkan
der spreken, de tijd is kostbaar, er moet ge
handeld worden.
Zachtjes trok hij 't dierbaar meisje aan zijn
kloppend hart en kuste haar op nieuw.
Men kon 't hem aanzien, dat hy 'n zwaren
strijd voerde, en toch, 'tkon geen uitstel ly-
den. Zoo voorzichtig mogelijk vertelde hij
ihaar das welk antwoord hij op zijn re-
quest ontvangen had, en welke treurige ge
volgen hioruit nu voor hen konden voortvloeien.
(Wordt vervolgd.)