^8
't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1875.
Woensdag 4 Februari 1891.
Negentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Atoonnemerit
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
Afzonderlijk»? nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
AdvertentlêziL
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
HELDER, 3 Februari 1891.
Tengevolge van aanhoudende onge
regeldheden des avonds in de nabijheid der
vergaderplaats van het „Leger des Heils"
is het door den heer Garnizoens-Comman-
dant noodig geacht militaire patrouilles te
doen loopen tot handhaving der openbare
orde en tot versterking der politie.
Het leger zorgt op die wijze voor de
bewaring der orde, die verstoord wordt
bij het optreden van het „Leger".
De naam van mej. M. P. Dural,
van hier, komt voor als no. 1 op de voor
dracht voor onderwijzeres aan de openbare
lagere school te Houtrijk en Polanen.
Tengevolge van de invoering eener
pensioenwet voor mindere geëmployeerden
en werklieden, werkzaam by inrichtingen
van zee- en landmacht, zullen op de rijks
werven te Amsterdam, Hellevoetsluis en
Willemsoord velen den dienst verlaten met
pensioen.
Vrijdagmorgen sleepte de stoomboot
Hercules onder andere vaartuigen ook de
blazerschuit T. X. 14 de haven uit, om
naar 't gestrande stoomschip „Elstow" te
gaan. In de nabijheid van de Haaksgron-
den kreeg de schipper Pieter Zegel, daar
't vaartuig door een stortzee werd over
vallen, een slag met den helmstok en stortte
overboord. Waarschijnlijk zou de man in
de golven zijn omgekomen, daar de zee
vrij hol stond, ware 't niet aan schipper B.
C. Weltevreden, van blazer H. D. 72 ge
lukt den drenkeling een touw toe te wer
pen, dat door dezen werd gegrepen. Nu
was de man spoedig aan boord en kwam
voor ditmaal met den schrik vrij.
Een avondje te Huisduinen.
De winter is voorbij; althans we hopen 't-
't Tegenwoordige jonge geslacht kan nu ook
eens meepraten over een //ouderwetschen win
ter" en daarvan in latere jaren vertellen. De
winter gaf ruimschoots winterpret, maar ook
winterverdriet. We spreken niet van de ver
traagde aankomst der spoortreinen, van te laat
ontvangen bestelgoederen, bevroren gas- of
waterleiding, maar van den werkman, die tot
werkeloosheid genoodzaakt, daardoor met zijn
gezin ook broodeloos wordt. En zulke werk
lieden waren ook in onze gemeente maar al
te veel. Melden ons de couranten dat „Lief
dadigheid naar Vermogen" te Amsterdam
f70.000 heeft besteed om den nood der armen
te lenigen, ook hier hebben de geldelijke offers,
op 't altaar der liefdadigheid nedergelegd, een
niet onaanzienlijk cijfer bereikt. Denken we
slechts aan de uitvoering van „Crescendo",
aan die van de drie gecombineerde Christe
lijke Zangvereenigingen in de Nieuwe Kerk,
aan de voorstellingen der Dillettanten-Club,
de hardrijderij op 24 December enz. Hoe wel
kom de uitgedeelde giften ook waren, 't was
leniging in den nood, maar geen afdoende
hulp. Om hierin tegemoet te komen, besloten
de gezamenlijke aannemers en timmerlieden
hier ter plaatse een nieuw plan op touw te
zetten en werk te verschaften. Oud en jong
waren op schaatsen, maar de ysbanen binnen
de gemeente lieten veel te wenschen over.
Die konden dagelijks werk geven en den werk
man, die er niet tegen op zag de handen nit
te steken, aan een stuk brood heipon. Dat
plan viel in den smaak en de flinke mannen,
die de leiding der zaak op zich wilden nemen,
vonden by de burgerij krachtigen steun. We
verwijzen slechts naar de in de couranten
vermelde Verslagen-IJsbanen en hoofdzakelijk
naar 't eindverslag, waaruit blijkt dat er een
som van f 1662,70 by elkander is gebracht.
Niet onvermeld mogen wij hierbij laten de
belangrijke gift van f 300, door de plaatselijke
afdeeling der Maatschappij „Tot Nut van het
Algemeen" geschonken.
En nu is de winter, Goddank, zegt menig
een, voorbij en vele werklieden kunnen den
arbeid hervatten. De mannen, die zoo krach
tig de leiding der Werkverschaffing op zich ge
nomen hadden, zijn aan 't einde van hunne
taak. Niet langer hebben ze tijd, geld en
moeite aan te wenden om den werkman op die
wyze voort te helpen. Uit naam der burgerij
brengen we hun een woord van dank en hulde,
en hiermede is de zaak teneinde. Zoo dach
ten echter niet de beide directeuren van het
Badpaviljoen te Huisduinen, de heeren F. Sant
en Th. Terra. Zij besloten uit erkenning van
Ae gewichtige diensten, door de Commissie
voor Werkverschaffing dezen winter bewezen,
de leden tot een „gezelligen avond" uit te
noodigen en zoo kwam 't dat Zaterdagavond
omstreeks een dertigtal gasten 't Badpa
viljoen vulden. Daar werd door enkele ge
noodigden een passend woord gesproken naar
aanleiding der bijeenkomst en 't duurde niet
lang, of gezellige groepjes zaten hier en daar
aan de tafeltjes, zich bezig houdende met 't
een of ander spel, terwijl eenigen, met de
que in de hand, hunne krachten aan het bil
jartspel beproefden. Op onbekrompen wijze
zorgden de beide gulle gastheeren, dat 't den
genoodigden aan niets ontbrak. De ijverige
kastelein de Groot zorgde met een tooverach-
tige vlugheid, dat elk op zyne wenken werd
bediend en ontwikkelde een werkzaamheid,
die hem aanspraak gaf op de erkentelijkheid
en tevredenheid der genoodigden. De avond
vloog om en met verwondering keken de
meesten op, toen er werd bericht dat de rij
tuigen voor waren om de gasten huiswaarts
te brengen. De beide gastheeren lieten echter
hunne genoodigden niet vertrekken voor ze
eerst een souper hadden gebruikt.
Met een glas wijn namen de hb. Sant en
Terra van hunne gasten afscheid, toen de
klok reeds voorlang 't middernachtelijk uur
had gemeld.
De beide geachte directeuren van 't Bad
paviljoen hebben ook bij deze gelegenheid ge
toond, dat ze goed voor den dag komen als
ze iets op touw zettenze zyn overtuigd
dat 't werkelijk een gezellige avond is geweest
en kunnen verzekerd zijn dat de winteravond,
op het Badpaviljoen doorgebracht, by de gas
ten nog laug een aangename herinnering zal
achterlaten.
Men schrijft van Araeland
Voor wie een winter als de tegenwoor
dige lastig is, zeker wel het allermeest
voor de bewoners van een eiland. Waar
men nu en dan klachten hoorde van andere
eiland-bewoners over verbroken postge-
meenschap enz., daar moest de Amelander
erkennen dat hij toch nog gelukkig was.
Gebrek is er tot heden nog aan niets.
Bovenal mogen met eere genoemd worden
Amelands wakkere postschippersK. Col-
mar en S. Toren. Eiken dag ontvangt men
hier brieven, couranten, postpakketten. Dat
alles moet van Holwerd gehaald worden,
en veroorzaakt den schippers heen en weer
een wandeling van plus minus 6 uren over
het ijs. Waar de anderen reden hebben tot
klagen, de Amelanders mogen roemen, dat
zij, hoe streng ook de winter was, tot heden
hun isolement nog niet voelden.
Bij incidenteel arrest van heden heeft
de Hooge Raad, in de zaak van de naam-
looze vennootschap Berging Maatschappij
te Amsterdam tegen den Staat der Neder
landen, de eischeresse toegelaten, om door
getuigen te bewijzen de door haar gestelde
feiten, tot staving harer vordering wegens
vergoeding van schade veroorzaakt aan
haar materieel, dat zich op het by Kal-
lantsoog gestrande Duitsche stoomschip
„Ascania" bevond, toen dat schip gezonken
is, volgens eischeresses bewering uitsluitend
tengevolge der ongeschikte ligplaats, daar
voor door de rijksambtenaren aangewezen
aan de eischeresse, die aangenomen had
het schip af te brengen, te lichten en in
de Binnenhaven te Nieuwediep te brengen,
doch verzocht om het, toen het in de bui
tenhaven te Nieuwediep was gekomen, op
het droge te zetten, omdat het lek was,
welk verzoek niet werd ingewilligd.
Als een bewijs, hoe benauwd de
visschen het in sommige wateren krijgen,
kan dienen, zegt de „Zaanl. Ct.," dat de
molenaars in 't Westzijderveld ze deze week
met de hand konden pakken in de brand-
byten, die by de molens gehakt waren.
Sommigen gingen met ettelijke ponden
naar huis. De groote vischhandelaars te
Zaandam hebben veel moeite ze in leven te
houden en moesten dagelijks andere plek
ken ter bewaring zoeken, daar het water
op de meeste plaatsen in een toestand ver
keert, die alle visschen doet sterven.
Te Arnhem schijnt men de ingeze
tenen te ijken en te herijken.
Men leest toch in de „Arnh. Courant"
van 27 dezer
„De herijk van hen, wier geslachtsna
men beginnen met de letters A, B, C en
D, is bepaald van 26 tot 30 Jan."
Dat is nog erger dan de verplichte vacci
natie (Vad.)
P. van W., oud 21 jaar, een oppas
send werkman in de Alkmaarsche stoom-
meelfabriek, die met de smering der ma
chine was belast, werd Dinsdagmorgen te
8 uur door de machine gegrepen en was
onmiddellijk een lijk. Slechts eenige da
gen was hij in de fabriek werkzaam.
De fuselier D., van het 5de bat. lste
reg. infanterie, moet eerstdaags voor den
krygsraad te Haarlem terechtstaan, ter
zake van diefstal, gepleegd als bij-kok in
de soldaten-keuken van dat bataillon.
Men verneemt de verloving van mej.
Aafke Kuypers met jhr. Teding van Berk
hout.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
heeft, uitspraak doende op het hooger be
roep van G. Ammerlaan tegen zijn ver
oordeeling door de Haagsche Rechtbank
tot 15 jaren gevangenisstraf, wegens po
ging tot moord, door middel van vergif
tiging, gepleegd op zyn echtgenoote, de
opgelegde straf verminderd tot 10 jaren.
Het verzoek van den verdediger, om een
onderzoek naar de geestvermogens van den
beklaagde te doen instellen, werd afgewe
zen.
In de Beersche Maas is een jongetje,
dat op een ysschol kwam aandrijven, ver
dronken. Het bleek onmogelijk eenige hulp
te verleenen.
Men rekent, dat gedurende dezen
winter in Friesland meer dan 200 hard
ry dery en op schaatsen zijn gehouden, en dat
de gewonnen prijzen gezamelijk ruim
f 15000 hebben bedragen. Er zyn perso
nen geweest, die achtereenvolgens ver
scheidene honderden guldens bij die wed
strijden hebben gewonnenéén weinig min
der dan f1000. Neemt men hierbij in
aanmerking, hoeveel duizenden guldens
die hardrijderijen buitendien aan uitgaven
van allerlei aard hebben gekost, en hoe
veel geld vooral ook door de bezoekers
uit andere plaatsen werd verteerd, dan
komt men tot het besluit, dat, al moge
koude en gebrek tijdens dezen winter zyn
geleden, er echter ook een aanzienlijk be
drag aan geld in de wandeling is gebracht.
Een misdaad, lang geleden gepleegd,
is eindelijk aan den dag gekomen Acht
tien jaar geleden kwam een Goesch jon
geling, A. Snoep geheeten, die te Zierik-
see in betrekking was, aldaar op noodlot
tige wijze aan zyn einde. Men vond hem
verdronken of gestikt in een moddersloot,
en algemeen was men van meening, dat
zijn dood het gevolg was van een mis
daad. Naar luid van een dezer dagen te
Goes ontvangen schrijven, waarby gevraagd
werd of nog betrekkingen van A. S. in
leven zijn, blijkt nu, naar de „G Ct."
meldt, dat werkelijk een misdaad in het
spel geweest is en dat hy door drie jon
gelingen in de bewuste sloot geduwd en
gesmoord is. Een der daders, die ernstig
ongesteld en sinds gestorven is, heeft de
misdaad bekend. Van de beide andere
daders is een reeds vroeger overleden en
bevindt de tweede zich in Amerika.
Door de Rechtbank te Napels is een
vrouw tot 30 jaar gevangenisstraf veroor
deeld, die haar jongsten zoon vergiftigd
heeft, toen de oudste, de kostwinner, in de
loting viel, teneinde daardoor niet van diens
steun beroofd te worden
De Deensche reiziger Dr. Nansen zal
zijne nieuwe Noordpool-expeditie in het
midden van Juni aanvaarden. Hij wil door
de Behringstraat naar de Nieuw-Siberische
eilanden gaan en hij hoopt in September
open water te vinden, waarover hij verder
naar het Noorden kan varen.
Hy neemt op zyn schip een bemanning
van 8 koppen en levensmiddelen voor 5
jaren mee. Hy hoopt echter den tocht naar
de Noordpool in twee jaren te volbrengen.
Voor het geval dat het schip veronge
lukt, worden tenten meegenomen, waarmee
de leden der expeditie zich op het ijs kun
nen redden.
Als men dan weder water bereikt, kun
nen de booten dienst doen. Nansen ver
wacht een onbekend land dicht bij de Noord
pool te kunnen bereiken, en hij bereid zich
voor op het reizen in een koude van 36 a
40° onder 0 Celsius. Hij wil ook meteoro
logische waarnemingen doen en onderzoe
kingen omtrent het ys in die streken.
De Regeering heeft 50,000 kronen voor
de expeditie gegeven en de koopman Ga
mel draagt ook 50,000 kronen daarvoor bij.
Andermaal wordt melding gemaakt van
een hoogst ernstig geval van verbreking
der krijgstucht onder Engelsche troepen,
thans op diezelfde Bermudas-eilanden, wer-
waarts kort geleden tot straf het regiment
grenadiers werd gezonden, dat te Londen
aan het muiten sloeg.
Maar nu was het een ander regiment,
het regiment Leicester, dat ernstige ver
grijpen tegen de discipline pleegde, omdat
de manschappen ontevreden waren, dat ze
naar Halifax (Canada) zouden gezonden
worden. Dat de muiterij niet in een vol
slagen opstand ontaardde, was slechts te
danken aan diezelfde Londensche grenadiers,
die wegens hunne oproerige houding naar
de Bermudas verbannen werden en nu in
de gelegenheid waren van hunne verbeterde
gezindheid een afdoend bewijs te geven.
Zij zetten de bajonet op en brachten hunne
kameraden op die wijs met geweld tot hun
plicht terug.
Het getal der Europeesche landver
huizers voor Amerika heeft in 1890 491,000
bedragen, dat is ongeveer 64,000 meer
dan in 1889. Daarentegen is het getal
van Britsche landverhuizers verminderd.
In 1889 toch was het getal Britsche land
verhuizers naar Amerika 138,000. Dit
getal was in 1890 tot 120,000 gedaald.
Germaansche en Skandinavische emigran
ten, die in Amerika zeer gaarne ontvan
gen worden, vermeerderden niet in ge
tal. Duitschland leverde 96,000 landver
huizers. Italië zond ongeveer 33,000, Po
len ongeveer 15,000, Hongarije 9000, Rus
land 7000, Oostenrijk 6500, Bohemen 5000
meer dan in 1889. Terwijl Ierland slechts
53,00t) emigranten leverde, was het getal
Italianen 62,500. Zy behooren tot de
laagste klasse landbouwers en vestigen
zich meest in groote steden, waar zij zich
met het geringste handwerk vergenoegen.
De werkstaking der spoorwegbeamb
ten in Schotland loopt teneinde. De werk
staking heeft vijf weken geduurd. We
gens de vermindering, welke het spoor
wegverkeer daardoor moest ondergaan,
heeft de „North British Railway" een
schade geleden van 80,000 pd. st.de Ca-
ledonian-lyn 37,000 pd, en de Glasgow
and South western-lijn 10,000 pd. In het
geheel is dus door de werkstaking 1,500,000
gulden verloren.
By het mijnongeluk in Pennsylva-
"ijn'ijk
më zijn waarschynlyk 110 arbeiders om
het leven gekomen.
Londen, 30 Jan. De gezagvoerder
van het ss. „Philadelphia", te New-York
aangekomen, rapporteert bewesten Cura-
$ao het Engelsche barkschip „Montreal"
te hebben gepraaid, van Windsor, Nova
Scotia, met een lading planken naar St.
Simon bestemd. Het schip deed noodsei
nen en gaf te kennen dat het reeds 71
dagen reis had en er gebrek was aan pro
viand en water. Door de laatste hier ge
woed hebbende stormen was het belang
rijk uit den koers gedreven. De equipage
was op scherp rantsoen van water en een
halve beschuit daags. Zij waren daardoor
zoo verzwakt, dat zy niet in staat waren
het schip te bewerken, waardoor het aan
wind en weder was overgelaten. Slechts vier
van de tien man equipage konden nog op
de beenen staan. Den 1 Oen Januari werd
een man naar boven gezonden om uitkijk
te houden, doch hy was niet in staat zich
vast te houden en viel overboord. Dewijl
zy niet in staat waren een boot uit te
zetten, verdronk hy. De meeste zeilen van
het schip waren weggewaaid, ook was
eenig rondhout gebroken. Toen de boot
van de^„Philadelphia" met proviand langs
zijde kwam, waren zy buiten staat om
deze aan boord te nemen. In het geheel
verkeerde de bemanning in den beklagens-
waardigsten staat. De gezagvoerder van
de „Philadelphia" voorzag hen voor twee
weken van proviand, waarna beiden de reis
hebben voortgezet.
Muzikale Causerie.
XI.
In de vorige Causerie hebben wy de stelling
van Ohm behandeld en alvorens tot het ont
leden der klanken door het oor over te gaan,
moet in verband met die stelling ook het the
orema van den Franschen mathematicus Fou-
rier vermeld worden nml.
Elke slingerbeweging der lucht in den gehoor
gangafkomstig van een muzikale klankkan
altijd en telkens maar op e'éne wijze opgevat wor
den als te bestaan uit de som van een bepaald
aantal enkelvoudige slingeringendie overeenkomen
met de partieels tonen van die klank.
gJGelyk Causerie VII (20 Dec. 1890) werd
aangehaald, bestaan die partiëele tonen van
den grondtoon uit tonen die 2, 3, 4 enz. maal
zooveel trillingen hebben daar die boventonen
hoe langer hoe zwakker worden zal men in
den regel geen hoogere hooren dan den toon,
die het achtvoud van het aantal trillingen,
des grondtoons heeft. Tot het hebben van
een gemakkelyk overzicht, volgen hier de bo
ventonen van den grondtoon c (klein c).
b A
12 3456789 10
cc' f d' d' f' b" d" dl" d"
Het hier vermelde theorema van Fourier
geeft dus aan, dat het mathemathisch mogelyk
is een klank te ontleden in een som van tonen
en de wiskundigen hebben hierin een gemak
kelijke manier gezien om hun acustische on
derzoekingen te gronden.
Maar, zegt Helmholtz, is dat nu welzoo;
bestaan die partiëele tonen van een muzikale
klank, die de mathematische theorie het oor
doet ontleden ook werkelyk in de luchtmassa
buiten het oor Is dit theorema van Fourier
niet een mathematische fictie, die alleen aan
genomen is om de berekeningen te vergemak
kelijken en zyn de partiëele tonen reëel
Waarom beschouwen wij de slingervormige
bewegingen als het eenvoudigste element van
alle klankvormen
Men kan een geheel" op verschillende wille
keurige wyzen verdeelen het getal 12 behoeft
toch niet opgevat te worden als de som van
8 en 4 het kan uit de som van heel wat an
dere getallen bestaan, bv. 7 en 5, waaruit
volgt dat Fourier niet voetstoots mag bewe
ren, dat er maar édn wijze van ontleding be
staat, ten zij aangetoond kan worden, dat zijn
theorema een reëelen zin hebbe.
Het is zeker een gewichtige vingerwijzing,
dat men het gohoororgaan hierby hetzelfde
ziet verrichten als hetgeen daarbuiten wordt
waargenomen onafhankelijk van alle theorie
ook is er veel voor te zeggen, dat zijn wyze
van doen zich als de meest eenvoudige en ge
makkelijke heeft doen kennen, hetgeen zeker
samenvalt met een zekere eenvoudige natuur
der dingen, die bij het ons bekende meestal
aan den dag komt als een eigenschap der stof.
Daar de eigenaardige inrichting van ons ge
hoor zeer moeilyk tot grondslag kan dienen
om de werkelijkheid na te gaan, zoo is het
raadzaam te onderzoeken in hoever er ineen
klank partiëele tonen aanwezig zyn of niet, en
dat wel buiten ons orgaan om. Is dit bewe
zen, dan kan men het geobserveerde aan de
eigenschappen van ons oor toetsen.
4».
Ik heb deze Causerie iets korter gemaakt,
om nog iets te kunnen zeggen over de uit
voering van «Helders Mannenkoor", onder
directie van den heer Rugbrs, op Dinsdag
27 Jan.
Reeds werd door de Redactie op die uit
voering gewezen als een welgeslaagde en ik
ben het daarmede volmaakt eens. Juist omdat
zij goed was, zullen wy haar nog eens ontleden.
Eerst de opmerkingen.
De Bede van Heinze werd wat ruw inge
zet, de pp. waren goed, de solist mocht wat
meer klem hebben gelegd.
't Ouderhuis van Br. Buts was niet kwaad,
uitgezonderd den onzekeren inzet van het
derde couplet.
Den Muggendans van v. Breb geef ik 75.
Het Matrozenlied van Hol klonk zeer goed
en opgewekthierin was de steun van het
piano-accompagnement duidelyk merkbaar,
maar het zingen k cappella is dan ook uiterst
zwaar; in het hi, ho, hei van het derde
couplet was eenige ongelykheid te bespeuren.
't Gebed voor het Vaderlandvan Cabtol,
klonk niet kwaad, de solist was in den be
ginne wat te hoogwat de compositie betreft,
merk ik op dat ik een antipathie heb tegen
bromstemmen, die allicht gelyken op een ont
stemd orgel, hetgeen hier nu juist niet erg was.
Het fragment uit de Zauberjlöte was by-
zonder goed.
In de Bloeiende heerlijke tijd van Heinze
was de stemming te hoog of de tenoren te
vermoeid, want ze derailleerden in het eerste
couplet.
Den heer Werner maak ik myn compli
ment over zijn concert van Golterman, dai
ik evenwel als compositie middelmatig vind.
De technische moeielykheden werden zeer
goed overwonnen en de voordracht was te
prijzen de solist is ontzachlyk vooruit gegaan,
nu nog een meer precieus instrument en zyn
spel zal er te belangryker door worden.
Het nummer 7 gaf ons de Serenade op. 8
van Beethoven (waarom von en niet van)
te hooren en werd uitgevoerd door de HH.
Schouten (lste viool), Rugers (alt) en Wer
ner (cello). Ik vond de klank en het en
semble zeer goed, de executanten hebben in
het Allegretto alla Polacca zeker wel de moei
lijkheden van het werk gevoeld.
Zie zoo, klaar is de anatomie, nu de totaal
indruk. //Helders Mannenkoor" is ongelooflyk
vooruit gegaan en ik breng lof aan het optre
den en de inspiratie van den directeur, zoo-
ook aan den y ver van de medewerkende leden.
't Is jammer dat //Tivoli* geen goed voor-