't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE ERFGENAMEN.
No. 1883.
Woensdag 4 Maart 1891.
Negentiende Jaargang.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.v©rtentl6n
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJPA GSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEU WSTIJDINGEN. I
HELDER, 3 Maart 1891.
Zaterdagavond gaf de Zang-Vereeni-
ging >Cecilia" in «Tivoli" een uitvoering,
onder leiding van den beer W. Kuijk. Een
negental zangnummers werd ten gehoore
gebracht en wat meer zegt, met genoegen
gehoord. We kregen den indruk, dat
«Cecilia" vooruit gaat, meer ensemble
krijgt en beter op nuanceering begint te let
ten. Voor 't duo «Het bloempje op de
heide" en de tenorsolo »Ohne Liebe ist
das leben eine Blume ohne Duft", hebben
we gaarne een afzonderlijk woord van ver
melding over. De beide dames zongen
lief en de tenor kwam goed uit. De heer
F. Werner gaf ter opluistering en tot af
wisseling in de vocale muziek, een viertal
nummers op de cello en toonde opnieuw
dat bij zijn instrument meesterlijk weet
te bespelen. Na afloop der verschillende
nummers klonk gewoonlijk een welgemeend
applaus door de zaal, waarvan de heer W.
ruimschoots zijn deel kreeg. De heer L. A.
Schouten bewees uitstekende diensten bij 't
accompagnement op de piano.
De Visscherij Maatschappij Helder"
keert over het afgeloopen jaar 6°/o als di
vidend uit.
y Het stoomschip „Elstow", sedert 13
Januari op de Razende bol gestratd, is 11.
Zaterdagnacht door vier sleepbooten afgebracht
en behouden in de haven binnengekomen. Deze
uitkomst is een eenig feit in de strandgeschie-
denis onzer kust. Nadat de schelpzuiger „de
Tyd" getracht had een vaargeul te maken, wa
ren de veranderde windrichting en verhoogd
getij water, de meest gunstige bondgenooten
ora 't schip uit zijn positie te brengen den vier
sleepbooten gelukte zulks in den nacht van
Zaterdag op Zondag 11. Thans ligt het schip
in de haven, waar men ook de massa katoen,
nu aan het haven-talud opgeslagen, geheel in
zee gelost, kan zien.
De krachtsinspanning, welke deze gunstige
uitkomst ten gevolge had, is voorzeker niet
minder dan bij andere gelegenheid toegepast,
zonder dat zulk succes bereikt werd nu ech
ter waren 't schoone weer en kalme water van
den laatsten tijd, de machtige hulp voor dien
arbeid op de „razende bol" noodzakelijk.
Het stoomschip „Saturnus," van Amsterdam,
is hier aangekomen om de lading katoen in te
nemen en naar Hamburg, de destinatieplaats,
over te brengen.
We vernemen met voldoende zeker
heid, dat èn paardentram èn telephoon-
verbinding tot stand zullen komen. De
beeren Bakker, te Watergraafsmeer, en
Pot, te Alkmaar, hebben geen bezwaar
om aan de gestelde voorwaarden te vol
doen.
Op een wandeling door de Langestraat
in het westelijk deel der gemeente hielden we
dezer dagen even stil ter hoogte van de Blom-
steeg om nog eens een blik te werpen op het
gebouw, dat men bezig is te amoveeren het
voormalige kerkgebouw der R. K. gemeente
alhier. We verplaatsten ons terug in het tijd
vak tusschen 1785 en 1840, toen hier op Zon
en feestdageu de leden der parochie tempel-
waarts gingen, en toen binnen deze wanden,
de plechtige eeredienst plaats vond. Nog merk
ten we aan het beschot de plek op, waar het
altaar gestaan hadnog zagen we de trap,
die naar de galerij geleidde, waar 't kerk
orgel was geplaatst en het koor den dienst
opluisterde. We brachten daarna een bezoek
aan de voormalige pastorie, waar opvolgende
geestelijken eens waren gehuisvest en we
peinsden over de vergankelijkheid van al het
ondermaansche. De sterkste gebouwen verval
len en storten ineen tot puin, en waar de tand
des tijds nog niet haastig genoeg is om tem
pels en paleizen omver te werpen, daar hel
pen de mokerslagen des sloopers raeê, om de
vernietiging te bespoedigen. Weldra zoekt men
in de Langestraat tegenover de Blomsteeg te
vergeefs naar een herinnering aan 't aloude
bedehuis, waar de parochianen van weleer,
zoo vaak in vromen zin vertoefden, om door
hunne geestelijken tot de beoefening van gods
vrucht en deugd te worden Opgeleid.
Zou het niet mogelijk zijn, dat de leden
der gemeente op de bewuste plek een gedenk
steen plaatsten, voorzien van een inscriptie,
ten einde aan de voormalige bestemming te
herinneren We twijfelen niet of de eigenaar
van het terrein zou de plaatsing volgaarne
toestaan.
Naar wij vernemen, zal, ter voldoe
ning aan art. 7 der Statuten, op Zondag
15 dezer de jaarlijksche algemeene verga
dering plaats hebben van de Nationale
Kiesvereeniging „Burgerplicht" alhier. Deze
vergadering zal gehouden worden in het
lokaal Tivoli. Onder de punten van behan
deling komt voor de keuze van een Can-
didaat voor 't lidmaatschap van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, tegen de in
Juni a. s. te houden verkiezing.
Wegens periodieke aftreding, zijn drie
leden van 't Bestuur der Kiesvereeniging
aan de beurt om. af te treden, en boven
dien moet een keuze geschieden ter ver
vulling van de vacature, ontstaan door het
bedanken van den heer A. B. Weber, als
Bestuurslid en Secretaris.
Op de voordracht voor gemeente
controleur en binnenhavenmeester te Har-
lingen zijn geplaatst de heeren J. C. Kluit,
gep. off. van adm. der marine te Heiloo
M. J. E. Kriens, düd-onderoff. der marine
te Amsterdam en J. E. Carstairs Seiler,
West-Ind. ambtenaar, met verlof te Utreeht.
In de Utr. Crt. leest men het vol-
feaff&e
dient het volgende telegram aan voor 't
Nieuwediep ('t mag echter niet meer dan
dertig cents kosten):
„Van Spankeren,
Spoorstraat, Nieuwediep.
Waarde Neef
Ik meld u met diepe droefenis, dat oom
Hein is overleden. We erven de heele kluit.
Evert."
Telegrafist: „Er zyn drie woorden te
veel."
Heer: „Laat er dan >met diepe droe
fenis c maar af,"
Door het departement ran marine
is opzegging gedaan van de contracten
met de kon. fabriek van stoom- en an
dere werktuigen te A nsterdam, voor den
bouw op 's Rijks werf aldaar van het ram-
schip „Reinier Claeszen en het pantser-
dektorenschp „Prinses Wilhelmina der Ne
derlanden".
Bij vonnis van den Raad van Tucht
is kapiten G. Bakker, commandant van
het stoomschip „Obdara", der N. A. S. M.
van alle schuld vrijgesproken aan de aan
varing met de Fransche vischsloep „Cris-
tophe Colomb, die 26 Juli van het vorige
jaar bij de Newfoundlandsche banken heeft
plaats gehad.
In de jenever gestikt
Zekere B., te Utrecht, die nog al eens
misbruik van sterken drank maakte, werd
Woensdagavond dood in zijn woning ge
vonden.
Dien avond weder in beschonken toe
stand thuisgekomen zijnde, geraakte hij
hierover, hetgeen trouwens wel meer ge
beurde, al spoedig met vrouwlief aan het
twisten, totdat hij opeens, vermoedelijk
omdat het hem begon te vervelen, op
stond en al mopperende naar de keuken
'oen zijn vrouw hem echter na verloop
van weinige oogenblikken niet meer hoorde,
ging zij toch eens kijken en vond hem
toen voorover op den grond liggen, niet
het minste teelcen van leven meer gevende.
Hoewel onmiddellijk de hulp van een
geneeskundige werd ingeroepen, mocht
deze echter niet baten, doordien de man
blijkbaar in den jenever was gestikt.
Te Breda is Woensdagmorgen uit
de rivier de Mark door de schroef eener
stoomboot het lijk opgehaald van een
circa 44-jarige dame, die sinds eenigen
tijd aan zwaarmoedigheid leed en Dins
dagnacht haar woning heeft verlaten, om
door verdrinking een einde aan haar leven
te maken. Naar men verneemt, moet zij
het vertrek van haar eenigen zoon naar
Indië zich te veel aangetrokken hebben.
't Oprichten van een neutrale Vak-
vereenigiug voor Timmerlieden.
Zondagmiddag trad in Musis Saerum als
spreker op, de heer G. van Duivenboden, uit
Amsterdam, lid van den Nederlandschen Tim
merlieden bond, daartoe uitgenoodigd door een
commissie van timmerlieden alhier. De zaal
was goed bezet.
Spreker zeide in hoofdzaak 't volgende
»Ik ben hier niet gekomen om revolutionaire
denkbeelden te verkondigen of hatelijkheden
te zaaien tusschen werkgevers en arbeiders,
maar wel om u aan te sporen tot vereeni-
gen. Waarom? Omdat de geschiedenis van
de vroegste tijden ons reeds leert dat door
vereeniging de mensch alleen iets tot stand
kan brengen. Twee menschen op een een
zaam eiland gevoelen reeds behoefte elkander
te helpen, zoowel met 't oog op hun bestaan
als in den strijd tegen gevaren. Vereenigtu
ook, want we beleven een tyd van worsteling
en strijd, een tyd waarin alle middelen te
baat moeten genomen worden om 't leven te
rekken. De een heeft te ve e 1 en de an
der te weinig, ziedaar de oorzaak der
maatschappelijke ellende. Armoede onder 't
volk voert vaak tot bandeloosheid en dikwijls
tot 't begaan van lage daden, en de lioogere
standen maken vaak misbruik van de armoede
des werkmans. Hierin moet verandering ge
bracht worden, niet door geweld, maar door
in vereeniging met elkaar den toestand 't hoofd
te bieden, door onderling 't verstand te ver
lichten en elkander te ontwikkelen. Domheid
en armoede zijn onder andere oorzaak, dat vele
onzer dochters zich in de armen der prostitutie
werpen. De arbeider wil ook genot hebben,
maar daar hij behoorlyke vermaken niet kan
betalen, zoekt hy het vaak in dronkenschap
en stort daardoor zijn gezin in ellende. Ver-
eenigt u dan, om aan dien toestand een einde
te maken. Vormt vakvereenigingen. Waarom?
Omdat iedereen gevoelt, de zaken gaan op den
ouden voet niet langer. Die toestand is niet
aan de arbeiders te wyten. Er is overpro
ductie, daarom moeten productie en afzet ge
regeld worden. Door concurrentie vermoordt
men elkander. Zij die paleizen bouwen, wonen
in krotten en zij die ons de vruchten van veld
en akker verschatten, hebben meermalen gebrek
aan behoorlijk voedsel.
Voreenigt u tot 't bespreken van maatschap
pelijke toestanden, om tot verbetering te ko
men. Blijft niet van verre staan en denkt:
„ze kunnen 't buiten mij wel af." Houdt den
arbeid in eere. Arbeid is alles, want zelfs
't geld moet door zwaren arbeid worden ver
kregen. Arbeid is de bron van alle bescha
ving en rijkdom. Zegt niet, „er is te veel
volk op de wereld, zelfs niet op een of andere
plaats. Hoe meer menschen, hoe meer er
wordt voortgebracht. Blijft hier en gaat niet
emigreeren, maar zorgt voor vrouw en kin^l
deren. Door zorgen en overmatigen arbeid
verouderen onze vrouwen spoedigonze kin
deren hebben een ellendige jeugd. Moeten
wij ons kroost dan in den ouden sleur laten
voortgaan, omdat 't by onze vaderen zoo is
geweest?
Neen, we moeten ons vereenigen en geza-
melijk aan onze patroons onzen toestand bloot
leggen. Een knecht heeft gaarne't hoogst mo-
gelyke loon en de patroon betaalt liefst 't laagst
mogelyke. Nu moet men trachten tot een ver
gelijk te komen. Aan dien stryd moet niemand
zich onttrekken, ook de vrijgezellen niet. Waar
moet 't met de concurrentie heen? Vroeger
werd bijv. voor 't maken van een deur f3.50
betaald, thans is 't loon zelfs tot f 1.50 gedaald.
Voor ruim 6 jaren werd de Ned. Timmer-
liedenbond gesticht en thans telt hy reeds 1000
leden. Die bond heeft reeds veel nut gesticht.
Den bond is 't gelukt timmerbazen die van
buiten kwamen en 16 cent loon per uur be
taalden, te noodzaken 't loon gelijk te Amster
dam gebrnikelijk is, op 18 cent te brengen,
't Vorige jaar werd door den bond aan de
patroons 't verzoek gericht 't loon op 25 cents
en den werktijd op 10 uur te stellen. Dat
is niet gelukt, maar toch heeft men 20 cents
kunnen bedingen. Dit jaar zal men voorstel
len 't loon te brengen op 22 cents met een
werktijd van 11 uur.
Sommige werkbazen zyn welgezind, van daar
dat hier en daar reeds door hen de werklieden
in levensverzekeringsfondsen zyn ingeschreven
maar er zyn ook onwilligen, en die moet men
door een machtige vereeniging tot reden trach
ten te brengen. Men voegt ons toe dat we
onontwikkeld zijn dat is zoo, maar we zullen
ons in onze bijeenkomsten trachten te ontwik
kelen. We wenschen leerplicht, opdat onze
kinderen eenmaal beter dan wij zullen kunnen
optreden. Laat iedere vereeniging ook zijn
weerstandskas oprichten, en die zelf beheeren,
om zoodoende te ieeren op eigen boenen te
staan. Eén recht hebben we, namelyk 't werk
te staken, wanneer aan onze billijke eischen
geen gehoor wordt gegeven, maar dan moet
er geld zijn om den stryd te kunnen volhou
den, en daarvoor dient bijtyds gezorgd. De
contributie in onze vereeniging is maar 6 cents
per week en dus niet hoog. Behalve leerplicht
voor onze kinderen, wenschen we ontwikkeling
van onze vronwen, opdat ze ons als verstan
dige vriendinnen ter zijde kunnen staan en
een degelijk geslacht kunnen opvoeden. Slui
ten alle vakgenooten in ons vaderland zich
aan by onzen bond, dan hebben we hoop een
maal overal een gelijkmatig loon en gelyk-
matigen arbeidstijd te verkrijgendan hebben
we kans dat de machines, die thans den werk
man ten vloek schynen, hem ten zegen kunnen
worden.
Wat we door aaneensluiting hopen te berei
ken, is: Verhooging van loon, vermindering
van werktyd, leerplicht voor onze kinderen,
ontwikkeling onzer vrouwen, algemeen stem
recht.
Sluit u daartoe bij ons aan, door ook alhier
een vereeniging van timmerlieden op te richten.
Door een der commissieleden, de heer D.
B. de Wijn werd den spreker namens de aan
wezigen dank gezegd.
Door enkelen werden nog eenige opmerkin
gen gemaakt.
Ongeveer een 60-tal personen sloten zich
aan tot 't oprichten eener timmerlieden-ver-
eeniging.
Ingezonden.
LANGZAAM.
We gaan vooruit zoo verzekerde onlangs
een schrijver in deze courant. Stellig gaan
we vooruit op den weg van kennis en be
schaving, zoo sprak hy. Ik wil dio meening
wel niet bestryden, doch er alleen een woord
aan toevoegen 't woord dat boven dit stukje
is geplaatst. We gaau vooruit, maar lang
zaam.
Tot deze opmerking kwam ik, toen ik jl.
Maandag (23 Febr.) door eenige straten der
gemeente gaande, een aantal jongelieden pas
seerde, in zeer kennelyken staat. Deze jonge
lui hadden 's morgens deelgenomen aan de lo
ting voor de nationale militie, en verplicht of
niet verplicht om over eenige maanden aan de
bevelen van god Mars te gehoorzamen, had
den ze nu blijkbaar tal van offers geplengd
ter eere van god Bachus. Voorheen moeten
zulke bachanaliën op den lotingsdag nog veel
erger geweest zijn dan nu. Dus we gaan
vooruit, maar langzaam
Zou 't niet wat vlugger kunnen, dat voor
uitgaan Byv. door 't verbod van tappen in
de buurt waar de loting plaats vindt 't Is
niet te hopen, dat men dit weinig afdoend
middel beproeft. Zal het beter worden, men
trachte dan by de jongelni den zin voor orde
en welvoegelijkheid meer te doen heerschen.
Laat de ouders daartoe het hunne bijdragen.
Laat de moeders eens een woordje meespre
ken, misschien worden we dan in 't vervolg
bevrijd van het akelig geschreeuw op den lo
tingsdag, door beschonken jongelingen aange
heven, dat zij het zeggen zullen aan moeder.
De knapen, die ik Maandag in dien toestand
zag, zullen, vrees ik, toen zij thuis kwamen,
aan moeder maar heel weinig hebben kunnen
zeggen. P.
Naar het Italiaansch.
Na mijn vertrek van de kostschool was ik geheel
vrij in mijn doen en laten. De vriendin mij
ner moeder ging voort mij geld te geven, zoo
veel, dat ik er desnoods van leven kon. Dat
beviel mij echter niet, ik wilde niet alleen
leven, maar ook in vreugde leven. Het stiet
mij tegen de borst om door ijverig arbeiden een
positie in de maatschappij te verwerven, want
alle ernstige bezigheid is een hinderpaal voor
het genieten. Ik wendde daarom mijn letter
kundige bekwaamheden aan om als redacteur
van een satyriek blad iets te verdienen, doch
voornaraelyk om vrij entrée te krygen bij
bals, tooneelvoorstellingen en dergelijke feeste
lijkheden. Als de gelegenheid zich aanbood,
was ik ook niet kiesch om geld te bemachti
gen, maar ik was daarbij zeer voorzichtig om
myn goeden naam niet te bederven. Ik speelde
ook en versta de kunst om de fortuin te
dwingen. Maar dat was slechts een noodmid-
del, dat my weinig opbracht. Ik wilde ge
nieten en wachtte op een gelegenheid om for
tuin te maken. Vandaag heb ik die gelegen
heid gevonden door de ontdekking van uw
geheim. Ik twijfelde geen oogenblik om door
de opoffering van twee menschenlevens myn
doel te bereiken. Alleen zorgde ik, dat de
politie geen verdenking op mij zou krygen.
Het is onmogelijk, dat de politieden bedrijver
vindt van de twee moorden, die binnen een
paar uren geheel Parijs zullen bezig houden.
Gij kent mij nu, heereD, ik heb oprecht ge
sproken. Ik heb de plaats ingenomen van
den Londensche bondgenoot vijf-vier, en wil
die behouden, met al de rechten en plichten.
Ik kom met documenten, die hy u brengen
zou. In zijn plaats sta ik voor u, heeren 1"
Maurice zweeg. Verdier staarde hem ver
baasd aan, omdat hij zoo kalm over zijn mis
daden sprak. Lartige bewonderde hem echter.
„Welnu," vroeg Verdier, „waar zyn de pa
pieren T'
Maurice haalde zijn portefeuille te voorschyn.
„Hier zijn eerst de tienduizend francs, die
Jenny Sta 11 in de grafkapel moest leggen. Ik
overhandig ze aan u, mynheer Thermis, vyf-
drie, ze waren voor u bestemd."
Lartige en Verdier keken elkaar verwon
derd aan.
„En hier zijn twee brieven, die ik meenam
om ze niet in handen der politie te laten val
len. De een is door mijnheer Thermis gericht
aan vijf-twee, voor wien ik misschien dezen
geestelyke mag houden. De andere is door
vyf-twee aan den heer Thermis geadresseerd.
En met dit derde papier overhandig ik u het
document, dat vyf vier uit Londen bracht."
Verdier en Lartige grepen begeerig naar
het testament van Armand Dharville, dat Mau
rice op de tafel legde.
„Ah, Bermont is een grootman!" riep Ver
dier, toen hy het testament gelezen had. «Tien
millioenIk had niet durven vermoeden, dat
de erfenis zoo groot was!"
„Lees nu ook deze aanmerking, die vyf-vijf,
blijkbaar Miehaël Bermont, aan het testament
toevoegde," zeide Maurice bedaard. „Ik heb
zijn bedoeling goed begrepen, geloof ik. Hij
wil de erfenis onder de vyven verdeelen, al3
het gelukt die twee meisjes uit den weg te
ruimen. Dunkt u ook niet, heeren
Verdier knikte toestemmend.
»Het is goed bedacht, maar de uitvoering
heeft zwarigheden," vervolgde Maurice. „Wie
zal de meisjes opsporen en wie zal ze uit den
weg ruimen Voor u beiden zou dat een zware
taak zyn. Ik heb wel bespeurd, dat ge u niet
in het openbaar te Parys durft vertoonen, dat
uw verleden niet zuiver is, anders hadt ge
geen valschen naam noodig, mijnheer Thermis
of een vermomming zooals deze gewaande gees
telijke. Ook zoudt ge dan openlyk met elk
aar verkeerd hebben in plaats van de toe
vlucht te nemen tot teene briefwisseling in een
grafkapel. Valsche namen en vermommingen
zijn onpleizierige zaken. Daarmee waagt men
zich niet gaarne in het publiek, men vreest dan
altijd ontdekking. Ge hebt dus een derden
noodig, die onbevreesd naar de beide meisjes
zoekt en den moed heeft om op het gunstige
oogenblik zijn slag te slaan, waarvan de vijven
hun fortuin verwachten. En dio derde per
soon ben ik op n^y rust geenerlei verden
king. Mijn moed heb ik getoond. Van mijn
kant dreigt geen gevaar, ge kunt mij aan de
galg brengen, wanneer ik uw verrader word.
Kortom, ik ben de aangewezen man voor uwe
plannen. Maak van mijne krachten gebruik,
ik stel my ter uwer beschikking. Aan het
bondgeuootschap der vijven ontbreekt een man,
dien ik naar de andere wereld zond. Laat mij
vijf-vier zijn, geef my aandeel in de erfenis,
dan zal ik alleen alle bezwaren wegruimen
om de millioenen voor ons te verkrijgen. Ik
heb gezegd en wacht uw antwoord."
„Ge zijt stoutmoedig in uw eischen," zeide
Verdier.
„Het geluk lacht alleen de stoutmoedigen
toe," luide het antwoord van Maurice.
„Ge wilt dus de beide meisjes opzoeken en
ze uit den weg ruimen vroeg Lartige.
„Ja I"
„Ge zijt zeer jong," merkte Verdier op.
„Dat is voor my geen nadeel. De jeugd
heeft kracht."
„Houdt ge van het schoone geslacht
vroeg Verdier weer.
„Ik heb een beminde dat hoort er zoo
bij, maar ik zou daar onmiddellijk van afzien,
als 't noodig was om de zaken van het bond-
nootschap der vyven."
„Recht zoo, mijn jongenriep Lartige vol
bewondering uit. „De liefde moet geen macht
op ons uitoefenen, als wij iets groots willen
bereiken."
„Nu zou ik toch gaarne weten, hoe ge ken
nis hebt gekregen van ons geheim," zeide
Verdier.
„Daar hebt ge mij zelf aan geholpen, myn
heer
„Ik riep Verdier verschrikt uit.
„Ja, gy allen I Herinnert ge u wel, hoe ge
een week geleden in het bosch van Vincennea
een brief hebt gelezen en toen in stukjes hebt
gescheurd
«Ja, een brief van Michael Bermont,
maar ik was alleen."
„Dat dacht ge, maar in de verte zat ik op
een bank te wachten op een vriend, die zeer
lang wegbleef. Ik hield u scherp in het oog.
Ge hadt toen geen pruik en geen priesterge
waad, maar toch herken ik u. Ik was ver
rast door de uitdrukking van uw gelaat, ter
wijl ge den brief laast. Ge toondet de grootste
vreugde en dat maakte mij nieuwsgierig. Ik
heb eens gelezen, dat de meeste brieven, die
zorgvuldig verscheurd worden, een geheim be
vatten. Ge boodt mij een goede gelegenheid
aan om te onderzoeken of deze bewering waar
was. Na uw heengaan verzamelde ik zorg
vuldig de stukjes papier en by mijn thuiskomst
paste ik alles bij elkaar eu plakte het op een
velletje brievenpapier. Kijk, hier is dej brief
weer
„Maar die bevat geen belangrijk nieuws
„Dat dacht ik eerst ook," antwoordde Mau
rice. „Maar omdat de inhoud zoo onbeduidend
is en ik uw vreugde had opgemerkt, begon ik
naar een geheime beteekenis te zoeken. Uit
nieuwsgierigheid had ik vroeger verschillende
soorten van geheimschrift bestudeerd. Ik be
proefde verschillende manieren maar eindelyk
gelukte het my met de verdeeling in vakken.
(Wordt vervolgd.)