't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, MEUWEDIEP EN TEXEL.
TW8H ERFGENAMEN.
No. 1891
Woensdag 1 April 1891.
Negentiende Jaargang.
-A-Td ori n era ent
por S maanden binnen de gemeente50 Ceat.
S franco per poet75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burerax: SPOORSTRAAT «i ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk de* DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
Aan onze Abonné's buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht het verschuldigde
abonnementsgeld, „Vliegend Blaadje" le
kwartaal 1891, te willen overmaken per
postwissel of in postzegels, vóór 5 April
1891, zullende anders daarover met 10 ct.
verhooging per post worden beschikt.
DE UITGEVERS
Vereeniging tot het organiseert') van
Voiksbijeenkomsten, te Heider.
Verslag over 1890/91, nitgekraeht in de
algemeene vergadering der Vereeniging,
gehouden den 19 Maart 1891.
Als 't gelaat der aarde, na het verstrijken
van den zomer, zich weêr in een ernstigen
plooi zet, vangt jaar op jaar het Bestuur der
Vereeniging aan met zijne gewone werkzaam
heid, om voor den volgenden winter een reeks
van Volksbijeehkomsten te orgauiseeren. Ook
in 't najaar van 1890 werd die gewone bezig
heid hervat en uitgezien naar bijstand en hulp,
om de aangewezen taak zoo goed mogelijk te
vervullen, 't Is aangenaam, in dit verslag te
kunnen vermelden, dat ook ditmaal de noodige
sympathie in groote mate viel op te merken. En
toen de eerste bijeenkomst op Woensdag 17
October was bepaald, ontbrak het niet aan
medewerking, om dezen avond tot een avond
van nut en genoegen voor de talrijke bezoe
kers te maken.
't Is gebruik, dat by den aanvang der bij
eenkomsten in ieder winterseizoen door den
Voorzitter van het Bestuur een woord ter
opening wordt gezegd. Dit geschiedde ook
nn en er was ditmaal meer dan voldoende
reden, om iets bijzonders te zeggen, 't Was
eerst een welkomstgroet, dien de Voorzitter tot
hot zeer talrijke publiek richttedaarna vond
hy gereede aanleiding om den bezoekers en
vrienden van deze samenkomsten er op te
wyzen, dat deze winter-campagne de 20ste
was sedert de Volksbijeenkomsten op den te-
genwoordigen voet werden ingericht. Bij wyze
van proefneming had men wel vroeger in het
gebouw der Bewaarschool op de Vischmarkt
van tijd tot tyd voordrachten gehouden, doch
in 1871 was het Plaatselyk Nutsdeparteraent
aangevangen om de bijeenkomsten, ongeveer
zooals ze nu worden georganiseerd, in te rich
ten. Er werd toen een commissie tot regeling
benoemd en eene jaarlijksche subsidie uit de
kas van ket departement toegestaan. Dit ging
zoo voort, totdat het Bestuur en de meerder
heid der leden van het departement aanleiding
meenden te hebben, om in den jare 1888 deze
afdeeling harer werkzaamheden op te heffen.
De Volksbijeenkomsten bleven echter bestaan,
gesteund door een Vereeniging van Contribu
anten, wier jaarlyksche bijdrage strekt om 't
gemis te vergoeden van de vroeger van het
Nut genotene subsidie. De Penningmeester
heeft in zyne rekening en verantwoording
medegedeeld, dat het cijfer van 't bedrag dier
contributiën tot f 90 gestegen is. Van niet min
der groot belang is de sympathie, die de Ver
eeniging geniet, zoowel bij het publiek, dat de
samenkomsten bezoekt, als by hen die deze
instelling met hunnen steun en met hunne
medewerking op krachtige wijze helpen. Deze
hulp wordt veel meer nog dan voorheen on-
dervonden en dankbaar gewaardeerd sedert de
Volksbyeeakouisten hebben opgehouden een
afdeeling van het plaatselyk Nutsdepartement
uit te maken.
De Volksbyeenkomsten hadden in dit seizoen
plaats op 17 October, op 17 November, op 17
December, op 14 Jannari en 18 Februari. In
de eerste bijeenkomst werd na het openings
woord van den Voorzitter, door den heer A.
Klerk Az. de novelle van Scheltema, getiteld
.Uit de dienstbodenwereld" voorgedragen. De
heer F. de Gelder droeg daarna voor «David
de Loterij-man" van Justus van Maurik, en
eene Vereeniging van dilettanten bracht ten
slotte het blijspel «Een April-beweging" ten
tooneele. De avond van 17 November werd
geheel ingenomen door de opvoering van het
tooneelspel »'t Lied van moeder", door de on-
derofficiers-vereeniging voor Land- en Zee
macht «Vaderland en Oranje". In de derde
bijeenkomst werden de spreekbeurten achter
eenvolgens door de heeren A. van Twisk en
F. J. Bargerbos vervuld. Eerstgenoemde droeg
voor «Myn vijfde dochter" en laatstgenoemde
«De reis van Teunis Meeuwisse van Amster
dam naar Haarlem". Tot slot werd door leden
van den Burgerkring Harmonie De werksta
king" van Rosier Faassen opgevoerd. In
de vierde Volksbijeenkomst traden als sprekers
op de heeren W. Thie Fz. en B. F. Heijting.
De heer Thie sprak een inleidend woord over
ys en het ijsvermaak, droeg vervolgens voor
de novelle «Gerrit de Jolleman" en besloot
met een warm woord van hulde aan al het
geen hier ter plaatse gedurende dezen winter
is gedaan om den nood der armen te lenigen.
Hij spoorde aan om de werkzame Commissie
voor Werkverschaffing en de Vereenigingen
«Liefdadigheid naar Vermogen" en «Helder's
Belang" zoo krachtig mogelijk te steunen.
Door den heer Heijting werden in costuum
voorgedragen de dichtstukken r Jongens van
Jan de Witt" en «De politieke baanveger".
De Heldersche Scherm- en Gymnastiek-Ver
eeniging »Wapentrouw" gaf ten slotte een
aantal nummers, die zy besloot met eene
apotheose, voorstellende een hulde aan Koningin
Wilhelmina. De laatste bijeenkomst had
plaats op 18 Februari. De heer K. Hennes
sprak over het zien en het oogwaarna de heer
H. J. ter Hall twee luimige stukjes voordroeg,
getiteld «De familie Krent op reis" en «Een
lastig geval". De onderofficiers-vereeniging
»0. V." besloot de werkzaamheden van dezen
avond door de opvoering van liet kluchtspel
«Oom slaapt", van Servaas de Bruin.
lederen avond werden de werkzaamheden
ingeleid en afgewisseld door flinke muziekuit
voeringen van een lOtal artisten, in den regel
onder de leiding van den heer L. A. Schou
ten. Het wélslagen der Volksbijeenkomsten
is voor een niet gering deel mede te danken
aan de uitmuntende wijze, waarop deze artis
ten medewerken om het genoegen der zeer
talrijke bezoekers door de welluidende tonen
der muziek te verhoogen.
Sedert den vorigen winter hebben in 't Be
stuur de navolgende mutatiën plaats gehad.
De heer A. B. Weber, die jaren lang, èn als
spreker èn als Bestuurslid, zyne belangstelling
jegens de Volksbyeenkomsten op krachtige
wijze openbaarde, gaf zijn verlangen te ken
nen, om niet weder als Bestuurder herkozen
te worden. Hij verzekerde echter, dat hy
reid was om evenwel van tyd tot tyd als spre
ker te zullen optreden. De Voorzitter bracht
hem by zijn aftreden in warme bewoordingen
dank en hulde, en beval de zaak der Volks-
bijeenk. in de voortdurende belangstelling van
den aftredende aan. In de plaats vau den heer
Weber werd tot lid van het Dag. Best. en
tot Vice-Pres. gekozen de heer B. F. Van Eek.
De heeren H. Roukens en J. Baert verwis
selden onderling van betrekking. Eerstgenoem
de nnra van den heer Baert de functie van
Penningmeester over en laatstgenoemde be
lastte zich met de betrekkiug van Isten Sec
retaris.
Na den afloop der werkzaamheden in den
vorigen winter had het Bestuur gelegenheid
om zijne erkentelijkheid te toonen vooronder-
vonden hulp en medewerking ter bevordering
van het doel der instelling. In vroeger tyd,
toen het publiek, dat de bijeenk. bezocht, nog
lang zoo kalm niet was als tegenwoordig, toen
bij het binnenkomen en gedurende de werkzaam
heden nauwlettend toezicht van de Commissie
noodig was, vond het steeds waardeering, dat
de Politie hare belangstelling wydde aan de
Volkssamenkomsten en dat o. a. de inspecteur
Middelkamp door zijne tegenwoordigheid het
heerschen eener goede orde hielp bevorderen.
Hieraan gedachtig, vereerde het Bestuur dien
ambtenaar op het feest zijner 40-jarige dienst
vervulling een cadeau, bestaande in een met
zilver gemonteerden wandelstok, met inscriptie
en vergezeld van een door den heer C. de
Boer Jr. keurig uitgevoerd eere-diploma. Eenige
vrienden der Volksbyeenk. deelden door hunne
bijdragen in de hulde, dien trouwen inspecteur
gebracht. De waarde van dit huldebetoon werd
zeker verhoogd door de wijze, waarop het den
jubilaris werd aangeboden. Zulks geschiedde
in een buitengewone vergadering van het Be
stuur op den avond van 's mans feestdag, den
len Mei 1890. Door een Commissie per rijtuig
van zyne woning afgehaald, werd de heer Mid
delkamp in de vergadering !onder de tonen van
muziek ontvangen en naar zyne eereplaats ge
leid. De Voorzitter sprak hem toe, bracht hulde
aan 's mans ijver en plichtsbetrachting als be
ambte der politie en als vriend en bevorderaar
"der Volksbyeenkomsten. In gepaste bewoor
dingen en onder algemeene instemming bood
hem daarop de Voorzitter 't genoemde geschenk
met diploma aan. Diep getroffen jdankte de
jubilaris den Voorzitter en de verdere aanwe
zigen voor dit bewijs van hulde eu erkentelijk
heid. Nadat de heer Zurmuhlen, die als gast
deze samenkomst bij woonde, een waardeerend
woord had gewyd aan 't Bestuur voor zyn
streven om een zoo nuttig mensch als de heer
Middelkamp op waardige wyze te huldigen,
betuigde de heer Swaving, Commissaris van
Politie, zijn besten dank voor de onderscheiding
aan den Inspecteur en daardoor aan de politie
ten deel gevallen. Hij legde de verzekering
af, dat deze hulde ongetwijfeld zou strekken,
om de onder hem dienende beambten van Po
litie tot nauwgezette plichtsvervulling aan te
sporen, door de wetenschap dat hunne diens
ten by de ingezetenen dezer gemeente niet
onopgemerkt worden gelaten.
't Jaar, dat daar achter ons ligt, is het 20ste
levensjaar der instelling geweest. De Vólks-
bijeenkomsten hebben in dezen vorm, niet min
der dan 20 jaren bestaan. Zij hadden in den
aanvang moeite om zich baan te breken. Niet
dat het publiek zyne belangstelling ontzegde
het openbaarde die aanvankelijk nog niet op
de rechte wyze. Van lieverlede zyn deze
eenkomsten geworden vergaderingen, die, hoe
talrijk ook bezocht, zich kenmerkten door net
heid en orde, en waar op flinke wijze de po
gingen tot bevordering van nut zich aan die
tot het streven naar genoegen en ontspanning
paren. De instelling heeft haar lief en haar
leed gehad. Eens werd ze zelfs officiëel dood
verklaard, doch ze herrees gelukkig onmiddel
lijk weder. Thans verheugt ze zich in welvaart
en bloei en mag ze zich verblijden in waar
deering bij het publiek en in de medewerking
van tal van personen en vereenigingen, die
haar in haar streven steunen. Zoo ga de zaak
der Volksbijeenk. voortze verkeuge zich by
voortduring in den meest gewenschten bloei
en zij steeds, ofschoon thans een op zich zelf
staande en niet gesubsidieërde Vereeniging,
een sieraad voor de plaats onzer inwoning
Helder, 15 Maart 1891.
Het Bestuur
T. MüOY, Voorzitter.
J. BAERT, lste Secretaris.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 31 Maart 1891.
De majoor der artillerie P. In
de Betou is benoemd tot commandant
der compagniën vesting-artillerie alhier in
garnizoen, ter vervanging van den majoor
J. J. Meijen, die bij de staf is overge
plaatst en te 's Hage in garnizoen komt.
Hoewel bepaald is, dat de miliciens
alvorens met verlof huiswaarts te worden
gezonden, bekend moeten worden gemaakt
met de verplichtingen, die als verlofgan
gers op hen rusten, komen niettemin vele
overtredingen van art. 188 der Militie-
wet voor.
Vermits de straf, op bedoelde overtre
ding gesteld, zeer drukkend kan zijn voor
den verlofganger, vooral wanneer hij ge
huwd is, heeft de Minister van Oorlog op
deze aangelegenheid in het bijzonder de
aandacht der correspondenten gevestigd.
Er zal moeten worden zorg gedragen, dat
de miliciens, ook nog op den dag van hun
vertrek met groot verlof of daags te vo
ren, met nadruk worden herinnerd aan de
verplichtingen, hun bij de art. 133 en 134
der Militie wet opgelegd. Daarbij zal hun
moeten worden aanbevolen, zich terstond
na aankomst in de gemeente, waar zij
zich metterwoon gaan vestigen, of uiter
lijk den volgenden dag, in persoon aldaar
ter secretarie te vervoegen, tot het voor
gezien laten teekenen van hunne verlof
pas door den burgemeester. De ondervin
ding leert, dat de meeste overtredingen
van art. 133 en 134 dier wet ontstaan
doordat bedoelde aanmelding
tot een lateren dag wordt uitgesteld.
De Rijks-óom missie voor de exa
mens ter verkrijging van een diploma als
stuurman aan boord van koopvaardijsche
pen zal, aanvangende den 14 April, te
9y2 nur, zitting houden te Amsterdam,
in het Raadhuis aldaar.
Om tot een van die examens te wor
den toegelaten, zal de candidaat, onder
overlegging van een geboorte-akte en met
opgave van woonplaats, de aanvraag hier
toe vóór 7 April schriftelijk en postvrij
bij den voorzitter der Commissie, den Heer
J. H. P. E. Kniphorst, te 's-Gravenhage,
moeten inzenden, waaruit dan tevens moet
blijken, voor welke vaart, groote of kleine,
voor welk diploma, zeil of stoom, en voor
welken rang hij v udan^t geëxamineerd te
worden. Mocht di candidaat het examen
volgens een der programma's B of nog
in dezelfde zitting een aanvullingsexamen
wenschen af te leggen, zal hij ook dit
moeten vermelden. Zie verder de „St.-
Ct." No. 70,
Als werkelijk geschied wordt aan de
»Hoogev. Ct."' het volgende medegedeeld
Bij een der bijeenkomsten te Beets, waar
Domela Nieuwenhuis het woord voerde,
drong een der aanwezigen naar de tafel,
waar bestuur en spreker zat en sprak (op
z'n Frieseh)Ben je meneer N., die zoo-
il voor de werklui over heeft Nu, dat
is mooi. De lui hebben in dezen tyd ook
wel wat noodig. Ik (en hierbij kreeg hij
zyne portefeuille uit den zak en lei 4 bank
jes van f 1000 op tafel) denk er ook zoo
over. Als jij nu net zooveel hierbij legt,
dan zullen wij die f 8000 samen onder de
arbeiders verdeelen.
Domela Nieuwenhuis antwoordde niet,
maardroop af.
Men meldt uit Atjeh
De Europeesche sergeant Carli, zoon van
den met den rang van majoor gepension-
neerden kapitein Carli, is op. den 6en de
zer des morgens te hl/4 uur uit de benting
te Koto Pohama naar den vijand overge-
loopen, met medeneming van zijn geweer,
kapmes en 400 scherpe patronen. Genoemde
deserteur werd een paar maanden geleden
van Edi naar Koto Pohama overgeplaatst,
omdat hy te Edi getracht had door een
revolverschot zich het leven te benemen.
Door den .Gouverneur is een premie uitge
loofd van f1500, voor dengene, die hem
levend of dood by ons terugbrengt.
Meer eergevoel bezat wijlen de Europee
sche fuselier van het 12e bataljon. Wegens
dronkenschap niet op wacht kunnende trek
ken, zou hij den volgenden morgen, wegens
onverbeterlijk gedrag, in de 2e klasSe van
militaire discipline geplaatst worden.
Deze voor hem zoo onteerende straf gaf
aanleiding, dat hij, na zyn kleeding onder
zyn kameraden verdeeld te hebben, stil
wegsloop en zich doodschoot op den lOen
dezer.
Een door hem achtergelaten schrijveu
meldt, dat hy zich liever doodschoot, dan
naar den vijand over te loopen om zijn
straf te ontduiken.
Filips was wel een dronkaard maar geen
landverrader.
LENTELIED.
Brengt de maand Maart
Haar bezoek hier op aard,
Dan komt met baar mede
De lente getreden.
Die worstelt met winter om bet oppergezag,
Zoo heftig als een kampioen het vermag.
Per slot wint 't de lente, dat is zoo de wet,
Hoe wrevelig zich ook de winter verzet,
En stort straks haar zegen met handen vol uit,
Bij geurende bloemen en vogelgefluit.
Naar het Italiaansch.
22. Ooo
«GoedBreng ons nu naar zijn kamers
beval de directeur van politie, «en neem de
sleutels mee
.Mijnheerin wiens naam verlangt ge dat
vroeg de portier ontsteld.
«In naam der wet," antwoordde de direc
teur van politie en toonde het bevel tot ge
vangenneming van Smoiloff. Daar moest de
portier voor zwichten, alleen verzocht hij de
heeren kalm te handelen om den goeden naam
van het hotel niet te benadeelen. De heeren
stelden hem gerust en na Jodelet aan den in-
8ang geposteerd te hebben, gingen zy met den
portier de kamers van Smoiloff binnen. Mar
tel onderzocht de bagage van den graaf zeer
nauwkeurig en intusschen vroeg de Gibray den
portier naar de levenswyze en de gewoonten
van den Rus. De portier was spraakzaam
genoeg, maar de heeren vernamen niets, dat
Smoiloff verdacht maakte of bezwaarde. De
Rus leefde vroolijk, maar niet ongeregeld. Hij
ontving weinig bezoek, maar altijd van zeer
voorname personen. Iedere week betaalde hy
de rekening van het hotel en gaf dan telkens
ruime fooien voor de bedienden. Dat zyn pa
pieren in orde waren, was buiten twyfel, aan
gezien de secretaris van de Russische ambas-
sade, graaf Pukine, verscheidene malen een
bezoek by hem had afgelegd. De directeur
van politie schudde bedenkelijk het hoofd, toen
hij dit alles vernam. .Zou Letellier zich ver
gist hebben fluisterde hy de Gibray in het
oor. «Zou hy door toevallige gelijkenis mis
leid zijn
«Er treffen te veel overeenstemmende omstan
digheden samen," antwoordde de Gibray. «Als
Smoiloff werkelyk een Rus is, moet hij ook
het vreemde accent hebben, waar Letellier van
spreekt."
Martel was intusschen met zyn onderzoek
gereed. Hy had niets verdachts gevonden,
dan het gouden horloge op de nachttafel, dat
de letters I. K. droeg, waarvan alleen de let
ter I. overeenkwam met den naam Iwanov,
die in de lyst der logeergasten voorkwam.
Mynheer de Gibray nam het horloge in be
waring, sloot alle kleeren weg en verzegelde
daarna de kasten. Vervolgens vroeg hij het
adres van de waschvrouw, die het linnengoed
van den graaf waschte en verliet met zijn ge
zelschap het hotel. Jodelet en Martel bleven
achter om den Rus gevangen te nemen, als
hy toch nog voor het diner naar het hotel
terugkeerde.
»Wy zullen nu informeeren hoe laat het
diner plaats heeft," sprak de Gibray tot den
directeur van politie. «Dan vallen wij den
misdadiger onverwacht op het lyf en beschul
digen hem vaa moord. In zyn verwarring
zal hy bekennen en op die manier zal het
proces spoedig afgeloopen zijn. Wie had dur
ven hopen, dat die geheimzinnige zaak zoo spoe
dig zon opgehelderd worden 1"
XIII.
Kon het souper van d' Arfeuilles kostbaar
genoemd worden, het diner van Smoiloff was
koninklijk.
Weder zat Smoiloff naast de schoone Oc-
taria en fluisterde haar telkens het een of
ander toe. Was hij dan dezelfde niet, die
's morgens zoo somber naar het kerkhof ge
gaan was Of kon hij meesterlijk veinzen
rAh, mijnheec, als ik u hoor spreken, zou
ik bijna gaan denken, dat ge verliefd op my
zijt P" zeide Octavia zacht.
«Twyfelt ge daar aan vroeg Smoiloff
met een vurigen blik.
«Ja, in vollen ernst
•Twijfelt ge dan aan myn oprechtheid
«Ik twijfel niet aan uw galant karakter,
maar wel aan uw liefde."
«En myn betuigingen van liefde...."
«Dat is valsche munt, welke onervaren
vrouwen voor goede munt aannemen, maar ik
laat mij niet foppen."
»Ik aanbid u
«Dat zeggen alle mannen."
«Ik ben een uitzondering op den regel."
.Het zou u veel moeite kosten mij daarvan
te overtuigen, mynheer!/
.Stel mij dan op de proef, zooveel ge wilt,
Octavia, ik zal die glansryk doorstaan. Be
schik over my in alle opzichten, als ik slechts
op wederliefde mag hopen
»De man, die myn wederliefde wil winnen,
zal daar veel moeite voor moeten doen."
«O, dat begrijp ikdat vind ik wel goed
rHij zal zich moeten schikken naar myn
wenschen en naar mijn luimen," fluisterde
Octavia.
«NatuurlijkIk verlang niet anders."
«Maar mijn wenschen zij talrijk als de drop-
Is in de zee en menigmaal kost het een heel
vermogen om een enkelen wensch van mij te
voldoen."
«O, op dat punt bon ik gerust, Octavia.
Het zou u zelfs moeite kosten om alleen de
renten op te maken van de groote kopermij
nen, die ik in 't Ural-gebergte bezit."
rWat! Zijt ge zoo rijk?"
«Jaantwoordde Smoiloff onverschillig.
«Goed," zei Octavia. »Na het diner zullen
wij verder over die zaak spreken."
Na het diner zou het schoone meisje eehter
haar gesprek met Smoiloff niet voortzetten.
Juist werden aardbeien rondgediend, toen de
deur der zaal open ging en de heeren van het
gerecht met hun sjerp om binnentraden. Alle
aanwezigen waren bijna stom van verbazing.
Manrice werd doodsbleek en beefde over alle
leden. Kwam de politie hem, den moorde
naar, uit het vroolijk gezelschap weghalen
Die gedachte pijnigde hem, te meer daar vluch
ten onmogelijk was. Hij greep zyn tafelmes
om zich te dooden, als de komst der politie
hem gold.
Als gastheer stond Smoiloff met waardig
heid van zyn zetel op en vroeg onbeschroomd
«Wat verlangt ge van ons, heeren?"
Wij zijn ambtenarey van de justitie en wen
schen te weten, wie va|f u graaf Smoiloff heet."
Dat ben ik zelfantwoordde de Rus koel.
«Welnu, dan neem ik u in naam der wet
gevangensprak de directeur van politie
vooruittredende.
Dat klonk als een donderslag bij helderen
hemel. Men hoorde verscheidene uitroepen
van schrik, doch spoedig was alles stil in de
zaal.
Maurice haalde met verlicht hart adem. Nu
hy niets te vreezen had, liet hy het tafelmes los.
Smoiloff hield zich kalm, al werd hij doods
bleek. «My gevangen nemen Waarom
vroeg hij.
-Hier is de plaats niet om u daarvan de
reden te zeggen," luidde het antwoord. «Bo
vendien zult ge de oorzaak van onze komst
wel weten
.Neen! Ik weet niets, ik bezweer het u
«Hier moet een vergissing in het spel zyn,"
merkte d' Arfeuilles op. «De gelijkenis van
twee personen of een andere raadselachtige
omstandigheid. Myn vriend Smoiloff is boven
elke verdenking verheven, en
.Als ge ten gunste van uw vriend wilt ge
tuigen, dan is daar later gelegenheid voor,"
viel de Gibray in. «Op dit oogenblik moet
aan de wet voldaan worden. Iwanov Smoi
loff volg ons. Er staat een rijtuig voor u.
.Voor geweld moet ik zwichten," zeide de
Rus en trok zijn overjas aan. Hy wendde
zich tot het gezelschap en sprak.Geachte
vriendinnen en vrienden, ik zeg u geen vaar
wel, maar met goeden moed roep ik u toe
Tot spoedig weerziens!"
(Wordt vervolgd.)