't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, MEUWEDIEP EN TEXEL. TW8H ERFGENAMEN. No. 1891 Woensdag 1 April 1891. Negentiende Jaargang. -A-Td ori n era ent por S maanden binnen de gemeente50 Ceat. S franco per poet75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Burerax: SPOORSTRAAT «i ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk de* DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn. Aan onze Abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht het verschuldigde abonnementsgeld, „Vliegend Blaadje" le kwartaal 1891, te willen overmaken per postwissel of in postzegels, vóór 5 April 1891, zullende anders daarover met 10 ct. verhooging per post worden beschikt. DE UITGEVERS Vereeniging tot het organiseert') van Voiksbijeenkomsten, te Heider. Verslag over 1890/91, nitgekraeht in de algemeene vergadering der Vereeniging, gehouden den 19 Maart 1891. Als 't gelaat der aarde, na het verstrijken van den zomer, zich weêr in een ernstigen plooi zet, vangt jaar op jaar het Bestuur der Vereeniging aan met zijne gewone werkzaam heid, om voor den volgenden winter een reeks van Volksbijeehkomsten te orgauiseeren. Ook in 't najaar van 1890 werd die gewone bezig heid hervat en uitgezien naar bijstand en hulp, om de aangewezen taak zoo goed mogelijk te vervullen, 't Is aangenaam, in dit verslag te kunnen vermelden, dat ook ditmaal de noodige sympathie in groote mate viel op te merken. En toen de eerste bijeenkomst op Woensdag 17 October was bepaald, ontbrak het niet aan medewerking, om dezen avond tot een avond van nut en genoegen voor de talrijke bezoe kers te maken. 't Is gebruik, dat by den aanvang der bij eenkomsten in ieder winterseizoen door den Voorzitter van het Bestuur een woord ter opening wordt gezegd. Dit geschiedde ook nn en er was ditmaal meer dan voldoende reden, om iets bijzonders te zeggen, 't Was eerst een welkomstgroet, dien de Voorzitter tot hot zeer talrijke publiek richttedaarna vond hy gereede aanleiding om den bezoekers en vrienden van deze samenkomsten er op te wyzen, dat deze winter-campagne de 20ste was sedert de Volksbijeenkomsten op den te- genwoordigen voet werden ingericht. Bij wyze van proefneming had men wel vroeger in het gebouw der Bewaarschool op de Vischmarkt van tijd tot tyd voordrachten gehouden, doch in 1871 was het Plaatselyk Nutsdeparteraent aangevangen om de bijeenkomsten, ongeveer zooals ze nu worden georganiseerd, in te rich ten. Er werd toen een commissie tot regeling benoemd en eene jaarlijksche subsidie uit de kas van ket departement toegestaan. Dit ging zoo voort, totdat het Bestuur en de meerder heid der leden van het departement aanleiding meenden te hebben, om in den jare 1888 deze afdeeling harer werkzaamheden op te heffen. De Volksbijeenkomsten bleven echter bestaan, gesteund door een Vereeniging van Contribu anten, wier jaarlyksche bijdrage strekt om 't gemis te vergoeden van de vroeger van het Nut genotene subsidie. De Penningmeester heeft in zyne rekening en verantwoording medegedeeld, dat het cijfer van 't bedrag dier contributiën tot f 90 gestegen is. Van niet min der groot belang is de sympathie, die de Ver eeniging geniet, zoowel bij het publiek, dat de samenkomsten bezoekt, als by hen die deze instelling met hunnen steun en met hunne medewerking op krachtige wijze helpen. Deze hulp wordt veel meer nog dan voorheen on- dervonden en dankbaar gewaardeerd sedert de Volksbyeeakouisten hebben opgehouden een afdeeling van het plaatselyk Nutsdepartement uit te maken. De Volksbyeenkomsten hadden in dit seizoen plaats op 17 October, op 17 November, op 17 December, op 14 Jannari en 18 Februari. In de eerste bijeenkomst werd na het openings woord van den Voorzitter, door den heer A. Klerk Az. de novelle van Scheltema, getiteld .Uit de dienstbodenwereld" voorgedragen. De heer F. de Gelder droeg daarna voor «David de Loterij-man" van Justus van Maurik, en eene Vereeniging van dilettanten bracht ten slotte het blijspel «Een April-beweging" ten tooneele. De avond van 17 November werd geheel ingenomen door de opvoering van het tooneelspel »'t Lied van moeder", door de on- derofficiers-vereeniging voor Land- en Zee macht «Vaderland en Oranje". In de derde bijeenkomst werden de spreekbeurten achter eenvolgens door de heeren A. van Twisk en F. J. Bargerbos vervuld. Eerstgenoemde droeg voor «Myn vijfde dochter" en laatstgenoemde «De reis van Teunis Meeuwisse van Amster dam naar Haarlem". Tot slot werd door leden van den Burgerkring Harmonie De werksta king" van Rosier Faassen opgevoerd. In de vierde Volksbijeenkomst traden als sprekers op de heeren W. Thie Fz. en B. F. Heijting. De heer Thie sprak een inleidend woord over ys en het ijsvermaak, droeg vervolgens voor de novelle «Gerrit de Jolleman" en besloot met een warm woord van hulde aan al het geen hier ter plaatse gedurende dezen winter is gedaan om den nood der armen te lenigen. Hij spoorde aan om de werkzame Commissie voor Werkverschaffing en de Vereenigingen «Liefdadigheid naar Vermogen" en «Helder's Belang" zoo krachtig mogelijk te steunen. Door den heer Heijting werden in costuum voorgedragen de dichtstukken r Jongens van Jan de Witt" en «De politieke baanveger". De Heldersche Scherm- en Gymnastiek-Ver eeniging »Wapentrouw" gaf ten slotte een aantal nummers, die zy besloot met eene apotheose, voorstellende een hulde aan Koningin Wilhelmina. De laatste bijeenkomst had plaats op 18 Februari. De heer K. Hennes sprak over het zien en het oogwaarna de heer H. J. ter Hall twee luimige stukjes voordroeg, getiteld «De familie Krent op reis" en «Een lastig geval". De onderofficiers-vereeniging »0. V." besloot de werkzaamheden van dezen avond door de opvoering van liet kluchtspel «Oom slaapt", van Servaas de Bruin. lederen avond werden de werkzaamheden ingeleid en afgewisseld door flinke muziekuit voeringen van een lOtal artisten, in den regel onder de leiding van den heer L. A. Schou ten. Het wélslagen der Volksbijeenkomsten is voor een niet gering deel mede te danken aan de uitmuntende wijze, waarop deze artis ten medewerken om het genoegen der zeer talrijke bezoekers door de welluidende tonen der muziek te verhoogen. Sedert den vorigen winter hebben in 't Be stuur de navolgende mutatiën plaats gehad. De heer A. B. Weber, die jaren lang, èn als spreker èn als Bestuurslid, zyne belangstelling jegens de Volksbyeenkomsten op krachtige wijze openbaarde, gaf zijn verlangen te ken nen, om niet weder als Bestuurder herkozen te worden. Hij verzekerde echter, dat hy reid was om evenwel van tyd tot tyd als spre ker te zullen optreden. De Voorzitter bracht hem by zijn aftreden in warme bewoordingen dank en hulde, en beval de zaak der Volks- bijeenk. in de voortdurende belangstelling van den aftredende aan. In de plaats vau den heer Weber werd tot lid van het Dag. Best. en tot Vice-Pres. gekozen de heer B. F. Van Eek. De heeren H. Roukens en J. Baert verwis selden onderling van betrekking. Eerstgenoem de nnra van den heer Baert de functie van Penningmeester over en laatstgenoemde be lastte zich met de betrekkiug van Isten Sec retaris. Na den afloop der werkzaamheden in den vorigen winter had het Bestuur gelegenheid om zijne erkentelijkheid te toonen vooronder- vonden hulp en medewerking ter bevordering van het doel der instelling. In vroeger tyd, toen het publiek, dat de bijeenk. bezocht, nog lang zoo kalm niet was als tegenwoordig, toen bij het binnenkomen en gedurende de werkzaam heden nauwlettend toezicht van de Commissie noodig was, vond het steeds waardeering, dat de Politie hare belangstelling wydde aan de Volkssamenkomsten en dat o. a. de inspecteur Middelkamp door zijne tegenwoordigheid het heerschen eener goede orde hielp bevorderen. Hieraan gedachtig, vereerde het Bestuur dien ambtenaar op het feest zijner 40-jarige dienst vervulling een cadeau, bestaande in een met zilver gemonteerden wandelstok, met inscriptie en vergezeld van een door den heer C. de Boer Jr. keurig uitgevoerd eere-diploma. Eenige vrienden der Volksbyeenk. deelden door hunne bijdragen in de hulde, dien trouwen inspecteur gebracht. De waarde van dit huldebetoon werd zeker verhoogd door de wijze, waarop het den jubilaris werd aangeboden. Zulks geschiedde in een buitengewone vergadering van het Be stuur op den avond van 's mans feestdag, den len Mei 1890. Door een Commissie per rijtuig van zyne woning afgehaald, werd de heer Mid delkamp in de vergadering !onder de tonen van muziek ontvangen en naar zyne eereplaats ge leid. De Voorzitter sprak hem toe, bracht hulde aan 's mans ijver en plichtsbetrachting als be ambte der politie en als vriend en bevorderaar "der Volksbyeenkomsten. In gepaste bewoor dingen en onder algemeene instemming bood hem daarop de Voorzitter 't genoemde geschenk met diploma aan. Diep getroffen jdankte de jubilaris den Voorzitter en de verdere aanwe zigen voor dit bewijs van hulde eu erkentelijk heid. Nadat de heer Zurmuhlen, die als gast deze samenkomst bij woonde, een waardeerend woord had gewyd aan 't Bestuur voor zyn streven om een zoo nuttig mensch als de heer Middelkamp op waardige wyze te huldigen, betuigde de heer Swaving, Commissaris van Politie, zijn besten dank voor de onderscheiding aan den Inspecteur en daardoor aan de politie ten deel gevallen. Hij legde de verzekering af, dat deze hulde ongetwijfeld zou strekken, om de onder hem dienende beambten van Po litie tot nauwgezette plichtsvervulling aan te sporen, door de wetenschap dat hunne diens ten by de ingezetenen dezer gemeente niet onopgemerkt worden gelaten. 't Jaar, dat daar achter ons ligt, is het 20ste levensjaar der instelling geweest. De Vólks- bijeenkomsten hebben in dezen vorm, niet min der dan 20 jaren bestaan. Zij hadden in den aanvang moeite om zich baan te breken. Niet dat het publiek zyne belangstelling ontzegde het openbaarde die aanvankelijk nog niet op de rechte wyze. Van lieverlede zyn deze eenkomsten geworden vergaderingen, die, hoe talrijk ook bezocht, zich kenmerkten door net heid en orde, en waar op flinke wijze de po gingen tot bevordering van nut zich aan die tot het streven naar genoegen en ontspanning paren. De instelling heeft haar lief en haar leed gehad. Eens werd ze zelfs officiëel dood verklaard, doch ze herrees gelukkig onmiddel lijk weder. Thans verheugt ze zich in welvaart en bloei en mag ze zich verblijden in waar deering bij het publiek en in de medewerking van tal van personen en vereenigingen, die haar in haar streven steunen. Zoo ga de zaak der Volksbijeenk. voortze verkeuge zich by voortduring in den meest gewenschten bloei en zij steeds, ofschoon thans een op zich zelf staande en niet gesubsidieërde Vereeniging, een sieraad voor de plaats onzer inwoning Helder, 15 Maart 1891. Het Bestuur T. MüOY, Voorzitter. J. BAERT, lste Secretaris. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 31 Maart 1891. De majoor der artillerie P. In de Betou is benoemd tot commandant der compagniën vesting-artillerie alhier in garnizoen, ter vervanging van den majoor J. J. Meijen, die bij de staf is overge plaatst en te 's Hage in garnizoen komt. Hoewel bepaald is, dat de miliciens alvorens met verlof huiswaarts te worden gezonden, bekend moeten worden gemaakt met de verplichtingen, die als verlofgan gers op hen rusten, komen niettemin vele overtredingen van art. 188 der Militie- wet voor. Vermits de straf, op bedoelde overtre ding gesteld, zeer drukkend kan zijn voor den verlofganger, vooral wanneer hij ge huwd is, heeft de Minister van Oorlog op deze aangelegenheid in het bijzonder de aandacht der correspondenten gevestigd. Er zal moeten worden zorg gedragen, dat de miliciens, ook nog op den dag van hun vertrek met groot verlof of daags te vo ren, met nadruk worden herinnerd aan de verplichtingen, hun bij de art. 133 en 134 der Militie wet opgelegd. Daarbij zal hun moeten worden aanbevolen, zich terstond na aankomst in de gemeente, waar zij zich metterwoon gaan vestigen, of uiter lijk den volgenden dag, in persoon aldaar ter secretarie te vervoegen, tot het voor gezien laten teekenen van hunne verlof pas door den burgemeester. De ondervin ding leert, dat de meeste overtredingen van art. 133 en 134 dier wet ontstaan doordat bedoelde aanmelding tot een lateren dag wordt uitgesteld. De Rijks-óom missie voor de exa mens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijsche pen zal, aanvangende den 14 April, te 9y2 nur, zitting houden te Amsterdam, in het Raadhuis aldaar. Om tot een van die examens te wor den toegelaten, zal de candidaat, onder overlegging van een geboorte-akte en met opgave van woonplaats, de aanvraag hier toe vóór 7 April schriftelijk en postvrij bij den voorzitter der Commissie, den Heer J. H. P. E. Kniphorst, te 's-Gravenhage, moeten inzenden, waaruit dan tevens moet blijken, voor welke vaart, groote of kleine, voor welk diploma, zeil of stoom, en voor welken rang hij v udan^t geëxamineerd te worden. Mocht di candidaat het examen volgens een der programma's B of nog in dezelfde zitting een aanvullingsexamen wenschen af te leggen, zal hij ook dit moeten vermelden. Zie verder de „St.- Ct." No. 70, Als werkelijk geschied wordt aan de »Hoogev. Ct."' het volgende medegedeeld Bij een der bijeenkomsten te Beets, waar Domela Nieuwenhuis het woord voerde, drong een der aanwezigen naar de tafel, waar bestuur en spreker zat en sprak (op z'n Frieseh)Ben je meneer N., die zoo- il voor de werklui over heeft Nu, dat is mooi. De lui hebben in dezen tyd ook wel wat noodig. Ik (en hierbij kreeg hij zyne portefeuille uit den zak en lei 4 bank jes van f 1000 op tafel) denk er ook zoo over. Als jij nu net zooveel hierbij legt, dan zullen wij die f 8000 samen onder de arbeiders verdeelen. Domela Nieuwenhuis antwoordde niet, maardroop af. Men meldt uit Atjeh De Europeesche sergeant Carli, zoon van den met den rang van majoor gepension- neerden kapitein Carli, is op. den 6en de zer des morgens te hl/4 uur uit de benting te Koto Pohama naar den vijand overge- loopen, met medeneming van zijn geweer, kapmes en 400 scherpe patronen. Genoemde deserteur werd een paar maanden geleden van Edi naar Koto Pohama overgeplaatst, omdat hy te Edi getracht had door een revolverschot zich het leven te benemen. Door den .Gouverneur is een premie uitge loofd van f1500, voor dengene, die hem levend of dood by ons terugbrengt. Meer eergevoel bezat wijlen de Europee sche fuselier van het 12e bataljon. Wegens dronkenschap niet op wacht kunnende trek ken, zou hij den volgenden morgen, wegens onverbeterlijk gedrag, in de 2e klasSe van militaire discipline geplaatst worden. Deze voor hem zoo onteerende straf gaf aanleiding, dat hij, na zyn kleeding onder zyn kameraden verdeeld te hebben, stil wegsloop en zich doodschoot op den lOen dezer. Een door hem achtergelaten schrijveu meldt, dat hy zich liever doodschoot, dan naar den vijand over te loopen om zijn straf te ontduiken. Filips was wel een dronkaard maar geen landverrader. LENTELIED. Brengt de maand Maart Haar bezoek hier op aard, Dan komt met baar mede De lente getreden. Die worstelt met winter om bet oppergezag, Zoo heftig als een kampioen het vermag. Per slot wint 't de lente, dat is zoo de wet, Hoe wrevelig zich ook de winter verzet, En stort straks haar zegen met handen vol uit, Bij geurende bloemen en vogelgefluit. Naar het Italiaansch. 22. Ooo «GoedBreng ons nu naar zijn kamers beval de directeur van politie, «en neem de sleutels mee .Mijnheerin wiens naam verlangt ge dat vroeg de portier ontsteld. «In naam der wet," antwoordde de direc teur van politie en toonde het bevel tot ge vangenneming van Smoiloff. Daar moest de portier voor zwichten, alleen verzocht hij de heeren kalm te handelen om den goeden naam van het hotel niet te benadeelen. De heeren stelden hem gerust en na Jodelet aan den in- 8ang geposteerd te hebben, gingen zy met den portier de kamers van Smoiloff binnen. Mar tel onderzocht de bagage van den graaf zeer nauwkeurig en intusschen vroeg de Gibray den portier naar de levenswyze en de gewoonten van den Rus. De portier was spraakzaam genoeg, maar de heeren vernamen niets, dat Smoiloff verdacht maakte of bezwaarde. De Rus leefde vroolijk, maar niet ongeregeld. Hij ontving weinig bezoek, maar altijd van zeer voorname personen. Iedere week betaalde hy de rekening van het hotel en gaf dan telkens ruime fooien voor de bedienden. Dat zyn pa pieren in orde waren, was buiten twyfel, aan gezien de secretaris van de Russische ambas- sade, graaf Pukine, verscheidene malen een bezoek by hem had afgelegd. De directeur van politie schudde bedenkelijk het hoofd, toen hij dit alles vernam. .Zou Letellier zich ver gist hebben fluisterde hy de Gibray in het oor. «Zou hy door toevallige gelijkenis mis leid zijn «Er treffen te veel overeenstemmende omstan digheden samen," antwoordde de Gibray. «Als Smoiloff werkelyk een Rus is, moet hij ook het vreemde accent hebben, waar Letellier van spreekt." Martel was intusschen met zyn onderzoek gereed. Hy had niets verdachts gevonden, dan het gouden horloge op de nachttafel, dat de letters I. K. droeg, waarvan alleen de let ter I. overeenkwam met den naam Iwanov, die in de lyst der logeergasten voorkwam. Mynheer de Gibray nam het horloge in be waring, sloot alle kleeren weg en verzegelde daarna de kasten. Vervolgens vroeg hij het adres van de waschvrouw, die het linnengoed van den graaf waschte en verliet met zijn ge zelschap het hotel. Jodelet en Martel bleven achter om den Rus gevangen te nemen, als hy toch nog voor het diner naar het hotel terugkeerde. »Wy zullen nu informeeren hoe laat het diner plaats heeft," sprak de Gibray tot den directeur van politie. «Dan vallen wij den misdadiger onverwacht op het lyf en beschul digen hem vaa moord. In zyn verwarring zal hy bekennen en op die manier zal het proces spoedig afgeloopen zijn. Wie had dur ven hopen, dat die geheimzinnige zaak zoo spoe dig zon opgehelderd worden 1" XIII. Kon het souper van d' Arfeuilles kostbaar genoemd worden, het diner van Smoiloff was koninklijk. Weder zat Smoiloff naast de schoone Oc- taria en fluisterde haar telkens het een of ander toe. Was hij dan dezelfde niet, die 's morgens zoo somber naar het kerkhof ge gaan was Of kon hij meesterlijk veinzen rAh, mijnheec, als ik u hoor spreken, zou ik bijna gaan denken, dat ge verliefd op my zijt P" zeide Octavia zacht. «Twyfelt ge daar aan vroeg Smoiloff met een vurigen blik. «Ja, in vollen ernst •Twijfelt ge dan aan myn oprechtheid «Ik twijfel niet aan uw galant karakter, maar wel aan uw liefde." «En myn betuigingen van liefde...." «Dat is valsche munt, welke onervaren vrouwen voor goede munt aannemen, maar ik laat mij niet foppen." »Ik aanbid u «Dat zeggen alle mannen." «Ik ben een uitzondering op den regel." .Het zou u veel moeite kosten mij daarvan te overtuigen, mynheer!/ .Stel mij dan op de proef, zooveel ge wilt, Octavia, ik zal die glansryk doorstaan. Be schik over my in alle opzichten, als ik slechts op wederliefde mag hopen »De man, die myn wederliefde wil winnen, zal daar veel moeite voor moeten doen." «O, dat begrijp ikdat vind ik wel goed rHij zal zich moeten schikken naar myn wenschen en naar mijn luimen," fluisterde Octavia. «NatuurlijkIk verlang niet anders." «Maar mijn wenschen zij talrijk als de drop- Is in de zee en menigmaal kost het een heel vermogen om een enkelen wensch van mij te voldoen." «O, op dat punt bon ik gerust, Octavia. Het zou u zelfs moeite kosten om alleen de renten op te maken van de groote kopermij nen, die ik in 't Ural-gebergte bezit." rWat! Zijt ge zoo rijk?" «Jaantwoordde Smoiloff onverschillig. «Goed," zei Octavia. »Na het diner zullen wij verder over die zaak spreken." Na het diner zou het schoone meisje eehter haar gesprek met Smoiloff niet voortzetten. Juist werden aardbeien rondgediend, toen de deur der zaal open ging en de heeren van het gerecht met hun sjerp om binnentraden. Alle aanwezigen waren bijna stom van verbazing. Manrice werd doodsbleek en beefde over alle leden. Kwam de politie hem, den moorde naar, uit het vroolijk gezelschap weghalen Die gedachte pijnigde hem, te meer daar vluch ten onmogelijk was. Hij greep zyn tafelmes om zich te dooden, als de komst der politie hem gold. Als gastheer stond Smoiloff met waardig heid van zyn zetel op en vroeg onbeschroomd «Wat verlangt ge van ons, heeren?" Wij zijn ambtenarey van de justitie en wen schen te weten, wie va|f u graaf Smoiloff heet." Dat ben ik zelfantwoordde de Rus koel. «Welnu, dan neem ik u in naam der wet gevangensprak de directeur van politie vooruittredende. Dat klonk als een donderslag bij helderen hemel. Men hoorde verscheidene uitroepen van schrik, doch spoedig was alles stil in de zaal. Maurice haalde met verlicht hart adem. Nu hy niets te vreezen had, liet hy het tafelmes los. Smoiloff hield zich kalm, al werd hij doods bleek. «My gevangen nemen Waarom vroeg hij. -Hier is de plaats niet om u daarvan de reden te zeggen," luidde het antwoord. «Bo vendien zult ge de oorzaak van onze komst wel weten .Neen! Ik weet niets, ik bezweer het u «Hier moet een vergissing in het spel zyn," merkte d' Arfeuilles op. «De gelijkenis van twee personen of een andere raadselachtige omstandigheid. Myn vriend Smoiloff is boven elke verdenking verheven, en .Als ge ten gunste van uw vriend wilt ge tuigen, dan is daar later gelegenheid voor," viel de Gibray in. «Op dit oogenblik moet aan de wet voldaan worden. Iwanov Smoi loff volg ons. Er staat een rijtuig voor u. .Voor geweld moet ik zwichten," zeide de Rus en trok zijn overjas aan. Hy wendde zich tot het gezelschap en sprak.Geachte vriendinnen en vrienden, ik zeg u geen vaar wel, maar met goeden moed roep ik u toe Tot spoedig weerziens!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1