't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWIH MC1IA1M. No. 1897. Woensdag 22 April 1891. Negentiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. NIEÜ WSTIJ IJINGEN. AlDonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. *3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. A.d.v©rt©ntl5n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. _Advértentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 21 April 1891. De levering van hooi ten behoeve der gemeente is opgedragen aan mejuffrouw de weduwe J. de Moei, alhier. Zaterdagavond gaf de onderofficiers- vereeniging Vaderland en Oranje een feest hal in Tivoli. Vooraf voerde men een blij spel op Betalen is de boodschap". Met animo werd er gedanst, zoodat 't bal tot diep in den nacht duurde, 't Tweede ge deelte van 't dansprogramma viel bijzonder in den smaak. Een Rozengalop, Petit- Cotillon, de Groep naar de Maliebaan etc., wekten >,de vroolijkheid op en gaven een aangename afwisseling. Zaterdagavond hield de Gymnastiek vereniging »Pro Patria" een feestelijke vergadering in Musis Sacrum. Nadat de president, de heer F. C. H. Schlahmiich, den bezoekers 't welkom had toegeroepen, werden door hem aan de overwinnaars bij den laatstgehouden schietwedstrijd, (reeds vroeger door ons vermeld), de behaalde bekroningen onder 't spreken van een har telijk en kameraadschappelijk woord uit gereikt. Van de oefeningen en werkzaam heden, daarna door de hoofdafd. enadspi- ranten klassen uitgevoerd, kunnen we met lof melding maken. De missive, die, dd. 16 dezer, door niet minder dan 52 ouderwijzers en onderwijze ressen, werkzaam bij de openbare scholen iu deze gemeente, gezonden is aan den beer J. G. R. Vos, Voorzitter der Plaatselijke Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs alhier, was van den volgenden inhoud WelEdelgeb. Heer „Met groot leedvroicu KcGbeu oudst- geteekenden, onderwijzers en onderwijzeressen in deze gemeente, vernomen, dat het hier gisteren loopende gerucht, dat U als President en Lid der Commissie van Toezicht op het Lager Ou derwijs zoudt hebben bedankt, waarheid bevat. Met groot leedwezen zij leggen er den nadruk op, omdat zij U, de een sinds lan ger, de ander sinds korter tijd in genoemde be trekking met ijver en vrucht hebben werkzaam gezien en die werkzaamheid ten zeerste waardee- reu. Met groot leedwezen zij herhalen die uitdrukking. Er zijn oogenblikken, waarin men geen vrees behoeft te koesteren van vleierij verdacht te worden. Zulk een oogenblik is er thans, en daarom spreken zij het onomwonden uitzij hebben in U als President der genoemde Commissie den rechten man op de rechte plaats gezien. Ondergeteekenden willen niet in oeoor- deeling treden van het voorgevallene, dat U aan leiding moet gegeven hebben, Uwe betrekking neder te leggen, maar wel hopen zij, dat hnnne betuiging van ongeveinsde waardeering sterk ge noeg moge blijken te zijn, om op uw besluit terug te komen. Bovenal in het waarachtig belang van het onderwijs, hopen zij, dat het U gegeven moge zijD, in dien geest te kunnen handelen. Aanvaard, WelEdelgeboren Heer, de betuiging van welgemeende hoogachting van Uwe dienstw. dienaren en dienaressen, (Volgen de handteekeningen.) Heden zijn in de Tweede Kamer de discussiën over de legerwet aangevangen. Door den heer Rooseboom zijn 58 amen dementen voorgesteld op de Legerwet, waarvan 17 verbeteringen in het stelsel der Regeering beoogen en de overigen meel den vorm betreffen. Door den heer Viruly Verbrugge is het volgend amendement op de Legerwet voor gesteld ,,De samenstelling van de actieve zeemacht, van de zeeweer, van het leger en van de landweer wordt door de wet bepaald." „Recht voor Allen" heeft, met het oog op de aanstaande Mei-beweging, roode onderscheidingsteekens laten maken, die tegen 10 cent verkrijgbaar zijn. Het tee- ken bestaat in een roodsatijnen lint, waarop met zwarte letters Acht-urenbeweging. 8 uur arbeid. 8 uur vrij. 8 uur slaap, (twee handen als tee- ken van broederschap.) 1 Mei 1821, In de „Staatscourant" van 18 dezer is opgenomen een rapport, loopende van 17 tot en met 31 Maart jl., betreffende de kruistochten van Hr. Ms. stoomsehoe- ner „Dolfijn" en gaffelschoener „Argus", tot uitoefening van politietoezicht in de territoriale wateren. Dat ook kraaien, wanneer zij in de gelegenheid zijn, hun aard van roofvogel niet verloochenen, is te Montfoort gebleken, waar zij twee lammeren aanvielen en ge dood hebben. Atjeh. Omtrent het gevecht met de Atjehers, waarin kapitein Van Wicheren gesneuveld is, wordt dd. 9 Maart van Kota Radja het volgende aan de „Deli Ct." gemeld «Heden morgen omstreeks uur werd een uiman oaImmmmI. J van Lam ara bij Ketapan Doea. Later kwam het bericht dat de militairo commandant van Ketapan Doea, de kapitein Van Heurn en de luitenant Ostreig in den ochtend waren uitgerukt en de benting Kandang bij verras sing hadden genomen. De luitenant Ostreig was de eerste, die in de vijandelijke benting binnendrong. De genomen benting werd door een aantal Atjehers zoodanig in gesloten, dat tusschen die benting en Ketapan Doea geen communicatie meer bestond. De luitenant Os treig, met een paar dappere minderen, verliet deze daarop, onder het krachtdadig vuur van den vijand en had het geluk, heelhuids Keta pan Doea te bereiken. Vandaar werd aan den bevelhebber om hulp geseind per teleplioon. Onmiddellijk werd hieraan gevolg gegeven, en des morgens om 8 uur rukten achtereenvol gens uit naar Ketapan Doeahet 14e batal jon infanterie, een peleton cavalerie, een bat terij artillerie, twee compagniën van het 12e bataljon en twee compagniën van het 3e ba taljon, terwijl de militaire commandant van Landjamoe op het eerste sein naar Kandang oprukte. Op een afstand van 500 meter van de benting gekomen, werd het detachement van Landjamoe, onder den kapitein Van Wicheren, door don vijand beschoten, met het ongeluk kig gevolg, dat de kapitein een doodelijk schot in den buik kreeg, waaraan hij een halfuur later in het hospitaal overleed. De later aangekomen troepen hebben den vijand verjaagd. Wij hebben bij die gelegen heid verloren 5 dooden, waaronder genoemden kapitein, en 9 zwaar gewonden. De generaal, de chef van den staf en de adjudant van den generaal bevonden zich van af' acht uur v. m. te Ke.;apan Doea. Hedenavond is een gedeelte der troepen te Kota Radja teruggekeerd, ook de generaal met zijn staf. De benting Kandang is bezet ge bleven door een compagnie van het 3e batal jon infanterie, terwijl morgen alles in die buurt zal geraseerd worden." De Hollandsche huisvrouw is thans weer in haar element Geen tyd van het jaar, waarin zij zooveel bedrijvigheid ontwikkelt, als tusschen Paechen en Pinksteren Van den zolder tot den kelder wordt alles in het huis met bezemen gekeerduit porce- lein- en provisiekasten komt alles uit de hoe ken. Behangers, stukadoors, schilders, timmer lieden bestormen het huis. De meeste kachels zijn weggelukkig als er nog een paar blij ven staan, want April, /doende wat hij wil", kan lang nukkige koude kuren van Maart in het hoofd houden. Als er niet goed wat verdiend wordt, kun nen de mannen in dezen tijd van het jaar erg uit hun humeur zijn Soms verdenken zij de dames, dat dezen voor haar pleizier zoo'n schoonmaak op touw zetten Onredelijke mannen Gy moest niet weten wat te doen uit dank baarheid, dat gij zulke ijverige, nette Holland sche huisvrouwen hebt. Ziet, de winter met zijn walmende lampen, zijn rookende schoorsteenen, zijn stofmakende haarden en kachels, had tegen de wanden, tegon de plafonds, in de dikke gordijnen en tapyten, overal zijn vetten, stoffigen stempel gedrukt, die bij het gewone //kauierdoen" niet Kom eens na deh schoonmaak f zie en ruik: muren en plafonds zijn hagelwitalles glimt u tegen gij ruikt nog de witkalk, de terpen tij u, de politoer, waarmede al de microben, al de bacillen of hoe dat onzichtbare tuig mag heeten, dat loerde op de gezondheid van u en uwe kinderen, verjaagd en vernietigd zijn. Als gij thuis komt en de huisvrouw en de dochters moe en af zijn van al dat zorgen, toezien, meehelpen en naloopen, zeg ons, heer des huizes, verdienen zy dan een knorrigen blik of een bemoedigend en opwekkend woord Een gebruikt Ameriltaansch postze geltje van 5 cents (een Amerikaansche cent is 21fz in Nederlandsch geld) met het stempel Brattleboro, 1846, is door een Engelsch verzamelaar gikocht voor 250 p. st. Het postzegeltje wordt gezegd eenig in zijn soort te zijn en zoo is dan ook de prijs van f 3000. Den 16 April zijn te New-York: in 24 uren tijds overleden 227 personen. Dit is het hoogste sterftecijfer, dat daar in dit jaar is voorgekomen. Van deze sterf gevallen waren 25 het gevolg van de griep. Kapitein Yerney is voor den politie rechter in Bowstreet te Londen versche nen, beschuldigd, dat hij in September 1.1. met Eugenie Rouilber heeft getracht een minderjarig Engelsch meisje, Basket ge naamd, met slechte bedoelingen naar Pa rijs te lokken. De aanklager zeide, dat vrouw Rouilber den 23 Maart uit de ge vangenis ontslagen was en dat na dien tijd het spoor was verloren. Het meisje Basket had evenwel Verney herkend als den man, dien zij had ontmoet en zich toen Wilson noemde. De zaak is acht dagen uitgesteld en Yerney is op vrije voeten gesteld tegen een borgtocht van 5000 pd. st. van hem zeiven en van 1000 pond sterling van twee anderen. Toen Keizer Wilhelm onlangs het garnizoen van Potsdam alarmeerde, droeg hij de uniform van generaal en zijn adju dant Von Senden Bibraw een marine-uni form. Later echter had de keizer zich ook in marine-uniform gekleed. Zoo stond hij bij het diner in het of ficiers-casino in druk gesprek, met den rug naar den ingang, toen een hoofdofficier der cavalerie binnentrad, den Keizer op den schouder klopte en zei„Wel, Sen den, ga jelui nu het aquarium alarmeeren Hartelyk lachend keerde de Keizer zich om en reikte den verlegen officier vrien delijk de hand. Het stoomschip Monoway, van Syde en Honolulu, meldt, dat het Engelsch- schip „St. Catharina" op de Carolina ei landen schipbreuk heeft geleden en dat daarbij 90 personen zjjn verdronken. Te Dresden stierf dezer dagen een vrouw, die van aalmoezen leefde en bij wie men een vermogen vond van 100,000 Mark. Yolgens het bulletin van het Kaiserl* Gesundheits-amt in Berlijn van 14 dezer, enza in China opnieuw opgetreden, vooral in Noord-China, waar de ziekte het vo rige jaar niet heerschte. De sterfte is door de bijziekten belang rijk Uit nadere berichten, aan de „Ti mes ontleend, blijkt dat de gezonken En- gelsche stoomboot „Glamorgen" niet haar eerste reis deed, doch sinds 1883 in de vaart was. Zij was echter onlangs van eigenaar verwisseld en deed voor haar nieuwe reeders een eerste reis van Ant werpen naar Cardiff. Omstreeks 10 mij len van de Engelsche kust en op de hoogte van Dover werd kapt Roberts, die zich op de brug bevond, te halftien 's avonds bij helder weer de lichten van de „P. Ca- land" gewaar. Hij riep de „Caland" aan, doch deze scheen het gevaar niet te zien en drong met volle kracht in het stuur boord van de „Glaraorgan". De aanva ring was zoo hevig, dat de „Caland" met haar boeg tot over de helft van de ma chinekamer doordrong en de „Glamorgan" zoodoende geruimen tijd drijvende hield. De opvarenden der laatste konden zich daardoor zonder behulp van de booten op de „Caland" redden. Zij waren 34 in ge tal onder hen bevonden zich de vrouw en twee kinderen van den kapitein en de vrouw van den bootsman. De hoofdmachi nist, die zich op het oogenblik der aan varing in de machinekamer bevond, kon zich slechts met moeite redden, terwijl de donkey-man zóó tusschen de ineengedron gen machines bekneld zat. dat men werk had, hem daaruit te bevrijden. De,,Ca land" verloor een gedeelte van haar boeg en liep te Dover binnen, doch zou den 17en 's middags van daar naar Rotterdam vertrekken. Door een bijbel uit een graf is dezer dagen een familie te Chicago in het bezit eener erfenis van zes millioen dollars ge komen. Het kapitaal was in de Manhattan Bank te New-York gedeponeerd, en het bleef daar, omdat de erfgenamen neven en nichten van den erflater hunne rech ten niet voldoende konden bewijzen. Daar werd ontdekt, dat de familiebijbel met een ander overleden familielid te Easton begra ven was. Het graf van dien bloedverwant werd geopend en men vond den bijbel. Het boek was voor een deel vergaan, maar de familie-aanteekeningen waren, door den dikken band beschermd, ongeschonden ge bleven en met vond daarin den schakel, welke aan de bewijzen van het recht der erfgenamen ontbrak. VOORJAARSKRUIDJES. Te zeggen»'t kan niet", is verkeerd, Zoolang men niet heeft geprobeerd. Het werken schaadt zoo spoedig niet, Maar wat ons wel deert, heet - verdriet. Spreek nooit te veel, maar liever goed, «lA"J -1- 1 Mijn vrienden, wanhoopt nooit te spoedig, Maar weest ook nimmer overmoedig. Hij, die zich voor een laagheid schaamt, Yolbrengt ook trouw wat hem betaamt. Wil voor 't verkeerd verstaan u hoên, Maar meer nog om verkeerd te doen. Nooit grijpt berouw of spijt ons aan Van 't goede, dat men heeft gedaan. Steeds doet ons de ondervinding leeren, Dan men veeleer zyn geld dan deugd tracht [te vermeeren. Geef nooit te ras den moed verloren Uit duist'ren nacht wordt 't ochtendlicht [geboren. Correspondentie. W3. heeft, met onbeschrijfelijk veel genoe gen, in een der plaatselijke couranten gelezen, dat drie jeugdige leden van hel onderwijzend personeel de wasch buiten's huis hebben ge bracht. Hij vertrouwt, dat, uit erkentelijkheid voor bewezen dienst, een eventuëel over hen uittebrengen advies, zeer gunstig zal luiden, en dat er bij hen geen sprake zal zyn van de verklaring, als zou er aan hen veel ontbreken. Marine en Leger. Bij kon. besluit is de kapitein luit.-ter zee P. Zegers Veeckens, met 1 Mei a. s. benoemd tot adjudant van H. M. de Koningin. Naar het Italiaansch. 28 ooo— «Die zucht naar wraak is toch niet geheel verdreven, hoop ik," zei de directeur van po litie nu. »Wat zoudt ge zeggen, als ik u ver zeker, dat Lartige te Parijs moet zijn en dat hy hier gekomen is met een reispas ten name Durval En daarbij komt, dat Lartige een nieuwe misdaad beging, waarom de politie hem zoekt Veertien maanden geleden ver moordde bij graaf Kurawieff, die hem als moor denaar zijner vrouw wilde grijpen z/Groote God, is het mogelijk riep Amata uit. «Ge zult het verhaal van deze treurige ge beurtenis uit den mond van den jongen graaf Kurawieff zelf vernemen," sprak de Gibray. //Ik heb hem laten verzoeken hier te komen. Wij echter verzoeken u de vervolging van den moordenaar Lartige weder op u te nemen. Te gelijkertyd zoudt ge ons kunnen helpen om licht te werpen op de dubbele misdaad, die onze onmacht zal bewijzen, als wij den brutalen moordenaar niet spoedig ontdekken." Op dat oogenblik streed de wraakzucht in Amata's boezem mot andere gevoelens, die eindelijk de overwinning schenen to behalen. Zy schudde treurig het hoofd en zeideDe bestraffing van myn verleider laat ik aan God over. Ik kan daarom aan uw wensch niet voldoen, ik kan niet." wEn waarom niet, Amata «Ik heb een zoon," stamelde Amata onder heete tranen. «Niemand weet, dat Maurice mijn eigen vleesch en bloed is, het kind, dat ik in de gevangenis onder diepe smart het leven schonk. Het is een brave, goede jongen, mijn trots en vreugdHij zal een goede positie in de maatschappij bekleeden. Om zij nentwil kan ik niet meer tot de politie in be trekking staan, want als eenmaal het oogen blik aanbi'eekt, dat ik hem op zijn dringende vragen moet bekennen, dat ik zijn moeder ben wat een vernedering voor mij, als ik te gelijkertyd moet zeggen, dat ik tot de agen ten der politie behoor. O, ik zou mij voor mijn zoon moeten schamen." «Maar wij verlangen niet dat ge weer ge regeld dienst zult doen," zei de directeur van politie vleiend. «Wij wenschen alleen uw raad en dat ge uw vryen tijd besteedt om naar Lartige en naar den moordenaar van Père Lachaise te zoeken. Hoe zou uw zoon daar iets van vernemen. Wij zullen wel zwijgen." Besluiteloos liet Amata het hoofd zakken. Ja, zij wilde zoo graag den ellendeling Lar tige gestraft zien, maar de gedachte aan Mau rice hield haar terug. Terwijl zij nog in twijfel stond, ging de deur open en trad Srnoi- loff binnen. Hij werd aan Amata voorgesteld, die hem droevig aankeek. //O, welke herinneringen worden door uwe komst in mij opgewekt," sprak zij ontroerd «Herinneringen aan het gelukkigste jaar mijns levens, in het huis van uwe ouders doorge bracht, aan uw ongelukkige mama, die zooveel van u hield. Dikwijls heb ik u in mijn armen gedragen, heer graaf, toen ge nog klein waart. Ik hield ook zoo veel van u." «Dan zult ge hem zeker wel willen helpen bij zijn nasporingen naar Lartige," sprak de Gibray, die den Rus nu duidelijk maakto, waarom Amata zoo twijfelde en hem verzocht zyn invloed op haar te beproeven. En waar lijk het gelukte Smoilolï haar over te halen. Eerst schilderde hij in levendige kleuren den moord van zijn papa en wekte haar veront waardiging tegen Lartige op. Daarop beloofde hij haar een groote som geld, als zij den moordenaar van zijn oudors opspoorde en bo vendien zou Maurice dan een schitterende be trekking krijgen als rentmeester op een zijner landgoederen. «Yoor Maurice dan," mompelde zij in zieh- zelven en zeide daarop luid. »Ik stel mij ter uwer beschikking, heer graaf. Ik behoef mij niet te schamen voor mijn zoon weldaden aan te nemen, die ik voor mij zelf zou weigeren. Als Lartige te Parijs of zelfs maar in Europa is, dan zal hij ons ditmaal niet ontgaan, dat zweer ik u «En zult ge dan onzen moordenaar niet vergeten vroeg de Gibray. Met een fijn lachje antwoordde Amata Wees daar niet bezorgd voor, mijnheer. Tegenover alle beambten der politie zal ik den schijn aannemen, of ik naar dien moordenaar zoek. Alleen wij met ons vieren behoeven te weten, dat ik Lartige vervolg. Die schurk heeft overal handlangers, waarom zou hij ze ook niet by de politie hebben Breng mij op de hoogte van die zaak, laat mij alle pro cessen-verbaal lezen, dan zal ik verder weten, wat mij te doen staat." Mijnheer de Gibray legde haar het verlangde voor. Zij onderzocht do papieren nauwkeurig. «De moordenaar is blykbaar een nieuweling in het vak," zei ze eindelijk. z/Wat?" vroeg de directeur van politie ver baasd. Ja, een nieuweling Anders had hij beide slachtoffers niet met hetzelfde wapeu gedood en onze nasporingen vergemakkelijk Waar zijn de haren, die men vond De Gibray reikte ze haar toe. //Zijn deze haren schei kundig door een dokter onderzocht z/Neen z/Dat dacht ik wel, anders hadt ge nooit kunnen denken, dat die uit het hoofd van den moordenaar gerukt zyn." «Waarom niet?" «Omdat het afgesneden haren zijn, waar schijnlijk van een pruik afkomstig, er zitten geen wortels aan Daaruit volgt, dat wij niet naar een blonden moordenaar hehoeven te zoeken, maar naar een met donker haar. Een blonde behoeft geen blonde pruik te dragen." z/Dat is scherpzinnig bedacht," riep de Gi bray uit. //Amata, ik heb eerbied voor uw talent." z/Och, dat is eenvoudig nadenken," zei Amata bescheiden. //Wilt ge mij nu het onbeschre ven papier geven, dat bij dien dooden man gevonden werd Nauwelijks had Amata het gezien, of zij liet een kreet van verbazing hooren. „Wat is er?" vroeg de Gibray nieuwsgierig. „Het kan zuiver toeval zijn, maar eens vond ik zoo'n papier by Lartige, toen ik schertsend in zijn zakken mocht zoeken naar minnebrie ven. Toen ik hem vroeg, wat dat ding be duidde, rukte hij het angstig uit mijn handen en antwoordde„Och, een speelwerkjeEn nu tref ik weer zoo'n papier aan. Wie weet of de vermoorde niet tot Lartige in betrek king heeft gestaan Wie weet of Lartige zelf de moordenaar niet is, die misschien een verrader strafte Dit papier zou wel een her- kenningsteeken onder bondgenooten kunnen - zijn, of een sleutel voor hun geheime brief wisseling." «Ik bewonder u," riep de Gibray verheugd uit. „Maar hoe denkt ge dan over den moord op het kerkhof, die door denzelfden dader volvoerd moet zijn „Die werd in den grafkelder der familie Kurawieff gepleegdDat pleit juist tegen Lartige. Hy kan gemakkelijk een sleutel ge had hebben, hij was vroeger dienstbaar bij die familie. Misschien wilde hij daar met die vrouw een samenkomst hebben en bleek zy een lastige minnares of een gevaarlijke mede weester van zijn geheimen. Maar kom, ver moedens helpen ons niet, ik wil de dooden zien." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1