't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE ERFGENAMEN.
No. 1902.
Zaterdag 9 Mei 1891.
Negentiende Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
ïïitgeTers: BEEKHOUT Co., te Helder.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post 75
Afzonderlijke nummers2
Bureanx: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.vertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiëo moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
7 u. 41 m.
Eerste Kwartier.
KALENDER DER WEEK.
MEI, Bloeimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 11 m.
Onderg.
Zondag 10
Maandag 11
Dinsdag 12
Woensdag 13
Donderdag 14
Vrijdag 15
Zaterdag 16
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 8 Mei 1891.
- In een algemeene order voor bet leger
wordt door den Minister van Oorlog ter
kennis van de landmacht gebracht, dat
tot belooning voor de wijze, waarop zij
zicb in 1890 hebben onderscheiden bij de
krijgsverrichtingen in Atjeh, zijn benoemd
tot ridder der Mil. Willemsorde 4e klasse
de luitenants M. van der Meer Mohr en
J. F. Wenz, alsmede de korporaal A. O.
P. Vogel en de fuselier E. J. Leroy
dat bjj afzonderlijke dagorders, zoo in In-
dië als in Nederland, eervol zullen worden
vermeld; D. A. Arens en W. C. G. Van
Dooren, allen van het wapen der infante
rie van het leger in Oost-Indië. De chefs
der korpsen zijn uitgenoodigd deze order op
drie achtereenvolgende appèls hunnen on-
derhoorigen te doen voorlezen,
Men leest in >De Tijd".
De heer F. Kramer, arts te Amsterdam,
schrijft in een open brief aan de genees
kundigen en studeerenden, opgenomen door
het Nieuws van den Dag", dat het hem
gelukt is de longtering (longtuberculose)
in haar begin en ook in een meergevor
derd stadium volkomen te zien genezen
door een eenvoudige methode, die snelwer
kend, zeer verzachtend en geheel onscha
delijk is, daar hare toepassing, noch met
onderhuidsche inspuiting, noch met medi-
camenteuse inademingen, niet ingrijpt in
het organisme. Deze methode, zegt de heer
Kramer, werkt zeer intensief, doch zonder
de minste reactie ze verwijdert en ver
nietigt de tuberculose bacteriën grondig in
veertig dagen. De heer Kramer noodigt
alle geneeskundigen uit met hem te willen
medewerken tot het constateeren van de
juistheid van zijne mededeeling.
Zou de kroon, van de hoofden van de
Berlijnscke professoren Koch en Liebreich
weder weggenomen, op het hoofd vaneen
Nederlandsch geneesheer een blijvende
plaats vinden Wij hopen het van harte,
in de eerste plaats in het belang van zoo
veel duizenden arme teringlijders, en voorts
tot glorie van het lieve Vaderland, dat in
de laatste 25 jaren, op medtsch gebied,
helaas, maar al te veel buitenlandsche
steenen in zijne diadeem moest zien inzetten.
Uit Heerenveen is heden de justitie
met twee doctoren naar Drachten vertrok
ken, tot het onderzoek naar een vermoede
lijk geval van moord, gepleegd op een be
jaarde vrouw. Een 29-jarig jongeling
wordt daarvan verdacht.
De predikant van Oosterzee, te Sliedrecht,
is door de rechtbank te Dordrecht veroor
deeld tot f25 boete. subs. 5 dagen hech
tenis, wegens beleediging met woordea van
den organist der Herv. Kerk te Sliedrecht,
bij gelegenheid eener kerkelijke verkiezing
aldaar.
Een ontzettende paniek veroorzaakte
Maandagavond circa half tien te Montfoort
het geroep van Brand op 't Stadhuis
In minder dan geen tijd was een massa
volk op de been, en al spoedig boorde men
uit verschillende monden, dat twee dronken
bedelaars, die in den namiddag in verze
kerde bewaring waren gebracht, de stroo-
zakken van hun verblijf hadden in brand
gestoken en daarna alarm maakten.
Spoedig waren de verschillende autori
teiten op bet Raadhuis, om zoo noodig het
archief, dat zich juist boven de provoost
bevindt, te redden, doch dit bleek geluk
kig niet noodig te zijn', daar de brand door
de inmiddels toegesnelde brandweer werd
beperkt tot eenig stroo en houtwerk in
meergemelde provoost.
De namen van de brandstichters zijn
Gijsbertus Van Gent, 61 jaar, wonende te
Gouda, en Leendert Van de Ridder, 55
jaar, te Vlaardingen. Zij zijn nog des avonds
op last van den burgemeester ter beschik
king gesteld van den officier van justitie
te Utrecht. Het is onbegrijpelijk hoe ze op
het denkbeeld zijn gekomen om het ver
blijf, waarin ze waren opgesloten, in brand
te steken. Ware bet één nur later gebeurd,
dan waren ze zeker levend verbrand, en
zouden ook ons gemeentehuis en bet archief
belangrijke schade hebben bekomen.
(»Utr. Dbl.")
Aan Bos en Tieman, de beide soci
aal-democraten, die om aan de gevange
nisstraf te ontkomen, waartoe zij veroor
deeld waren, naar België de wijk hadden
genomen, is door de Belgische regeering
aangezegd binnen acht dagen dat land te
verlaten.
Voor de rechtbank te LaFlêcke zou
dezrr dagen een eisch behandeld worden
van een meisje, dat van haren verleider,
een jonkman, die beloofde haar te trouwen,
een toelage verlangde voor het onderhoud
van hun kind.
Alvorens het woord te geven aan de
advocaten, liet de president de beide jon
gelieden voor zich k©men, en hij sprak
hen zoo treffend toe, dat verleider en
verleide tot tranen bewogen werden en
hem verzochten zelf hun trouwdag te be
palen. De wèlprekende rechter voldeed
aan dat verzoek en stelde het huwelijk
vast op 2 Juni,
De zaak werd nu natuurlijk van de rol
geschrapt.
In de Belgische mijndistricten is de
toestand nog onveranderd. Sterke troepen-
afdeelingen houden de arbeiders terug van
het plegen van ongeregeldheden, maar on-
dertusschen staat op vele plaatsen het
werk stil en van hervatten schijnt nog geen
sprake.
Het t Journaal de Bruxelles* zegt, dat
de Regeering besloten heeft de orde stip-
telijk te handhaven. Het officieuse blad
is echter van oordeel, dat geen dadelijk
gevaar bestaat en geen gewicht moet wor
den gehecht aan de verontrustende berich
ten, door sommige dagbladen verspreid.
'tls maar wat men gevaar noemt. De
feiten, die Dinsdag gemeld werden, zijn
anders tamelijk erg. Te Luik b. v. en te
Hornu, bij Bergen, is men Dinsdagnacht
met dynamiet aan den gang geweest.
Om vier uur Dinsdag in den morgen vroeg
is een dynamiet-patroon ontploft, die ge
legd was op den drempel van het huis van
een rentenier in de Rue des Augustins te
Luik. De ontploffing was geweldig en ver
oorzaakte in deze aristocratische wijk een
dolzinnige paniek. De aangerichte schade
bleek groot te zijn- De voordeur was aan
splinters, de ramen vlogen uit de kozijnen
en van de drie belendende huizen gingen
alle glasruiten aan scherven. Er is een
onderzoek ingesteld.
In dienzelfden nacht heeft men ook door
middel van dynamiet den gevel vernield
van een huisje van een werkman te Hornu,
uit wraak er over, dat hij den vorigen
dag aan 't werk was gebleven. Ook .in
dien omtrek (Henegouwen) duurt de werk
staking onveranderd voort.
Zoodra het Jodenfeest in Rusland ach
ter den rug is, zullen niet minder dan
10j000 joden het land verlaten. Yan alle
kanten komen zij uit Kberson, Bessarabië,
Podolië en VolhyniëTTmi voor Brazilië en
de Argent-ynsehe Republiek scheep te gaan.
Voor allen, die meenen, dat de nieuwe
wetten tegen de Joden in Rusland geen
wreedaardig karakter dragen, is deze al
gemeene uittocht der Israëlieten welspre
kend genoeg.
Op de 700,000 inwoners van Moskou
belijden er 100,000 den joodschen gods
dienst en men gelooft zeker, dat minstens
een tiende gedeelte van dezen een ander
vaderland gaat zoeken, zoodra de nieuwe
wetten tegen hen van kracht worden ver
klaard. De groothertog Sergius, die prins
Dolgorouki als gouverneur van de stad zal
opvolgen, is een zeer gestreng man, die
den Joden volstrekt niet genegen is. Ba
ron Hirsch, de Millionair, die een alge-
meenen uittocht der Joden uit Europa in
de hand wil werken, door groote sommen
gelds ter beschikking te stellen, heeft met
den Engelschen kroonprins een onderhond
gehad, om zijn plannen uiteen te zetten.
Een juffrouw1 te Parijs liet onlangs
een matras, welke zij in 1871 voor een
koopje op de markt had gekocht, wat op
knappen, en de daarmee belaste werklieden
vonden daarbij 30.000 francs onder het
overtrek verborgen. Zij vorderden, als vin
ders, de helft van het gevondene, maar de
eigenares van de matras weigerde hun dit.
Thans is de zaak aan de beslissing van de
rechtbank der Sei'ne onderworpen.
Ingezor^aen.
ALGEN EEN KIES- EX STEMRECHT.
Waarde Heer Redacteur!
Zeer zoudt gij ons met de opname van 't
volgende in uw geacht blad verplichten.
De brief in 't voorgaande nummer van uw
courant geplaatst, geeft niet zuiver de denk
beelden van den heer Land omtrent 't Kies
recht weer. Naar aanleiding van een meer
uitvoerig schrijven van bovengenoemden heer,
kunnen we constateeren:
dat de heer Land „zich ten opzichte van 't
Kiesrecht vraagstuk vereenigt met 't program
van de liberale Unie, zooals dat is vastgesteld
op 11 April '91.
Daarin wordt omtrent dit punt gezegd: „de
Kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal worde door onbekrompen toe
passing van het voorschrift der Grondwet uit
gebreid ook tot den kring der werklieden, die
reeds te lang daarvan verstoken bleef."
De wetgever ga aanstonds zoover, als een
eerlijke uitlegging der Grondwet hem veroor
looft.
Persoonlijke en geheime invulling van het
stembiljet in het lokaal der stemming worde
voorgeschreven."
U dankzeggende voor de plaatsing.
Het Bestuur der afd. Helder
van den Bond voor Algem.
Kies- en Stemrecht.
Helder, 6 Mei 1891.
hoop en verwachting, doch van geld geen sprake;
de schnldeischer, verdrietig over het lange
wachten, spoedt zich ten laatste naar den
koopman en beduidt hem dat de termijn van
betaling meer dan negen weken verstreken is.
Ons winkeliertje, op de teenen getrapt dat
men hem zoo weinig vertrouwt, troont den
eischer mede naar de huiskamer en zegtKijk
eens hier, vriend, 't ding ligt al twee maan
den gereed waarom ben je het niet komen
halen
Programma van het l'te Zomer-Concert,
op ZONDAG 10 MEI 1881,
's namiddags 2lJ4 uur.
1. „Kamerun Marseh", C. A. Raida. 2.
Les Pêcheurs de Perles", Géorges Bizet (le
uitvoering). Pauze. 5. Ouverture zu <Jem
Fcetspiel: „Des Wauderer's Ziel", Franz. v. Sup-
pé. 6. Souvenir de 1' opera »La Bohémienne",
E. Balfe. 7. «Donau Weibchen", Walzer aus
der operette Siraplicius, Joh. Strauss.
EEN LASTIG HEERSCHAP.
Heer Noordewind,
Zijt gij een vrind
Van menschelijk verdriet
Gij maakt zoolang
Het ons reeds bang
Och, kwel ons langer niet
Foei, bulderbast
Wat overlast
Doet gij de lente weer
Uw forsche kracht
Spot met haar macht,
En smijt haar werk weer neer.
Ga, heerscher, ga!
Heb toch gena
Voor haar die zegen biedt;
Zij staat gereed
In 't feest'lijk kleed.
Haar wacht ons levenslied.
Heldersche Moppen.
EEN DIEP GEHEIM.
A. Ik hoor dat het bouwen van je huis aan
genomen is door iemand te W. en voor hoeveel
B. Dat zeg ik niemand en blijft een diep
geheim.
A. Maar waarom laat je door een vreemde
bouwen en niet door een plaatsgenoot.
B. Omdat de plaatsgenooten onder een hoedje
hebben gespeeld en allen ingeschreven hadden
voor f 5600, en om me nu voor f 600 in den
nek te laten kijken, daar dank ik voor.
o
Ook een leepert
Een winkeliertje uit de buurt van Gennep
(Limburg) had daar een rekening te voldoen
en zou het bedrag door middel van een post
wissel verevenen.
Er verliepen meer dan twee maanden in
LANDGENOOTEN
Het is nu ongeveer zeven jaren geleden, dat
de geldelijke toestand, waarin de „Maatschappij
van Weldadigheid toenmaals verkeerde, ons tot
het hbuden eener Algemeene Collecte in den lande
noodzaakte.
De directe aanleiding bestond destijds in het
overlijden van H. K. H. Prinses Marianna der
Nederlanden, de edele vorstin, tegenover wie de
Maatschappij zulke groote verplichtingen heeften
die baar vele jaren lang zoo ruimschoots steunde.
De uitslag van de oollecte beschaamde ons ech
ter niet. Ruim f 55.000 werden aan giften ont -
vangen, terwijl 825 nieuwe leden zich aanmeldden.
Door deze uitkomst werden wij in staat gesteld
den dienst in de Koloniën, tot op dit oogenblik,
naar bekooren te doen vervullen en kunnen wij
zelfs op deze laatste jaren, als op een tijdperk
van ontwikkeling voor de Maatschappij terugzien.
Van deze ontwikkeling getuigen de drie in dat
tijdperk gestichte vakscholen voor Tuinbouw,
Boschbouw en Landbouw, welker stichting voor
namelijk te danken is aan den edelen weldoener der
Maatschappij, ons Eerelid, de heer F- H. L. van
Swieten, en voor twee van welke ons een regee-
ringssubsidie is toegekend- Van die ontwikkeling
getuigt ook de aanzienlijke uitbreiding aan de
Mandenmakerij gegeven, welke meer en meer een
tak van kunst-nijverheid werd en als eene am
bachtsschool kan worden beschouwd, waarop thans
aau 45 jongelieden onderwijs in dezen tak van
nijverheid wordt gegeven. Daarvan getuigen ook
de onlangs tot stand gekomen leerschool voor bet
boekdrukkersvak, te Steenwijk, en de belangrijke
aanleg van bosschen, ongetwijfeld de beste gele
genheid tot werkverschaffing in de wintermaanden.
Ook op het gebied van armenzorg, het eigen
lijke terrein, dat tot den werkkring der Maat
schappij behoort, zijn die zeven jaren niet on
vruchtbaar geweestde aanvragen tot plaatsing
van nieuwe gezinnen, gedurende geruimen tijd
uiterst gering, zijn in de laatste jaren aanzienlijk
vermeerderd, zoodat thans tal van verarmde ge
zinnen de koloniën hebben bevolkt en nog ver
scheidene andere op plaatsing wachten.
Moet men van de eene zijde deze herlevende
belangstelling toejuichen, aan den anderen kant
valt het niet te ontkennen, dat daarmede groote
posten gemoeid zijn.
Hierbij komt, dat wij van de gemeentebesturen,
die in de eigenlijke verpleging van gezinnen in
1870 nog ruim f 7000 bijdroegen, bijna niets
meer ontvangen sedert de invoering van de in
1871 gewijzigde armenwet.
Naar het Italiaansch.
32 ooo—
•Hij heeft me gezegd, dat hy geen verwan
ten had. Vrienden hm, jazijnbondge-
nooten. Een daarvan zat ook te Poissy, als
medeplichtige aan den sluipmoord. Van de
anderen vertelde hij wel en noemde hunne
namen."
„Had hij veel medeschuldigen
„Hy behoorde tot een geheim verbond..Nu
hy dood is kan ik het u wel zeggen."
Hoeveel leden telde de bond
„Vijf, mynheer."
„Weet ge hunne namen
„Ja
„Hoe heette de man, die met Perrier gevan
gen zat
«Die heette Michaël Bermont. Het was een
schoon, verstandig jonkman met goede manie
ren. Hij bemoeide zich niet veel met Perrier.
„En de anderen
//De derde heette Verdier, de vierde Chau-
vin en de vijfde heette Pierre Larjuist
Lartige 1"
Weet gij het doel, waarom zy een verbond
sloten
„Om te stelen, te rooven, op groote schaal
bedrog te plegen en ook om te moorden,
als dat goed betaald werd. Perrier vertelde
my, dat Lartige te Parijs een jonge gravin had
vermoord op laat van een Russischen edelman
dat hij nu elk jaar vierduizend roebels als be
looning ontving.
„En waarom liet de Russische edelman de
jonge gravin vermoorden Heeft Perrier dat
niet verteld
•Uit wraakzuchtDe edelman was verliefd
op de vrouw van zyn besten vriend en trachtte
haar tot een scheiding over te halen. Zy
bleef echter standvastig en dreigde, dat zy al
les aan haar echtgenoot zou zeggen. Toen
liet hy haar naar de andere wereld helpen.*
«En wie was de man, die te Poissy naar
Perrier kwam
Dat was Verdier. Als priester verkleed
sloop hij in de gevangenis en wilde Perrier
een brief geven. Hij werd betrapt en vluchtte
voor de bewaarder hulp kon roepen.
„Hebt ge Verdier gezien
„Ja, ik was juist op de binnenplaats en zag
hem de poort uit vluchten I"
„Zoudt ge hem nog herkennen
«Dat geloof ik wel. Hij had een scherp
geteekend gelaat, dat men gemakkellijk ont
houdt."
„Kent ge Chauvin en Lartige alleen bij
naam
„Ja, mijnheer."
„GoedGe keert nu naar uw cellen terug
als alles blijkt waarheid te zijn, wat ge mij
gezegd hebt, zal ik o weten te beloonen."
Nauwelijks waren de dieven weg of Amata
kwam uit haar schuilhoek. »0, wat gewich
tige ophelderingen," riep zy uit, „ik zeide da
delijk, dat tusschen Lartige en den dubbelen
moord verband kan bestaan. Gustave Perrier
lieett zeker iets verraden en Lartige heeft hem
daarvoor gestraft. Die vermoorde vrouw zal
ook wel op eenige wijze het verbond der mis
dadigers gehinderd hebben. Ik ben nu stellig
overtuigd, dat wy maar één misdadiger heb
ben, namelyk Lartige."
Misschien zijn er meer bondgenooten te
Parijs, dan Lartige alleen
„Dat kunnen wij met de hulp van Galon
bert vernemen. Hij kent Verdier en Bermont,
ik ken Lartige. Als ik in vereeniging met
Galonbert zoek. is het zeer waarschijnlijk, dat
wij één van hen vinden, en dan kunnen de
anderen spoedig gevat worden.
„Das ge wilt Galonbert en Sylvain in dienst
bij de politie nemen. Nu, dat is meer ge
beurd, maar daarvoor moet de directeur van
politie verlof geven."
Een uur later had zij dat verlof bekomen
en werden de twee dieven in tegenwoordig
heid van den directeur van politie voor haar
gebracht.
Galonbert en Sylvain herkenden haar niet
«n keken nieuwsgierig den directeur van po
litie aan.
„Ge zijt beide vrij," sprak deze, maar on
der één voorwaarde."
„Spreek, mynheer. Wij willen alles doen
voor de politie."
„Goed, daar kant ge nu het bewijs van le
veren, want de voorwaarde isdat ge tegen
goede belooning by de politie in dienst treedt
en het stelen voortaan laat."
O, wat een geluk," riepen de twee man
nen uit en Galonbert voegde erby „Wij wil
len niets liever dan eerlijke menschen worden.
Als wij een eerlijk stuk brood eten. zullen wij
geen dieven meer zijn."
„Goed, ge staat onder de bevelen van deze
dame," sprak de directeur van politie. Zij
bewijst ons gewichtige diensten, ge moet hare
bevelen stipt volbrengen. Kom hier van mid
dag terug, dan krijgt ge behoorlijk kleeding
en een maand tractemënt. Zoek een thuis
komen in een onverdacht huis. En nu, tot
ziens.
Beide mannen bogen herhaalde malen en
vertrokken. „Hoe gelukkig, dat de politie ons
betrapte," zei Galonbert tot Sylvain. Zon
der dat, waren wij niet in de gelegenheid ge
weest ons weten zoo duur te verkooqen. Een
aanstelling bij de politie, een goed inkomen,
goede kleeren, niets van de politie te vreezen,
maar zelf politie spelen, hoor eens Sylvain,
dat had ik nooit durven hopen. Leve onze
nieuwe betrekking. Wij worden nu zelf jagers
en blijven niet langer het arme wild."
XYI
Maurice was teruggekeerd van zijn uitstapje
naar Viccur-Braisnes, het dorp waar Felicitas
was opgevoed.
Onmiddellijk vervoegde hij zich bij kapitein
van Broek, waar hij ook Verdier aantrof.
„Wel, beste vriend, hebt ge het meisje ge
vonden vroeg Lartige onmiddellijk.
„Helaas, neen." antwoordde Maurice onte
vreden. Ik breng oyk niets mee dan een arm
zalige photographie."
„Wat?" vroeg Verdier terneergeslagen.
„De vrouw, die haar heeft opgevoed, had
ik spoedig gevonden. De oude schrikte toen
ik naar het meisje vroeg en te gelijk het ge
boortebriefje liet zien. Zij dacht zeker aan
rekenschap over de dertigduizend francs, die
Dharville haar# toevertrouwde. Ik vroeg daar
echter niet naar, maar wilde het meisje zien."
„Acli, mijnheer," stotterde de oude. „Zij
is niet meer hier. Zij wilde de wereld in
en omdat zij toch niet bij ons, boeren, paste
liet ik haar gaan. Zes jaar geleden is zij naar
Parijs gegaan en heeft daar als kamenier ge
diend. Zy Ichreef mij eenige keeren en stuurde
mij ook haar portret. De laatste twee jaar
heeft zij niets van zich laten hooron ik vrees
dat zij dood is." Ik verlangde de brieven en
het portret te zien. De oude gaf mij dadelyk
het portret, maar de brieven kreeg ik niet,
voor dat ik dreigde met 't terugeisclien van de
dertigduizend francs. Felicitas klaagde in die
brieven over haar moeielyke omstandigheden
en haar zwakke gezondheid en vroeg dringend
om eenigen onderstand, totdat zij weer gere
geld kon werken. Haar laatste brief bevatte
haar adres, maar dat heeft geen waarde, want
die straat is reeds lang verdwenen bij do ver
fraaiing der stad. Verder was uit de oude
vrouw niets te halen. Wy moeten Felicitas
dos zoeken met behulp van dat portret
dat zal niet gemakkelijk gaan, maar wij wil
len en moeten ons doel bereiken."
(Wordt vervolgd.)