't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE ERFGENAMEN.
No. 1905.
Woensdag 20 Mei 1891.
Negentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
ATpon ~n ement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG,
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BureauxSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VBIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
HELDER, 19 Mei 1891.
't Is eene algemeen erkende waarheid, dat
fde instandhouding eener Vereeniging vaak
veel moeielyker is dan de oprichting er van.
'Dit is dan ook zeker weleens de reden ge
weest, dat menigeeD bij de stichting van de
eene of andere instelling, het hoofd schuddende,
durfde profeteeren, dat de levensduur van zoo'n
Vereeniging maar zeer kort zoude zijn. Ten
blijke echter dat hier ter plaatse eenige voor
beelden zijn, die de bedoelde voorspelling in
eenige gevallen logenstraffen, deelen we het
volgende lijstje meê van plaatselijke Vereeni-
gingen, die reeds vóór den jare 1860 werden
gesticht en alsnog bestaan.
1. Onderwijzers-gezelschap .Helder", sedert
1 Juli 1862 een afdeeling uitmakende van het
Nederl. Onderwijzers-Genootschap, 't Gezel
schap werd (blijkens eene re'melding in de
Nieuwe Bijdragen voor het jaar 1818) in 1817
opgericht. 2. Departement Helder der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen, gesticht den
6 Deeember 1822. Door dit Departement zijn
opgericht: de Plaatselijke Teekenschool, 9 Janu
ari 1837 de Spaarbank, 8 Maart 1843 de
Volksleesbibliotheek, 8 September 1848de
Industrieschool, 26 Juni 1857, en de Gymnas-
tiekschool, 8 April 1865. 3. Vrijmetselaars
loge «Willem Frederik Karei", gesticht 9 Fe
bruari 1826 4. Kleermakers-Vereeniging,
tot stand gebracht in Maart 1837 5. Af
deeling Helder, der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw, gesticht 11 November 1850;
6. Tabitha, jaartal der stichting 1851
7. Sociëteit «De Eendracht!', opgericht 1851;
3. Israëlitisch College .Nut en Vermaak",
onder de zinspreuk: Vrede en Eendracht",
gesticht 13 Januari 1855 9. Duinwater
leiding-Maatschappij van den Helder en het
Nieuwediep, gevestigd den 9 Februari 1855
10. Gezelschap «Ernst en Scherts", opge
richt 14 November 1858; 11. Afdeeling
Helder van de Vereeniging tot verbreiding der
waarheid, gesticht 21 Juni 1859, in welk jaar
reeds door die afdeeling zijn tot stand gebracht
eene Zondagschool-Vereeniging en de Christe
lijke Jongelings-Vereeniging, onderdo zinspr.
«De vreeze des Heeren is het beginsel der
wysheid".
Als vervolg op het bovenstaande, deelen we
hier nog mede de namen der gezelschappen,
die tusschen de jaren 1860 en 1870 hier ter
plaatse zijn tot stand gekomen, met de datums
van stichting.
1, Israëlitisch College, onder de zinspreuk
«Eendracht baart Genoegen", 18 September
1862 2.Christelijke Jongelings-Vereeniging,
onder de zinspreuk .Uw Heil komt", 29 Oc-
tober 1862 3. Zangvereeniging «Euphonia",
1 November 1862 4. Zondagschool-Ver
eeniging, onder de zinspreuk «Brengt ze tot
Jezus", afdeeling der Christelijke Jongelings-
Vereeniging «Uw Heil komt" 5 December
1862; 5. «Tryfosa", 10 Maart 1863;
6. St. Elizabetli's-Vereeniging, 7 April 1863
7. Afdeeling Helder der Metalen-Kruis-
Vereeuiging, 23 Juni 1865 8. Christelijke
Meisjes-Vereeniging, onder de zinspreuk
rDient elkander door de liefde", 6 Juli 1866
9. Plaatselijke Weerbaarheids-Vereeniging
genaamd Artillerie-Vry korps", afdeeling van
den Nederlandschen Weerbaarheids-Bond, 18
April 1867 10. Christelijke Knapen-Ver-
eeniging .Benjamin", 25 Januari 186911,
Christelijke Meisjes-Vereeniging «Lydia", on
der de zinspreuk .Onderzoek de Schriften",
14 Februari 1869; 12. Sociëteit „Mars",
27 Februari 1869; 13. Burgerkring «Har
monie", 1 December 1869; 14. Afdeeling
Helder der Nederlandsche Vereeniging tot bet
verleenen van hulp aan zieke en gewonde
krijgslidSen in tijd van oorlog, genaamd het
«Roode Kruis", 15 Maart 1870.
En eindelijk vermelden we, met opgaaf der
datums van stichting, de namen der tnsschen
de jaren 1870 en 1880 gestichte Vereenigin-
gen hier ter plaatse
1. Schermveresniging «Olympia" (Adelbors
ten Kon. Inst. v/d. Marine), 26 Januari 1871;
2. Marine-Machinisten-Club, 1 October
1871 3. Sociëteit .Harmonie" (Ankerpark),
14 October 1871; 4. Nederlandsche Natio
nale Werklieden-Vereeniging, onder de zin-
tpreuk «Door orde en spaarzaamheid tot Wel
vaart", 29 Januari 1872 5. Onderofficiers-
Vereoniging voor Land- en Zeemacht «Vader
land en Oranje", 1 Maart 1872; 6. Socië
teit «Marine-Club", 1 Januari 1873; 7.
Afdeeling Helder der Vereeniging «Het kruis
voor krijgsverrichtingen", 3 Januari 1873
8. «Ontwaakt bij Tijds", 24 Mei 1874
9. Visscherij-Maatschappij «Neptunus", in
Maart 1875 10. Congregatie der Aarts
broederschap van de H. Familie, 2 Mei 1875;
11. Vereeniging tot stichting en instand
houding van Bewaarscholen, 27 Augustus 1875
12. Christelijke Zangvereeniging «Hallelu-
jah", 10 October 1875 Gymnastiek-Vereeni
ging «Achilles", (Adelb. Kon. Inst. v/d. Ma
rine"), 12 November 1875 13. Afdeeling
Helder van den Antidienstvervangingsbond,
4 December 187514. College «Goede
bedoeling", 7 April 187615. Militair
Tehuis, 12 Juni 1877; 16. District Helder
van Eigen Hulp, 22 Juli 1877 17. Coö
peratieve Winkelvereeniging van Eigen Hulp,
10 October 187718. Vereeniging van
agenten en boden van begrafenisfondten «Helpt
elkander", 23 October 1877 19. H. W. N.,
6 December 187720. Visscherij-Maat
schappij «Triton", 12 Januari 1880; 21.
Muziek vereeniging »Euterpe", (Adelb. Kon.
Inst. v/d. Marine), 20 November 1880.
Van tijd tot tyd worden we, telkens
weêr opnieuw, herinnerd aan de oude klacht
het Heldersche kanaal verspreidt zulke onaan
gename en voor de gezondheid zeer zeker niet
bevorderlijke geuren Toen ons dezer dagen
de vraag bezig hield vrat is daar aan t« doen
was ons juist door een vriendelijke hand toe
gezonden een stuk, afkomstig uit het archief
der voormalige, zeer werkzame kiesvereeniging
«Helder", betreffende de bewuste schadelijke
dampen, die het genoemde kanaal zoo nu en
dan in zeer overvloedige mate ons toevoert.
Het bedoelde stuk vormt een voordracht, door
den heer A. E. Von Brucken Fock, officier
der genie, op verzoek van het Bestuur der
Kïpsvereeniging «Helder" in de algemeene
vergadering op 28 Januari 1885 gehouden,
De voordracht is van te wijden omvang, om
die in de kolommen dezer courant op te ne
men. Genoeg zij het te vermelden, dat door
den kundigen spreker achtereenvolgens werd
gewezen op het hygieënisch belang der zaak,
op de thans toegepaste wijze van spniën, op
de bezwaren tegen het inlaten van buitenwa
ter, op de waterstanden en op de beschikbare
middelen tot waterrerversching, om te eindi
gen met deze conclusiën
,We zyn thans tot het einde onzer korte
beschouwing genaderd, een beschouwing die,
we herhalen het, slechts ten doel had, het on
derwerp der waterverversching in het Hel
dersche kanaal gesteld dat die uit een hy
giënisch oogpunt noodzakelijk wordt geoor
deeld van technische zijde in te leiden, de
middelen te bezien, waardoor zij zou zijn tot
stand te brengen, en de voor- en nadeelen te
overwegen, welke aan die middelen zyn ver
bonden".
Resumeerepde, meenen wij tot de volgende
conclusiën te zijn gekomen
1. Een onderzoek van deskundigen zou
moeten uitmaken, of en in hoeverre stelsel
matige, periodieke waterverversching in het
Heldersche kanaal uit een gezondheidkundig
oogpunt noodzakelijk is te achten.
2. Doeltreffender, krachtiger verversching is
alleen mogelijk door het inlaten van zeewa
ter. De belangen van het achtergelegen pol
derland en van het Noordhollandsch kanaal
zouden evontuëel met de hygiënisch eeischcn der
gemeente moeten vergeleken worden, ten einde
te beslissen in hoever dit periodieke inlaten van
buitenwater thans nog zooals in vroeger
jaren uitvoerbaar is.
3. Men kan dan, zonder buitengewone mid
delen, tot gedeeltelijke waterverversching over
gaan door één of meer der daartoe beschik
bare sluizen aan 't Nieuwediep zoo noodig
eenigszins gewijzigd als spuisluizen te laten
dienst doen.
4. Vollediger afvoer van de in 't Heldersche
kanaal opgeloste en bezonken stoffen zal wor
den verkregen door 't kanaalvak aan 't West
plein met de zee in verbinding te stellen, om
zoodoende in de een of andere richting doch
steeds in denzelfden zin een krachtige
strooming te kunnen teweeg brengen. Van de
verschillende middelen, waardoor die verbin
ding zou kunnen worden verkregen, schynt
een duikersluis, onder den zeedijk met door
graving, brug, enz. nog de meest doeltreffende
inrichting.
5. Aan deze wijze van handelen zouden
hooge kosten verbonden zijD. Het zou ge-
wenseht wezen, in verband met het gestelde
onder sub. 1. uittemaken, in hoever het belang
der zaak en de financiëele draagkracht der
gemeente deze uitgaven eischen en toelaten."
Het voljaara-kohier voor den hoof-
delijken omslag, dienst 1891, welk kohier,
na onderzoek, in de zitting van den Raad
dezer gemeente, op Dinsdag den 12 dezer
is vastgesteld, bevat de aanslagen der in
gezetenen in de plaatselijke directe belas
ting tot een gezamelyk bedrag van
f 32,814,567a.
Door den Minister van Marine is
dezer dagen aan den officier-machinist der
le klasse J. G. Van den Bosch, werkzaam
bij den Marine Torpedodienst alhier, langs
schriftelijken weg tevredenheid betuigd
over de wijze, waarop deze officier zich
steeds beijvert, om zijne kennis en erva
ring in het belang van den dienst aan te
wenden.
Het is ons aangenaam, dit bericht mede-
tedeelen, vrant deze tevredenheidsbetuiging,
die den heer v. d. Bosch in groote mate
tot eer verstrekt, is te gelijk eene onder
scheiding voor het personeel bij 's Rijks
Stoomvaartdienst, een personeel, dat in
deze eeuw van stoom zulk een belangrijk
aandeel heeft in de richting en toepassing
der verdedigingsmiddelen.
Twee vreemdelingen, op reis naar
de Transvaal en te Amsterdam gelogeerd
bij »Krasnapolsky«, hebben kennis gege
ven dat zij vrijdagnamiddag in een bier
huis in den omtrek van Artis in gezelschap
zyn gekomen van 2 Duitschers en 1 Hol
lander, die hen hebben overgehaald tot
kaartspel, waarbij de een f75 en de ander
f120 heeft verloren. Een ingesteld on
derzoek heeft tot niets geleid, omdat de
klagers niet konden opgeven in welk bier
huis dit had plaats gehad.
Naar aanleiding van de beweging
ter verkrijging van den achturigen arbeids
dag te Stadskanaal, heeft de directeur der
fabriek »De Nyverheide aldaar een lijst
in de fabriek neergelegd, waarop ieder
werkman mocht aanteekenen hoe lang hij
dagelijks wenschte te werken. Het bleek
dat 10 der werklieden per etmaal 10, en
hunner 12 en meer uren verlangden
te arbeiden.
Men meldt uit Beetgum 14 Mei
Hedenochtend verspreidde zich in den
omtrek het gerucht, dat de heer mr., G.
notaris te Berlikum, op noodlottige wijze
het leven had verloren. Dit bleek al spoe
dig waar te zyn. Een ooggetuige deelt
mede, dat men hedenochtend te 5 uren,
zijn 'ijk in de vaart drijvende heeft gevon
den. Zyn horloge wees 103/3 uur aan.
Een half uur te voren had hij nog een
glas bier in een herberg gedronken.
Voor eenige dagen werd ten kan
tore van den heer Ketjen, firma Sehatten-
kerk Comp., te Doesburg, een valsche
wissel gepresenteerd en uitbetaald, groot
f 10.000. De vermoedelijke dader, zekere
N., compagnon van den heer Fr., koop
man in granen en koloniale goederen te
Doesburg, is sedert voortvluchtig.
te kunnen bijwonen tegen betaling van f0.25
per maand.
Een koopman verkoopt geen goede waar voor
een appel en een ei en onwillekeurig kwam
bij mij het spreekwoord boven «In 't land
der blinden is één oog koning."
Het onderwijs aan meisjes moet uit den aard
der zaak een geheel andere richting hebben
dan dat der jongens, want staat hier krachts
ontwikkeling bovenaan, bij meisjes is hoofd
zaak «bevordering der gezondheid en licha
melijke schoonheid", en moet men dus in do
eerste plaats de verschillende levenswerkzaam
heden, bevordering der spijsverteering, verbe
tering van den bloedstroom enz. ondersteunen.
Ook moeten bij dit onderwijs de lichamelijke
en geestelyke eigenaardigheden uitkomen en
dient de onderwyzer dus bekend te zyn met
de bijzonderheden van het vrouwelijk organisme
en met de eigenaardigheden van dat geslacht.
Wel een bewijs dat dit een grondige studie
eischt en men zyne kinderen niet aan den
eerste den beste mag toevertrouwen,die zich voor
gymnastiek-onderwyzer opwerpt. Zonder nu
iets af le dingen op de bekwaamheden van den
Directeur van den cursus, vermeden ik toch
dat, wanneer men zich bewust is in 't vak door
kneed te zyn, er wel niemand gevonden zal
worden die voor dien prijs dat onderwijs geeft.
Neen, is het nit liefde voor de jeugd of voor
het vak, laat men het dan liever gratis geven,
want op zoo'n wijze raakt dit onderwijs ge
heel in miscrediet.
U, Mijnheer de Redacteur, dank zeggende
voor do plaatsing dezer regelen, blijf ik,
met achting, UEd. Dr.
L. B.
Geëx. Gym.-onderw. Middelb. onderw.
Ingezonden.
M E IS JES-CYM MASTIEK.
Langen tijd is de gymnastiek voor meisjes
een onderwerp geweest dat pennen en nogeena
pennen in beweging heeft gebracht, alvorens
men 'tervrij welovereens was datdit een nood
zakelijk leervak op de scholen moest zijn en
dat meisjes zelfs meer behoefte aan kunstma
tige lichaamsbeweging hebben dan jongens.
Vooral Dr. Lubach, Dr. Coronel, Dr. Al-
lebé en anderen hebben dit leervak ten sterk
ste aanbevolen, totdat het eindelijk, voor zoo
veel de vrije en orde-oefeningen betreft, onder
de verplichte vakken in de schoolwet is opge
nomen. Tevens heeft de wet, doordrongen van
het feit dat dit deel der gymnastiek aan geene
onbekwame handen mocht worden toevertrouwd,
bepaald dat ieder onderwyzer zich in 't bezit
diende te stellen van een z. g. verlichte acte.
Reeds daardoor is bewezen dat ouders ver
keerd doen, door hunne kinderen aan onbe
voegde handen toe te vertrouwen en toch ziet
men dikwijls personen, die kranen zijn in 't
maken van toeren, zich leukweg voor onder
wijzer uitgeven en veelal met niet weinig succes.
Zoo kan mén van tijd tot tijd onder de ad
vertentiën lezen dat aan meisjes de gelegen
heid wordt gegeven, een cursus in gymnastiek.
(NB. Gymnastiek in zyn geheelen omvang),
Brandverzekering.
Onlangs werd door de directie eener in eeno
naburige gemeente gevestigde Brandwaarborg-
Maatschappij aan de deelnemers een circulaire
gezonden, waaraan wij onderstaande regelen
ontleenen
>Wij meenen de deelnemers te mogen wy-
zen op het gevaarlijke van „onderlinge verze
kering" in een enkele gemeente of in een bepaald
districtdaaruit vloeit toch voort dat een klein
getal verzekerden zich onderling waarborgen,
om gezamelyk de schade te vergoeden, die een
hnnner treft. Maakt die schade een aanzien
lijk bedrag uit, dan moeten weinige deelne
mers met elkander die geheele schade vergoeden.
Om niet te spreken van de vele honderd
duizenden, guldens schade, die de stad En
schedé, op eenen dag heeft getroffen, verwij
zen we naar de belangrijke branden, die in
kleine gemeenten plaats hadden, bjjv. in 1872
te Hoogkarspel, in 1878 te Zaandam en op
datzelfde tijdstip te Ilpendam, in 1886 te Twisk
en in 1887 te Sehermerhorn, waar onze Maat
schappij op één dag een schade leed van re
spectievelijk f22000, f22500, f 14000, f 26000
en f 20000, terwjjl ook andere maatschappijen
door hetzelfde ongeval werden getroffen.
Steden en bijzonder kommen van dorpen
staan voortdurend bloot aan buitengewone ram
pen en enorme schaden.
Slechts dan, als die groote schaden over
een geheele provincie of een geheel land wor
den omgeslagen, zijn zij dragelijk voor de ver
zekerden.
Dien waarborg kunnen alleen zeer uitge
breide maatschappijen verschaffen."
De opmerking, door de directie, die deze
circulaire verzond, gemaakt, verdient wel over
weging, en daarom noodigen wij de Redactie
Naar het Italiaarisch.
84
»Met Bressol leefde ik zestien jaar te Ly-
on," antwoordde zij toen. «Na een groote
erfenis kwamen wij te Parijs wonen. Het is
zuiver toeval, dat wij elkaar niet eerder ont
moet hebben. Als ons gesprek uit is, laten
we dan naar het gezelschap terugkeeren. Als
ge dat goed vindt, breng ik u naar de speel
zaal om met mijn man kennis te maken."
rGoed, dan hebben we een wapenstilstand
gesloten, mevrouw," sprak Gibray en volgde
baar. «Een wapenstilstand, maar geen vrede,
voordat ik myn dochter terug heb. Bij Gi-
bray's binnentreden stond Bressol op en on
derhield zich bijzonder minzaam met zyn gast.
Valentine maakte van de gelegenheid ge
bruik en fluisterde Maurice toeVolg my
ongemerkt, als ik den salon verlaat." Een
oogenblik later verliet zy de heeren onder
voorwendsel, dat zij naar haar dochter terug
keerde. In de smalle gang achter de speel
zaal kwam Maurice bij haar en nu verhaalde
zij hem het gesprek dat zy met Gibray ge
had had en vroeg hem om raad.
Maurice verschrikte toen hy vernam, dat
Gibray aan Dharville wilde schrijven. Hoe
gemakkelijk zou hy dan kennis krijgen van
Dharville's dood en van den inhoud van diens
nagelaten testament, dat bij den notaris be
rustte. Hij nam een snel besluit, scheurde
een blaadje uit zijn notitieboekje en schreef
daarop
«Mr. William Brandy, notaris te Londen."
Maurice wist dat ChauviD, een der vijf ver
bondenen, een vriend van Bermont, onder den
naam van Brandy te Londen verblijf hield.
Hij zeide daarop
«Tracht Gibray van avond nog eens toespre
ken en zeg hem, dat dit het adres van Dhar
ville's notaris is, die hem het verlangde adres
nauwkeurig kan opgeven. Het zou nog se
cuurder zijn als ge Gibray kondet bewegen om
zijn brief door Brandy's tusschenkomst aan
Dharville te zenden. Als u dat gelukt, hebt
ge niets te vreezen, want Brandy is mijn
vriend, toevallig is hij juist de man, door wien
ik kennis kreeg van uw geheim."
«Ik zal uw raad opvolgen, beste vriend
ik vertrouw op u, als mijn redder."
Valentine en Maurice keerden naar het ge
zelschap terug. Do dansmuziek liet zich hoo-
ren en Marie stond met Servet gereed om
het bal te openen. Den tweeden dans had zy
beloofd aan Albert. Dat was een polka.
Nauwelyks hadden zij de zaal tweemaal
rondgedanst of Marie zei«Laten wij wat uit
rusten." Onmiddellijk voldeed Albert aan haar
verlangen. Hij voerde haar naar een venster
nis en ging naast haar zitten. «Wat een ge
lukkige avond voor mij," zeide hij met neer
geslagen oogen.
Danst ge zoo gaarne?" vroeg zij onbe
schroomd.
«O, neen, ik krijg er hartklopping van, maar
ik ben bij u. Ik kan mot u spreken zonder
dat mijnheer Servet of papa toeluisteren. Had
ik maar moed om van deze gelegenheid gebruik
te maken 1"
«Waartoe," vroeg zij verwonderd.
«Nu, ik zou u gaarne vragen of ge mij een
weinigje liefhebt."
Marie kleurde en voelde zich gelukkig.
Waarom zon ik u niet een weinigje lief
hebben," ge zijt altyd vriendelijk jegens my."
«Zoo bedoel ik het niet, Marie. Ik bemin
u Houdt ge zooveel van m", dat ge uw lot
later aan het mijne zoudt willen verbinden?"
(Maar, mijnheer, dat zyn woorden waar ik
niet naar mag luisteren. En toch
»Een enkel woord," «meekte Albert. »Is
uw hart gunstig gestemd voor myn vurige
wenschen?"
«Maar onze ouders," fluisterde zij.
«Mijn papa houdt veel van mij en gy zijt
de oogappel van uw papa. Wij zijn van ge
lijken stand en bezitten beiden vermogen» Welke
bezwaren zouden er dan zyn
«O, het is mij zoo wonderlijk te moede."
«Maar ge haat me toch niet
»0, neen
«Mag ik dan op u hopen, als ik een positie
in de Maatschappij verworven heb
«Als papa geen bezwaar heeft, ja.'
r Wilt ge mij dan beloven, dat ge mij trouw
blijft, al komen ook andere heeren een aan
zoek doen
Dat beloof ik van ganscker harte."
»En ik zweer u eeuwige onwankelbare liefde,
Marie," sprak Albert plechtig. «Wij zijn nu
vereenigd voor het leven, wat er ook gebeure
moge."
«De dans is ten einde," zeide Marie. «La
ten wij naar mama terugkeeren, zij zou ons
missen." Stralend van geluk traden Marie en
Albert uit de vensternis, die hen aan het oog
der aanwezigen had onttrokken. Zij zagen
mevrouw Bressol met Paul de Gibray in ge
sprek en waren daarover verheugd. Een
nieuwe dans begon, en ditmaal danste zij met
den graaf d' Arfeuilles Marie's redder. Zoo ver
liep de nacht. Eindelijk keerde Marie uit de
speelzaal terug on vroeg Valentine voor de
laatste quadrille.
«Ik ben vrij," zei hy lachend, omjjnheer
Bressol ligt in diepen slaap op de divan in de
speelzaal. Hij is tevreden ingesluimerd, ik heb
drie partijen door hem laten winnen. Ik sta
nu bij hem in de gonst, een bewijs daarvoor
ia, dat ik in zijne plaats morgen met u en
juffrouw Marie naar het Bois de Vincennis
ga om schaatsen te rijden. Hij klaagde zijn
nood, dat hij voor zijn twee dames als cava
lier mee moest en hij was zeer in zijn schik-
toen ik aanbood die taak van hem over te ne
men."
«Ja, Marie heeft bij haar papa zoolang aan,
gehouden, tot hy beloofde morgen met ons naar
het ys te gaan. Wat een geluk, dat gij nu
meegaat."
«Hebt ge Gibray nog gesproken."
»Ja, hy is zeer in zyn schik met het adres
van den notaris, morgen zal hij aan mynheer
Brandy een brief voor myn broeder zenden."
(Best," zei Maurice. «Dan hebt ge niets
meer te vreezen." toen de quadrille afge-
geloopen was, namen Paul de Gibray en zijn
zoon afscheid en gingen naar huis. Onderweg
durfde Albert zyn papa niets vragen, want de
oude heer was somber en stil. Maar toen Al
bert naar zyn slaapkamer zou gaan, vroeg hy:
«Wel, papa, hoe denkt ge over Marie
Gibray trad met zijn zoon diens slaapkamer -
binnen en zeide«Ik had liever tot morgen
gewacht, maar nu je er naar vraagt, zal ik je
dadelijk zeggen, hoe ik er over denk. Welnu,
ik gevoel mij gedwongen om te verklaren
Met mijn toestemming wordt Marie nooit of
nimmer je vrouw."
«Waarom niet?" vroeg Albert doodelijk ont
steld.
Je heb recht naar de redenen daarvoor te
vragen, mijn zoon, en daarom zal ik je in 't
kort de geschiedenis van mijn jeugd vertellen.
Ik was zoo oud, als je nu bent en bekleedde
een ondergeschikte betrekking bij de politie.
Ik raakte verliefd op een arm, maar wonder
schoon meisje. Laat mij over de gevolgen
zwijgen. Mijn bedoelingen waren eerlijk, en
ik zwoer, dat ik trouwen zou als ik meerder
jarig was. Weinige dagen nadat mijn geliefde
my een dochtertje geschonken had, werd ik
zwaar ziek aan de typhus. Doch nauwelyks
was ik weer beter of ik ging weer naar Va
lentine. Helaas, haar woning was ledig, zij
was met een ryken bankier gevlucht, en ook
mijn kind was weg. Alle nasporingen waren
vergeofsch, ik heb Valentine niet teruggezien,
tot heden avond, toen ik in Bressol's echtge-