't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE EBFGEHAHEN.
No. 1921
Woensdag 15 Jnli 1891.
Negentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Ato onnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder.
Sureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aövertentlëin
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 14 Juli 1891.
De pogingen, die sedert eenige we
ken onafgebroken werden aangewend om
de vischtorpedo, die door den marine-tor-
pedodienst ter reede alhier werd verloren,
terug te vinden, zijn eindelijk met gun
stig gevolg bekroond. Het vermiste ver
delgingsmiddel is jl. Zaterdag door een
duiker van den torpedostoomer »Mercuur«
boven water en alhier aangebracht.
In Aug. wordt bet bureau van den
chef van den torpedodienst te Amsterdam
overgeplaatst naar de residentie. Het ge
volg hiervan zal zijn, dat verschillende
bepalingen, den. torpedodienst betreffende,
zullen worden gewijzigd.
Twee-en-twiutig gevallen van zakkenrol
lerij zijn in het «Politieblad" vermeld, welke
tusschen 14 Juli te Rotterdam, Den Haag en
vooral te Amsterdam hebben plaats gehad:
Te Rotterdam, ten nadeele van een dame
uit Groningen, in het Station-Beurs 1 porte-
monnaie met bankpapier, geldswaarde enz.
Te 's Gravenhage, een gouden remontoir-
en een gouden cylinder-horloge.
Te Amsterdam, zilveren knippen met gelds
waarde verschillende portefeuilles met bank
en muntpapierverscheidene portemonnaies
met waardenhorloges broches, een ju woe
len doekspeld enz.
Onder de brieventasschen is er oene die een
bankbiljet van f 300, een van f 200, een van f 60
een van f 40, 5 muntbiljetten van f 10, bene
vens zen rondreisbiljet van de Holl. IJzeren
Spoorwegmatschappij bevatteeen met een
bankbiljet van f25 en 5 of 6 muntbiljetten
van f 10 een met 3 biljetten van f40, 2 van
f 25, 3 muntbiljetten ven f 10 een gebruikte
bruinlederen portefeuille, inhoudende 10 cou
pons, als: 1 coupon zilv. metall. ad f21, serie
384,884, 4 id. ad. f2.10, serie 262.607, 1 id.
id. serie 307,979, 1 id. id. serie 343.942, 1
id stad Brussel, serie 38.057 No. 25, I id. id.
serie 020,783, 1 id. serie 0.99,930, no. 24, 1
id. serie 059.877, No. 1, 1 id. serie 062,367,
No. 25, 1 Riach Wiasma, ad Rb 1,87£, een
portefeuille met 2 bankbiljetten van f25, een
muntbiljet van f 10, 10/20 loterijbriefjes, alle
van hetzelfde nummer.
W. S., nachtwaker aan de chemi
caliënfabriek van den heer H., te Roer
mond, is Vrijdag-namiddag in zijne woning,
badende in zijn bloed gevonden. Hij heeft
een 15-tal verwondingen aan het hoofd.
Naast hem werd gevonden een bijl, een
zware steen en een schort met bloed be
vlekt, toebehoorende aan zijne vrouw. De
vrouw is sedert Donderdag-avond niet meer
gezien, zoodat S. van dien tijd af in dien
toestand daar gelegen heeft.
Door de maréchaussees is een verder
onderzoek ingesteld. Er is weinig hoop op
het herstel van den verwonde.
Bij de Donderdag gehouden verkie
zing van een lid der Tweede Kamer voor
het kiesdistrict Schoterland zijn uitgebracht
1800, waarvan 1788 geldige stemmen. Op
den heer H. Pijttersen Tz. (lib.) werden
uitgebracht 800 en op den heer P. Van
Vliet Jr, (a.-r.) 771 stemmen, zoodat tus
schen deze twee herstemming moet plaats
hebben. Op den heer heer Domela Nieu-
wenhuis werden 215 stemmen uitgèbracht.
In het district Veendam werden uitge
bracht 1843 stemmen, waarvan 983 op den
heer Poelman (lib.), die dus gekozen is.
Op den heer mr. E. de Ruiter Zylker (lib.)
werden 438, en op den heer A. Brummel-
kamp Jr. werden 317 stemmen uitgebracht.
In het district Eindhoven werden uit
gebracht 1623 stemmen, waarvan 1209
op den heer Smits van Oyen, die dus ge
kozen is. De heer Van den Aker verkreeg
191, de heer Schaepman 178 en de heer
Houben 31 stemmen.
Dat een misdaad, zoo ooit, dan toch
hoogst zelden bedekt blyft, ondervond ze
kere E. Van Cuijk, mandenmaker op de
Bergsche heide, die enkele weken geleden
in voorloopige hechtenis werd genomen,
als verdacht van 27 Juni 1886 te Lang
straat, gemeente Bergen, brand te hebben
gesticht en gedurende dien brand diefstal
te hebben gepleegd, terwijl de rechtbank
te 's-Hertogenbosch hem den 9den dezer
schuldig verklaarde en tot 4 jaar gevan
genisstraf veroordeelde.
Zooals men weet, ging enkele jaren
geleden de heer K. W. Vethake, te Arn
hem, predikant bij de Ned. Herv. gemeente,
aldaar, bij de Ned. Ger. Kerk (doleerende)
over de vorige week is ds. Vethake tot
de Ned. Herv. Kerk weergekeerd. In ver
hand met dezen overgang, deelt ds. Vet
hake in een Ingezonden Stuk in de Wage-
ninger« o. a. het volgende mede:
»Niet door een gerezen geschil in den
kerkeraad werd ik er toe gebracht, om mijn
ambt bij de doleerende kerk te Arnhem
neer te leggen, maar door de besliste over
tuiging, dat ik in den kerkelijken strijd
verkeerd gehandeld heb. In mijn afscheids
brief aan dien kerkeraad schreef ik o. a.,
»dat ik mij gedrongen gevoelde om te bre
ken met kerkelijke toestanden, waarin ik
mij nooit ten volle thuis gevoelde, enz."
Meer dan twee jaren lang heb ik over
mijn besluit ernstig en biddend nagedacht.
Aan het strand te Katwijk aan Zee open
baarde ik reeds in Juli 1889 mijn strjjd
aan twee vertrouwde vrienden, op wier
getuigenis ik mij beroep ds. Van Elden,
te Katwijk en ds. Van Herwaarden, vroe
ger mijn ambtgenoot te Arnhem, thans
te Delft.
»Ik ben bereid om allen smaad te dra
gen (vooral van de zjjde der doleerenden),
dien ik als verdiende kastijding beschouw
over mijne vroegere kerkelijke zonden."
Een meer dan 1000-jarige eik welks
holle vermolmde stam om een der steen
blokken van het tweede der hunebedden
te Rolde heengegroeid was, ligt sedert
eenige dagen door den storm geveld. Blij
kens eene mededeeling in de Asser Ct.,«
verliest het oude landschap Drenthe in
dien eik een waardige getuige van zijn
Te Rolde toch vergaderden
eeuwen lang (oorspronkelijk ifi de open
lucht, later in de kerk) de afgevaardigden
der eigengeërfden, de souvereine vergade
ring en de edele etstoel, de hooge recht
bank van het landschap. Assen, waar
later de Staten vergaderden, was toen slechts
een klooster en behoorde onder Rolde.
Uit Bergen op Zoom wordt gemeld
Woensdag heeft een woeste kerel, door
drank verhit, eene erge opschudding ver
oorzaakt. Eerst mishandelde hij den kaste
lein van een koffiehuis, daar deze had ge
weigerd hem gelag te geven. Twee agenten
van politie werden te hulp geroepen. In de
gelagkamer gekomen, drong de woesteling,
gewapend met een bijl, op beide beambten
in. Er volgde een langdurige, hevige wor
steling, waarbij de agenten van hunne
hartsvangers gebruik maakten, en den zwaar
gehouwden woestaard, na woedend verzet,
eindeljjk ontwapenden. Hij nam de vlucht,
doch kwam onmiddellijk weer terug, nu
gewapend met eene mestvork. Eene tweede
worsteling volgde. Na een woedend gevecht,
werd hij andermaal overmeesterd en nu ge
boeid. Uit onderscheidene hoofdwonden
bloedende, werd hij naar het bureau van
politie gebracht. Hij is genaamd H. M.
Jansen, oud 41 jaar, geboren te Aksel. Hij
werd in October 1884 door het gerechts
hof te 's-Bosch tot 5 jaar tuchthuisstraf
veroordeeld, wegens het vermoorden van
een agent van politie. Na zijn ontslag heeft
hij bij verscheidene gelegenheden den dood
toegezegd aan politiebeambten. Hij is Vrij
dag gevankelijk onder gewapend geleide
naar Breda getransporteerd. De namen der
twee moedige politiemannen zijn Hendrik
Slotboom en Livinus van Puivelde. De
laatste was nog slechts 8 dagen in dienst.
Uit dankbaarheid voor eene welge-
operatie, door zijne vrouw onder
behandeling van dr. Michelsen te Wies-
baden doorstaan, heeft de heer Donner,
koopman te Hamburg, eene som van 2
millioen mark bestemd voor de oprichting
van een hospitaal .aldaar, aan welks hoofd
dr. Michelsen als eerste geneeskundige
werkzaam zal zijn. De bouw van het
hospitaal zal twee jaren duren, na verloop
van welken tijd dr. Michelsen Wiesbaden
zal verlaten, om zijn nieuwen werkkring te
Hamburg te aanvaarden.
PROVINCIALE STATEN.
Noord-Holland.
De Commissie, die de voordracht van Ged.
Staten had onderzocht om voor (ien stoomboot-
dienst KampenUrkEukhuizen een subsidie
van f 1000 's jaars toe te staan, rapporteerde
Donderdag, dat die subsidie, hoogst noodig was,
dat zij daarom adviseerde haar toe te staan,
met bepaling dat, bij de reeds door Gedep.
Staten gemaakte voorwaarden, ook nog zouden
worden gevoegd de verplichtingen dagelyks,
behalve 's Zondags, te varen en dat, als de
stoomboot defect werd, de dienst per zeilschuit
zou moeten worden verricht. Aldus werd be
sloten.
Eveneens werd besloten goed te keuren, dat
de termijn van 1 Aug. 189 i, den heeren Bos
man en de Lange te Alkmaar gesteld om aan
te toonen dat zich eene venootschap had ge
vormd tot uitvoering der werken, benoodigd
voor den te legeren spoorweg AlkmaarHoorn
werd verlengd tot 1 Aug 1892 en werd tevens
aan Ged. Staten opgedragen, het door boven
genoemde heeren ingediende gewijzigde plan
te instruecrcn cn daarvan in de a.s. najaars
vergadering verslag uit te brengen.
De Commissie, die was belast geweest met
het onderzoeken van do voordracht van een
renteloos voorschot te verleenen aan don heer
H. W. Arkes te Enkhuizen, groot f 150.000,
voor den aanleg van een stoomtramweg Hoorn
Schagen, had met genoegen deze voordracht
ontvangen en gezien dat de heer A., die aan
vankelijk subsidie vroeg, ook met renteloos
voorschot to vinden was.
Deze voordracht werd met eenige wyziging
aangenomen.
Ingezonden.
Helder, 4 Juli 1891.
Mijnheer de Redacteur!
In zake de verkiezingen, zou het zeker de
meestvolraaakte toestand zijn, dat er geen kies-
vereenigingeu bestonden en dat de kiezers,
toegerust met de noodige kennis om te oor-
deelcn wie de meest geschikten zijn, hunne
stemmen uitbrachten, zonder eenigen invloed
van anderen. Zoover zijn we, helaas, nog niet
heen. Zonder de leiding van kiesverecnigingen
zou het in 't geheel niet gaan. Een groot aan
tal kiezers wonen echter nimmer een kiesvor-
gadering bij, en, naar ik dezer dagen opmerkte,
oordeelen die wegblijvers vaak heel verkeerd
over hetgeen daar in die vergaderingen be
sloten wordt. Velen meenen, dat het Bestuur
van zoo'n kiesvereeniging de lakens uitgeeft.
Niets is minder waar. De leden der kiesver
eeniging, die ter vergadoring opkomeD, be
slissen over de keuze van candidaten. 't Be
stuur en do president van zulk een Vereeni-
ging doen niet anders dan de vergadering lei
den, en 't gebeurt zelfs heel dikwijls, dat de
leden van zulk een Bestuur al heel weinig
kans maken, om als candidaten geproclameerd
tc worden. Ik ken iemand, die jaren lang lid
van 't Bestuur eeuer kiesvereeniging is ge
weest, en die nu voor 't eerst candidaat
gesteld is. Bewys genoeg, dat, als 't Bestuur
eener kiesvereeniging werkzaam is, om de
zaken te leiden, dit geschiedt zonder te
letten op het belang der personen, die dat
Bestuur uitmaken. En bovendien, niet het
Bestuur, maar uitsluitend de leden, die ter ver
gadering komen, geven de lakens uit. Dit moet
men niet uitvegen. Kwamen er ter vergadering
meer leden op, de uitslag der stemming zou,
veelmeer dan nu, weêrgeven het gevoelen der
kiezers, en zou veelmeer dan thans den uit
slag der verkiezing verzekeren. Aan de trouwe
opkomst van de leden eener kiesvereeniging,
daar hapert het in den regel aan.
Dankbaar voor de opname dezer regelen,
Uw dw. dnr.,
R.
IIoc de heer Gladstoiie oordeelt over
legaten, een oordeel, dat ook ten
onzent overweging: verdient.
Engeland's «grand old man" zegt, over le
gaten zijn oordeel uitsprekend: Er'heerscht
onder ons volk een verkeerd begrip, dat "aan
deze wilsbeschikkingen een lof toezwaait, waar
op zij volstrekt geen aanspraak hebben. Men
kan toch waarlijk niet zeggen, dat ik iets geef,
als het mij door de hand des doods wordt
ontrukt, en toch spreekt men van de good-
gecfschheid en milddadigheid van A. en B., toch
vermeldt men, dat hier of daar een hospitaal
is gesticht enkel en alleen van het nagelaten
vermogen van C., als er eigenlyk van geen
milddadigheid sprake kan wezen, want iets
kan niet tegelijkertijd gegeven en genomen
worden. Hetgeen men zegt gegeven te zyn,
is alreeds genomen. Niemand kan nh zijn dood
iets schenken, vrij van successierecht, zoomin
als hij n?t zijn dood in Bondstrect of Hyde-
Park kan wandelen. Zelfs terwijl ik dit schrijf,
zie ik in een voor mij liggend dagblad berich
ten, onder de rubriek «Groote Legaten". En
wat staat daar zooal in Ik verhaal het maar
in 't kort. Er is een dame gestorven, dio 70
h 80.000 pond rijk was. Ik neem nu eens aan
(wat nog niet zeker is), dat zij geen nabe
staanden tot erfgenamen had. Met moeite en
zorg heeft zij een lijst opgemaakt van lief
dadige instellingen zij vermaakt 500 of 1000,
of 2000, of 5000 pond aan elke der genoemde
inrichtingen, en gaat geloofd en geprezen de
wereld uit. ik houd er voor, dat zij geen recht
hoeft op lof en prijs. Zij heeft niets wegge
geven. Ik wii nu eens aannemen, dat zij haar
jaarlijksch inkomen noodig had om te leven,
waarom kocht zij zich dan geen lijfrente
voor een deel van haar kapitaal, cn gaf dan
het overige deel niet weg tijdens haar leven,
al naar zij gelegenheid vond om een goede
zaak te steunen Dan had zij wellicht gege
ven zonder in de courant geprezen te worden
nu wordt zy geprezen zonder te hebben gegeven.
Er is dus onder ons een valsch begrip van
deugd gangbaar, niet hier en daar en nn cn
dan, neen, 't is algemeen gangbaar. Als
wy cr ernstig over nadenken, zien we in, hoe
verkeerd het is. Het is gevaarlijk genoeg, dat
wij leeren ons op werkelijke deugden te ver-
hoovaardigon, in plaats van ons te herinneren,
dat we onnutte dienstknechten zijn. Maar onze
nagedachtenis te sieren met valsche deugden
is de ergste doodsverachting, die ik kenen
ik vrees, dat wij, met de hccrschende gewoonte
te volgen en mede te doen aan de toejuiching
der dooden, velen op den verkeerden weg hel
pen brengen. Bovendien moeten wy bedenken,
dat wij, als we ons toeleggen op het aangroeien
van voorgenomen legaten, in de verzoeking
komen, tijdens ons leven uiterst karig jegens
goede instellingen te worden.
Het is maar al te waar, dat nh hun dood
lieden zijn geprezen en verheerlijkt, die in hun
levon nog niet eens de schrale giften uitreik
ten, met welke zoovele gegoeden gewoonlijk
meenen te kannen volstaan.
Marine en Leger.
Bij kon. besluit is de bewaarder bij 's Rijks
werf te Amsterdam, J. H. Kalkwarf, met ingang
van 1 Augustus op zijn daartoe gedaan verzoek,
eervol uit 's Rijks zeedienst ontslagen-
Bij koninklijk besluit zijn met ingang van 11
Jnlilo. de luit. ter zee der 1ste klasse G. P.
Postbuma, wegens in, doch niet door den dienst
ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld,
onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van
f887 en eene verhooging van dat pensioen ten
bedrage van f750 's jaars, voor werkelijk verblijf
in militairen dienst in 's Rijks overzeesche bezit
tingen en koloniën en tusschen de keerkringen
en 2o- bevorderd, tot luitenant ter zee late kl
Naar het Italiaansch.
49 ooo
«Ik zweer het AmataHij alleen heeft ze
allen gedood. En hij handelde uit eigen aan
drift. Nadat hij Jenny Stall en Gustave Per-
rier vermoord had en ons geheim kende, kwam
hij voor de eerste maal bij ons en drong zich
aan ons op als bondgenoot. Hij nam de ver
plichting op zich, de beide meisjes uit den weg
te ruimen op voorwaarde dat hij het vijfde
deel der erfenis zou krijgen. En hij was zeer
slim bij het uitdenken van zijn moordplannen.
Hij was het die een groot stuk ijs uitzaagde
om Maric Bressol door het ijs te laten zak
ken en te laten verdrinken. Ilij ook verborg
don slang, die Marie Bressol boet, zoodat zy
aan den rand van het graf kwam. En van
daag teekent hy het huwelijkscontract met haar,
in het vaste voornemen haar spoedig wat Prui
sisch zuur te laten inademen, evenals hy bij
Felicitas deed."
O, mijn zoon een moordenaar." stamelde
Amata.
«Ja, je zoon heeft honderdmaal het schavot
vordiend," zei Lartige. »Maar je kunt hem
nog re'dden, maar dan moeten wy natuurlijk
in den koop begrepen zyn."
Die laatste woorden gaven Amata al haar
geestkracht terag. »Jou en je medeplichtigen
redden Neen, dat nooit 1 riep zy met donde
rende stem.
«Welnu, dan lever je je zoon met ons aan
de politie over," zcide Lartige honend. «Denk
je dat wij zoo dom zouden zijn om hem te
sparen, als wij hangen moeten
«Myn zoon overleveren!' mompelde Amata.
Myn zoon in de handen van den beulO
God, o God
«Nu, als je dat niet wilt, Amata, verhin
der ons dan niet te vluchten." drong Lartige.
«Wij nemen hem meê naar Amerika, daar
heeft hij niets te vreezen."
«Neen, ellendeling! Mijn hart kan wel ge
broken worden, maar nooit zal ik misdadigers
beschermen.»
Op dat oogenblik trad Verdier naar voren.
»In dat geval verlaat ge dit huis niet levend,*
zeide hij en richtte een pistool op haar borst.
Amata haalde nu ook haar revolver te voor
schijn, maar te laat, het schot van Verdier
trof haar en zij viol doorboord neder.
Op dat oogenblik klonken hevige slagen op
do huisdeur. Verduiveld, de politie volgt
haar op den voet," riep Lartige verschrikt.
«Steek het geld bij je, Verdier en volg ray
zoo spoedig mogelyk naar den tuin van me
vrouw Dubieff. Daar zal niemand ons zoe
ken."
De stomme knecht volgde zijn meesters op
de vlucht, hoewel hy zich geen kwaad bewust
was. Lartige opende de deur in den tuinmuur
en stapte in den tuin van mevrouw Dubieff.
«Waar nu heen?" vroeg Verdier, toen de
deur weer gesloten was.
«Wy moeten door het huis zien te ontsnap
pen of over den anderen tuinmuur klauteren,"
zei Lartige. «Wij hebben den gauschen nacht
nog tijd. Houd maar goeden moed, Verdier,
nu Amata dood is ben ik niet bang meer."
XXXIX.
Sylvain en Galonbert waren de eersten, die
het huis binnendrongen. Met angstigen yver
zochten zy naar Amata en vonden haar ein
delijk in haar bloed badende op den grond
liggen. Zij scheen doodelyk gewond maar was
bij haar volle bewustzijn. Galonbert wilde
haar dadelijk op de becnen helpen, maar zij
wees hem terug en zeide nauwelyks hoorbaar:
«Denk niet aan mij. Laat de schurken niet
ontkomen, zij zijn in den tuin vau mevrouw
Dubieff gevlucht. Die tuin moet hier dicht
bij zijn. Zij zijn door een deur in den tuin
muur ontsnapt. Doet alles wat mogelijk is om
hen te vatten."
De beide vrienden snelden de trappen af
om aan dit bevel to voldoen. Alle meóge-
brachte fakkels werden aangestoken en de
geheele tuin doorzocht. Eindelijk werd ook
de deur in den tuinmuur gevonden en dadelyk
met geweld opengebroken. Het ongewone ge-
druisch trok de aandacht van mevrouw Du
bieff. In allerijl gaf zy de beide huisknechts
en den tuinman bevel te gaan zien, wat er in
den tnin voorviel.
De drie mannen kwamen in den tnin op
het zelfde oogenblik dat de politie de ver
broken deur binnendrong.
«Wat zoek je hier? Wie ben jelui?" riep
een tuinman, toen hij zooveel donkere gestal
ten bemerkte.
Wij komen in naam der wet; antwoordde
Galonbert. Er zijn verscheiden gevaarlijke
misdadigers naar dezen tuin ontsnapt en wij
willen ze gevangen nemen. Heeft do tuin nog
andere uitgangen
«Alleen door het huis
«Is gindsche poort wel gesloten
«O, jaDie is goed gesloten."
«Goed, dan kunnen de schurken niet ont
snappen," zei Galonbert tevreden.
«Zou het niet goed zijn alle deuren te slui
ten, waardoor men uit den tuin het huis bin
nen kan gaan vroeg een der huisknechts.
«Als de boeven gejaagd worden, kunnen zij
licht het huis binnendringen."
«Dat is goed bedacht," zei Galonbert. «Wij
geven u vyf minuten tijd om uw maatregelen
te nemen, en dan begint de jacht."
Lartige en Verdier hadden elk woord van
dit gesprek vernomen, torwyl zij ineengedoken
achter een prieel zaten.
«Wij zijn verloren, maar wij zullen ons le
ven duur verkoopen," fluisterde Lartige. De
beide schurken hielden hunne revolvers gereed
om te schieten.
Do vijf minuten, welke Galonbert had toe
gestaan, waren verloopen. De agenten ver
spreidden zich in den tuin en doorsnuffelden
dien als honden, die het wild vervolgen. Wel
dra vonden zy de schuilplaats der misdadigers,
maar op datzelfde oogenblik suisdon hun een
paar revolverkogels langs de ooren. Een po
litieman werd licht aan don arm gekwotst,
doch bij het zien van het bloed, dat uit zyn
wond stroomde, werden zijn kameraden nog
meer aangevuurd. In een gesloten rij dron
gen zij op Lartige en Verdier aan en had
den hen weldra ontwapend. Zij werden ge
bonden en naar Amata gevoerd. De stomme
knecht moest achterblijven; hij had door don
hevigen schrik zware krampen gekregen.
Bijna tegelijk met Lartige en Verdier kwam
de directeur van politie in de kamer, waar
Amata op don vloer lag. Met een kreet van
verrassing en schrik herkende hy haar in haar
mannelijke kleeding. Hij nam haar voorzich
tig op en legde haar op de sofa neder. Toon
zond hij Sylvain om een dokter. «Amata,
moot ik u zoo aantreffen," sprak de directeur
diep bewogen.
»Ja, antwoordde zij zacht. «Ik beloofde,
dat ik Lartige in uw handen zou leveren.
Daar staat hy naast zijn gevaarlijken bond
genoot Verdior. Het is vandaag Woensdag
en dan zou do beslissing komen, niet waar?
«Maar we zijn slechts met ons tweeën,"
schreeuwde Lartige. Do ergste van allen ont
breekt nogGeloof niet, dat wy zijn naam
zullen verzwijgen. Amata Joubert!*
«Dat weet ik wel, Lartige!" sprak Amata,
en dat verlang ik ook niet. Wocs maar niet
ongerust; ik zal dien schuldige zelf aan het
gerecht overleveren."
Wordt vervolgd.