't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWEE EBFGEHAHEN. No. 1921 Woensdag 15 Jnli 1891. Negentiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Ato onnem ent per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder. Sureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aövertentlëin van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 14 Juli 1891. De pogingen, die sedert eenige we ken onafgebroken werden aangewend om de vischtorpedo, die door den marine-tor- pedodienst ter reede alhier werd verloren, terug te vinden, zijn eindelijk met gun stig gevolg bekroond. Het vermiste ver delgingsmiddel is jl. Zaterdag door een duiker van den torpedostoomer »Mercuur« boven water en alhier aangebracht. In Aug. wordt bet bureau van den chef van den torpedodienst te Amsterdam overgeplaatst naar de residentie. Het ge volg hiervan zal zijn, dat verschillende bepalingen, den. torpedodienst betreffende, zullen worden gewijzigd. Twee-en-twiutig gevallen van zakkenrol lerij zijn in het «Politieblad" vermeld, welke tusschen 14 Juli te Rotterdam, Den Haag en vooral te Amsterdam hebben plaats gehad: Te Rotterdam, ten nadeele van een dame uit Groningen, in het Station-Beurs 1 porte- monnaie met bankpapier, geldswaarde enz. Te 's Gravenhage, een gouden remontoir- en een gouden cylinder-horloge. Te Amsterdam, zilveren knippen met gelds waarde verschillende portefeuilles met bank en muntpapierverscheidene portemonnaies met waardenhorloges broches, een ju woe len doekspeld enz. Onder de brieventasschen is er oene die een bankbiljet van f 300, een van f 200, een van f 60 een van f 40, 5 muntbiljetten van f 10, bene vens zen rondreisbiljet van de Holl. IJzeren Spoorwegmatschappij bevatteeen met een bankbiljet van f25 en 5 of 6 muntbiljetten van f 10 een met 3 biljetten van f40, 2 van f 25, 3 muntbiljetten ven f 10 een gebruikte bruinlederen portefeuille, inhoudende 10 cou pons, als: 1 coupon zilv. metall. ad f21, serie 384,884, 4 id. ad. f2.10, serie 262.607, 1 id. id. serie 307,979, 1 id. id. serie 343.942, 1 id stad Brussel, serie 38.057 No. 25, I id. id. serie 020,783, 1 id. serie 0.99,930, no. 24, 1 id. serie 059.877, No. 1, 1 id. serie 062,367, No. 25, 1 Riach Wiasma, ad Rb 1,87£, een portefeuille met 2 bankbiljetten van f25, een muntbiljet van f 10, 10/20 loterijbriefjes, alle van hetzelfde nummer. W. S., nachtwaker aan de chemi caliënfabriek van den heer H., te Roer mond, is Vrijdag-namiddag in zijne woning, badende in zijn bloed gevonden. Hij heeft een 15-tal verwondingen aan het hoofd. Naast hem werd gevonden een bijl, een zware steen en een schort met bloed be vlekt, toebehoorende aan zijne vrouw. De vrouw is sedert Donderdag-avond niet meer gezien, zoodat S. van dien tijd af in dien toestand daar gelegen heeft. Door de maréchaussees is een verder onderzoek ingesteld. Er is weinig hoop op het herstel van den verwonde. Bij de Donderdag gehouden verkie zing van een lid der Tweede Kamer voor het kiesdistrict Schoterland zijn uitgebracht 1800, waarvan 1788 geldige stemmen. Op den heer H. Pijttersen Tz. (lib.) werden uitgebracht 800 en op den heer P. Van Vliet Jr, (a.-r.) 771 stemmen, zoodat tus schen deze twee herstemming moet plaats hebben. Op den heer heer Domela Nieu- wenhuis werden 215 stemmen uitgèbracht. In het district Veendam werden uitge bracht 1843 stemmen, waarvan 983 op den heer Poelman (lib.), die dus gekozen is. Op den heer mr. E. de Ruiter Zylker (lib.) werden 438, en op den heer A. Brummel- kamp Jr. werden 317 stemmen uitgebracht. In het district Eindhoven werden uit gebracht 1623 stemmen, waarvan 1209 op den heer Smits van Oyen, die dus ge kozen is. De heer Van den Aker verkreeg 191, de heer Schaepman 178 en de heer Houben 31 stemmen. Dat een misdaad, zoo ooit, dan toch hoogst zelden bedekt blyft, ondervond ze kere E. Van Cuijk, mandenmaker op de Bergsche heide, die enkele weken geleden in voorloopige hechtenis werd genomen, als verdacht van 27 Juni 1886 te Lang straat, gemeente Bergen, brand te hebben gesticht en gedurende dien brand diefstal te hebben gepleegd, terwijl de rechtbank te 's-Hertogenbosch hem den 9den dezer schuldig verklaarde en tot 4 jaar gevan genisstraf veroordeelde. Zooals men weet, ging enkele jaren geleden de heer K. W. Vethake, te Arn hem, predikant bij de Ned. Herv. gemeente, aldaar, bij de Ned. Ger. Kerk (doleerende) over de vorige week is ds. Vethake tot de Ned. Herv. Kerk weergekeerd. In ver hand met dezen overgang, deelt ds. Vet hake in een Ingezonden Stuk in de Wage- ninger« o. a. het volgende mede: »Niet door een gerezen geschil in den kerkeraad werd ik er toe gebracht, om mijn ambt bij de doleerende kerk te Arnhem neer te leggen, maar door de besliste over tuiging, dat ik in den kerkelijken strijd verkeerd gehandeld heb. In mijn afscheids brief aan dien kerkeraad schreef ik o. a., »dat ik mij gedrongen gevoelde om te bre ken met kerkelijke toestanden, waarin ik mij nooit ten volle thuis gevoelde, enz." Meer dan twee jaren lang heb ik over mijn besluit ernstig en biddend nagedacht. Aan het strand te Katwijk aan Zee open baarde ik reeds in Juli 1889 mijn strjjd aan twee vertrouwde vrienden, op wier getuigenis ik mij beroep ds. Van Elden, te Katwijk en ds. Van Herwaarden, vroe ger mijn ambtgenoot te Arnhem, thans te Delft. »Ik ben bereid om allen smaad te dra gen (vooral van de zjjde der doleerenden), dien ik als verdiende kastijding beschouw over mijne vroegere kerkelijke zonden." Een meer dan 1000-jarige eik welks holle vermolmde stam om een der steen blokken van het tweede der hunebedden te Rolde heengegroeid was, ligt sedert eenige dagen door den storm geveld. Blij kens eene mededeeling in de Asser Ct.,« verliest het oude landschap Drenthe in dien eik een waardige getuige van zijn Te Rolde toch vergaderden eeuwen lang (oorspronkelijk ifi de open lucht, later in de kerk) de afgevaardigden der eigengeërfden, de souvereine vergade ring en de edele etstoel, de hooge recht bank van het landschap. Assen, waar later de Staten vergaderden, was toen slechts een klooster en behoorde onder Rolde. Uit Bergen op Zoom wordt gemeld Woensdag heeft een woeste kerel, door drank verhit, eene erge opschudding ver oorzaakt. Eerst mishandelde hij den kaste lein van een koffiehuis, daar deze had ge weigerd hem gelag te geven. Twee agenten van politie werden te hulp geroepen. In de gelagkamer gekomen, drong de woesteling, gewapend met een bijl, op beide beambten in. Er volgde een langdurige, hevige wor steling, waarbij de agenten van hunne hartsvangers gebruik maakten, en den zwaar gehouwden woestaard, na woedend verzet, eindeljjk ontwapenden. Hij nam de vlucht, doch kwam onmiddellijk weer terug, nu gewapend met eene mestvork. Eene tweede worsteling volgde. Na een woedend gevecht, werd hij andermaal overmeesterd en nu ge boeid. Uit onderscheidene hoofdwonden bloedende, werd hij naar het bureau van politie gebracht. Hij is genaamd H. M. Jansen, oud 41 jaar, geboren te Aksel. Hij werd in October 1884 door het gerechts hof te 's-Bosch tot 5 jaar tuchthuisstraf veroordeeld, wegens het vermoorden van een agent van politie. Na zijn ontslag heeft hij bij verscheidene gelegenheden den dood toegezegd aan politiebeambten. Hij is Vrij dag gevankelijk onder gewapend geleide naar Breda getransporteerd. De namen der twee moedige politiemannen zijn Hendrik Slotboom en Livinus van Puivelde. De laatste was nog slechts 8 dagen in dienst. Uit dankbaarheid voor eene welge- operatie, door zijne vrouw onder behandeling van dr. Michelsen te Wies- baden doorstaan, heeft de heer Donner, koopman te Hamburg, eene som van 2 millioen mark bestemd voor de oprichting van een hospitaal .aldaar, aan welks hoofd dr. Michelsen als eerste geneeskundige werkzaam zal zijn. De bouw van het hospitaal zal twee jaren duren, na verloop van welken tijd dr. Michelsen Wiesbaden zal verlaten, om zijn nieuwen werkkring te Hamburg te aanvaarden. PROVINCIALE STATEN. Noord-Holland. De Commissie, die de voordracht van Ged. Staten had onderzocht om voor (ien stoomboot- dienst KampenUrkEukhuizen een subsidie van f 1000 's jaars toe te staan, rapporteerde Donderdag, dat die subsidie, hoogst noodig was, dat zij daarom adviseerde haar toe te staan, met bepaling dat, bij de reeds door Gedep. Staten gemaakte voorwaarden, ook nog zouden worden gevoegd de verplichtingen dagelyks, behalve 's Zondags, te varen en dat, als de stoomboot defect werd, de dienst per zeilschuit zou moeten worden verricht. Aldus werd be sloten. Eveneens werd besloten goed te keuren, dat de termijn van 1 Aug. 189 i, den heeren Bos man en de Lange te Alkmaar gesteld om aan te toonen dat zich eene venootschap had ge vormd tot uitvoering der werken, benoodigd voor den te legeren spoorweg AlkmaarHoorn werd verlengd tot 1 Aug 1892 en werd tevens aan Ged. Staten opgedragen, het door boven genoemde heeren ingediende gewijzigde plan te instruecrcn cn daarvan in de a.s. najaars vergadering verslag uit te brengen. De Commissie, die was belast geweest met het onderzoeken van do voordracht van een renteloos voorschot te verleenen aan don heer H. W. Arkes te Enkhuizen, groot f 150.000, voor den aanleg van een stoomtramweg Hoorn Schagen, had met genoegen deze voordracht ontvangen en gezien dat de heer A., die aan vankelijk subsidie vroeg, ook met renteloos voorschot to vinden was. Deze voordracht werd met eenige wyziging aangenomen. Ingezonden. Helder, 4 Juli 1891. Mijnheer de Redacteur! In zake de verkiezingen, zou het zeker de meestvolraaakte toestand zijn, dat er geen kies- vereenigingeu bestonden en dat de kiezers, toegerust met de noodige kennis om te oor- deelcn wie de meest geschikten zijn, hunne stemmen uitbrachten, zonder eenigen invloed van anderen. Zoover zijn we, helaas, nog niet heen. Zonder de leiding van kiesverecnigingen zou het in 't geheel niet gaan. Een groot aan tal kiezers wonen echter nimmer een kiesvor- gadering bij, en, naar ik dezer dagen opmerkte, oordeelen die wegblijvers vaak heel verkeerd over hetgeen daar in die vergaderingen be sloten wordt. Velen meenen, dat het Bestuur van zoo'n kiesvereeniging de lakens uitgeeft. Niets is minder waar. De leden der kiesver eeniging, die ter vergadoring opkomeD, be slissen over de keuze van candidaten. 't Be stuur en do president van zulk een Vereeni- ging doen niet anders dan de vergadering lei den, en 't gebeurt zelfs heel dikwijls, dat de leden van zulk een Bestuur al heel weinig kans maken, om als candidaten geproclameerd tc worden. Ik ken iemand, die jaren lang lid van 't Bestuur eeuer kiesvereeniging is ge weest, en die nu voor 't eerst candidaat gesteld is. Bewys genoeg, dat, als 't Bestuur eener kiesvereeniging werkzaam is, om de zaken te leiden, dit geschiedt zonder te letten op het belang der personen, die dat Bestuur uitmaken. En bovendien, niet het Bestuur, maar uitsluitend de leden, die ter ver gadering komen, geven de lakens uit. Dit moet men niet uitvegen. Kwamen er ter vergadering meer leden op, de uitslag der stemming zou, veelmeer dan nu, weêrgeven het gevoelen der kiezers, en zou veelmeer dan thans den uit slag der verkiezing verzekeren. Aan de trouwe opkomst van de leden eener kiesvereeniging, daar hapert het in den regel aan. Dankbaar voor de opname dezer regelen, Uw dw. dnr., R. IIoc de heer Gladstoiie oordeelt over legaten, een oordeel, dat ook ten onzent overweging: verdient. Engeland's «grand old man" zegt, over le gaten zijn oordeel uitsprekend: Er'heerscht onder ons volk een verkeerd begrip, dat "aan deze wilsbeschikkingen een lof toezwaait, waar op zij volstrekt geen aanspraak hebben. Men kan toch waarlijk niet zeggen, dat ik iets geef, als het mij door de hand des doods wordt ontrukt, en toch spreekt men van de good- gecfschheid en milddadigheid van A. en B., toch vermeldt men, dat hier of daar een hospitaal is gesticht enkel en alleen van het nagelaten vermogen van C., als er eigenlyk van geen milddadigheid sprake kan wezen, want iets kan niet tegelijkertijd gegeven en genomen worden. Hetgeen men zegt gegeven te zyn, is alreeds genomen. Niemand kan nh zijn dood iets schenken, vrij van successierecht, zoomin als hij n?t zijn dood in Bondstrect of Hyde- Park kan wandelen. Zelfs terwijl ik dit schrijf, zie ik in een voor mij liggend dagblad berich ten, onder de rubriek «Groote Legaten". En wat staat daar zooal in Ik verhaal het maar in 't kort. Er is een dame gestorven, dio 70 h 80.000 pond rijk was. Ik neem nu eens aan (wat nog niet zeker is), dat zij geen nabe staanden tot erfgenamen had. Met moeite en zorg heeft zij een lijst opgemaakt van lief dadige instellingen zij vermaakt 500 of 1000, of 2000, of 5000 pond aan elke der genoemde inrichtingen, en gaat geloofd en geprezen de wereld uit. ik houd er voor, dat zij geen recht hoeft op lof en prijs. Zij heeft niets wegge geven. Ik wii nu eens aannemen, dat zij haar jaarlijksch inkomen noodig had om te leven, waarom kocht zij zich dan geen lijfrente voor een deel van haar kapitaal, cn gaf dan het overige deel niet weg tijdens haar leven, al naar zij gelegenheid vond om een goede zaak te steunen Dan had zij wellicht gege ven zonder in de courant geprezen te worden nu wordt zy geprezen zonder te hebben gegeven. Er is dus onder ons een valsch begrip van deugd gangbaar, niet hier en daar en nn cn dan, neen, 't is algemeen gangbaar. Als wy cr ernstig over nadenken, zien we in, hoe verkeerd het is. Het is gevaarlijk genoeg, dat wij leeren ons op werkelijke deugden te ver- hoovaardigon, in plaats van ons te herinneren, dat we onnutte dienstknechten zijn. Maar onze nagedachtenis te sieren met valsche deugden is de ergste doodsverachting, die ik kenen ik vrees, dat wij, met de hccrschende gewoonte te volgen en mede te doen aan de toejuiching der dooden, velen op den verkeerden weg hel pen brengen. Bovendien moeten wy bedenken, dat wij, als we ons toeleggen op het aangroeien van voorgenomen legaten, in de verzoeking komen, tijdens ons leven uiterst karig jegens goede instellingen te worden. Het is maar al te waar, dat nh hun dood lieden zijn geprezen en verheerlijkt, die in hun levon nog niet eens de schrale giften uitreik ten, met welke zoovele gegoeden gewoonlijk meenen te kannen volstaan. Marine en Leger. Bij kon. besluit is de bewaarder bij 's Rijks werf te Amsterdam, J. H. Kalkwarf, met ingang van 1 Augustus op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol uit 's Rijks zeedienst ontslagen- Bij koninklijk besluit zijn met ingang van 11 Jnlilo. de luit. ter zee der 1ste klasse G. P. Postbuma, wegens in, doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van f887 en eene verhooging van dat pensioen ten bedrage van f750 's jaars, voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's Rijks overzeesche bezit tingen en koloniën en tusschen de keerkringen en 2o- bevorderd, tot luitenant ter zee late kl Naar het Italiaansch. 49 ooo «Ik zweer het AmataHij alleen heeft ze allen gedood. En hij handelde uit eigen aan drift. Nadat hij Jenny Stall en Gustave Per- rier vermoord had en ons geheim kende, kwam hij voor de eerste maal bij ons en drong zich aan ons op als bondgenoot. Hij nam de ver plichting op zich, de beide meisjes uit den weg te ruimen op voorwaarde dat hij het vijfde deel der erfenis zou krijgen. En hij was zeer slim bij het uitdenken van zijn moordplannen. Hij was het die een groot stuk ijs uitzaagde om Maric Bressol door het ijs te laten zak ken en te laten verdrinken. Ilij ook verborg don slang, die Marie Bressol boet, zoodat zy aan den rand van het graf kwam. En van daag teekent hy het huwelijkscontract met haar, in het vaste voornemen haar spoedig wat Prui sisch zuur te laten inademen, evenals hy bij Felicitas deed." O, mijn zoon een moordenaar." stamelde Amata. «Ja, je zoon heeft honderdmaal het schavot vordiend," zei Lartige. »Maar je kunt hem nog re'dden, maar dan moeten wy natuurlijk in den koop begrepen zyn." Die laatste woorden gaven Amata al haar geestkracht terag. »Jou en je medeplichtigen redden Neen, dat nooit 1 riep zy met donde rende stem. «Welnu, dan lever je je zoon met ons aan de politie over," zcide Lartige honend. «Denk je dat wij zoo dom zouden zijn om hem te sparen, als wij hangen moeten «Myn zoon overleveren!' mompelde Amata. Myn zoon in de handen van den beulO God, o God «Nu, als je dat niet wilt, Amata, verhin der ons dan niet te vluchten." drong Lartige. «Wij nemen hem meê naar Amerika, daar heeft hij niets te vreezen." «Neen, ellendeling! Mijn hart kan wel ge broken worden, maar nooit zal ik misdadigers beschermen.» Op dat oogenblik trad Verdier naar voren. »In dat geval verlaat ge dit huis niet levend,* zeide hij en richtte een pistool op haar borst. Amata haalde nu ook haar revolver te voor schijn, maar te laat, het schot van Verdier trof haar en zij viol doorboord neder. Op dat oogenblik klonken hevige slagen op do huisdeur. Verduiveld, de politie volgt haar op den voet," riep Lartige verschrikt. «Steek het geld bij je, Verdier en volg ray zoo spoedig mogelyk naar den tuin van me vrouw Dubieff. Daar zal niemand ons zoe ken." De stomme knecht volgde zijn meesters op de vlucht, hoewel hy zich geen kwaad bewust was. Lartige opende de deur in den tuinmuur en stapte in den tuin van mevrouw Dubieff. «Waar nu heen?" vroeg Verdier, toen de deur weer gesloten was. «Wy moeten door het huis zien te ontsnap pen of over den anderen tuinmuur klauteren," zei Lartige. «Wij hebben den gauschen nacht nog tijd. Houd maar goeden moed, Verdier, nu Amata dood is ben ik niet bang meer." XXXIX. Sylvain en Galonbert waren de eersten, die het huis binnendrongen. Met angstigen yver zochten zy naar Amata en vonden haar ein delijk in haar bloed badende op den grond liggen. Zij scheen doodelyk gewond maar was bij haar volle bewustzijn. Galonbert wilde haar dadelijk op de becnen helpen, maar zij wees hem terug en zeide nauwelyks hoorbaar: «Denk niet aan mij. Laat de schurken niet ontkomen, zij zijn in den tuin vau mevrouw Dubieff gevlucht. Die tuin moet hier dicht bij zijn. Zij zijn door een deur in den tuin muur ontsnapt. Doet alles wat mogelijk is om hen te vatten." De beide vrienden snelden de trappen af om aan dit bevel to voldoen. Alle meóge- brachte fakkels werden aangestoken en de geheele tuin doorzocht. Eindelijk werd ook de deur in den tuinmuur gevonden en dadelyk met geweld opengebroken. Het ongewone ge- druisch trok de aandacht van mevrouw Du bieff. In allerijl gaf zy de beide huisknechts en den tuinman bevel te gaan zien, wat er in den tnin voorviel. De drie mannen kwamen in den tnin op het zelfde oogenblik dat de politie de ver broken deur binnendrong. «Wat zoek je hier? Wie ben jelui?" riep een tuinman, toen hij zooveel donkere gestal ten bemerkte. Wij komen in naam der wet; antwoordde Galonbert. Er zijn verscheiden gevaarlijke misdadigers naar dezen tuin ontsnapt en wij willen ze gevangen nemen. Heeft do tuin nog andere uitgangen «Alleen door het huis «Is gindsche poort wel gesloten «O, jaDie is goed gesloten." «Goed, dan kunnen de schurken niet ont snappen," zei Galonbert tevreden. «Zou het niet goed zijn alle deuren te slui ten, waardoor men uit den tuin het huis bin nen kan gaan vroeg een der huisknechts. «Als de boeven gejaagd worden, kunnen zij licht het huis binnendringen." «Dat is goed bedacht," zei Galonbert. «Wij geven u vyf minuten tijd om uw maatregelen te nemen, en dan begint de jacht." Lartige en Verdier hadden elk woord van dit gesprek vernomen, torwyl zij ineengedoken achter een prieel zaten. «Wij zijn verloren, maar wij zullen ons le ven duur verkoopen," fluisterde Lartige. De beide schurken hielden hunne revolvers gereed om te schieten. Do vijf minuten, welke Galonbert had toe gestaan, waren verloopen. De agenten ver spreidden zich in den tuin en doorsnuffelden dien als honden, die het wild vervolgen. Wel dra vonden zy de schuilplaats der misdadigers, maar op datzelfde oogenblik suisdon hun een paar revolverkogels langs de ooren. Een po litieman werd licht aan don arm gekwotst, doch bij het zien van het bloed, dat uit zyn wond stroomde, werden zijn kameraden nog meer aangevuurd. In een gesloten rij dron gen zij op Lartige en Verdier aan en had den hen weldra ontwapend. Zij werden ge bonden en naar Amata gevoerd. De stomme knecht moest achterblijven; hij had door don hevigen schrik zware krampen gekregen. Bijna tegelijk met Lartige en Verdier kwam de directeur van politie in de kamer, waar Amata op don vloer lag. Met een kreet van verrassing en schrik herkende hy haar in haar mannelijke kleeding. Hij nam haar voorzich tig op en legde haar op de sofa neder. Toon zond hij Sylvain om een dokter. «Amata, moot ik u zoo aantreffen," sprak de directeur diep bewogen. »Ja, antwoordde zij zacht. «Ik beloofde, dat ik Lartige in uw handen zou leveren. Daar staat hy naast zijn gevaarlijken bond genoot Verdior. Het is vandaag Woensdag en dan zou do beslissing komen, niet waar? «Maar we zijn slechts met ons tweeën," schreeuwde Lartige. Do ergste van allen ont breekt nogGeloof niet, dat wy zijn naam zullen verzwijgen. Amata Joubert!* «Dat weet ik wel, Lartige!" sprak Amata, en dat verlang ik ook niet. Wocs maar niet ongerust; ik zal dien schuldige zelf aan het gerecht overleveren." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1