't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. £si Slrllfl tnsscliei LMde en Eer. No. 1926. Zaterdag 1 Augustus 1891. Negentiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. Gemeenteraad van Helder. NIEUWSTIJDINGEN. i A"bonn©m©nt per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Buruux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Ad.vertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 4 u. 28 m. Onderg. H 7 u. 42 m. Zondag 2 Verjaardag van H. M. Koningin-Regentes. Maandag 3 Dinsdag 4 Nieuwe Maan. Woensdag 5 Donderdag 6 Vrijdag 7 Zaterdag 8 Zitting van Dinsdag 28 Juli 1891, Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heerFranken. Na de opening der vergadering, worden de no tulen der zitting van 26 Juni jl. voorgelezen en goedgekeurd. Vervolgens wordt door B. cn W. ter tafel gebracht de rekening en verantwoor ding over 1890, sluitende aldus: Ontvangsten f 195.509.74^, uitgaven f 183.011.35, goedslot f 12.498.38}. Het onderzoek dezer rek. en ver- antw. zal geschieden in de afdeelingen van den Raad, die op 11, 12 en 14 Augustus a.s. zullen vergaderen. Voorlezing geschiedt van een schrij ven des heeren J. Pot, te Alkmaar, houdende verzoek om, bij wijze van proef, een 12-tal palen voor de telefoon-geleiding te mogen plaatsen op de voetstraat aan de Hoofdgracht. Dit verzoek lokt het opperen van vrij wat bezwaren nit en o. a. wordt betwijfeld, of de Raad tot het toestaan er van wel de noodige macht heeft. Ten slotte wordt het verzoek, met 12 tegen 4 stemmen van de hand gewezen. Na voorlezing van een brief van den heer dr. Snijders, te Landsmeer, 't be richt inhoudende, dat hij zich genoodzaakt ziet zijne sollicitatie naar de betrekking van genees heer voor de armen-practijk alhier in te trekken, wordt besloten, opnieuw een oproeping van sol licitanten te doen. Er wordt voorgelezen eene missive van 't Bestuur der vereeniging „Liefda digheid naar Vermogen", inhoudende het ver zoek, dat het gemeentebestuur een gebouw moge stichten, bestemd tot huisvesting van bejaarde lieden, onverschillig tot welk kerkgenootschap zij behooren. Na eenige discussie, wordt besloten, dit verzoekschrift in handen te stellen van B. en W. en er bij de behandeling der begrooting voor 1892 op terug te komen. Daarna geschiedt voorlezing van een adres van diakenen der Ned. Hervormde Gemeente, alhier, waarin gevraagd wordt om, voor de vestiging van een gesticht voor ouden van dagen, eenigen grond, eigendom der gemeente, gelegen aan 't uiteinde der Oostslootstraat, in erfpacht te verkrijgen. Eenige discussie volgt over de vraag, op welke wijze men het best aan 't verzoek van diakenen zal kunnen voldoen, en ten slotte wordt het ver zoek om den grond in erfpacht te verkrijgen, met op 1 na algemeene stemmen aangenomeu. Tegen stemde de heer Oudenhoven. Na voorlezing van 't rapport van B. en W. en de commissie voor 't Zeevaartkundig onderwijs wordt van ge dachten gewisseld voor enkele deelen van dat rapport. Daarna wordt besloten, de voorwaarden, door den Minister van Binnenlandsche Zaken gesteld, te aanvaarden en tot stichting der Zee vaartkundige School over te gaan. Door den Raad wordt kennis genomen van het door den heer Vos indertijd ingediende voorstel tot reor ganisatie van de tractementen der onderwijzers en onderwijzeressen bij de gemeentescholen, en van wijzingen van dat voorstel, door B. en W. ontworpen. In hoofdzaak wordt daarbij bepaald, dat bij 't beiit der hoofdacte eene verhooging der jaarwedde met f 100, en bij 't bezit der acte voor gymnastiek met f 50 zal worden toegestaan en dat er om de 4 jaren of om de 8 jaren eene verhooging van f50 'sjaars zal plaats hebben. Uit de becijferingen blijkt, dat gedurende den tijd van 11 jaren het voorstel-Vos eene vermeerdering van uitgaaf, ten bedrage f 46100, en het voor stel van het Dag. Best. eene vermeerdering van f32600 zal ten gevolge hebben. In deze bereke ning zijn de verhoogingen wegens 't verkrijgen der hoofdacte en van de acte voor de gymnastiek niet begrepen. De heer Vos licht zijn voorstel toe, doet uitkomen, dat de meerdere uitgaven niet zoo aanzienlijk zullen zijn, omdat er telkens mutatiën plaat* hebbendat de gunstige uit zichten nitslnitend voor de onderwijzers 't gevolg er van zijn, dat deze hunne betrekking blijven bekleeden ook gehuwd zijnde, terwijl de onder wijzeressen, die tronwen gaan, hare betrekking daardoor verlaten. Eindelijk uit hij deu wensch, dat de aanspraak op verhooging niet worde be rekend, zoo als B. en W. willen, van af 1886, maar zooals door hem is voorgesteldvan af ieders aanstelling. Bij de verdere discussie bepleit de heer Zur Mühleu de gelijkstelling der onderwijzeressen net de onderwijzers, en dringen de heeren Zur Mühlen en over de Linden aan op een onderzoek dier voorstellen door eene com missie. Op voorstel des Voorzitters, wordt echter besloten de voorstellen voor de leden ter visie te leggen, en ze in behandeling te nemen tege lijk met de begrooting voor den dienst van 1892. Er geschiedt voorlezing van een brief van den Commissaris van Politie, waarin wordt voorge steld, het bedrag der vrijvallende gelden, wegens het niet in gemeente-dienst hebben der Rijks veldwachters als buitengewone toelage af te staan aan de gezamenlijke politie-beambten der gemeente, die gedurende de plaats gehad hebbende kermis met ijver en beleid zijn werkzaam geweest tot handhaving der orde. Dit voorstel wordt door B. en W. ondersteund en na eenige discussie met eenparige stemmen aangenomen. Door den heer Bakker werd nog voorgesteld, bij 't ver kenen dier toelage een brief te voegen, waarin tevredenheid zou worden betuigd, doch de Voor zitter meende, dat uit het toestaan der toelage die tevredenheid genoegzaam bleek. Toen de hr. Zur Mühlen het door deu heer Bakker voorge stelde in stemming wenscht gebracht te zien. verzette zioh de Voorzitter hiertegen, de discussie over dit onderwerp sluitende. Mededeeling geschiedt van eene correspondentie van B. en W. met den heer C. Maalsteed, eigenaar van het park Tivoli, over de demping der sloot ten zuiden van genoemd park en over den aanleg van afwa teringen aan de zijden van de 2e Vroonstraat en van de Koningstraat. De korte discussie, die hierover plaats heeft, eindigt met de aanneming van een voorstel, door den heer Klik gedaan, om deze atnkken in handen te stellen van de com missie van bijstand voor de Gemeentewerken. Voor kennisgeving worden aangenomen de mede- deelingen, dat HH. Ged. 8taten hunne goedkeu ring hebben gehecht aan de beBlniten tot af- en overschrijving op de begrooting voor 1891 en van betalingen uit den post voor onvoorziene nitgaven op die begrootingalsmede proces-verbaal der opneming van de boeken en de kas des gemeente ontvangers, waarbij bleek, dat zich in de kas be vond de som van f3611.Op zijn daartoe gedaan verzoek, wordt aan den heer dr. P. Bak ker een eervol ontslag verleend uit zijn betrek king van lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Een adres wordt voorgelezen van den indertijd eervol ontslagen brugwachter J. Ritter, die, wegens ouderdom en bekrompen levensomstandigheden, verhooging vraagt van de jaarlijksche toelage van f 50, hem door den Raad toegekend. De bespreking hiervan eindigt met de aanneming van een voorstel, door den heer over de Linden gedaan, om aan Ritter, in plaats van f 50, f 100 toelage te geven. De heeren v. Neck en Korver stemden tegen. Door den heer Korver wordt, bij de gewone omvraag, op spoedige behandeling der algemeene politie-ver- ordening en het spoedig herstel der keistraat nabij het stationsterrein aangedrongendoor den heer Zur Mühlen wordt in den breede aangetoond, dat het wenschelijk zou zijn, het Heldersche kanaal, in verschillende perceelen, als vischwater te ver pachten en althans eene beslissing te nemen om trent de aanbieding deswege van den heer J. H. Mens; en door den heer Vos wordt het nat be pleit van de samenstelling eener Commissie ter voorbereiding van de stichting der Zeevaartkun dige School, en het wenschelijke aangetoond van eenige beplanting op ledige perken in 't plantsoen op 't Molenplein. De zitting wordt hierop gesloten. HELDER, 31 Jali 1891. Over de geldigheid der stemming voor leden van den Raad dezer gemeente, op de wijze zooals die op 21 dezer heeft plaats ge had, en zooals die bjjj de herstemming op 4 Augustus a.s. zal voortgezet worden, zal het ongetwijfeld bij de beoordeeling der door de gekozenen in te leveren geloofsbrieven niet aan 'topperen van ernstige bezwaren ontbreken. We hebben vóór eenige dagen medegedeeld, dat door den president van een onzer plaat selijke kiesvereenigingen te dier zake een schrij ven was gericht aan den Commissaris des Ko- nings in deze provincie, en meenen thans wél te doen door het antwoord, dat, dd. 15 dezer, daarop ontvangen werd, mede te deelen. Het lnidt aldns //Namens den heer Commissaris des Ko- nings, heb ik de eer, U hierbij terug te zen den den oproepingsbrief en de daarbij behoo- rende stembriefjes, overgelegd bij uwen brief van 11 dezer, met mededeeling, dat Z. H. Edelgestr. de beantwoording van de door U gestelde vraag overlaat aan hen, die door de wet geroepen zijn,over de verkiezing voorden Gemeenteraad uitspraak te doen. De griffier der Staten van Noord-Holland, (get.) H. Jacobi." Uit dit schrijven blgkt, dat door den Raad dezer gemeente eerlang over de geldigheid der gehouden stemming eene beslissing zal kunnen genomen worden. Op Dinsdag a. s. zal alhier de herstem ming plaats hebben ter verkiezing van drie leden voor den Gemeenteraad. Wellicht ge heel ten onrechte, doch ook nu moet de stem ming gesehieden op twee verschillende biljet ten een w i t en een rood stembriefje. Op het witte biljet moet een kenze gedaan wor den tnsschen de heeren S. W. Stooker en T. C. Govers, laatstgenoemde aftredend lidop het roode biljet kunnen twee namen gesteld worden, gekozen uit deze vierJ. S. B. Jan zen, J. Oortgijsen, A. B. Weber en F. C. S. M. Wijs. De heer Janzen heeft verzocht, bg deze verkiezing niet verder in aanmerking te komendit zal, naar het schijnt, sommigen niet verhinderen, om toch hunne stemmen op dien candidaat uit te brengen. Men zou daar door een nieuwe verkiezing mogelijk maken. Ook nu zullen twee stembureaux, een in de Bouwzaal Kerkgracht en een in het gym nastieklokaal Weezenstraat, zitting nemen. De inlevering der biljetten moet geschieden van des voor middags 9 tot des namiddags 5 aren. De opening der stembussen zal plaats hebben op Woensdag 5 Augustus, in de Bouwzaal aan de Kerkgracht. De opneming der stem men ge schiedt in 't openbaar. De kiezers mogen er op bedacht zijn, dat ook slecht een stem een beslissing kan teweeg brengen. Ieder, die op den uitslag der stem ming invloed wenscht uit te oefenen, zorge dus dat zijn stem niet van onwaarde moet worden verklaard. De onderscheiding der na men voor de beide briefjes neme men dus wèl in acht. Naar aanleiding van het overladen van den heer M. D. graaf van Limburg Stirum, gepensioneerd generaal-majoor, oud-minister van Oorlog, stichter en gedurende vele jaren Voorzitter van den Antidienstvervangingsbond, is dezer dagen door Bestuurderen der plaat selijke afdeeling van dien Bond de volgende brief verzonden. Antidienstvervangingsbond. Afdeeling Helder. Helder, 25 Juli 1891. Mevrouw Het Bestuur der afdeeling gevoelt zich ge drongen, U zijne deeloeming te betuigen bg het overlijden van Uwen Echtgenoot, die in dertijd de stichter en jaren lang de volijverige Voorzitter was van den Bond, welke gedu rende 16 jaren strijd voerde voor het beginsel van den persoonlijken dienstplicht. Aan de verwezenlijking van dat beginsel offerde de overledene eenmaal zijn ministerschap en ja renlang de rust op, die hij, aan 't einde van een hoogst nuttig besteed leveD, zoozeer ver diende. Bemoedigend is voorzeker de gedachte dat, noc tijdens het leven van den onvermoei- den strijder tegen de plaatsvervanging, het be ginsel van den persoonlijken dienstplicht door de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd aangenomen. De nagedachtenis van den man, van wien bij zijn heengaan van deze aarde met volle recht kan gezegd worden, dat hij was een trouw Vaderlander, een rechtschapen mensch en een standvastig strijder voor 't geen hg waar en heilzaam achtte, zal ook bij Bestuurderen dezer afdeeling in eero blijven. Met gevoelens van hoogachting hebben zij de eer te zijn Mevrouw 1 Uwe dienstw. dienaren, H. G. F. Peltzer, Voorzitter. T. Moot, Vice-Voorzitter. B. H. Polak, le Secretaris. J. Brouwer, 2e Secretaris. L. F. over de Linden, Penning meester. Aan Movronw de Wed. M. D. graaf v. Limburg Stirum, 's Gravenhage. Bij koninklijk besluit van 22 dezer No. 29 is de commissie van deskundigen, benoemd bij het koninklijk besluit van den 23sten Maart 1890 No. 28, om advies uit te brengen omtrent de taak, die de zee- en landmacht, in onderlinge samenwerking, zullen te vervullen liebben bij de verde diging van het vaderland, ontbonden onder dankbetuiging aan den voorzitter, de leden en den secretaris voor de wijze waarop zij zich van hunne taak hebben gekweten. (»St. Ct.c) De haringvisscherij levert dit jaar slechte uitkomsten op. Er is tot heden ruim 50,000 ton minder aangevoerd dan verleden jaar de aanbrengst bedraagt thans slechts 15,000 tonnen. Voor reederijen zoowel als voor schepelingen zijn de vooruitzichten verontmoedigend. Bij een geregelden afzet blijft de stemming der markt vast. De aan voer is nauwelijks voldoende voor de dage- lijksche behoefte. De berichten uit zee zijn ook niet opbeurend. De laatst binnengeko men schepen vingen het meest in de laatste dagenhet schijnt dus, dat de visscherij te vroeg begonnen is. Er gaan in het buitenland stemmen op om de visscherij te verbieden voor de tweede helft van Juli. De qualiteit en de quanti- teit van de haring zouden er op verbeteren. In den nacht van Zaterdag op Zon dag passeerde te Amsterdam een luitenant ter zee de Oude Schans, toen op de hoogte tu8schen de Dijk- en Koningsstraten plot seling vier kerels van achter de boomen te voorschijn traden en den officier wilden aanranden. Zij vonden echter in dezen hun manhij verdedigde zich krachtdadig en wist de bandieten zoo geducht met zijn wandelstok te onthalen, dat ze hun voor nemen opgaven en aan den haal gingen.- Uit Nieuwe Niedorp wordt gemeld van 28 Juli: Eene noodlottige gebeurtenis maakte Maandagavond plotseling een einde aan het leven van den landbouwer C. S. Kz. Hij had aan eenige vlasplukkers nachtver blijf aangewezen in zijne schuur, op een hooiberg, gelijk veelal aan zulke tijdelijke, elders woonachtige arbeiders wordt aange boden Door de duisternis heeft hg - toen waarschijnlijk misgestaptis van de hoogte gevallen en vermoedelijk op het. hoofd terecht gekomen, zoodat hij op de plaats doodbleef. Een marinier te Amsterdam, die voor de woning van den schout-bij-nacht op schildwacht stond, was zoodanig door den slaap bevangen, dat hij te water liep. Hij was door dit onverwachte bad echter wak ker genoeg geworden om zonder hulp weer aan wal te komen. In de Rijnspoorlaan te 's Gravenhage heeft Zaterdagnacht een daar woonachtig man zijn vrouw mishandeld. De man was lang niet nuchter thuis gekomen. Het schijnt toen tusschen het echtpaar levendig te zijn toegegaan, al thans de naaste buren hebben de vrouw hooren gillen. Zaterdagochtend is de vrouw naar het Ziekenhuis overgebracht en aldaar overleden. Het lijk is naar het Academisch Zieken huis te Leiden vervoerd, ten einde onder zocht te worden. De man is in arrest genomen. Volgens de verklaringen van de kinderen der overledene hadden deze omstreeks één uur in den nacht hun moeder hooren gil len, en vonden zij haar in tegenwoordig heid van hun vader achterover op den grond liggen. Aan het Ministerie van Justitie is jl. Zaterdag aanbesteed het bonwen van een rechtsgebouw te Alkmaar. Raming 3) wHet is hard, maar wg moeten ons troosten.' »Och, hadden ze je toch maar eens mogen zien voor hun dood, Koert Hij nam haar in zijn armen en kuste haar op 't voorhoofd. Waar strandde het schip vroeg hij. z/Op een eilandje in den Stillen Oceaan. Naar men zegt, bereikten twee scheepsbooten met geredden den vasten wal, maar de wil den overvielen hen o, Koert Von Berghaupt begreep, dat hij zoo'n droe vig gesprek niet kon voortzetten, zonder zijn vrouw hevig te ontstellen. Hij wilde daarom een rgtoertje naar Wiesbaden voorstellen, toen Erik von Wambold hen juist kwam bezoeken. «Je komt als geroepen, Erik," sprak Koert, nu zullen wg weer vroolgk worden. Wij heb ben zoo eren over onze schoonouders gespro ken en zijn d&arbjj in een droevige stemming geraakt." Bij deze woorden dnidde hij op de betraande oogen van zgn vrouw. Door eenige lachwek kende bijzonderheden uit het leven van zijn kameraden te vertellen, gelukte het "Von Wam bold weldra, de droevige stemming bij me vrouw Von Berghaupt te verdrijven. Het avonduur, dat men gewoonlijk theedronk, was gekomen. Mevrouw Von Berghaupt liet nu de beide heeren op het terras alleen, om haar plichten als huisvrouw te vervullen. Vergenoegd zag Koert zijn vrouw na, toen zij met lnchtigen tred door de vleugeldeuren in de ontvangzaal verdween. wWat een kinderlijk gemoed, wat een reine zielriep hg opgetogen uit. z/Je bent dus gelukkig, Koert //Onuitsprekelijk gelukkigAls je eens wist, hoe ik haar liefheb en vereer. //Koert,sprak Wambold na een oogenblik peinzen?, «weet je nog van dien stijven En- gelschen heer, dien we eens met mevrouw Gray en je tegenwoordige vrouw op de promenade gezien hebben Op het eerste gezicht had die man iets komieks over zichwij hebben toen veel om hem gelachen." Von Berghaupt kon zich daar weinig van herinneren. «Ik was dien man totaal kwijt nit mijn ge heugen; wat je in mijn gelukkige omstandig heden gemakkelijk zult kunnen begrijpen. Ver moedelijk behoort die eerbiedwaardige man nu tot mijn familiebetrekkingen. Hoe kom je zoo op hem terug? Ik geloof dat wg hem slechts eenmaal gezien hebbentoen is hij weer verdwenen. In ieder geval zal hij geen persoon van gewicht zijn, want dan zou mijn vrouw reeds lang over hem gesproken hebben." //Zoo denk ik er ook over. Hg maakte op mij den indrnk van een huisknecht, die voor zgn vrijen middag de kleeren van zgn heer heeft aangetrokken. Je vrouw scheen ook niet bijzonder gesticht te zgn wegens zijn galante manieren zij behandelde hem in het oog loopend koel. Maar je vraagt, hoe ik zoo op hem terugkom. De reden daarvoor is eenvoudig: ik zag dien gentleman in zijn En- gelsche deftigheid op het Schillerplein te Mainz wandelen.* //Verduiveld, dan zal hij ons wel een bezoek komen brengen. Erik, wat zal jij een pret hebben als jij er bg bent, wanneer hg de ge bruikelijke gelukwenschen komt aanbieden." ffDie man maakt op m\j den indruk, alsof hij niets goeds zal brengen liefst zag ik hem nooit weer. Misschien gelukt het je, hem spoedig weer kwgt te raken. Maar," voegde hij er bedachtzaam bg, daat je vrouw niet bemerken, hoe weinig ik met dien gentleman op heb." «Ik zal met Jane niet over dien raadsel- achtigen Engelschman spreken, vóórdat zg den tijd gekomen acht, om er zelf over te beginnen". De beide vrienden gingen naar binnen. Nu eerst herinnerde Erik zich, dat dien avond de beroemde kapel van Bilse haar eerste con cert in de Knrzaal gaf. Onder het theedrin ken vestigde Von Wambold de aandacht hierop hg stelde voor, het concert te gaan bijwonen. Een half uur later was het gezelschap op weg naar Wiesbaden. Men stapte uit aan de groote kolonnaden en liep het fraaie plein over naar den ingang van den Kurtuin. Nau welijks daarbinnen getreden, bemerkten zij den Engelschen heer, waarvan Wambold gespro ken had. Zijn Schotsche kleeding was nu voltooid met een wit gestreepte reismuts, die zijn ooren geheol bedekte. Zijn linnengoed was hangelwit en onberispelijk gestreken. Een gouden pincenez klemde op zgn neus en diende om met aandacht dc badgasten te be gluren, die op de schaduwrijke kiezelpaden heen en weer liepen. Koert en zgn vrouw bemerkten den En gelschman heteerst. Hij wilde juist zijn vrouw op den vreemden man opmerkzaam maken, toen hij zag dat zij verbleekte. In haar groote blauwe oogen spiegelde zich een groote onge rustheid af. «Wat moet dat beduiden?» vroeg hg in zich zeiven. Jaloersch was Koert volstrekt niet, trou wens, de gentleman was volstrekt niet de ge schikte persoon om het hart eener vrouw in vlam te zetten, maar hg wonschto de reden te weten waarom zijn teedergeliefde vrouw ontstelde bij het zien van dien man, alleen om haar zorg te helpen kunnen dragen. Alsof Jano de gedachten van haar echtge noot geraden had, bleef zij eensklaps staan en keek hem smeekend aan. //Laten wij hier dit zijpad inslaan, Koert," verzocht zijjuist nu zou ik dien heer niet gaarne ontmoeten," en zij wees bij deze woor den met haar parasol naar mijnheer Morris. «De aanblik van dien heer schijnt je te ontstellen. z/Wordt niet jaloersch, Koert," antwoordde zij nu schertsend. Het zou mij vreeselijk spjj- ten als mijnheer Morris uit Londen je daartoe reden gaf, en dat zal hg zeker niet doen. Ik ben echter vandaag in zoo'n vreemde stem ming, dat ik niet gaarne iemand zou ontrnoo- ten, die mij aan papa en mama herinnert." Koert begreep nu de ontsteltenis van zgne vrouw en sloeg dadelijk een //Misschien ben ik ondankbaar jegens mijn heer Morris,* vervolgde zij, «maar waarom komt hij ons ook vandaag in den weg?» »Ik veronderstel, dat mjjnheer Morris in nauwe betrekking stond tot uw papa." «Hg genoot papa's achting en vertrouwen. Mijnheer Morris is een bekwaam en zelfs be roemd advocaat. Hg heeft met veel overleg eenige zaken voor papa in orde gebrachthg was papa's gemachtigde te Londen en bleef zijn vriend tot aan zijn dood. Tante heeft ook veel achting voor hem. Ik alleen ben on dankbaar jegens hem." De bruisende toonen eener ouverture- van Wagner klonken door de lucht. Het publiek drong in menigte het jonge echtpaar voorbjj naar de muziektent, zoodat Koert en zgne vrouw van het goede kiezelpad op het gras moesten uitwijken. Op het laatste oogenblik nog was besloten het concert in de open lncht te geven zoodoende viel aan velen een kunst genot ten deel, dat men bg ongunstig weder had moeten missen. Onder deze omstandig heden viel aan het voortzetten van een ge sprek niet te denken. Nu eerst bemerkte Koert, dat zijn vriend Wambold verdwenen was. Hij stelt bijzon der veel belang in den gentleman,' sprak hij tot zjjn vrouw wij mogen ons er wel op voor bereid houden, dat hg den heer Morris bij ons brengt." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1