't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Eu Slrlii twln lm ei Eu.
Ho. 1939.
Woensdag 16 September 1891.
Hegentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
ATjqti ti om ent
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 15 Sept. 1891.
Ds. W. den Hengst, predikant bij de
doleerende gemeente alhier, is als zoodanig
beroepen te Zuidland.
Bij Kon. besluit is pensioen verleend
aan C. C. Sehook, weduwe H. Kroonstui-
ver, in leven commandeur le kl. der
scheepstimmerlieden bij 's rijks werf te
Willemsoord, ten bedrage van f 460.
*8 jaars.
De Zaterdag jl. door den Minister
van Binnenlandsche Zaken gesloten Tweede
Kamer werd heden Dinsdagmiddag door H.
M. de Koningin-Regentes plechtig geopend.
De legerwet is met andere aanhan
gig gebleven wetsontwerpen door het mi
nisterie ingetrokken.
Te Amsterdam heeft de hr. Hage-
meijer een wekker met brandschel uitge
vonden en in den handel gebracht. Wanneer
de temperatuur slechts tot 50° Celsius stygt,
zet 't wekkerwerk zich in beweging en
maakt zooveel alarm, dat de slapenden ge
wekt worden. Bovendien doet de wekker
ook op de gewone wijze dienst. Nadere
inlichtingen geeft gaarne de hr. P. Lurz,
horlogemaker alhier, bij wien deze wek
kers te verkrijgen zijn.
Wieringen, 11 September 1891.
In tegenwoordigheid van den heer Burge
meester, den Wethouder den heer Obreen,
enkele leden van den Raad en vele inwoners
werd heden de eerste steen gelegd van de ha
venmeesterswoning door den jongsten zoon van
den burgemeester van Wieringen. De achtjarige
knaap nam den met bloemen versierden troffel
en den steen op, nadat men hem het schoots
vel had voorgebonden en sprak met heldere
stem«Na ik hier den eersten steen mag leg
gen, hoop ik, dat de haven, tot heil en geluk
voor Wieringen zijn mag." Daarna sprak de
Burgemeester «Ik sluit mij aan bij den wensch
van mijn jongsten zoon, hier geuit. Het is na
mens de gemeente, dat ik hulde breng ten
eerste aan den afgetreden Minister van Water
staat, Handel en Nijverheid, den heer Havo-
laar en ten tweede aan den heer Commissaris
der Koningin, die het gemeentebestuur zoo
werkdadig hebben gesteund. Eindelijk na tal
van jaren te hebben gezucht en gevraagd,
wordt in deze dringende levensbehoefte voor
het eiland voorzien en de haven alhier aange
legd. Moge deze haven werkelijk blijken tot
zegenen voorspoed dezer gemeente te strekken".
Daarna richtte de Burgemeester zich tot de
aannemers en opzichters en sprak tot hen woor
den van waardeering over de uitvoering van
het door hem aangenomen werk".
De aannemer, de heer van der Plas Sr.
wenschte den Burgemeester daarna geluk, dat
onder zyn bestuur de haven van Wieringen
tot stand mocht komen, en hoopte, dat de
wensch door hem uitgesproken, in de toekomst
zou worden vervuld. Ook de heer S. Gorter,
opzichter bij de Waterstaat, sloot zich hierbij
aan en wenschte den heer van Kempen nog
vele jaren tot burgemeester van Wieringen te
behouden, opdat hij zelf getuige mocht zyn
van de welvaart, die Wieringen door den aan
leg van de haven zal genieten.
Aan den penningmeester der Vereeni-
giug „Trouw aan Koning en Vaderland",
is overgemaakt het bedrag vau f51,0872
als opbrengst der collecte, gehouden te Wie
ringen voor de oudstrijders van 1830-31.
Het Noorsche barkschip Atlas", dat
«enige weken geleden door Terschellinger
visschers onbeheerd drijvende werd gevone
den en door de sleepboot >Adsistent« in
de haven aldaar werd gebracht, is thans
door de reederij geabandonneerd en geheel
aan de strandvonderij overgelaten.
Iemand te Spanbroek is het slachtoffer
geworden van handige oplichters. Twee
kooplieden kochten van hem oud porcelein
en verwijderden zich om een bankbiljet
te wisselen Zjj moeten nog terugkomen om
te betalen.
Sinds eenige dagen trekt op het IJ,
voor de Handelskade te Amsterdam op
stroom liggende, een fraai witgeschilderd
stoomjacht «Sultana*, de aandacht. Het is
een sierlijke driemaster en maakt met zijne
lichte kleuren en slanke vormen een aller-
aangenaamsten indruk. De heer Trenar
Park, lid van de „New-York Yachtingclub,"
is er de gelukkige eigenaar van. De» Sul
tane" is nauwelijks een jaar oud en gebouwd
in de Erie basin Drydoelits van de heeren
Handren en Robins te New-York. De stoo-
mer is 197 Eng. voet lang en 27 Eng.
breed en met 230 Regtanstelt een be
manning van 37 koppen en is even smaak
vol als solide uitgerust. De heer Trenar
Park is een »yachting-gentleman" van
groote bekendheid in de New-Yorker wa
tersportgezelschappen. Niet verder dan van
de Noordkaap komende, doet de heer Park
met zijn gezelschap Amsterdam en eenige
andere Europeesche havens slechts ter loops
aan, om dan met de Sultane" een reisje
te maken niet verder dan Nederlands ch en
Engelsch Indië.
De Sultane" ziet er uit alsof dergelijke
uitstapjes voor haar nauwelijks de moeite
waard zijn en zjj eerst tevreden zal wezen
als zij alle zeeën is overgesneld en alle
havens is binnengeloopen.
Door zekeren Tobias Sijdenhage, te
Zaandam gewoond hebbende, werd bij tes
tament dd. 12 Maart 1773 zijne nalaten
schap onder het beheer gesteld van de
regenten van het wees- en armhuis aldaar,
om daarvan de renten te doen uitkeeren
voor 9/10 aau een nichtje van den erf-
steller of hare nakomelingen, en voor 1/10
aan het wees- en armhuis. Dat kapitaal
moet vroeger nog al zeer belangrijk zyn
geweesthet schijnt thans nog ruim
f 48.000 te bedragen, ingeschreven op het
grootboek N. W. S. Een deel der erfge
namen vermeent thans meer renten te kun
nen maken, terwijl anderen aanspraak ver-
meenen te hebben op verdeeling van het
kapitaal, wat volgens het testament mo
gelijk schijnt, waarom zij zich gezamenlijk
tot de regenten van het algemeen wees-
en armhuis te Zaandam hebben gewend,
met verzoek tot losmaking en verdeeling
van hun kapitaal. Daar de regenten zich
niet ongenegen verklaren daartoe mede te
werken, bestaat er alle kans dat een ka
pitaal, na bijna 120 jarige rust, zal worden
verdeeld, en daar het den erfgenamen
meest allen zeer welkom zou zyn en er
zelfs bedeelden onder hen zyn, kan men
nagaan hoe verlangend de uitslag wordt
tegemoet gezien.
De 16-jarige jongeling A. Z., uit
Haarlem, die eenige dagen te Harderwijk
bij familie had gelogeerd, keerde per beurt
schipper naar Amsterdam terug, maar is
onderweg in de Zuiderzee over boord ge
vallen en jammerlijk verdronken.
Men kan zich de droefheid der moeder,
een weduwe, voorstellen, die haar zoon
geboden had de terugreis per spoor te
doen, omdat ze dit niet vertrouwde.
Te Sneek is een diefstal op groote
schaal gepleegd door een paar knechts van
de firma R. Yisser,
Sedert een jaar of 5 moet daar elke
week 30 pond gebrande koffieboonen zijn
gestolen, die voor een som van hoogstens
f2.50 aan den man werd gebracht. De
persoon, die ze ontving, verkocht ze weer
voor f 10 aan een paar winkeliers. Het
onderzoek, dat nog wordt voortgezet, heeft
tot volledige bekentenis geleid.
Yolgens mededeeling der politie moet er
gedurende genoemde jaren voor een som
van f8000 ontvreemd zyn.
Te Grijpskerk zou bij het verbuizen
van den beer Buining, burgemeester dier
gemeente, de knecht een geweer naar de
nieuwe woning brengen. Onvoorzichtig
genoeg, was bet wapen geladen, hetgeen
verzuimd werd aan den knecht te zeggen.
Deze baalde den haan over, bet schot ging
af en het zesjarig kleinzoontje van den
burgemeester viel neder. Het kind is
reeds aan de gevolgen overleden.
De Rechtbank te Brunswijk sprak
dezer dagen een strenge doch welver
diende straf uit over een slager, diejvleesch
van een koe had verkocht, welke in hoo-
gen graad aan tuberculose leed.
Het vonnis luiddeeen jaar gevangenis
en drie jaren verlies van eer.
Een jongmensch, te Amsterdam, ze
kere G. heeft zyn heele toekomst op het
spel gezet, door zyn patroon voor een be
drag van f300 te bestelen.
Men leest in de »N. R. Ct.c van
Zaterdag 12 Sept.
Yan onzen correspondent te Londen, die
op reis zijnde zich toevallig aan boord van
het verongelukte stoomschip bevond, ont
vingen wy hedenavond van Poros, een
klein eilandje op de kust van Morea, het
volgende telegram
Een vreeselijke ramp heeft onze stoom
boot »Taormina«, behoorende aan deRu-
battino-maatschappij, getroffen. Zij is in
den afgeloopen nacht, na een aanvaring
met een onbekende stoomboot, in 15 mi
nuten tijds by Oirwe gezonken. Yele
personen moeten daarbij omgekomen zyn.
Wij hebben alles verloren. Met veel moeite
zijn wy gered door een klein Grieksch
vaartuig, na 7 uren bij zware zee in een
sloep te hebben rondgezwalkt.
Het laatste nommer der Revue In
ternationale* bevat een interessant artikel
over de belegering van Jeruzalem door Ti-
tus. »Le Soir« knoopt aan dit artikel de
volgende opmerkingen vast
De tijd nadert waarin Jeruzalem tot nieuw,
verjongd leven zal ontwaken, waarin zijne
thans ledige woningen weder bezet zullen
worden, waarin men in zijne, totdusverre
enge en vieze straten iets anders dan lange
scharen melaatscben ontmoeten zal. Dit
wonder der opstanding zal men te danken
hebben aan de moderne beschaving en het
industriëel initiatief, wier bemoeiing zelden
tevergeefs zyn. Reeds verheft zich een
nieuwe stad op de puinhoopen der oude
na de Russen kwamen de Duitschers en
Engelschen en bouwden huizen, ziekenin-
richtingen en scholende Joden zelf ko
men deze pogingen der vreemden te hulp
en beperken zich niet meer tot de klaag
liederen, die zij jaarlijks voor de Jaffapoort,
tot aandenken aan den gevallen Zionsburgt
verheffen. Thans arbeid op de van Jeru
zalem naar Jaffa leidende straat een heir
van arbeiders, die in dienst zyn eener Fran-
sche Maatschappij. Waar voor 18 eeuwen
de Romeinsche legioenen in het zand der
landstraat omtrokken, zal spoedig een spoor
weg worden geopend, om ook in dit over
oude, heilige land de beschaving te bren
gen. En zoo zal de oude, Joodsehe stad
spoedig, in hare muren, scharen van Euro
peesche arbeiders en kooplieden begroeten
kunnen, die haar toekomstig gedijen beze
gelen zullen."
Omtrent de aardbeving, die San Sal
vador geteisterd heeft, meldt men het vol
gende. De vulkanen San Miguel en Isalco
hadden reeds eenigen tijd een bijzondere
werkzaamheid aan den dag gelegd voor dat
Donderdag de groote schok gevoeld werd.
De inwoners vluchtten naar alle zijden,
huizen en zelfs geheele straten stortten in,
diepe scheuren ontstonden hier en daar,
terwijl een fijne stofmassa door de lucht
dwarrelde. Zelfs de sterkste mannen kon
den zich niet staande houden. Voortdurend
bleef de bodem op en neer gaan.
De beving was tot in Santa Anna en
Susintepeqne merkbaar.
De schade is nog niet met juistheid be
kend, maar de »New-York Herald c spreekt
van 5 mill. dollars.
Ingezonden.
Helder, 8 September 1891.
Geachte Redacteur!
Sta mij toe dat ik u even vertel wat er
vandaag bij mij aan huis heeft plaats gehad,
'k Heb ruzie gehad met mijn vrouw. Ze is
anders een best mensch, Goed als een kalf,
voor de kinders en voor mij. Maar vandaag
och heer wat een ellende En dat enkel
om die lamme verkiezing voor den RaadEn
fin, mijn vrouw, die den heelen achtermiddag
en avond vreeselijk uit haar humeur is ge
weest, is zonder spreken onder de dekens ge
gaan, en ik, die in mijn eentje mijn avond
pijpje zit te rooken, zal mijn hart maar eens
voor u uitstorten.
U moet weten, mijnheer, ze hebben mij dit
jaar voor 't eerst kiezer gemaakt. Goede he
mel wat was ik blij, toen ik de eerste maal
myn stembiljet ontving. Verbeeldt je, een van
9tempels voorzienen brief, met mijn naam er
op, «den heer" vóór dien naam en kiezer er
onder. Neen, maar ik was almachtig blij en
myn lieve, goede vrouw ook. Man, man, zei
ze tegen me, wat wordt je nou eon gewichtig
persoon. Kinderenriep zy ons vijftal toe,
kinderen, je vader is hooghy is kiezerEn
jy, Kee, zei 'k tegen mijn lief wijfje, jij bent
nou de vrouw van een kiezer. Maar och,
al die aardigheid is er nu af. Sedert Helder-
sche kermis ben ik nu al 4 maal naar de stem
bus geweest. De gekozenen, zeit eon myner
buren, bedanken als katten en honden. Maar
dat doet er niet toeals de heer Beukenkamp
my vroeg of ik asjeblieft wou komen stemmen,
dan ging ik steeds naar de bus. Dat moest
ik evenwel in de gauwigheid in 't middaguur
doen en mijn vrouw heeft dan alle moeite,
de hongerige jeugd bedaard en de aardappelen
vrij van aanbranden te houden. O wee, van
daag is 't oten voor de vierde maal tel
kens bij zoo'n stemming heelemaal bedor
ven en mijn oudste lieveling heeft, in afwach
ting dat zijn vader uit de Gymnastiek zou
thuis komen, bij ongeluk een pot en een schotel
omver geloopen. Mijn vrouw woedend. Hevige
woorden aan en hooge woorden nüi tafel. Op
't laatst zei zewat heb jy ook mot die el
lendige, lamlendige verkiezing te makenLa
ten ze jou jandorie lid van den Raad maken,
met een hoog presentie-geld, dan kloppen wij
er nog kleertjes voor den kleinen Jan uit. Je
probeert het maar niet meer, dat je naar de
Gymnastiek gaat om een ander te stemmen,
die toch weer bedankt. Mijn heele huishouden
raakt in de war. 't Is precies alle Dinsdagen
verkiezing en alle Dinsdagen een oorlogsleven
in huis. Kerel, zei me'n vrouw van avond nog,
en ze sloeg met haar vnist op de tafel, kerel,
je gaat morgen naar de heeren op 't Raad
huis en je vraagt om vrij van het kiezen te
wezen. Dan hoef je Dinsdags niet meer naar
de Gymnastiek en dan eten we geen aange
brand eten meer. Als jij niet naar 't Raad
huis gaat, dan zal ik het daar vragen. Wat
hebben wij ook met dat kiezen in de Gym
nastiek noodig, als we er zelf geen profyt van
hebben
Nou, mijnheerzoo'n opstootje heb ik van
daag in mijn huis gehad en 't onweêr is nog
niet eens heelemaal afgedreven. Wat zou ik
nu doen Bedanken voor de betrekking van
kiezer? 'k Zal wel moeten, want nu het te
genwoordig kiezen is zonder einde, vrees ik
een gedurige herhaling van de ontevredenheid
mijner teedere gade. Ik ben nu al tot de
ervaring gekomen, dat voor mij althans ik
weet niet hoe het bij een ander toegaat op
den verkiezingsdag kiesrecht geen voorrecht
is. Ik zou het er nog op wagen, my in myne
hooge functie van kiezer te handhaven, als er
vóór het eind van 't jaar een eind kwam aan
't kiezen. Als ik er met een enkel opstootje
kon afkomen dan waagde ik het erbij. Nu
echter de «wijzen" ons zelfs gaan verlaten,
ziet het er heelemaal niet naar uit, dat wij
de zaak spoedig in 't reine zullen brengen,
'k Besluit mijne jerimiade met den welgemeen-
den wensch, dat de gevallen candidaten het
heel kalmpjes mogen opnemen en dat de ge
huwde kiezers bevrijd van huiselijke onweders
mogen blijven. B. VAN TULPEN.
15)
Koert bedacht zich geen oogenblik, liet zich
papier en pen geven en schreef de noodlottige
verklaring. Toen deze dolk geslepen was, gaf
hy hem aan mynheer Morris, die vastbesloten
scheen dit wapen zonder erbarmen in het hart
der jonge, schoone vrouw te stooten. Hij legde
het geschrift behoedzaam by zich neder, als
ware het een kostelyk kleinood, en zeide
«Mijnheer Von Bergliaupt, ik hoop morgen
sterk genoeg te zijn om de pijnlijke taak te
vervollen. Ik ben overtuigd dat ik op uw
welwillend oordeel mag rekenen, wanneer
myne pogingen niet dadelyk met den gewensch-
ten uitslag bekroond worden. Ge kunt echter
verzekerd zijn, dat ik doen zal wat in mijn
vermogen is.'
Koert was daarvan overtuigd, gevoelde
dankbaarheid jegens myuheer Morris en drukte
hem de hand. Met de belofte morgen op het
zelfde uur zijn bezoek te herhalen, nam hij
afscheid van den advokaat.
Nauwelijks was de deur achter hem dicht,
of het gelaat van den heer Morris veranderde
op wonderbaarlijke wijze. Hot drukte zelf
voldoening uit over eon pasbevochten groote
overwinning. Hij opende den grooten koffer,
haalde daaruit Janes portret te voorschijn, ver
slond het met de oogen en kuste het.
»Nu behoort ge aan my, geliefde! Ik heb
je vrjjbrief in handenNiets zal my hei
liger zijn dan je te dienen! Ik zaljeopmijn
handen dragen Niets dan rozen zal je verder
op je levenspad vinden. Dat huwelijk zal ik
je vergeven evenals al het andere, waarvoor
je vergiffenis van my mocht noodig hebben.
Jane, de storm dien je veroorzaakt hebt, zal
voorbijgaan en dan zal ik alles van je verwij
derd houden, wat je een traan zou kunnen
doen storten. Jane, mijn hart heeft jaren
lang vol verlangen naar je gesnaktjarenlang
was ik gelukkig door de hoop, die mij bezielde.
Vergeef mij, dat ik niet kon verdragen, dat
je aan de borst van een ander man het hoogste
levensgoed gezocht en gevonden hadt.'
Er blonken tranen in zyne oogenzij rolden
langs zijn wangen en bevochtigden het portret.
Wie, die mijnheer Morris kende, zou zulke
teedere gevoelens bij hem vermoed hebben
En toch zal geen vlek op je naam rusten,"
vervolgde hij zijn toespraak tot het portret.
«Je zult den man, dien je door je liefde ge
lukkig hebt gemaakt, trouw kunnen blijven
tot aan het graf. In Engeland zal men den
neus niet voor je optrekken en elkaar toefluis
teren dat je een gescheiden vrouw bent. Neen,
de bruid van advocaat Morris zal mij als een
achtbare weduwe de hand reiken. Hoe ge
makkelijk zal dat gaan. De man, die zich nu
van je afkeert, is in strijd met zichzelven en
de geheele wereld. Wat zou natuurlijker zijn
dan dat hij zich het leven beneemt Dan ben
je weduwe, Jane!»
Toen Koert op straat kwam, was hij in ver
legenheid omtrent de plaats waar hy zou heen
gaan. Een groot koffiehuis voorbijgaande, trad
hij daar binnen met het voornemen om aan
een eenzaam tafeltje bij een kop koffie over
zijn lot na te denken. De slag was zoo on
verwachts gekomen, dat hij nog geen tijd had
gehad om zijn toestand goed te overzien en
zyn standpunt te bepalen.
Hij zocht dus een eenzaam tafeltje op en
dronk een kop zwarte koffie. De akten, die
mijnheer Morris hem gegeven had, zaten nog
in zijn zak. Hy legde ze op de tafel en bla
derde er in. Zoodoende vond hij twee brie
ven, waarvan mynheer Morris gezegd had,
dat ze door Jane eigenhandig geschreven wa
ren. Het gelukte hem slechts half. die brie
ven te ontcijferen hij begreep den inhoud niet
geheel. Daar kwam plotseling een groot wan
trouwen tegen mijnheer Morris op. Hij kon
er geen grondige reden voor opgeven hij kon
niet zeggen dat er iets gebeurd was, dat hem
nu verdacht voorkwam, neenmaar het wan
trouwen bestond.
Hij nam een kort besluit en schreef op een
naamkaartje de weinige regels, die zijn vriend
Erik nog laat in den avond ontving. De beide
brieven sloot hij met zijn kaartje in de enve
loppe en ging toen naar de post om zyn brief
per expres-bestelling te laten bezorgen.
«Als zij deze brieven niet herkent, als zij
dit handschrift nog nooit gezien heeft en door
echte brieven het bewijs kan leveren dat
Koert schrikte zelf van al de gedachten,
die het gevolg waren van zyn ongemotiveerd
wantrouwen tegen den Engelschen advocaat.
Hij bedacht niet, hoe onmogelyk zyn onder
stellingen waren, in aanmerking genomen dat
mr. Morris sedert jaren met de familie Gray
in betrekking stond.
Hij stond gereed het postkantoor te verlaten
toen hy mijnheer Morris ontmoette, die juist
het postkantoor wilde binnentreden.
«Het verheugt mij u aan te treffen, myn
heer Von Berghaupt! Zoo even ontving ik een
brief van mijn gemachtigde te Londen, waar
door ik genoodzaakt zou zijn onmiddellyk af te
reizen. Doch mijn belofte aan u houdt mij te
rug. Hoewel de zaak zeer dringend is, wilde
ik juist een brief zenden met het verzoek de
aangelegenheid onafgedaan te laten.»
Ik verzoek u precies hetzelfde, mynheer! Zoo
even heb ik aan mijn vertrouwdsten vriend
geschreven om hem in mijn zaak te raadple-
gen.»
«Het doet mij bijzonder veel genoegen, dat
n dit besluit heeft genomen. Daardoor wordt
mijn taak verlicht. In zulke moeielijke ge
vallen is een goede raad altijd aangenaam, en
myn groote verantwoordelijkheid wordt mij
door uw vriend aanmerkelijk lichter gemaakt.
Wanneer verlangt u, dat ik mevrouw Von
Berghaupt zal gaan bezoeken
«Morgen niet, mijnheer Morris Ik wil eerst
het antwoord van mijn vriend afwachten, doch
ik zou u verplicht zijn, als ge overmorgen daar
toe bereid waart."
Op eens schenen bij mynheer Morris be
denkingen op te komen.
Mijn heer Von Berghaupt, onder alle om
standigheden zal ik myn gelofte gestand doen,
doch ik wenschte wel, u de vraag in overwe
ging te geven of u vriend uw in dit geval mis
schien niet beter van dienst zou kunnen zijn
dan ik. Ik moet bekennen, dat ik bij de vrou
wen door mijn voorkomen, en nog meer door
mijn manier van spreken, nooit veel geluk heb
gehad," zei de advocaat.
Koerts wantrouwen werd weer op den ach
tergrond gedrongen.
Ge zoudt mij waarlijk verplichten, door
mij uw vriendschapsdiensten in deze netelige
zaak te onthouden heer advocaat
«Laten wy daarover verder niet spreken,
mijnheer Von Berghauptge zult in mij een
onvermoeid werkzaam vriend vinden. Kan ik
morgen zeker op uw bezoek rekenen
«Zeker," antwoordde Koert en nam afscheid.
Langzaam liep hij voort, zonder te weten
waarheen hij zou gaan. Het werd reeds sche
meravond. Op dat oogenblik zat zyn vrouw
in het hoekje van de sofa, waar liij gewoon
lijk zat, en weende haar oogen rood, terwijl
haar man in Wiesbaden eenzaam en verlaten
naar een plaats zocht, waar hy dien nacht
zijn hoofd te rusten zou. leggen. Na veel in-
wendigen strijd besloot Koert voor eenige dagen
zyn intrek le nemen in een der groote hotels.
(Wordt vervolgd.)