't Vliegend Blaadje.
KLEINEf COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1943.
Woensdag 30 September 1891.
Negentiende Jaargang.
Telefoonnummer
36.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers 2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder.
Beruux: SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
Advortentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 29 Sept. 1891.
In overweging nemende dat de beer
S. T. Land, krachtens art. 96 der grondwet
door zijne rangsverbooging 't lidmaatschap
der Tweede Kamer beeft verloren, en der
halve in 't Hoofdkiesdistrict Helder een
verkiezing tot lid dier kamer moet plaats
hebben, heeft de Minister van Binnenl.
Zaken bepaalddat de verkiezing voor
een lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal in dit district zal gehouden wor
den op Dinsdag 13 October a. s. en dat
bij eventueeleher stemming, die zal geschie
den op Dinsdag 27 Oct. daaraanvolgende.
Door den sergeant T. Dekker is met
goed gevolg examen afgelegd om toegela
ten te worden tot den hoofdcursus te Kam
pen, en wel tot opleiding als luitenant
kwartiermeester.
De Maatschappij tot redding van
Drenkelingen te Amsterdam heeft, even
als het vorige jaar, een gift van f 100 ge
schonken aan het Fonds tot het verleenen
van ondersteuning ter aanmoediging van
Redders van Schipbreukelingen te Helder.
Het bedrag dat in de Mariniers-ka
zerne te Amsterdam is ontvreemd beloopt
f 600.en behoorde tot de cantine der
manschappen. Een sergeant-majoor, met
bet beheer belast, is in arrest gesteld. De
commandant looft f 50 uit aan dengene,
die voldoende inlichtingen omtrent den da
der kan geven.
De uitslag der verkiezing van een
lid der Tweede Kamer in het hoofdkies
district Hoorn is, dat uitgebracht zijn 3343
stemmen, waarvan 3327 geldigé. Gekozen
is de heer P. B. J. Yerf (libmet 1811
stemmen. De beer mr. M. W. F. Treub
(rad.) had 1516.
G. P. van den B., konstabel bij de
marine, heeft voor den zeekrijgsraad, aan
boord van Hr. Ms. wachtschip te Helle-
voetsluis terecht gestaan, wegens poging
tot doodslag, omdat hij op den 25 Meijl.
aan boord van Hr. Ms. stoomkanonneer-
boot >Duffo,« liggende te Rotterdam, op
den machinist 3e klasse J. A. van Leeu
wen drie revolverschoten zou hebben gelost.
Hij is te dier zake tot drie jaren gevange
nisstraf veroordeeld. In die zaak heeft
het hoog militair gerechtshof thans een
nader onderzoek gelast omtrent den gees-
tesstoestand van den bekl., tijdens hij voor
schreven feit pleegde, Te dien einde is ge
noemde konstabel van Hellevoetsluis naar
bet huis van bewaring te Utrecht over
gebracht en het geneeskundig onderzoek
opgedragen aan de hetren dr. A. Th. Moll,
geneesheer-directeur van het krankzinni
gengesticht, en dr. H. Buringh Boekhout,
arts, beiden aldaar.
Voor de rechtbank te Utrecht ver
scheen Vrijdag als getuige een persoon
uit Oud-Loosdrecht, die niet volgens het
wettelijk voorschrift den eed kon afleggen,
omdat hij de-beid ekanden miste, in plaats,
waarvan hij twee ijzeren haken vertoonde
Zijne dagvaarding onderteekende hij noch
tans vrij duidelijk, al deed hij ook dit
niet zooals zulks te doen gebruikelijk is
en al maakte hij in plaats van een band
een mondteekening, daar hij den pen
houder in den mond hield.
De hr. G. Swartsenberg, geneesheer
te Nieuwe Niedorp, is als zoodanig te Vlie
land benoemd op een jaarwedde van f2000.
Onder de tegenwoordige onderwijzers
te Puttershoek, behoorende tot het hulp
personeel der openbare school aldaar, be
zit niet een de hoofdakte. Daar vereischt
wordt, dat er het volgende jaar minstens
een zoodanig onderwijzer wordt aangesteld,
heeft de gemeenteraad besloten thans een
onderwijzer, te ontslaan en in diens plaats
een onderwijzer met hoofdakte aan te stellen.
De heer C. Naaktgeboren, gehuwd, met
jaarwedde van f 700, zal met 1 Januari
a. s. op wachtgeld worden gesteld.
Dezer dagen hebben prof. Muller,
kerkelijk boogleeraar en prof. Cramer, hoog-
leeraar in de theologische faculteit, een
som van f 50.000 ontvangen voor de stich
ting van een hospitium voor minstens 30
studenten in de theologie. Dezen moeten
van de Hervormde kerk wezen en aan de
gemeentelijke universiteit hunne studiën
volbrengen. Men brengt deze gift in ver
band met de stichting van ds. Van Dijk
te Doetinchem, die zulk een hospitium zoekt
om zijne kweekelingen te Amsterdam te
laten studeeren.
De Parijsche correspondent van de
»N. Rott. Ct." vestigt de aandacht op het
feit, dat in den Indischen Archipel het
eiland Timor in het gezamenlijk bezit is
van Portugal en Nederland. Nu echter
eerstgenoemd land tijdelijk in financieele
moeilijkheid verkeert, zou het wel eens zijn
toevlucht kunnen nemen tot verkoop van
zijne helft van Timor. Voor dat geval wijst
de schrijver op het gevaar van afstand aan
Groot-Brittannië, Duitschland of Frankrijk,
waardoor voor ons een minder aangename
nabuurschap ontstaan en een punt aan on
zen invloed onttrokken worden zou, dat
later van groot belang kan worden. Hij
betreurt, dat wij ons bij het tractaat van
20 April 1859, waarbij onze verhouding,
ter zake van Timor met Portngal is ge-
geregeld, niet de voorwaarde hebben ver
zekerd, dat Portugal aan geen Mogendheid
zijn rechten op Timor zou mogen afstaan,
zonder ruggespraak met Nederland ge
lijk zich Frankrijk heeft voorbehouden ten
opzichte van den Belgischen Congo-Staat.
Met het oog nu op de financieele moeilijk
heden van Portugal raadt de correspondent
nog aan stappen te Lissabon te doen, ten
einde voor zekere som geheelen afstand
van Timor of althans het recht van pri
oriteit bij verkoop te bedingen.
Men leest in bet Handelsblad
Toen de politie deze week in verband
met drie inbraken in goudsmids- en horloge
winkels eenige opgeschoten knapen arres
teerde, meende men te mogen hopen, dat
veiligheid voor de vakgenooten er beter
op zou worden.
Deze hoop is ijdel gebleken. Zooals wij
in ons avondblad reeds meldden, hebben
weder twee diefstallen in dergelijke win
kels plaats gehad.
De belangrijkste dezer misdrijven was
de reeds kortelijk vermelde inbraak in
no. 89. De beer J. J. F. Schilt, horlo
gemaker, had zich te ruim 1 uur naar
bed begeven, toen hij even over half twee
eenig geraas hoorde en spoedig daarop aan
de bel hoorde trekken Bij onderzoek bleek
hem, dat een agent van politie op de stoep
stond, om den heer S. kennis te geven,
dat zijn winkelruit verbrijzeld was.
Daar bet venster met een luik bedekt
was geweest, scheen dit vreemd, maar
weldra bleek, dat dieven bet luik afgerukt
en in de buurt neergelegd hadden. Zooals wij
gemeld hebben, waren zes horloges gesto
len, maar de buit had grooter kunnen zijn,
want er lag voor een niet onbelangrijke
waarde voor de hand. Thans bedraagt
bet verlies nog geen f500. De politie
stelde terstond een ijverig onderzoek in,
daar eenige verklaringen doen vermoeden,
dat de inbraak door niet minder dan vier
meesters in het vak is gepleegd. Bij het
onderzoek kan wellicht behulpzaam zijn
de omstandigheid, daPde nummers der hor
loges bekend zijn.
Te Groningen bevindt zich een Zweed-
sche journalist uit Gothenburg, die een reis
maakt, zijne afkomst uit het land der zeeko
ningen, der Vikinger waardig. De heer Udd-
gren is een jong man van zesentwintig jaar,
blond, lang, gespierd, en blijkbaar een man
van ijzeren volharding. Met een roeiboot De
Guij," ongeveer vijf el lang en een el breed,
met geteerd zeildoek overtrokken, doet hij
tochten over zeeën en stroomen. Hij vertrok
voor twee maanden uit zijne woonplaats en
gaat naar Londen. Van Gothenburg roeide hij
naar Kopenhagen, van Kopenhagen de kust
houdende langs Seeland, Falster en Laland
naar Kiel, van daar, door het Eiderkanaal naar
Tonningen, opnieuw langs de kust van Cux-
haven en eindelijk langs de Duitsche wadden
eilanden naar Norderney, vanwaar hy koers
zette naar Delfzijl en Donderdag te Gronin
gen aankwam. Van hier gaat hij langs de
Groninger en Friesche kanalen naar Stavoren,
dan over de Zuiderzee naar Amsterdam, ver
volgens naar Rotterdam, naar Ostende, naar
Calais en over het Kanaal naar Engeland, om j
een vroeger bezoek aan Londen te herhalen.
De Guij" is een sterke boot, en de heer
Uddgren een krachtig, volhardend roeier. In-
tusschen heeft hij op zyne reis vele weder
waardigheden beleefd. Als hij den nacht niet
kan doorbrengen in een plaats aan de kust, of
in een schip, dat hij ontmoet, slaapt hij in de
boot, in eene soort van kemelsharen zak. In
de boot, die in Amerika werd gebouwd, ziju
bergplaatsen voor levensmiddelen en artikelen,
die de reiziger kan noodig hebben. Maar het
blijft een bezwaarlijke reis. Eens uitgeput na
in storm en regen urenlang op zee geroeid te
hebben, was de heer Uddgren, door reumati
sche koorts aangetast, genoodzaakt tien dagen
lang het bed te houden. Maar zijn energie is
niet verminderd en hij wil met zijne boot Londen
bereiken. De beschrijving van zijne reis, die
hij in de Engelsche taal denkt uit te geven,
zal zeker belangwekkend zijn.
(»N. Gr. Cf")
Donderdagavond om 7 uren ongeveer
brak in een der torpedo-magazijnen te
Brielle, waar vele brandbare stoffen waren
opgeslagen, een felle brand uit, die zeer
spoedig een onuitstaanbaren stank verspreid
de en ernstige gevolgen deed duchte n. De
wakkere torpedisten blusehten met hunne
eigene middelen den brand, waarvan men
de oorzaak niet kan verklaren. Om 5 uur
toch was alles in orde bevonden en gesloten.
Te Scheveningen is Zaterdag bericht
ontvangen, dat de matroos W. Turfboer,
ach tien jaar oud, varende op de bomschuit,
SCH 78, Vrijdag voormiddag voor den
Nieuwen Waterweg is overboord geslagen
en verdronken.
De kofferreiziger!
De koffer, die Woensdagavond te Amster
dam uit Parijs arriveerde, en die een dwerg
bleek te bevatten, was geadresseerd aan Maas
bommel, Oude Doelenstraat 17.
De koffer werd met andere goederen in de
douaneloods gebracht ter visitatie.
Toen de visiteuren gistermorgen in de loods
kwamen, werd hun aandacht getrokken door
een geklop tegen den koffer en zagen zij het
deksel er van bewegen.
Toen zij bij den koffer kwamen, bemerkten zij
dat er iemand in zat en werd hun door de ope
ning een visitekaartje aangeboden, waarmede
het levend stukgoed zich presenteerde.
Het touw werd verbroken en een klein
heertje, de bekende Hermann Zeitung, die
reeds drie dergelijke reizen achter den rug
heeft, en nu de reis van Parijs gemaakt had,
kwam er uitstappen, blijde over zijn bevrijding.
De koffer kan van binnen geopend en ge
sloten worden en het deksel zoover opgelicht,
dat de moderne Hugo De Groot lucht kan
krijgen en zoo noodig, het touw doorsnijden.
Onze reiziger was waarschynlyk niet be
kend met de maatregelen, door den fiscus ten
opzichte van buitenlandsche stukgoederen ge
nomen, en kreeg het wellicht in zijn cel te
benauwd.
Intusschen, de visiteurs schenen niet bij
machte dit colli naar waarde te schatten en
de invoerrechten te bepalen. Zij lieten dit
aan de politie over, die onzen reiziger mede
naar het burean aan de Hal namen.
Hermann Zeitung is een klein, nog al gezet
mannetje van 30 jaar, geboren te Weenen
en kleermaker van beroep, welk vak hem ech
ter weinig scheen te bevallen. Meer lust toonde
hij om een «specialiteit" in het een of ander
te worden, en daar de markt op elk gebied
reeds overvoerd is, trachtte hy zich naam te
maken als gratis-koffer-reiziger, hetgeen hem
dan ook reeds tamelijk wel gelukt is.
Hij heeft, zooals bekend is, reeds twee derge
lijke reizen gemaaktde eerste van Weenen
naar Parijs en de tweede van Parijs naar
Hamburg.
Zijn laatste reis van Parys naar Amster
dam had hoofdzakelijk ten doel daar ter stede
van zijne vermaardheid partij te trekken, en
zich voor het publiek te laten zien, waarom
hij dan ook reeds met genoemden agent lj-
rique in correspondentie was getreden.
Ongelukkig voor hem valt dit plan thans
in duigen en zal de man over de grenzen ge
zet worden. Bovendien heeft de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij proces-verbaal
tegen hem opgemaakt.
De levenslustige kofferreiziger heeft zijne
volgeode reis reeds aangekondigd.
z/Meine «achtste Reise ist Dach Amerika,"
vertelt hy met het onnoozelste gezicht van
de wereld, zich niet storende aan de politie
agenten, die dit plan wel eens zouden kun
nen doen mislukken.
BIJ 'T SCHEIDEN.
Er klinken weer stemmen
door woud en door veld,
Langs beemden en dreven
en weiden,
Die fluist'rende zomer
De nachtegaal ging
van ons scheiden
De zwaluw verlaat weer
het Noorden en vliedt
Naar 't Zuiden, dat zooveel
geneugten haar biedt
Daar zal zij de lente
verbeiden.
Ook de eiber toog heen
uit het gastvrye land,
Waar hij zooveel vreugde
mocht smaken,
En trekt naar een zonniger,
vroolijker strand
Hij ziet niets dan onspoed
hier naken.
Ginds droomt hij van 't oord
waar hij 't licht heeft aanschouwd,
En zelf ook eenmaal reeds
een nest heeft gebouwd,
Waarin hy zyn kroost
zag ontwaken.
Bij zooveel dat daar slechts
van scheiden gewaagt,
't Gemoed dringt
tot droeve gedachten,
Blijft toch weer de hoop,
die de menschheid steeds schraagt,
En fluistertO, staak
toch uw klachten
Wat heden uw hart zoo
ineenkrimpen doet,
Keert straks, en dan is u
het weerzien zoo zoet
Blyf moedig dat tijdstip
maar wachten.
Marine en Leger.
Bij de Marine wordt de betrekking van een
hoofdofficier, inspectenr van administratie voor
speciale diensten noodig geacht, in verband met
eene eventueele mobilisetie en approviandeering
der vloot in oorlogstijd- Tevens zal hij in vre
destijd toezicht uitoefenen over de magazijnen van
levensmiddelen en kleeding te Amsterdam en de
depót-magazijnen te Willemsoord en Hellevoet-
sluis, en president en lid zijn van de keurings
commissie van levensmiddelen te Amsterdam.
Verder zal hij beschikbaar zijn voor president of
lid der examen-commissiën voor officieren van
administratie, enz., voor het oppertoezicht op de
19)
»De eer geldt bij den man meer dan het
leven,* antwoordde Koert opgewonden. «De
eer heeft u weerhouden Jane Gray ten huwe
lijk te vragen de eer is het, die ons gebiedt
in de allerlaatste plaats naar een antwoord te
zoeken op zulke vragen, hoewel ik de humane
zijde er van niet wil ontkennen."
Pardon, mynheer Von Berghaupt, ik wierp
deze vragen alleen op in de hoop dat er mis
schien nog een uitweg te vinden zou zijn om
het echtelijk geluk van dit pas gesloten huwelijk
te redden. Ik laat hier niet 't verstand, maar
het hart spreken. Ik kan en mag niet vergeten,
dat Jane Gray onder myn oogen is opgegroeid.'
De oogen van den advocaat stonden droe
vig hij keerde het gelaat af, als schaamde
hij zich over zijn aandoening.
„Een eerlijke kerel", mompelde Wambold,
die ook aangedaan werd«een doodeerlijke
kerel".
«Al lijden wij daardoor nog zooveel, wy
mogen hier niet naar de stem van ons hart
luisteren. De eer gaat boven het leven, mijn
heer Morris," sprak Koert met bevende stem.
»Ik verzoek u nog heden uw voorgenomen be
zoek aan Jane Gray te brengen."
«Ik zal gaan en haar zoeken te bewegen om
bedaard in de scheiding te bewilligen."
Wambold, die gekomen was om mijnheer
Morris zooveel harde waarheden te zeggen,
had tot dusverre onder den overweldigenden
indruk der feiten gezwegen. Toen hy echter
hoorde, dat de Engelsche advocaat naar de be
minnelijke Jane zou gaan om haar zulk een
verplettorenden voorslag te doen, kwam zijn ge
moed in heftige beroering. Hij vroeg levendig
«Maar, Koert, zou je zelf niet naar je vrouw
gaan om haar mede te deelen wat zij weten
moet
Koert schudde het hoofd en zeide
«Wij mogen elkander niet wederzien Haar
schoonheid zou mij doen vergeten, wat ik aan
mijn eer verschuldigd ben. Ik ben niet zoo
sterk als je misschien gelooftik zou voor haar
tranen kunnen bezwijken."
Wambold sprong van zijn stoel op en riep uit
Het hart dreigt mij in de borst op te sprin
gen wegens deze zaak Al had die James Gray
de geldmannen te Londen als ossen geslacht,
ik moet hem nageven dat hij zijn grootste
misdaad na zijn dood aan zijn kind beging."
»Ja, Erikbevestigde Koert, terwijl hem
de tranen langs de wangen biggelden«die
woorden moest men op het graf van dien slecht
aard griffelen
VIU.
Omstreeks édn uur na den middag stapte
de man met den witten cylinderhoed rustig
voort op den straatweg, die van Wiesbaden
naar Bibrich leidt. Hoe kalm zijn uiterlijk was,
van binnen heerschte onrust. Toen hy de villa
van Koert in het oog kreeg, bleef hij staan,
nam eenige brieven uit zijn portefeuille en
schikte die naast elkander. Daarbij toonde hy
een groote oplettendheid voor hot papier, waar
op Koert zijn vrouw haar afscheid gaf. Toen
hij daarmede gereed was, ging hy op het huis
af en schelde aan. Toevallig deed Koerts op
passer de deur open. De man monsterde den
Engelschen advocaat met een wantrouwenden
blik.
«Mijnheer Von Berghaupt is niet thuis,"
sprak hij, voordat mijnheer Morris nog een
woord gezegd had.
«Ga mij aandienen by mevrouw,* zeide de
advocaat en reikte zijn naamkaartje over.
«Sedert het ongelukkige oogenblik, dat ik
me heb laten verleiden om uw fooi aan te ne
men, is mevrouw ongesteld. Ge kunt uw geld
terugkrijgen."
Vastbesloten schoof de advocaat den oppas
ser ter zijde en trad het huis biunen, zonder
een woord te zeggen. De bediende stond ver
bluft en durfde hem niet terughouden.
Koerts mama had zich in haar slaapkamer
begeven, om een middagslaapje te doen. Jane
verwachtte elk oogenblik dat Von Wambold
met Koert zou terugkeeren. Daarom had zij
een bad genomen en met groote zorg haar
toillet gemaakt, teneinde haar man zoo onbe
schroomd en lieftallig mogelijk te ontvangen.
Geen blik van haar oogen mocht hem laten
vermoeden, wat zij geleden hadHet bad
haar geheel opgefrischt. Zy ge raakte zelfs
in een gelukkige stemming, zette zich aan het
piano en liet haar vingers over het klavier
glijden.
Op datzelfde oogenblik stond mynheer Mor
ris in de gang, besluiteloos aan welke deur
hij zou aankloppen. De tonen van de piano
hielpen hem terecht. Hy opende zacht de deur.
Toen Jane omkeek, stond de advocaat voor
haar. Argeloos ging de jonge vrouw hem te
gemoet en bood hem een stoel aan.
«Is mijn man met u meegekomen vroeg
zij den advocaat in het Engelsch, terwijl zij
hem de hand toestak. »Ik heet u welkom in
mijn huis en hoop dat ge voortaan bij ons
komt logeeren, telkens als ge in Daitschland
komt. Ik vernam dat ge mijn man een geheim
zinnig bezoek hebt gebracht. Ik moest eigen
lijk boos op u zijn, omdat ge by uw bezoek
niet aan mij hebt gedacht."
Wat was zij mooi! Zijn oogen hingen aan
de behoorlijke vrouw. Nu scheen hij eerst recht
te gevoelen, wat hij in haar verloren had. O
wat zou hij wel voor haar liefde willen geven
Hy was zoo verdiept in de beschouwing van
haar schoonheid, dat hij vergat te antwoorden.
Jane keerde zich in verlegenheid van hem af.
Zijn blikken hinderden haar.
»Ge waart toen te gelukkig om door mijn
verschijning uw geluk te storen, mevrouw
«Wat zijn dat voor woorden, mijnheer Mor
ris Ge zegt dat ik gelukkig was ben ik het
dan nu niet meer?"
De advocaat sloeg de oogen neer en nam
met een nauw hoorbaren zucht op den aange
boden stoel plaats.
«De ondervinding leert ons, mevrouw, dat
er geen geluk bestaat, waarvan wij met zeker
heid kunnen zeggen dat het langer zal duren
dan den dag van heden. Mijn leven geeft daar
van een doorslaand bewijs. Ons dierbaarste
good, waarvoor wij geleden en gestreden heb
ben, wordt ons soms in een oogwenk ontno
men. Ik geloof dat ieder mensch in meerdere
of mindere mate daarvan de ondervinding op
doet. Het eenige verschil is misschien, dat de
een minder daaronder lydt dan de ander. Het
geluk lijkt veel op een witte duif, die voor
ons heen zweeft, gehuld in een rooskleurige
wolk. Wie kan de duif vangen en tammaken,
zoodat ze voor altijd op onze hand blijft zitten
»Dat kan mijn man*, riep de jonge vrouw
uit, terwijl haar een lieflijk rood de wangen
klearde. «Een man kan het geluk van zijn
vrouw een vrouw kan het geluk van haar
man zijn In het laatste geval ben ik, volgens
uw fraaie vergelijking, de witte duif en bet
geluk van myn Koert en nooit zal ik van hem
wegvliegen
«Maar als ge uw hart en hand eens hadt
weggeschonken aan een man, die zyn gelnk
niet op prijs stelde en de witte duif wegjoeg
«Mijnheer Morris, als ge mijn man eenmaal
kent, dan zult ge overtuigd zijn dat het dwaas
van mij zou zijn, vrees daarvoor te koesteren.
En al gebeurde het onmogelijke, al sloeg het
uur dat myn man zijn geluk met voeten trad,
ik zou allos dulden en verdragen, maar hem
nooit verlaten."
Deze woorden schenen in het hart van den
advocaat diepe wonden te slaan. Men kon het
hum aanzien, dat het hem moeite kostte een
antwoord te vinden.
(Wordt vervolgd.)