't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, MEUWEDIEP EN TEXEL.
Een Strijfl tnssclifin Liefde en Eer.
No. 1945.
Woensdag 7 October 1891.
Negentiende Jaargang.
Telefoonnummer
36.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN
Uitgevers: BEBKHOÜT
VRIJDAGMIDDAG.
Co., te Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
1
i
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Buruux: SPOORSTRAAT tn ZUIDSTRAAT.
Advertenttön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
tei
bc
HELDER, 6 Oct. 1891.
Zondagmiddag werd in Tivoli door 't
Stafmuziekkorps der K. N. Marine, onder di
rectie van den kapelmeester J. Koning, 't laatste
zomerconeert in dit seizoen gegeven. De heer
lijke herfstdag had heel wat bezoekers uitge
lokt. Door 't zonnetje bestraald en boven zich
den helderblauwen hemel, was 't een genot
in den tuin te zitten.
We noemen dit concert uitstekend geslaagd.
De zeven nummers werden met de gewone
virtuositeit voorgedragen en 't weder werkte
uitstekend mede om alles tot zijn recht te doen
komen. Gedurende den zomer hebben de leden
der Kapel zich voortdurend door studie zoeken
te bekwamen en alzoo 't woord excelsior steeds
voor oogen gehouden. De solisten, zoowel op
hout als koper, toonden zich steeds vol yver
en mochten bij verschillende gelegenheden
blijken van waardeering erlangen.
Met belangstelling zagen we ditmaal de uit
voering van »Alla stella confidente" van Ra-
baudi tegemoet, waarin de nieuwbenoemde
pistonnist, de heer W. B. TIel man n, proeven
van zijn talent zou afleggen. Gaarne erken
nen we, dat hij onze verwachting heeft over
troffen. We noemen hem een groote aanwinst
voor 't korps en hopen dat hij nog lang een
sieraad daarvan zal blijven. Hij heeft op zijn
instrument een heerlijke, volle toon en paart
daaraan een beschaafde en muzikale voordracht.
We hebben in vroeger jaren by 't korps ta
lentvolle cornettisten gehad, als de hh. Craner
en Weber, maar beide stonden bij den nieuwen
titularis ten achter.
De voordracht van rAlla stella confidente"
was uiterst zangryk. By latere concerten ho
pen we de techniek van den hr. Helmann te
beoordeelen, die, naar ons van bevoegde zijde
wordt verzekerd, uiterst ontwikkeld is.
Wanneer 't ons vergund is een kleine op
merking te maken, zonden we willen aanvoe
ren dat de carillonneur in No. 3 minder ge
lukkige oogenblikken had.
Na de roemrijk ten einde gebrachte zomer-
campagne zien velen met verlangen de win-
terconcerten tegemoet.
't Telefoonnet strekt zicb thans ook
iit tot buiten de gewone grenzen der ge
meente, daar de heeren Sant en Terra
benevens 't badpaviljoen te Huisduinen er
bij zijn aangesloten, Dit laatste zal on
getwijfeld veel gemak aanbieden, daar de
bezoekers nu voortaan gelegenheid zullen
hebben hunne belangen zelfs van dit ver
wijderde punt te ^behartigen en hunne
wenscheu kenbaar te maken. "Voor vele-
bewoners hier ter plaatse kan de aanslui
ting daardoor meer waarde erlangen,
vooral in 't gunstige jaargetijde.
Men schijnt daarvan meer en meer over
tuigd, want 't nieuwe gemeenschapsmid
del de verresprekerbreidt zich bij voort
during uit. Zij die reeds aangesloten zijn,
betuigen algemeen hunne tevredenheid over
de verrassende verschijnselen, welke de
telefoon aanbiedt.
Een zaak, op zichzelf nuttig en goed,
behoeft geen aanprijzing. Naarmate de
telefoon meer algemeen in gebruik komt,
zal de aansluiting toenemen en die toe
neming zelf maakt dat de zaak allengs
meer nut en gemak verschaft, zoodat men
met grond mag vermoeden dat aan dit
gemeenschapsmiddel weldra een algemeene
behoefte zal worden gevoeld.
Naar »Het Vad.« verneemt is, na het
verschijnen van het rapport over de be
grafenisfondsen, thans door het hoofdbestuur
van de Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen ingevolge besluit der algemeene ver
gadering, ook een commissie benoemd, tot
onderzoek van de ziekenfondsen in ons land.
In die commissie hebben zitting dr. v. Tien-
hoven en dr. Snijders Sr. te 'a Gravenhage,
prof. Stoeder en mr. Ribbe te Amsterdam.
Donderdagavond tusschen 8 en 9 uur,
werd op den dijk in Katspolder een ver
raderlijk schot gelost op P. Kraker, vroe
ger molenaar te Othene, gemeente Zaam-
slag, en aldaar wonende, waardoor deze aan
het hoofd getroffen en op de plaats dood
bleef. De getroffene keerde met zijn vrouw
van een familiebezoek huiswaartszijne
vrouw nam de vlucht, terwijl later bleek
dat bet lijk van f440 was beroofd. Voor
alsnog is de dader onbekend (»M. C.
Een Zaterdagmorgen vroeg te Utrecht
uitgebroken brand geeft weer een waar
schuwing voor huismoeders en dienstbo
den. Die brand toch schijnt ontstaan te zijn
tengevolge van het omvaUen van een bran
dende lamp, welke de dienstbode bij het
naar bed gaan op e§n tafel had neerge
zet en vergeten uit te doen. Toen zy door
den verstikkenden damp, waarmede baar
kamer gevuld was, wakker werd, stond de
zolder dier kamer reeds in brand, en had
zij nog maar juist den tijd om, zonder iets
te kunnen redden, bet gevaar te ontvluchten.
Ook de overige bewoners van 't huis, door
haar nog gewekt, hebben zich intijds kun
nen redden.
Te Oosterwolde is Zaterdagnacht een
landbouwer overleden aan bloedvergiftiging,
ontstaan door met huismiddelen een wonde
aan den duim te behandelen. Toen de ge
neesheer werd geroepen, gaf deze nog slechts
ééne hoop, nl. door het amputeeren van
den arm, die zeer was opgezwollen. Dit
wenschte de patiënt niet, en spoedig daarna
was hij een lijk.
Zaterdag werd op bevel der recht
bank te Roermond aldaar aangehouden en
naar de gevangenis te Roermond overge
bracht de heer J. C., burgemeester van
Wessem. Deze aanhouding is geschied
naar aanleiding der verkiezingsknoeierijen,
die te Wessem in den laatsten tijd heb
ben plaats gehad.
Eenige weken geleden trad te Gro
ningen een paar in het huwelijk onder
minder aangename omstandigheden. Twee
vroegere meisjes" van den bruidegom,
ieder vergezeld van een jeugdige spruit,
maakten het bruidspaar den eersten gang
naar en van 't stadhuis reeds erg moeie-
lijk. Vooral de bruidegom, die zooveel
campagne-jaren achter den rug had, was
big uit de voeten te zijn en 't beschermend
dak van zijne woning boven het hoofd te
hebben. In deze woning, in de nabijheid
van de sluis, buiten de voormalige Apoort,
op de hoogtè van de broodfabriek, bracht
het jonge paar de wittebroodsweken door.
Het huwelijksgeluk duurde echter niet lang,
want Zaterdagmiddag bleek het dat de
jonge vrouw er genoeg van had en zij den
dood verkoos boven een langer leven met
haren echtvriend. Zy sprong in het vrij
diepe water en zonk al spoedig. De man
echter, wiens liefde zeker nog niet bekoeld
was, kon haar zoo niet zien verdrinken en
sprong haar na. Beiden raakten in 't
water aan 't worstelen en verkeerden wel
dra in levensgevaar. Met veel moeite
kreeg men het paartje eindelijk weder op
het droge. Onder luid gejuich van een
groote menigte werden ze druipnat huis
waarts geleid.
Moord in Oen Haagi
Een overtalrijk publiek woonde Donderdag
de behandeling bij van de zaak van don moor
denaar uit het Westeinde, aldaar, voor de
rechtbank.
De beklaagde, Jan Boon, '24 jaar oud, smid
van beroep, keek bij het binnentreden een
oogenblik onverschillig rond.
Negentien getuigen waren gedagvaard.
Uit de dagvaarding blijkt, dat aan beklaagde
wordt ten laste gelegddat hij in den avond
van 16 Augustus omstreeks 11 uur opzettelijk
en met voorbedachten rade, door zich vooraf
met een mes te wapenen, zija zwager J. C. H.
M. van liet leven heeft beroofd, door hem ter
hoogte van het hart dat mes in de borst te
stooten.
Het rapport van den deskundige, dio de lijk
schouwing deed, de semi-arts Van Dissel, te
Leiden, constateert, dat M. is gestorven ten
gevolge van een steek met een scherp voor
werp, welke juist in hart heeft getroffen,
en met zeer veel kracht moet zijn toegebracht,
daar twee ribben zelfs werden doorgesneden,
en het scherpe werktuig door het hart de aorta
heeft getroffen.
Op een vraag van den toegevoegden verde
diger, mr. S. J. M. Van Geuns, antwoordde
de deskundige, dat de stoot eerst de rechter
borst heeft getroffen en toen in de schuine
richting het hart heeft geraakt.
Do politieagent, die het eerst ter assistentie
werd geroepen en zich naar de woning van
beklaagde in het Kortenbosch had begeven,
trof Boon daar aan, juist toen hy de trap af
kwam, gereed om uit te gaan.
Zijn broer, op hem wijzende, zeide toen
«daar heb je den ploert, die het gedaau beeft
waarop de beklaagde toen antwoordde //het
is zooal krijg ik honderd jaren, ik kan er
Diets aan doen. Breng my maar hoe eer hoe
liever naar het bureau.
Naar de aanleiding ondervraagd, verklaarde
beklaagde, dat er dien avond, ten huize van
zijn ouders, een feestje was. Hij had toen on
aangenaamheden met zijn zwager gekregen,
omdat deze geen sterken drank wilde drinken.
Beklaagde was min of meer onder den invloed
van sterken drank. Zijn zwager had hem toen
een klap gegeven en hem voor //aap" geschol
den, terwijl hij door eenige familieleden de
deur werd uitgedrongen. Daarna was hij naar
boven gegaan en een oogenblik op bed gaan
liggen. Toen zijn zwager naar diens woning
in 't Westeinde was gegaan, kwam hy van
boven, volgde hem en hield hem in het por
taal staande ,om het weer goed te makenen
af te drinken," maar M. voegde hem toe»ik
doe het niet, jij blijft een aap."
Daarop volgde een kleine worsteling, en
toen had R. den doodelijken steek toegebracht.
Een der familieleden, die by het feestje te
genwoordig was, gaf de volgende lezing van
het voorgevallene.
Beklaagde was tegen 10 uur 's avonds thuis
gekomen, niet dronken, maar toch met een
borrel op en dientengevolge naar het scheen,
niet prettig gestemd.
Hij had toen aan M. toegevoegd »Ik ben
geen afschaffer". Meer woorden waren gevolgd
en daarop had beklaagde een klap gekregen
van M. waarna zijn vader hem naar boven
had gezonden om verdere standjes te voorko
men. Een oogenblik daarna was beklaagde
weer naar beneden gekomen toen had hij zijn
Zondagsche pak verwisseld tegen een ander
omdat hij een „voordracht" wilde doen, hétgeen
zijn vader evenwel niet toeliet. Eerst toen
vroeg hy om zijn werkbroek, en ging die met
zijn broer met een lamp zoeken. In dien tus-
schentijd was M. met zijne vrouw naar hun
woning in het Westeinde vertrokken.
Daarop kwam Boon, thans in zijn werkbroek
gekleed, waarin het mes zat, op zijn kousen
en met zijn schoenen in de hand de trap af,
liep, volgens de verklaring van een der getui
gen zeer snel naar het Westeinde, en keerde
ook spoedig weer terug, ging toen naar boven
en weer op bed liggen, waar hij de dekens
over zich heen trok. Zóó trof hem zyn broer
aan. Toen deze hem iets zeide, gaf beklaagde
ten antwoord ffPas op, of ik steek jon, ook
dood." De jongen was even weggegaaneen
oogenblik daarna had beklaagde zich weer
verkleed en wilde weer uitgaan, toen hij in
arrest werd genomen.
Beklaagde erkende, dat de zaken zich onge
veer zoo hadden toegedragen precies weet hij
het echter niet. Zijne bedoeling was niet, zijn
zwager te //dopden", wel ooi hem te //Snijden".
Deze bewering werd evenwel door verschil
lende getuigen, medebewoners van het hofje,
weersproken.
Alvorens het woord te geven aan het O. M.,
bracht de president aan beklaagde nogmaals
het schandelijke van zijn daad onder het oog
en wees hem op de verzwarende omstandig
heid van den te laste gelegde voorbedachten
moord. In gemoedelijke woorden raadde hij hem,
een volledige bekentenis af te leggen. Maar
Boon bleef bij zijne bewering hier werd
hij eenigszins aangedaan dat hij vrede had
willen maken en daartoe naar zijn zwager was
gegaan, en eerst toen deze, hem scheldende,
weigerde, en zij getwist hadden, den steek
had toegebracht. Hij ontkende zijn werkbroek
te hebben aangetrokken, omdat hij wist dat
daar zijn mes in was.
Substituut-officier mr. Pleijte betoogde daarna
in een uitvoerig requisitoir, dat zoowel de
schuld als het voorbedacht opzet bewezen wa
ren. De moord was wettig en overtuigend be
wezen, en de laaghartige wijze waarop de daad
gepleegd werd, zou de toepassing van de zwaar
ste straf eischen doch met het oog op het
physiek gestel van beklaagde, dat min of'meer
prikkelbaar is, en ook om hem gelegenheid te
geven zich te verbeteren, vorderde het O. M.
vyftien jaren gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Van Geuns, trachtte aan
te toonen, dat er geen voorbedachte raad was,
en pleitte verzachtende omstandigheden.
Uitspraak over 8 dagen.
Te 's Herfcogenbosch is een 19-ja-
rige dienstbode in voorloopige hechtenis
genomen. Volgens de tegen haar inge
brachte beschnldiging moet gebleken zijn,
dat zij zich jarenlang schuldig maakte aan
oplichting ten nadeele van hare meesteres
de gelden voor de dagelijksche levensbe
hoeften had zij, in plaats van die aan
bakker, kruidenier, enz., te betalen, zelf
opgestoken. De leveranciers, die zich
niet konden begrgpen dat hunne kalant
tot twee jaren toe hare kruideniers-
en broobrekening Het oploopen trachtten
haar herhaalde malen te spreken, doch
dan gaf de meid >niet thuis*. De toe
gebrachte schade zal vermoedelijk aan
zienlijk zijn.
Te Maastricht heeft een moeder haar
eigen 15-jarige dochter aan de justitie over
geleverd, wijl deze, volgens eigen bekente
nis, in verschillende gezinnen, waar zij als
dienstmaagd woonde, drie kinderen, van 5,
18 en 24 maanden, door worging van het
leven beroofd heeft.
De laatste moord werd door haar in de
vorige week te Maastricht gepleegd op een
meisje van 18 maanden, van dsn HeerL.
W. De ouders ronden des ochtends hun kind
dood in de wieg. De moordenares kan geene
redenen voor hare misdaden opgeven. Zg
heet Marie de Rooy en is fe St. Geertruid
woonachtig.
Te Duur, bij Wyë, is Zaterdagmor
gen door den trein van 8.59 uit Zwolle
eene treinwachteres overreden, toen zij haar
kind, dat aan den overkant van den spoor
weg speelde, wilde grijpen.
Verleden Zaterdag had een dame aan
het buffet van de wachtkamer der 2e klasse
aan het spoorwegstation haar handkoffertje
achtergelaten. Toen zij een paar uren later
terugkwam, vond zij niet haar eigendom,
maar een soortgelijk handkoffertje terug.
Bij onderzoek bleek, dat een onbekend heer
haar koffertje had medegenomen en het zijne
in de plaats was gebleven. Eerst werd aan
een vergissing gedacht en hoopte men op
een inwisseling van het eene tegen het
andere. Nu van dit laatste niets ia geko
men, is het vermoeden van kwade 4rouw
gerezen, daar het koffertje der dame eenige
zaken, nog al van waarde bevatte, o.a. een
japon, 1 zomermantel, 5 gouden ringen, 1
zilveren ketting met medaillon, 1 zilveren
vlinder (haarnaald), benevens 1 visiteboek
je met naamkaartjes, toilet-benoodigdheden
enz., terwijl het andere koffertje bij onder
zoek door de politie, weinig waarde bleek
te bevatten. Er werd echter o.a. in aan
wezig bevonden een doosje met eenige pak
jes Pasta universelle a polir les rnétaux",
zoodat men het er voor houdt dat de on
bekende beer in dit artikel handelt. De on
bekende is iemand van nog al gezette ge
stalte, met vollen donkeren baard, die den-
zelfden dag naar Harlingen, Sneek of Gro
ningen is vertrokken.
Brussel, 3 Oct. Aangaande de be-
81)
z/Ga gerust héén, mynheer Morris, en laat
al het verdere aan mij over. Ik dank u voor
uw bemoeiingen. Het schrijven van mijn man
zal ik lezen en overdenkenik moet zeggen,
dat hij een geschikt persoon heeft weten te
vinden om zijn commissie te laten verrichten.
Aan uw geweten laat ik de beoordeeling of ge
het recht hadt om tegen de dochter van uwen
weldoener de woorden te richten, die ge heden
tot haar gesproken hebt.®
Op verwijtenden toon sprak zij de laatste
woorden uit. Toen wees zij trotsch naar de
deur, ten teeken dat hij kon vertrekken, en
keerde zich van hem af. Zoo jaagt men een
valschaard weg, wiens bedoelingen mey door
zien heeft
De wangen van den advocaat werden vuur
rood. Hij begreep, hoe weinig geloof zij aan
zijn woorden hechttezelfs het schrijven van
haar man had aan gewicht verloren, omdat
het door zijne handen was gegaan. Zij was
zoo schoon en nu juist was zij zoo onbereik
baar ver van hem verwyderd. Meer dan ooit
haatte hij den man, aan wien zij met hart en
ziel toebehoorde.
i Mevrouw Von Berg'naupt, go wenscht dat
ik heenga, en dat op het oogenblik dat ge mij
meer noodig hebt dan ge kunt vermoeden. Ik
zal gaan, maar ik zal terugkeeren als een
trouw soldaat, om aan uwe zyde myn postte
bezetten die post is mij aangewezen door een
man, aan wien ik alles te danken heb wat ik
ben. By het afscheid, toen hy het ongelukkige
schip betrad, liet ik hem in myn hart lezen
en hij zag daarin niets dan onwankelbare liefde
en trouw. //Ik ga gerust heen, want ik laat
mijn kind niet alleen achter,» zeide hy. Hoe
zwaar Jane Gray ook lijden moge, omdat zy
den man verstiet, die den zegen haars vaders
reeds had, ik zal haar in de ure der droefheid
ter zijde staan, om met haar te lyden en te
strijden, ja, om desnoods met haar ten onder
te gaan."
Mijnheer Morris stond op en ging naar de
deur. Zijn oogen waren vochtigzyn lippen
trilden. Toen hij bij de deur was, keerde hy
zich nog eens om en zeide
«Het is mogelijk, dat de minnares van mijn
heer Von Berghanpt, die hem te Wiesbaden
in haar strikken gevangen houdt, hem aan
zet tot een brutale bejegening van zijn vrouw
omdat deze geen ja en amen zegt op het voor
stel tot een vry willige scheiding. In dat ge
val zal ik met mijn borst de slagen opvangen,
die bestemd zijn om het hart te treffen van
de engel myns levens.'
Met een stijve buiging en e^n diepen zucht
verliet mijnheer Morris de kamer.
Eindelijk scheen de advocaat het rechte mid
del gevonden te hebben, om de liefde en het
vertrouwen in Janes hart aan het wankelen
te brengen.
»Zijn minnares!' riep zij uit. //Koerts min
nares O God, Koert, Koert, hoe zwaar wordt
je belasterdMaar waarom kom je niet tot je
vrouw? Waarom kom je niet, Koert?» Zy be
gon te schreien en zonk op een stoel neer.
Toen mijnheer Morris den tuin doorliep,
kwamen hem drie dames te gemoet, waarvan
mevrouw Von Reidersdorf zich onderscheidde
door haar vorstelijk voorkomen. De advocaat
sloeg schuin een bewonderenden blik op haar
en trad ter zijde om beleefd te groeten. Als
versteend bleven de drie dames staan, toen
zij den Engelschman bemerkten. Mevrouw
Von Reidersdorf liep op hem toe en keek hem
scherp aan.
ris u mynheer Morris, uit Londen vroeg
zy.
z/Om u te dienen Toby Morris."
wHebt ge misschien mijnheer Vpn Berghaupt
naar huis gebracht
De advocaat haalde de schouders op en
zeide
z/Ik kan mijnheer Von Berghaupt niet be
wegen om naar huis terog te koeren. Ik be
hoor tot de goede bekenden van dien heer,
maar ik zou nooit kunnen besluiten om hem
in zijn intieme familie-aangelegenheden raad
te geven.
Bij deze woorden maakte hij een buiging,
groette met den hoed en verliet daarop den
tuin.
»Wat een mensch," fluisterde mevrouw Von
Reidersdorf, terwyl zij den wegsluipenden
advocaat nakeek. Het is, geloof ik, de tweede
maal dat hij hier komt, maar zijn verschijning
voorspelt niets goeds."
De overige dames deelden in de vrees van
de baronnes en opperden de vraag of het niet
mogelijk zou zijn, zulk een onwelkomen gast
van de deur te houden. Koerts mama kwam
de dames in de vestibule reeds tegemoet. Zij
was zeer opgewondenhaar oogen drukten
bitterheid en smart uit. Zij hield den onheil
brengenden brief van haar zoon in de hand.
//Waarde dames," zeide zy, «door het ven
ster zag ik, dat die man u is tegengekomen.
Hij heeft het nu gewaagd, mijne schoondoch
ter een bezoek te brengen. Ik kwam helaas
te laat om hem voor altijd te verjagen. Wat
hij met Jane gesproken heeft kon ik niet te
weten komenhet moet iets verschrikkelijks
zijn, want toen ik zoo even in de kamer kwam.
vond ik haar in onmacht op den grond lig
gen. Zy hield dezeu brief van mijn zoon in
haar handl»
Snikkend reikte zij den brief aan de dames
over en vervolgde toen
«Met behulp van de kamenier bracht ik
Jane te bed. Zy heeft den geheelen nacht
gewaaktik hoop dat zij nu in slaap valt.
Arm meisje, dat aan zoon man haar hart heeft
geschonken arme moeder, die van haar zoon
zulke droevige dingen moet belevenZy
droogde haar tranen en zeide nog: »Maar ik
zal hem uit mijn hart verbannen, zooals ik
zijn vader nit mijn hart verbannen heb. Jane
zal in mij een beschermster vinden, die haar
tegen de geheele wereld verdedigt.
De brief van Koert ging van hand tot
hand en veroorzaakte een waren storm van
verontwaardiging onder de dames. Zooals wy
weten, schreef hy daarin aan zyn vrouw de
verpletterende mededeeling, dat hy haar nooit
had bemind en een onoverwinnelijken afkeer
voor haar gevoelde, waarom hy haar verzocht
in een vrijwilige scheiding toe te stemmen.
z/Dat schreit ten hemelriep de baronnes
Von Reidersdorf uit. //Waagt Koert Von
Berghaupt het, zulke woorden tot zijn vrouw
te richten JA1 was hy waanzinnig geworden,
dan was dit nog niet te pardonneeren.
z/Ik ben besloten mijn zoon op te zoeken,
en wel op dit oogenblik, voor dat Jane mij
daarvan kan terughouden 1 Na dit schryven
is het my onmogelyk, hem weder tot zyn
vrouw te brengen. Dat zou trouwens toch
niet meer helpen, want hun huwelijksgeluk is
vernietigd. Maar ik wil mijn zoon myn ver
achting toonen en my dan voor immer van
hem afwenden. Van dit oogenblik af reken
ik dat ik nooit een zoon heb gehad
»Arme moederzeide mevrouw Von Rei
dersdorf, wier oogen vochtig werden. »Doch
laten wij niet vergeten, dat mijnheer Von
Berghaupt nog al zwaarmoedig wassen dat
wij hem daarom met verschooning moeten
behandelen. Als u het goedvindt, gaan wy
allen met u naar Wiesbaden. Uw schoon
dochter weet nog niets van onze komstwij
zullen haar rustig laten liggen en rijden er
op staanden voet heen
Koerts mama keurde dien voorslag goed, en
daar de rijtuigen stonden te wachten, besloot
tnen daarin den tocht te ondernemen.
(Wordt vervolgd.)