't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 19ö0. Zaterdag 24 October 1891. Negentiende Jaargang. Telefoonnummer 36. kalender der week. nieuw stïjITingenT OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 6 u. 49 m. Onderg. 4 u. 40 m. Zondag 25 Israël. Vreugdedag der Wet. Maandag 26 Dinsdag 27 Woensdag 28 Donderdag 29 Vrijdag 30 Zaterdag 31 HELDER, 23 Oct. 1891. Dinsdagavond had in .Tivoli" onder directie van den heer L. E. Rugers 't eerste concert van Helder's Mannenkoor in dit seizoen plaats. Een tiental nummers werd ten gehoore gebracht, 't Mannenkoor zong met ambitie en oatving goedgemeende blaken van waardeering. Bijzonder voldeden no. 3, 8 (a en b) en no. 10. In no. 5, Pilcherchor uit Tanhauser, kon men by vernieuwing bemerken dat de Wagneriaan- sche muziek eigenaardige bezwaren heeft. De soli voor bariton //Terugkomst" van Verhulst en »Koninginnelied" van Nicolai werden zeer goed voorgedragen en vooral het laatste had een buitengewoon succes, 't Zou ons aangenaam zyn, wanneer we datzelfde van No. 7, «Lied des Czaars" van Lortzing en «Wiegelied" van Brahms konden getuigen, 't Glanspunt van den avond was intusschen het optreden van den hr. W. B. Helman, solo-pistonnist der K.N. Ma rine-kapel. In no. 2 Fantaisie brillante pour cornet k pistons van C. Arban, een uiterst moeielijke compositie bewees de hr. H. zyn meesterschap op zyn instrument ten volle. We wisten Diet wat hier meer te bewonderen was, de volle, zuivere on smeltende toon of de te techniek, die in dit stuk schitterend uitkwam. De uit voering van «Berceuse" van Gounod en «Tolle Streiche" van E. Waldteufel konden slechts dienen om de goede meening, welke men om trent den hr. H. koesterde, te bevestigen. Gaarne wenschen we Helder's Mannenkoor krachtigen steun toe van onze plaatsgenooten, teneinde op den weg der kunst moedig te kun nen voortgaan. Op de vaarwaters nabij Texel zal een proef worden genomen met een nieuw model zee-ton. De veronderstelling is, dat deze ton beter weerstand zal bieden bij ijsgang. De proef beeft plaats op last van het loodswezen. Aan een particulier schrijven uit Portland arbour, aan boord van de «Friso", dd. 16 dezer, ontleent «Het Vad.» een en ander omtrent het ongeval, dat onze divisie overkwam en dat, gelukkig, niet ernstig afliep. In den loop van Dinsdagvoormiddag stak de wind, die toch reeds vrij heftig was, he viger op. De zee was zeer hoog en de divi sie was genoodzaakt te gaan bijliggen voor gereefd groot marszeil met nauwelijks wer kende machine. Dinsdagnacht raakten de schepen elkaar kwijt en het duurde tot Donderdagmorgen eer ze elkaar wedervonden. De wind, die Woens dagnacht wat stiller was geworden, verkeerde toen weder in storm en men zag zich genood zaakt Portland binnen te loopen. De »Van Galen" had ondertusschen een voelhoorn ver loren. Men bereikte in veiligheid de haven. „Midden in den nacht aldus verhaalt de briefschrijver werd op een «alle hens" gemaakten toen wij keken wat er te doen was, waren we aan het krabben met een drie- mijlsvaart in een haven, waar wel vijftig sche pen lagen. Evenzoo de „Van Galen". Door een wonder zyn wij er door heen gekomen. De „Van Galen" heeft eerst zyne heelen voor boel afgestooten, en is toen met zyn achter schip boven op een koopvaarder gekomen (de „Mysferious Star" Red.), die hij nogal be schadigde en waarbij hy zelf aan zijn bezaans rust schade kreeg. „Met behulp van een sleepboot werd hij afgehaald en naar eeu open gedeelte der ha ven gebracht, waar hij voor 2 ankers en 60 vaam ketting ging liggen. „Vanmorgen (Vrijdag) liet de kolonel ons anker lichten en moesteu wij onder stoom naar een betere plaats. Ons anker kwam on klaar boven. Wij hadden 's nachts de anker ketting van een koopvaarder met ons anker aangehaakt en deze had zyn ketting laten glip pen, zoodat wij dezen dus ook ophaalden. „Wij konden niet lang blijven zaniken en stoomden dus op, met ons anker voor den boeg en dat van den koopvaarder over den grond sleepende." Uit het schrijven blykt verder, dat daar mede de kleine misères nog niet ten einde waren. Het sleepende anker van de „Friso" pakte dat van de „Van Galen, zoodat wij natuurlijk niet verder konden en met een harden wind dwars op de boeg van de „Van Galen", dreven. De sloepen waren allen gestreken. De „Van Galen" kwam tegen een der davids aan, waardoor het achterste bakstag brak. Vervolgens kwam zijn steven tegen de middelleiders, wier bevestiging ook brak, en daar hadden wij zijn gebroken voor boel boven ons hoofd op het halfdek. Door volle kracht achteruit te slaan, kwamen wij eindelijk van elkaar en, o wonder, in de ver schansing zelfs geen deuk „Onze kommandant aldus eindigt het schrijven blyft altyd even kalm. En of schoon wij nog niets dan storm hebben gehad, alles breekt en ieder bijna zeeziek is, moppert niemand. Wij wachten op mooi weer en op de reparatie van de „Van Galen". IJmuiden, 21 October 1891. Jl. Zaterdagavond vergaderde de vereeniging „IJinui- den's Belang." Het ledental was zeer slecht vertegenwoordigd, waar om de voorzitter opmerkte, dat hij zich deze weinige be langstelling niet had kunnen denken. Toch werden de zea te behandelen punten achtereenvolgens besproken. 'te de vo By het openen der vergadering merkte i dat hoewel de vereeniging nog zeer jong is, ze toch reed voorzitter op, og zeer jong is, ze toch reeds al nuttig gewerkt heeft en wel bij de laatste stemming voor leden van den gemeenteraad, waarbij alle vier der gestelde candidaten gekozen zyn. De twee eerste punten werden achtereenvolgens be handeld en besloten bij H.M. de Regentes te verzoeken, de vereenigingals rechtspersoon te willen erkennen. Nummer drie der agenda„ophalen van vuilnis" wekte in hooge mate de belangstelling opvooral waar het onhoudbare van den tegeuwoordigen toestand ter sprake kwam waren allen 't volkomen eens. Er werden dan ook achtereenvolgens een aantal bewijzen tot staving van dien slechten toestand gegeven. Nadat door een der leden er nog op gewezen werd, dat hij vermoedde dat de hoofdelijke omslag slecht geregeld is en bij betere regeling, waarbij Benige verhooging voor IJmuiden zou komen, de gemeente met voordeel bovengenoemde zaak zelf zou kunnen ei- ploiteeren, en een ander beweerde, dat indien iemand deze zaak eens flink aanpakte er nog geld mede te ver dienen was. Werd besloten het gemeentebestuur te ver zoeken verbetering in den bestaanden toestand te brengen. Alsnu komt de bestrating aan de orde. De voorzitter merkt op, dat reeds dit jaar ruim f 4000 voor dat doel zijn uitgetrokken en men dus nu niet te veel meer vra gen moet, te meer daar de gemeente zooveel tegenwerking ondervindt van de maatschap en ware het te wenschen dat die maatschap, die liier zulke groote winsten van haar grond krijgt, eenigszins meewerkte tot verbetering; dan zou er veel meer goeds tot stand kunnen komen. Iiondenlast wordt daarna besproken, en hierover moet men niet zoo min denken als men van verschillende zijden hoort beweren, dat men 's avonds niet veilig door het dorp kan loopen; dat er menschen zijn, die zich voorde aanvallen van honden trachten te vrijwaren, door stok ken met spijkers bij zich te dragen. Nu wordt voorge steld aan het gemeentebestuur te verzoeken een honden belasting te heffen. Dit wordt echter warm bestreden men beweert, dat de arme man die met zijn hondekar zijn brood verdienen moet, hier te veel door gedupeerd zal worden. Laat men aan de vreemde honden en visch- karren, die hier komen, een plaats aanwijzen waar zij gedurende hun verblijf hier ter plaatse verplicht zyn te vertoeven, zegt een der leden; dit vond eenigen bijval. Men was dan tegen de aanvallen der honden eenigszins gewaar borgd. Over deze zaak kon men het slechts een3 worden toen eindelijk besloten werd het gemeentebestuur op dien hondenlast te wijzen. Beter kon men het eens worden over het nu te behan delen onderwerp „afgraven van den hoogen berg" te meer daar dejhondjes, die men wilde trachten in hun vrij heid te~belemmeren, hier zeer zeker een grooten dienst zouden kunnen bewijzen, waarom men zou trachten deze belemmering, indien eenigszins mogelijk, uit den weg te krijgen. Nadat de voorzitter vraagt of een der leden nog iets in te brengen heeft, wijst de heer H. Scholder er op, dat het zoo lastig is ook bij aangifte van geboorte of overlijden immer genoodzaakt to zijn ;dit ter seoretarie der gemeente te Santpoort te moeten doen. Hij denkt dat er wel maatregelen genomen kunnen worden, dat die aangifte alhier zoude kunnen plaats hebben, waarom ZEd. den voorzitter verzoekt hierna te willen onderzoeken. Onder dankzegging aan de leden voor hunne opkomst wordt de vergadering gesloten. Voor de Haagsche rechtbank heeft Maan dag terechtgestaan een vergulder, die den 25- sten Juli zijn vrouw dermate heeft mishandeld, dat zij kort daarop overledan is. Prof. Zaaijer, als deskundige gehoord, verklaarde in zijn rapport, dat de dood van de vrouw moet wor den toegeschreven aan een beleediging van de hersenen, welke alleen kan zijn toegebracht door geweld. Bekl. gaf een omstandig verhaal van de wijze waarop zich het gebeurde zou hebben toegedragen. Toen hij tegen middernacht in zijne woning kwam, had bij wel een borrel gedronken, doch was volstrekt niet dronken. Hij vond zijn vrouw die veel aan maagpijn leed, aan de tafel zitten in bewusteloozen toe stand zij gaf geen antwoord op zijn vragen toen beproefde hy haar op te richten, haakte daarby in den band van haar rok en viel ach terover, terwijl de vrouw voorover viel op den rand van oen steenen waschteil. Gedurende zijn pogingen om haar tot be wustzijn te brengen, kwamen de kinderen be neden. Toen heeft hij haar te bed gebracht, doch den volgenden morgen geen docter ge haald omdat zijn vrouw meermalen zoo onge steld was en dan vanzelf weer in orde kwam. Eerst op den ruad van een buurvrouw was hij in den ochtend om dr. Erkelens gegaan, doch vond, volgens zijn zeggen, dezen niet thuis. Door de buren was toen de hulp der politie ingeroepen, en deze had dr. Woltevbeek Mul ler gehaald. Prof. Zaaijer verklaarde het niet aannemelijk te achten, dat de hersenschudding ontstaan was door een val met het hoofd op den rand van een teil, daar er dan ongetwijfeld schram men zichtbaar zouden zijn geweest. Daarna werd een der dochtertjes van bekl., een kind van 12 jaar, op verlangen van den verdediger als getuige gedagvaard, gehoord. Dit meisje verklaarde dat haar moeder in den bewusten nacht driemaal was gevallen; de wijze waarop dit gebeurd zou zijn stemt even wel niet overeen met be bewering van bekl. Het andere meisje van 11 jaren, bevestigde de verklaring van haar zusje. Uit beider mededeelingen blykt dat de moe der niet, zooals bekl. beweerde, den geheelen avond bewusteloos is geweesttoen zij om half negen naar bed gingen, was moeder ge zond althans zij zagen niets aan haar. Toen vader om 12 uur thuis kwam hebben zij moeder hooren schreeuwen, zijn toen naar beneden gekomen en hebben moeder toen een paar maal zien vallenmaar ze was toen nog niot be wusteloos, want zy had de kinderen zeer goed herkend en was zelfs nog naar den kelder ge- loopen om een fleschje te halen. Bekl. hield echter vol, bewerende dat aan de kinderen blykbaar een lesje was voorgezegd. De naaste buurvrouw verklaarde, in den bewusten nacht bekl. vreeselyk te hebben hoo ren vloeken en de kinderen te hebben hooren schreeuwen. Yan de vrouw heeft zij niets ge hoord. Den volgenden morgen wilde zij aau de kinderen vragen, wat er gebeurd wasmaar bekl. had hun verboden, met iemand te spre ken. Toen de man een oogenblik daarna uit ging, was zij in de woning gegaan en had de vrouw bewusteloos gevonden, en tevens de sporen dat zij gebraakt had. Een buurman verklaarde, dat bekl. hem zelf gezegd had, dat hij zyn vrouw een klap had gegeven, die misschien wel wat hard kon zijn aangekomen. Ook dit sprak bokl. weer tegen. Verschillende getuigen hadden de kinderen hooren smeeken .och vader, sla^moeder zoo nietzij geeft toch geen antwoord meer", waarop bekl. had geroepen„pas op. of jelui krijgt ook, net als je moeder". Subst.-offlcier van justitie mr. Pleite begon zyn requisitoir met hulde te brengen aan den rechercheur Van der Drift, die met zeer veel talent een uitnemend onderzoek had ingesteld, en betoogde daarna breedvoerig, dat het opzet om liohamelyk leed toe te brengen bestond. Op grond van art. 304 sub. lo. vorderde het O. M. zes jaren gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger mr. D. van Hou ten, betwistte dat het wettig bewijs geleverd was, en pleitte vrijspraak. Ook verzocht hij de onmiddellijke invrijheidsstelling van bekl. De rechtbank beschikte echter afwijzend op dit verzoek. Uitspraak 29 October. In zeker faillissement had iemand te Goes een vordering van f 1.20. De cura tor berichtte hem, dat uitgekeerd werd 4801/1000 pet., zoodat op de vordering zes cents te trekken bleef (het porto van den brief, waarin van het feit kennis werd gegeven) ad vijf ets.,restte één cent, welke in een postzegel van dat bedrag in den brief werd overgemaakt. Door nu wijlen den heer Jan Spek man Duyvis is een legaat, groot f 28.000, aan het departement van 't »Nut« te Am sterdam vermaakt, onder voorwaarde, dat deze gelden moeten worden dienstbaar ge maakt aan de oprichting of inrichting van een of meer lokalen, waar in het bijzon- der voor den werkmansstand couranten ter lezing liggen en boeken ter lezing te be komen zyn, met bevoegdheid daaraan te- uens te verbinden verdere gelegenheid tot ontspanning, ter beoordeeling van den le gataris. De ongelukkige dwaze speelschheid met schietgeweer heeft dezer dagen te Hers- feld (Hessen) weêr een treurig ongeluk ver oorzaakt. Een man wilde daar op de markt een geweer koopen. Hy nam er een op, bekeek het en legde het, naar zijn mee ning ongeladen, vuurwapen aan op een troep spelende knapen. Daar klonk plot seling een schot. Een zeven-jarige knaap viel dood neder en een andere jongen van acht jaren, werd zoo zwaar gewond, dat hij weldra overleed. Voorts werd een man zwaar gewond aan den arm en een vrouw bekwam een ernstige wonde in de zij. Dat allen, die naar de Argentynsche Republiek zyn gegaan om daar hun geluk te beproeven, niet hun doel bereiken, be wijst het getal van hen, die in nog grooter staat van armoede terugkomen, dan zij er heen gingen. Zaterdag kwamen een 17-tal personen, vormende drie huisgezin nen, uit Antwerpen te Breda aan, waar zy per scheepsgelegenheid uit Argentinië waren teruggekeerd. De menschen waren zéér armoedig gekleed en van alle mid delen ontblootde politie zorgde voor nacht verblijf, terwijl het armbestuur zorg droeg voor reiskosten, om hen naar hunne ge boorteplaats te doen terugkeeren. De vermoedelijke dader van den in den nacht van 11 op 12 dezer te Utrecht gepleegden diefstal met inbraak in den winkel van den goud en zilverkashouder W. in de Choorstraat, heeft zich vry wil lig by de politie te Amsterdam aangemeld en is door deze naar Utrecht overgebracht. Na verhoor werd hy aldaar ter be schikking der justitie gesteld en naar de strafgevangenis overgebracht. Het Fransche brikschip »Henri et Leontine" geraakte den 19en Oct. tijdens eenen hevigen storm uit het Zuiden op lager wal bezet by Brixton (eiland Wight). Men trachtte vruchteloos het schip door zwaar zeilen van den wal te houden, en ten laatste geraakte het op strand. Het kwam zoo dicht aan den wal, dat de be manning door middel van een lyn van boord gehaald kon worden. De gezagvoerder had echter zoo veel letsel bekomen tydens den storm, dat hy zich niet bewegen kon, waar om de stuurman besloot den gezagvoerder niet aan zyn lot over te laten, en hoewel een zekere dood hem door de ontzaglijke hooge zee wachtte, weigerde hij het wrakke schip te verlaten. Gelukkig bleef het in elkander tot de eb inviel, waardoor het mogelijk werd beide behouden aan land te brengen. De kamer waarin de juweelen van den Shah van Perzië worden bewaard, is 20 voet lang en 14 voet breed. De daar geborgen kleinodiën worden op een waarde van 80 a 85 millioen guldeu geschat. Men vindt er groote schalen gevuld met paar- len, robijnen en smaragden. Vooral merk waardig is de oude Perzische kroon, waar van de uiterste versiering een robijn is ter grootte van een kippenei. Ook een gordel met edelgesteenten, van een gewicht van 18 pond en twee sabelscheden, elk van drie millioen gulden waarde, trekken de aundacht. Er is voorts een derde schede geheel met edelgesteenten bedekt, die alle de grootte hebben van een vingertop, Een turkoois van 3 a 4 centimeter doorsnede een lOOtal smaragden met een bovenvlak van l8/* centimeter, een andere die de grootte heeft van een walnoot en waarop ol de namen der vorsten zyn gegraveerd in wier bezit de steen is geweest, zyn hoogst merkwaardig. Men vindt in de schatkamer van den Shah een parel van zeldzame grootte, die alleen 7 ton gouds waard wordt geschat. Burgerlijke Stand, gem. Helder. van 15 tot 21 Oct. ONDERTROUWDGeene. GEHUWD L. T. v. Beek en J. J. Schraa. BEVALLENT. Bremer, geb. Hartog, d. J. J. Wolf, geb v. Seelt Koningstem, z. M. T. Ambriola, geb. v. Emmerik, d. A. E. v. Deijck, geb. Talboom, d. T. Vlam, geb. Luijt, z. M. A. Freeke, geb. Greeff, z. M. C. Stok kink, geb. Stierman, d. J. C. A. Houben, geb. Lund, z. M. v. Til, geb. v. Twuijver, d. C. Schraa, geb. Lastdrager, z. A. C. C. Meijer, geb. Habermann, z. OVERLEDENC. Schenk, 10 maanden. H. J. de Graaf, 16 j. W. A. Karsten, 1 m. Burgerlijke stand, gemeente Texel. Van 14 tot 20 October. ONDERTROUWD: Jacob BoijsenFrouw- tje Mets. GETROUWD Geene. GEBOREN Pieter, zoon van Dirk van der Wielen on Cornelia Adriana Buikee. OVERLEDENHillegonda Adriana Zoe telief 18 maanden, dochter van C. Zoetelief en Maria Adriana Sophia Helena Vinke. Krijna Dijkeen, 6 maanden, dochter van Pie ter Dijksen en Frouwtje Knol. 26) «Damesge doet een beroep op mijn hart en daarmede hebt ge myn zwakke zyde ge troffen j Nog nooit heeft iemand tevergeefs een beroep op myn hart gedaan. Ik zal myn reis nog eenige dagen uitstellen, om u te kan nen dienen. Wij zijn het reeds eens, dat het goed zou zijn, wanneer de dochter van James Gray bewogen kon worden om naar het bui tenland te vertrekken. Als zij eenmaal Pa rijs heeft wedergezien, ben ik overtuigd dat zij nooit naar den Rijn terugkeert. Wij moe ten echter met veel overleg handeleneen verkeerde stap kon noodlottige gevolgen heb ben ik verzoek u daarom my eenige dagen tijd te gunnen om te overdenken hoe wy het best ons doel kunnen bereiken. De grootste moeielykheid is daarin gelegen, dat wy de dochter van James Gray de overtuiging moe ten geven, dat haar man te Parys vertoeft, zonder bij haar den geringsten twijfel op te wekken. Als dat gelukt, reist zy dadelijk af daar sta ik borg voor 1" De advocaat onderhield zich nog geruimen tijd met de dweepsrlge jonkvrouw, die voor zijne bedoelingen als geschapen scheen. Hij besprak een en ander met haar en verliet in de schemering het huiB van mevrouw Von Reidersdorf, tevreden over hetgeen hy ver richt hnd. Hij wandelde naar het spoorweg station en keerde met den trein naar Wiesba- den terug. X. Gedurende den tijd, die in het belang van zyne gezondheid aan zijn verlof was toegevoegd, had Koert zich teruggetrokken in een klein hotel in het bosch, op een uur afstands van Wiesbaden, naar hij tot Wambold en zyn mama zeideom tot zich zelf te komen. In de stille rast en eenzaamheid van het woud hoopte hy kracht to vinden tot het vol brengen van de moeielyke taok zich van zyn vrouw te scheiden, die hij meer beminde dan hij zelf wist. Doch de eenzaamheid bracht hem niet de troost, waarop hy gehoopt had. Inte gendeel, hij verviel meer en meer tot de zwaar moedige droomerijen, waartoe hy van nature zoo geneigd was. Eerst hier kwam hij tot het besef, hoe diep zyn liefde voor Jane in zyn hart geworteld washij begon in te zien, dat zijn verder leven zonder Jane een droevige lydensweg zou zyn. Soms betrapte hy er zich op, dat hij naar een uitweg zocht om toch nog met haar te leven en gelukkig te zijn. Hij vroeg zich af of zijn maatschappelijke positie en de strenge opvatting van het begrip .eer" werkelijk waard waren, dat hij daaraan zijn teerbeminde vrouw ten offer bracht. Kon hij niet met haar naar Amerika vluchten en daar een plekje vinden, waar hij ongestoord en onbekend alleen voor zyn vrouw kon leven? Was zy dan schuldig aan de bloedige daden haars vaders Bloeit niet soms een reine roos in een moeras In zulke gedaehten verdiept was Koert al verder en verder het statige beukenwoud in- gedwaald. Hij stond nu aan het begin van een pad, waarvan hij den loop niet kende. Twijfelende welken weg hij moest inslaan, stond hy even rond te kijken en zag toen in de verte een heer met een witten cylinder- hoed op hem aankomen, in wien hij dadelijk mijnheer Morris herkende. Langzaam wande lende, als iemand die het schoone van dc na tuur wil genieten, naderde de man, die nu door alle vrienden en verwanten van Koert zoo gevierd werd. Von Berghaupt ging hem te gemoet en be groette hem. .Mijnheer Von Berghaupt, het is mij een groot genoegen u heer te vinden immers, wij kunnen nergens zoo ongestoord praten als in het bosch. Ik ben reeds aan het hotel geweest, maar ik trof u daar niet aan. Het is inder daad een gelukkig toeval, dat ik u hier ont moet. Als ge het goedvindt, zullen wij de wan deling gezamenlijk voortzetten." Koert vond dit goed. «Ik moet beginnen, mynheer Von Berg haupt, met u te bekennen dat ik mij weer heb laten verleiden om mijn reis naar Londen uit te stellen, en wel op aandrang van mevrouw Von Reidersdorf en eenige andere dames, die in het proces-Gray veel belang stellen voor zoover dit u aangaat. Ik wil niet ontkennen, dat ik hierdoor ernstige beroepsplichten on vervuld laat, maar ik ben my ook bewust, dat ik als vriend jegens u plichten heb te vervul len, en daarom breng ik gaarne dit offer." Koert zeide hem daarvoor dank. «Bovendien had ik nog een andere reden om mijn reis uit te stellendie reden is ge legen in het feit, dat uw positie moeilijker is geworden." «Wat, mynheer Morris «Ik beschouw het als een zwarigheid, dat uw vrouw beslist weigert mede te werken tot een echtscheidingzij heeft dit schriftelijk ver klaard. Zij verlangt dat ge bij haar zult ko men om uw schriftelijk verlangen tot echt scheiding mondeling te herhalen, en zij ver klaarde mij uitdrukkelijk dat zij haar echtge noot wil zien en spreken, alleen met het doel om tot een verzoening te geraken. Nooit of □immer zal zij in een scheiding bewilligen." .Zij schijnt tot het uiterste te willen gaaa." »Dat heeft zij reeds gedaan. Het doet mij leed, dat de dochter van James Gray den sluier heeft laten vallenzij erkent dat zy niet al leen het uiteinde haars vaders geweten heeft, maar ook alle moorden, die aan de justitie ontgaan zyn, omdat ze geheim zyn gebleven. Het is smartelijk, te zien dat zulk een bui tengewoon schoone vrouw zich verhoovaardigt om de wandaden van haar vader!» «Deed zij dat riep Koert uit. .Dat deed zy tegenover mij en dit zal zij tegenover iedereen doen, als wij geen mid del weten ,te vinden om het te voorkomen. Ik dank God, mynheer Von Berghanpt, dat het u bespaard werd, mede aan te hooren hoe uw vrouw die gruwzame bekentenis deed. Zy was geheel veranderdnu zoudt ge in haar de dochter van een moordenaar herkend heb ben. En dat behoeft ons niet te verwonderen de ingeboren aard laat zich niet op den duur verloochenen.* Koert drukte de hand tegen het voorhoofd, zuchtte en vroeg op doffen toon: En hoe sprak zij over my Beseft zy, wat ze mij heeft aangedaan f Mijnheer, dat beseft zy dat blykt uit het feit, dat zij mij bespotte, toen ik haar onder het oog wilde brengen welk een misdaad zij aan mijn vriend begaan had. Zij weet, dat ge haar slachtoffer zijt; zy heeft dit altijd ge weten en verklaarde dat zij haar offer nooit de vryheid zou teruggeven. Zij is trotsch op haar vorovering en wil haar niet loslaten." Koert was vreeselyk ontroerd. De teeffere, bekoorlyke Jane, die hij altijd voor oogen had, begon te verbleeken, dank zij de woorden van den Engelschen advocaat. «Zy zal haar verovering niet behouden," antwoordde Koert. «Ik zal tenminste kracht genoeg hebben om mij tegen haar te bescher men. Eerlijk gezegd, mynheer Morris, ik zou nooit iets kwaads van miss Gray gedacht heb ben. Wat verstaat zij de kunst van veinzen Er komen oogenblikken, dat ik zelf twijfel aan hetgeen ik in de laatste dagen doorleefd heb. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1