't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
Een Siriifl tecli Lieffla en Eer.
No. 1954
Zaterdag ^7 November 1891.
Negentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn». 36.
KALENDER DER WENK.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 15 m.
Onderg. 4 u. 14 m.
Zondag 8
Maandag 9 Eerste Kwartier.
Dinsdag 10
Woensdag 11
Donderdag 12
Vrijdag 13
Zaterdag 14
HELDER, 6 Nov. 1891.
Bij kon. besluit is de beer C. M.
Kooy, burgemeester der gemeente Texel,
met ingang van 15 November 1891, be
noemd tot burgemeester der gemeente Hen-
geloo, (O), mettoekenning van eervol ontslag
uit eerstgenoemde betrekking.
Sequah is te Alkmaar en werkt daar.
Niettegenstaande de dringende waarschu
wing van het Maandblad tegen Kwak
zalverij c en een advertentie van die ver-
eeniging, geplaatst in de Alkmaarscbe
couranten, stroomt bet volk naar liem. De
entree, welke op 10 en 5 cent bepaald is,
is bestemd voor de armen in Alkmaar, en
Maandagavond werd een som van f 170
verdeeld tusscben de diaconie der herv. ge
meente en de commissie voor spijsuitdeeling
aan armen gedurende de wintermaanden.
Om een staaltje mede te deelen hoezeer
Sequab het volk op de band beeft, diene,
dab Maandag bij gelegenheid der koemarkt
toen een paar marskramers met onfeilbare
middelen®, voor kiespijn hunne waar aan
prezen met de kennisgeving »dat hunne
waar geen kwakzalversmiddelen waren, ge
lijk die van Sequah", het volk party koos
voor den Engelschman, en hun een on
gemakkelijk pak slaag toediende, hunne
fleschjes met olie stuk sloeg en hen van
de markt verdreefdit alles onder een
liedje dat ter eere van Sequah was gecom
poneerd. (»Hbl.«)
Een leeiing; van 6o millioen.
Een zeer belangrijk staatsstuk kan, vol
gens den Haagschen correspondent der
»N. Gr. Ct.,« dezer dag en worden tege-
moetgezien, nl. het rapport der Staats
commissie tot onderzoek naar den toestand
van bet materieel onzer marine. Ben ik
wèl ingelicht, dan zou die commissie een
waar, doch daarom ook zeer treurig tafe
reel over onze scheepsmacht opgehangen
hebben en krachtige versterking van onze
vloot aanbevelen binnen een niet al te
ruimen termijn, ik meen van vijf jaren.
Zij zou daarvoor een opzettelijke leening
van 60 millioen willen sluiten. Met dit
iuderdaad niet al te bescheiden, maar ook
geenszins overdreven bedrag zou men dan
een voldoende scheepsmacht kunnen ver
krijgen voor de verdediging van kusten
en zeegaten en tevens enkele groote vaar
tuigen voor de bescherming onzer over-
zeesche bezittingen. Yerder zou bet getal
onzer kleine schepen en Torpedo-booten
tot een voldoend cijfer worden opgevoerd,
terwijl er mogelijkheid zou bestaan dat
wij na een jaar of vijf een vloot zouden
bezitten van schepen, die, zooal niet alle
van de nieuwste typen, doch zeker door
moderne constructie, snelle vaart en be
wapening met 't beste, wat thans in Europa
wordt aangetroffen, zouden kunnen wed-
yveren. Men zegt, dat de nieuwe Minister
van Marine, de voorstelieu der commissie
grootendeels tot de zijne makende, met een
zoodanig grootsch plan zal voor den dag
komen.
Brand aan de Broawersgr. te Amsterdam.
Maandagmiddag even voor drie uur werd
de brandweer gealarmeerd, omdat uit de pak
huizen 174178 aan de Brouwersgracht bij
de Prinsengracht van de bovenzolders, waar
de heeren Frits Olie en Co. tabak hadden op
geslagen, groote massa's rookwolken opstegen.
Het bleek al zeer spoedig, dat er op de ge
noemde zolders een geweldige brand was uit
gebroken.
Aan de ijverige pogingen van de brandweer
is men verschuldigd, dat de brand tot genoemde
zolders beperkt bleef. Er waren ten 5 ure
reeds vier stoomspuiten en de stoomspuit de
z/Jau van der Heijden* aan het werk. De ta
bak smeulde geweldig dikke bruine gele rook
wolken stegen voortdurend op vlammen ver
toonden zich slechts een enkel oogenblik te
kwart voor vier uur. In de Yinkenstraat werden
over de perceelen 7 en 9 de waterslangen heen
gelegd en ook van dien kant werd veel water
op de zolders geworpen.
Gelukkig was de wind naar de zijde van de
Prinsengracht, zoodat de huizen in de Vinken-
straat slechts een oogenblik gevaar liepen. Op
de plaats des onheils waren de eigenaars van
de goederen, alsook de burgemeester, als ver
tegenwoordiger van het Dagelijksch Bestuur
der stad aanwezig.
Na vijf uur werden de rookwolken spoedig
vervangen door een hovige uitbarsting van
vlammen. Overal zag men het vuur op de zol
ders voortwoekeren en het volk, dat aan de
overzijde en op de Prinsengracht wegens de
rook 't niet had kunnen uithouden, kon weder
naderbij komen, om het vreeselijk, maar fraaie
spel der vlammen tegen den verduisterden
hemel aan te staren. De brandweer deed
al hetmogelijke, om den brand meester te
worden, maar tevergeefs. Het personeel werd
evenals de stoomspuiten vermeerderd en nog
kon men den hardnekkigen brand niet blusschen.
Ten 7 uur bleek de brand uitwendig uitge
doofd te zijn. Toch moest men tot 10 uur
doorwerken. Had men ten half zes vrees dat
de gevels zouden instorten, of voorovervallen,
na zeven uur was die verdwenen.
Eerst laat in den avond kon het grootste
deel der brandweer inrukken. Tegen 12 uur
werd nog slechts uit 8 slangen water gegeven.
Ten aanzien van assurantie verneemt men
het volgende
De tabak der firma Frits Olie Co. was
opgeslagen in de pakhuizen Slagthuis A, B,
C,« die alle als verloren is te beschouwen, in
het pakhuis «De Wereld" dat weinig schade
leed, en in het pakhuis »Het Schaap", dat
aan de overzyde van de gracht staat, en dus
niets leed.
De verzekering liep over deze vijf pakhui
zen voor een bedrag van f 1.200.000.
Het bedrag is grootendeels hier verzekerd,
maar ook loopen groote posten met buitenland-
sche maatschappijen, zooals «Te Suna f 70,000,
de "London Liverpool" f85,000, enz.
De verzekering was naar wij vernemen, ge
sloten zonder taxatie, dus tot de waarde van
de ramp. Alleen de verkochte en niet afgele
verde tabak tot de verkochte waarde.
Het meel, behoorende aan de heeren Gebrs
De Steenhoijzen en geborgen in het onderstuk
van perceel 174 was voor f 10,000 verzekerd
bij de Maatschappij «Urania" alhier.
Het bedrag der schade, op de beide verze
keringen uit te keeren, is nog niet te begrooten.
De oorzaak van de ramp, die uit een gel
delijk oogpunt tot de grootste behoort, waar
door 'onze stad in jaren is getroffen, bleef on
bekend.
De Rijkscommissie voor de examens
ter verkrijging van een diploma als machi
nist aan boord van koopvaardijschepen, zal,
overeenkomstig het bij koninklijk besluit
van 18 Maart 1891 (Staatsblad N°. 76)
vastgesteld reglement voor die examens,
aanvangende den* 24 Nov. a.s., te 972 uur
voormiddags, zitting houden in-het Loge-
gebouw te Rotterdam.
Om tot een van die examens te worden
toegelaten, zal de candidaat, onder over
legging van eene geboorte-akte en met op
gave van woonplaats en laatsfen werk
kring, de aanvraag biertoe vóór 17 Nov.
a.s. schriftelijk en portvrij bij den voor
zitter der commissie, wonende in de Grens-
straat te Nieuwer-Amstel, moeten inzen
den, waaruit tevens dan moet blijken voor
welk diploma hij geëxamineerd te worden.
("Men zie verder de »St.-Ct." van 3 dezer.)
Hoewel smart eer doodt dan vroolyk-
heid, komen toch nu en dan gevallen voor,
dat uifbarstingen van vroolijkheid gevaar
lijk voor het leven zijn. Dit is ook in den
Maandagnacht gebleken bij een familiepar
tijtje in de Noorderstraat, te Amsterdam,
waar een vrouw zich onder een comische
voordracht heeft doodgelachen.
Bijzonder groot is het aantal per
sonen die zich te Rotterdam aan de ver
schillende politie-bureaux aanmelden om
daar nachtverblijf te verkrijgen. Dinsdag
nacht werd aan het politiebureau aan de
Pauwensteeg aan niet minder dan acht
personen nachtverblijf en voeding verstrekt,
zoodat allé beschikbare ruimte was inge
nomen en er eenigen, die dezelfde gunst
kwamen' vragen, moesten worden wegge
zonden. („N. R. C.")
Te Rotterdam bracht een vrouw
haar 12jarig zoontje aan het politiebureau
aan de Pauwensteeg omdat hij, thuis ko
mende, een nieuw pak kleederen en nieuwe
schoenen aan had, wat aan de moeder erg
verdacht voorkwam. Hij verhaalde een en
ander te hebben gekocht voor geld, dat
hij van een onbekenden Engelschman had
gekregen. Bij onderzoek bleek, dat hij in
vereeniging met andere jongens de lade
had gelicht bij een tapper en voor het
daarvan afkomstige geld (een bedrag van
ongeveer f 12) zich in het nieuw had ge
stoken. De jeugdige dief bleef op het po
litiebureau in voorloopige bewaring.
Correspondentie.
Advertentiën waarvan de naam van den in
zender ons niet bekend is, worden niet opge
nomen. 25 ct. kan aan 't Bureau Spoorstraat
worden teruggehaald.
Red.
In het vorige nommor werd door ons eene
onjuiste mededeeling gedaan omtrent het blijk
van waardeering, dat wijlen Klaas Duit, in de
vorige week alhier overleden, in zijn leven
te beurt was gevallen. Ten onrechte had
men ons medegedeeld, dat hij Broeder was
van den Nederl. Leeuw. De medaille, die in
zijn leven zijn borst versierde, was de reddings
medaille.
Burgerlijke Stand, gein. Heider.
van 2 tot 4 Nov.
ONDERTROUWD; Geene.
GETROUWD: G. Kiljan en A. Bakker.
BEVALLEN M. R. Muller, geb. Schra-
ver, d. M. van Otteren, geb. Blikkenhorst, d.
A. M. S. Schreuder, geb. de Ruijter, d. G. I.
de la Fonteijne, geb. v. d. Wolt, d. J. de Boer,
geb. Keur, z. H. M. H. van Hees, geb. Hul
sebosch, z. A. P. Dierendonck, geb. Boll, d.
M. C. Grooff, geb. de Graaf, d. I. H. Reuman,
geb. Willemse, d.
OVERLEDENJ. Jansen, 3 md. C. Ma-
bieu, 63 jaren. F. Putman, 16 jaren, C. Noord-
berg, 1 week. J. Kos, 3 weken.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 28 Oct. tot 3 Nov.
ONDERTROUWD Arie Ellen en Geertje
Visman.
GETROUWD Leendert Griek en Willemp-
je Bakker. Willem Hendrik Donkersloot en
Harmina Former. Jacob Buis Jbz. en Frouwtje
Mets.
GEBOREN Joost, zoon van Willem Spier
dijk en Grietje Zuidscberwoude. Jan Isaac,
zoon van Frederik Adolf van Scbaick en Her-
mina Hendrika Steeneker. Hendrik, zoon van
Jan Blom Cz. en Hendrikje Zegel. Tetje
Hermina, dochter zan Ritskc Jansma en Ger-
ritje Kok.
OVERLEDENPiotor Heijstra, 23 jaren.
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Woensdag 4 November 1891.
Voorzitter, de heer C. A. Beukenkamp.
Tegenwoordig alle leden de heer Groen
kwam echter eerst later ter vergadering en
de beer Hordyk zag zich verplicht de zitting
gedurende de beraadslaging te verlaten.
De tribune is vrij talrijk bezet.
Na de opening der zitting worden de no
tulen der vorige vergadering voorgelezen en
goedgekeurd.
Op uituoodiging van den Voorzitter wordt
bet nieuw-benoomde lid, de heer Spruit, bin
nengeleid. Hij legt in handen des Voorzitters
de bij de wet gevorderde eeden af, wordt na
mens de vergadering geluk gewensebt en neemt
zitting.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming
van een Wethouder. Gekozen wordt de heer
Groen, met 9 stemmen. Op den heer Vos
werden 3, op den heer Zur Mühlen 2 stem
men uitgebracht. De heeren - Hordijk, Fran
ken en Hoogenbosch verkregen ieder 1 stem.
Volgens art. 79 der Gemeentewet moet,
met het oog op het vermeerderd ledental, thans
beslist worden of het Dag. Bestuur met 1 of
2 leden zal worden uitgebreid. Met 15 tegen
3 stemmen wordt besloten, nóg eene Wethou
der te benoemen. Vóór de benoeming van
twee Wethouders stemden de heeren Ouden
hoven, Van Neck en de Voorzitter. Tot Wet
houder wordt daarop gekozen de heer Vos.
De heeren Hoogenbosch en Bakker verkregen
ieder 2 stemmen en op de heer Hordijk was
1 stem uitgebracht. De heer Vos en Groen,
welke laatste inmiddels ter vergadering was
gekomen, verklaren zich bereid de benoeming
te aanvaarden en betuigen hunnen medeleden
dank voor het in hen gesteld vertrouwen.
Aan de orde wordt gesteld de begrooting
van iukomsten en uitgaven der gemeente voor
den dienst 1892. De commissie van rapporteurs,
bestaande uit de heeren Bakker, van Neck en
Vos, brengt by monde van laatsgenoemde ver
slag uit van bet onderzoek, dat in de afdee-
lingen heeft plaats gehad. Na de opsomming
van een aantal opmerkingen, wenken en voor
stellen tot wijziging, eindigt het rapport met
het voorstel om de begrooting der gemeente,
zoo mede die van het Burgerlijk Armbestuur,
van bet Algemeen Weesbuis en van de dd.
Artillerie Schutterij goed te keuren en vast te
stellen. Namens de vergadering betuigt de
Voorzitter dank aan HH. rapporteurs en in 't
bijzonder aan den beer Vos. De begrootin
gen worden nu artikelsgewijze behandeld en
bij posten, die aanleiding hebben gegeven tot
het maken van opmerkingen, enz., wordt ge
legenheid gegeven van gedachten te wisselen.
Door den Voorzitter wordt daarbij verze
kerd, dat steeds een grondig onderzoek plaats
vindt, omtrent oninvorderbare posten bij de
invordering der plaatselijke directe belasting;
dat bij het Dag. Best. het voornemen bestaat
om van de eigenaars van caroussels by gele
genbeid der kermis een hooger marktgeld te
heffen dat B. en W. een niet te hooge ra
ming hebben gemaakt ten aanzien van de op
brengst der haardasch en van het vuilnis,
omdat de opbrengst daarvan afhankelyk is
van verschillende omstandigheden. Een uit
voerige discussie ontspint zich naar aanleiding
van het voorstel, in de afdeelingen gedaan,
om de jaarwedde van den Secretaris te ver-
hoogen met f 500 's jaars, doch dien titularis
daarentegen te doen ontlasten van andere be
trekkingen, die hy thans bovendien vervult.
Aan' 't einde der bespreking herinnert de beer
over de Linden er aan, dat een poging, vroe
ger aangewend om bet tractement van den
Secretaris te verbeteren, afstuitte op een wei
gering van Gedep. Staten. De Voorzitter doet
verder uitkomen, dat het niet aangaat, te ba-
palen boe de Secretaris zijn vrijen tijd zal be
steden en meer dan één lid bepleit de wen-
8chelijkheid, dat een adjunct-secretaris of een
boofd-ambtenaar zal worden aangesteld, met
het oog op den uitgebreiden arbeid ter Sec
retarie. 't Voorstel om tractementa-verhooging
aan te nemen, blijft, op verzoek van den voor
steller, den heer Korver, buiten verdere be
handeling.
Met eenparige stemmen de heeren Kor
ver en Spruit namen echter aan de stemming
geen deel wordt besloten aan den bediende
ter Secretarie den titel van dea 2den bode toe-
tekennen. Een poging van den heer Korver in
't belang van ambtenaren ter Secretarie om
hunne bezoldigingen, niet een volgend jaar,
doch onmiddellyk te verboogen, blijft zonder
gevolg. Vernieuwing vander ter Secretarie
aanwezige plans van het kadaster wordt in
uitzicht gesteld, en het besluit wordt genomen,
om aan eene Commissie op te dragen, metB.
en W. te overwegen de verbetering der jaar
wedden van de gemeente-ambtenaren, van de
onderwijzers aan de gemeente-scholen en vaa
de politie-beambten. De jaarwedde van de
benoemde brugwachter bij de brug tegenover
de Keizerstraat, wordt, met het oog op de by-
zondere diensten, van dien persoon te vorderen,
op f400 'sjaars bepaald. Dit besluit wordt ge
nomen met 12 tegen 5 stemmen. Vóór de be
paling op f300 'sjaars, stemden de heeren
Govers, Over de Linden, Korver, KlikenVer-
faille. De heer Spruit hield zich buiten stem
ming. Vermeerdering van het aantal urinoirs
wordt door B. en W. toegezegd. Een klacht
over te hooge kosten van 't onderhoud van
uurwerken had geen verder gevolg, evenmin
als de wenscb naar vermeerdering van 't aantal
waaklantaarns, omdat de straten, die men op
bet oog had, nog geen eigendom der gemeente
zijnen als een wensch om een som van f 500
voor toelagen enz. aan de politie met f 100
te vermindoren. Besloten wordt vervolgens, om
een opzichter te benoemen bij den reinigings
dienst, dien beambte een salaris van f 700
's jaars toe te kennen, benevens 3% van óe
opbrengst bij verkoop der faccaliëD. Tot die be-
trekkiug wordt benoemd de heer P. Bos, met
16 stemmen, 2 blanco-briefjes.
Bij de behandeling van den post van sub
sidie voor de Zeevaartk. School wordt bepaald,
dat de subsidie niet meer zal worden verleend,
als door den onderwijzer niet binnen den be
paalden tijd het vereischte examen wordt af
gelegd. Aan den wensch, om hl de ge
meente-gebouwen bij een of twee Brandver
zekering Maatschappijen te doen verzekereo,
kon geen gevolg worden gegeven. De oude
quaestie vergoeding aan de kerkgenoot
schappen voor vrije zitplaatsen der officieren
van zee- en landmacht in de kerken wordt
nu zoodanig gewyzigd, dat, in de plaats van offi
cieren, voortaan zal gelezen worden militairen.
Met 11 tegen 6 stemmen de heer Spruit
houdt zich buiten stemming wordt tot be
houd van den begrootingspost besloten. Tegen
stemden de heeren Franken, Govers, Korver,
30)
Staande ontving Jane de boodschappen van
den advocaat. Met een zwaarmoedig pyn-
lijk glimlachje naderde zij de jongedame en
wilde haar de hand geven, maar deze ver
meed met zichtbaren angst de hand van Jane
aan te raken.
Zij gruwde er blijkbaar van, de band van
de dochter eens moordenaars aan te raken.
Als een schoone zondares stond 'zij nn voor
de jonkvrouw von Lauterer.
«Ik kom eigenlijk namens mevrouw Von
Reidcrsdorf en de mama van Koert Von Berg-
haupt," sprak de jonkvrouw, die bij de deur
bleef staan.
»Ik ben de dames zeer dankbaar, dat zij nog
aan mij denken."
«Heeft u aan die beide dames geschreven
»Ik achtte het myn plicht, de brieven van
de dames te beantwoorden.
Een poosje zwegen beiden. Toen begon de
jonkvrouw Von Lauterer weer
»In uw schrijven heeft u den wensch uit
gesproken, een onderhoud te hebben met den
heer Von Bergbaupt.
Noch nevr. Von Rcidersdorf, noch mevrouw
Von Bergbaupt kunnen echter een ontmoeting
mogelyk maken, daar beide dames niet weteo
waar Koert verblijf houdt. Ik ben echter zoo
gelukkig u op dit pnnt inlichting te kunnen
geven."
Onder het spreken haalde zy den briet van
Koert uit haar mantelzak te voorschijn.
Mijnheer Von Bergbaupt, die mij tusschen-
beide met zijn vertrouwen vereert, bericht mij
in dezen brief dat hij te Parys vertoeft. Ik
meende het mijn plicht, u dit mede te deelen.
Wellicht wil u zijn adres noteeren om hem
te kunnen schryven."
Zij reikte den brief over en voegde er by
«Uit het feit, dat mijn neef alleen aan mij
geschreven heeft, meen ik te mogen afleiden
dat hy de door u gewenschte ontmoeting
wenscht te vermyden. Ik ben overtuigd, dat
een schriftelijke opheldering hem wenschelijk
voorkomt."
Jane antwoordde niet maar zag den brief
in, noteerde met bevende band het voorge
wende adres en gaf toen het schrijven aan de
jonkvrouw terag.
«Ik dank u van ganscber harte, mejonkvrouw
Von Lauterer, voor de groote goedheid,
mij door uwe mededeeling betoond. Ik ver
oorloof mij niet, naar de redenen te zoe
ken, waarom u mij zoo ongewoon koel
bejegent. Maar ik zal die redenen respecteeren
Indien u evenals ik gehuwd was, zou mij dit
niet terughonden om voor u mijn zwaar be
proefd hart te openen, u mijn nood te klagen
en niet te rusten voordat ik die ijzige koelte
overwonnen en u in een vriendin veranderd
had die my zou begrypen. Velerlei redenen
houden mij daarvan nu terug. Ook begrijp
ik u volkomen, en ik vind het loffelyk, dat u
leeft in de overtuiging, dat de verdeeldheid
tusscheu twee echtgenooten alleen door hen
beiden uit den weg geruimd kan worden."
Jane zweeg hier en keek de jonkvrouw aan.
Blijkbaar verwachtte zij eenig antwoord maar
de jonkvrouw scheen in verwarring te geraken
en sloeg de oogen neer.
«Zal u aan Koert von Bergbaupt schrijven
«Ik zal mijn zoet geheim niet aan een blad
papier toevertrouwen ik begrijp, dat het myn
heilige plicht is, mijn afgedwaaldcn man zelf
in Parys te gaan opzoeken. Dat is zoo ver
nietik heb wel grooter reizen gedaan. Ik
veees niet voor Koerts bekentenis, dat ik zijn
liefde heb verloren, want ik weet dat spoedig
een ander wezen, aan ons beiden toebehoorende,
zijn liefde stormenderhand zal heroveren. Ik
verbeug my in het vooruitzicht, dat mijn man
mij de hand zal reikoa met de woorden
»Laat het vrede tusschen ons zyn En dat
zal gebeuren zoodra ik hem te gemoet treed.
Ik heb daarom grooten kaast jonkvrouw! Van
avond ben ik in Frankfort, om met den
sneltrein naar Parijs te vertrekken. Morgen
zal ik mijn man wederzienO, ik gevoel
hoe ik hem dan weder zal toebohoorenhij
zal mij dankbaar zijn omdat ik hem nagereisd
ben om hem van den dwaalweg terug te brengen
□aar onzen huiselyken baard en ons echtelijk
geluk
Janes woorden maakten een zeer diepen
indruk op de jonkvrouw. Zij gevoelde be
rouw en waagde het niet de oogen naar
de bekoorlijke jonge vrouw op te slaan.
Zij wist zich ten laatste niet ander3 uit haar
positie te redden dan door, tot groote ver
wondering vun Jane, op eens een buiging te
maken en zonder een woord te zeggen de
kamer te verlaten,
Jane wilde baar echter minstens tot aan de
vestibule uitgeleide doen.
Door haar gevoel overmeesterd, keerde de
jonkvrouw zich hier om, greep Janes band,
bedekte die met kussen en zeide snikkend
«O, God dat u tot zulk een familie hehoort!"
Jane begreep haar niet. Bedoelde zij de familie
van Koert, waartoe zij nu ook behoorde
Voordat zij echter een verklaring kon vragen,
was de jonkvrouw het huis uitgesneld.
Door nieuwe verontrustende vragen gekweld,
keerde Jane in haar kamer terng.
Op den straatweg reed een koets langzaam
heen en weer. Toen de koetsier de jonkvrouw
bemerkte, sprong hij van den bok en opende
bet portier. Op dat oogenblik stak een heer
zijn met een witten hoed gedekt hoofd naar
buiten en begroette haardat was niemand
auders dan mynheer Morris.
«O, mynheerfluisterde zij, toen zij naast
hem in het rijtuig zat, «dat was een verschrik
kelijke taakIk zou mij niet ten tweeden
male wagen in de nabyheid vao de ongeluk
kigste aller vrouwenZij droogde hu ar tranen
waarbij de Engelschman haar oplettend gade
sloeg. Blykbaar wilde hy haar gedachten den
vrijen loop laten.
«Ik begrijp volkomen, hoe Koert moet lij
den onder de scheiding van deze vrouw. Mijn-
lieer, ik ben te moede of ik een misdaad be
gaan heb. Hoe stond zy voor mij; hoe sprak
zij hoe edel droeg zy haar lot. Ik gevoelde
my vernietigd. Ik zou naar bet einde der
wereld willen vluchten, om haar niet weder
te ontmoeten. O, dat zy zulk een vader moest
hebbenZy gaat nog heden naar Frankfort
om met den sneltrein naar Parys te vertrek
ken. Zij denkt er niet aan zich van Koert
te scheidenik geloof dat zy het ook niet
kan."
Hier zweeg de jonkvrouw en kleurde.
Ge komt van uw ontmoeting met de doch
ter van James Gray juist terug zooals ik dat
verwacht had, jonkvrouwOf neen, pardon,
ik zal uwe diensten in deze goede, maar pijn
lijke zaak niet vergallen ik moet bekennen
dat ge minder ontroerd teruggekeerd zijt, dan
ik verwachtte. Jane Gray is een uiterst geslepen
vrouw
«Neen, mijnbeer Morris.Ge vergist u
hier kan geen sprake zijn van veinzery
«Dan moet ik aannemen, dat Jane Gray
een zwak oogenblik gehad heeft, waarin zy
de gevoelens van haar hart niet heeft kunnen
onderdrukken. En waarom zou dat onmoge
lijk zijn In de eenzaamheid zullen haar
verkeerde daden haar voor den geest gekomen
zijn en baar tot verantwoording geroepen heb
ben. Des te slimmer voor Jane Gray, als zy
tot de erkentenis moet komen, dat zij den man
liefheeft, over wiens hoofd zij zooveel onheil
heeft gebracht. Eerlijk gezegd ik zou mij ver
heugen over zulk een gemoedsaandoening bij
die schoone vrouw, al was ik overtuigd dat
die aandoening slechts van voorbijgaanden
aard is.
(Wordt vervolgd.)
i