't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. MriiUnltn Litl ia No. 1958. Zaterdag 21 November 1891. Negentiende Jaargang. kalender der week. nTëüwstï jdïngën. A Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 40 m. Ondex-g. 3u. 54 m. Zondag 22 Maandag 23 Laatste Kwartier. Dinsdag 24 Woensdag 25 Donderdag 26 Vrijdag 27 Zaterdag 28 HELDER, 20 Not. 1801. Woensdagavond herdacht 't college »Entre Nous" zijn 13-jarig bestaan door 't houden van een feestvierende vergadering in Tivoli. Door de kapel werden onder directie van den heer L. A. Schouten, een vyftal muzieknummers onder grooten bijval der bezoekers uitgevoerd, waarbij in 't bijzonder dienen vermeld te wor den, de Grande Fantasie pour cornet a pis tons, voorgedragen door den heer W. B. Hei- ma en Variationen aus dem Kaiser-quartet. De opvoering van 't grappig blijspel, »Ik inviteer myn Kolonel'', dat herhaaldelijk ge lach verwekte, besloot de werkzaamheden van dien avond. De »St.-Ct. van 18 dezer bevat de kennisgeving der rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardy- schepen, dat zij zitting zal houden op 8 Dec. a.s. en volgende dagen, te 91/2 uur, in het gebouw der Loge te Rotterdam. Aanmelding vóór 1 December schriftelijk en franco bfr den voorzitter dier commis sie, den heer J. H. P. E. Kniphorst, te 's Gravenhage. Dinsdagnacht werd in deze gemeente van verre brand ontwaard. Het is gebleken dat het was in de boerenhofstede, bewoond door Dykselhof, gelegen nabij de van Ewijcksluis. De plaats is geheel afgebrand maar tegen schade verzekerd. Aan boord van het stoomschip Am sterdam" heeft een treurig ongeval plaats gehad bij het overkomen van een breker. De matroos F. Pronker, van Terschelling af komstig, sloeg over boord en verdronk een ander, J. Roos, eveneens van Terschel ling geboortig, kreeg zooveel letsel, dat hij in een hospitaal moest worden opgenomen. Dit is de tweede keer, dat de wed. Pron ker op zulk een noodlottige wijze een zoon verliest. De mariniers S. H. en J. v. V., die zich onlangs schuldig maakten aan desertie, zijn gestraft, de eerste met 2 maanden mi litaire detentie, de andere met 4 maanden. Sequah is te Haarlem aangekomen. Hij heeft volgens het eene blad zijn in trek genomen in het Hotel Funckler, doch naar een correspondent der »N. Rot. Ct." aan dit blad meldt, logeert hij niet te Haarlem, wijl de hotelhouders hem voor Jogies f 20 per dag en voor de stalling van zjjn paarden, zonder meer, f 30 per week vragen. Dit oordeelde hjj wel een beetje duur. Zijn kermiswagen werd, door wel vier honderd personen begeleid, naar den stal in de Parklaan gebracht, en bij zijn om gang door de stad gisterenochtend was mede een menigte volks op de been. Gisterenavond heeft de eerste séance in Felix Fa vore plaats gehad. De ontvangen entrée's, welke voor de armen van alle gezindten bestemd zijn, zullen Maandag worden gegeven aan Lief dadigheid naar Vermogen. Een kok aan boord van de Deensche brik »Victor" liggende in het Oosterdok te Amsterdam, heeft aan de politie kennis gegeven, dat zij Zaterdagavond aan wal is geweest en te V/s unr aan boord ge komen zijnde, bemerkte dat zijn kist open gebroken en daaruit ontvreemd was f155 aan bankpapier. De eerste ljjkoven hier te lande Het hoofdbestunr der Vereeniging voor Lijkverbranding" vraagt aan de algemeene vergadering machtiging tot aankoop van een terrein te Hilversum, deel uitmakende van de aan de vennootschap de Trompen berg" toebehoorende bosschen, of tot huur van een terrein te Loosduinen, behoorende tot de begraafplaats Nieuw Eijkenduinen", ten einde daarop te doen stichten lo. een gebouw tot crematorium en columbarium, en 2o. in dat gebouw een crematieoven naar het systeem-Bourry, volgens plannen van dien ingenieur. De influenza, die sedert eenige weken weder haar intrede gedaan heeft in Aarden burg, heerscht daar nu bijna in elk gezin. De openbare school is bijna tot de helft ontvolkt. Het hoofd, twee onderwijzers en de onderwijzeres zijn mede aangetast, zoo dat nog slechts een onderwyzer overblijft, die alleen door verdeeling der lesuren voor de verschillende klassen de school kan open houden. Tot heden is de ziekte van een goedaar dig karakter. Een treurigen aanblik leverde Dinsdag de terechtzitting der arrondissements-recht- bank te Maastricht op. Acht opgeschoten knapen van 12 tot 23 jaren, stonden te recht ter zake van versehil lende diefstal len. Zij hadden zich opgehouden in de onderaardsche gangen der voormalige vestingwerken en zich gevoed met hetgeen zjj door diefstal verkregen. Van de mees ten hunner was de opvoeding zeer verwaar loosd, slechts enkelen hadden geregeld on derwijs genoten. Tegen 7 der beklaagden werd gevangenisstraf van één jaar tot 14 dagen, en èén opzending naar het verbe terhuis gerequireerd. Uitspraak 30 Novem ber e.k. Een sterk begin Trouwen kost geld, dat weet een ieder dé meerdere of mindere kosten zijn maar een gevolg van hoe men het aanlegt. Een dienstbode, die te Breda ging trouwen, wilde bruiloft houden en het eens royaal aan leggen. Zij bestelde een goeden voorraad eet- en drinkwaren, maar op naam van hare vroegere meesteres. Deze vond dit minder aardig, weigerde te be talen en gaf de politie kennis van de zaak. De polilie maakte proces-verbaal op we gens oplichterij. Dinsdagnacht werd te Oorschot een diefstal gepleegd, moeielijk in brutaliteit te overtreffen. Bij den Landbouwer v. L. hebben die ven ingebroken, al het geld, gouden sie raden der vrouw enz. gestolen en boven dien uit de bedstede, waarin man en vrouw sliepen, het horloge van den man, zonder dat men er vóór 's morgens iets van be merkte. Tot heden is het niet gelukt de daders op te sporen. Een model-vader Dezer dagen bezochten twee orgeldraai ers, vergezeld van een 6-jarig knaapje, de gemeente Winschoterswijk. Na vermoede lijk de inwoners aldaar op hun muziek te hebben onthaald, begaf zich het gezelschap naar Groenloo. Onderweg werd aan de halfweg gelegen herberg »De Kap" halt gehouden, waar schijnlijk met het doel daar iets te gebrui ken. Toen de reis zou worden vervolgd, vraagden ze den kastelein of het jongetje, vermoeid als het was, niet een uur of an derhalf mocht blijven uitrusten zij gingen even naar Groenloo musiceeren en zouden dan het jongmensch weer ophalen. De beide orgeldraaiers lieten tevergeefs op zich wach ten en de gastvrije kastelein zat met den knaap opgescheept. Bij een onderzoek, den volgenden dag door hem te Groenloo in gesteld, bleek, dat de vrienden, na hun orgel in de bank van leening aldaar ver pand te hebben, spoorloos verdwenen wa ren. Volgens het kind was het orgel het eigendom van zijn vader, die hem en het instrument voor drie gulden 's weeks aan de beide gasten verhuurde. Voor de Rechtbank vanjgezworenen te Vaucluse verscheen dezer dagen een fa brieksarbeidster, Madeleine Roche genaamd, die een moordaanslag gepleegd had op hare zuster Rosalie. Madeleine's eenige beweeg reden was jalousie, omdat haar minnaar voor hunne verloving Rosalie het hof had gemaakt. De geneeskundigen verklaarden de be schuldigde in hare geestvermogens gekrenkt en de gezworenen, overwegende dat Rosalie van hare wonden genezen was, spraken Madeleine vrij. Een treurig moordproces, waarin een dochter optrad als beschuldigster van hare moeder, is dezer dagen te Pressburg be handeld. Eene rijke boerin uit Alvar had tien jaren geleden haren man, met wien zij in onmin leefde, geworgd en hem met behulp van hare dochter (toen veertien jaren oud) begraven. Het meisje verviel door het vreeselyk geheim dat haar drukte, tot zwaarmoedigheid en godsdienstwaanzin. Zij drong zoo lang bij hare moeder aan, tot deze haar al de bijzonderheden van de misdaad verhaalde, en toen, tien jaren na den moord, het geraamte van haren vader gevonden werd, klaagde zij hare moeder aan. In de gerechtszaal viel het meisje voor hare moeder op de knieën en smeekte haar, de waarheid te zeggen. Daarna stiet zij haar als moordenares van zich af. De vier kinderen der beschuldigde barstten in tranen uit, toen zij het geraamte zagen. De verdediger eischte vrijspraak, omdat, volgens hem, de misdaad als verjaard moest worden beschouwd. Maar het Gerechtshof veroordeelde de vrouw wegens moord met voorbedachteii rade, onder verzachtende omstandigheden, tot zes jaren tuchthuisstraf. Holiandsche werklieden in Trans vaal, het leven aldaar, beschrijving van land en volk. Komatipoort, Oct. 1891. Denkelijk zullen onze plaatsgenooten en le zers van dit blad wel eens iets willen hooren van dit gedeelte der Transvaal en de, den laatsten tijd nog al beschreven, Delagoabay. Delagoabay ig de beste haven welke hier aan de Z. O. Kust van Afrika iszij is een groote natuurlijke haven, maar er zal nog veel moeten gebeuren, zooals kaden maken enz.reer men er aanspraak op kan maken, dat zij vol doen kan aan de eischon, welke men kan stellen aan een haven, door welke mettertijd de geheele invoer van Transvaal zal geschie den. De schepen moeten nu nog midden in de Bay ankeren en daar op lichters hun inhoud lossen, die dan nog aan twee pieren gelost wordt tenminste als het zwaar goed is is het licht goed, dan zet men den liehter met den vloed op strand, dat dan met ebbo droog ligt. Eén pier is hier aangelegd door de Portu- geesche en één door de N. Z. A. Spoorweg- Maatschappij, waaraan die dan ook al hare materialen lost. Portugal is bepaald te arm, anders was het noodzakelijk, dat daar goede kaden gemaakt werden en de bay werd uit gebaggerd, zoodat de schepen aan den wal konden lossenmaar wanneer de Spoorweg eens klaar is, zullen de inkomsten daar verbe teren en zal daar dan ook van zelf verbetering in komen, want de invoer voor Transvaal zal over de Bay goschieden, daar het van zee af de kortste route ishet verschilt nog 50 kilo meter met Durban. Louren^o Marqués, de plaats, die aan de haven ligt, is nog een arm zalig plekje. Ik schat het aantal blanke inwo ners, soldaten meegerekend, op nog geen vier duizend. De voornaamste huizen zijn van de verschillende consuls, waaronder de Holl. con sul, de heer G. Pott, niet de minste is. Ik heb hem al eens hooren betitelen als de God van de Bay; hij heeft wel den grootsten handel in handen, ofschoon de andere consuls ook alle handelaren zyn. De kleinhandel is meest in handen van koelies daaronder verstaat men hier alle Aziaten, ik geloof de meeste zijn Perzen. Wat ik er van gezien heb Wij zijn hier 4 Mei 1890 ^aangekomen en ik ben er nu einde Juli 1891 weer eens geweest, dan is Lourenco Marqués merkelijk vooruitgegaan er was een nieuw Gouvernementshuis gebouwd, een Nationale Bank, verscheidene andere ge bouwen, en een kolossale winkel voor een En- gelsche firma, die voor geen Europeeschen winkel behoeft onder te doen. Er is slechts een klein Katholiek kerkje, zóó min als ik het nog niet gezien had, zelfs zonder zitplaat sen verleden jaar was het nog zonder orgel, maar nu is er een orgel in en Zondags zingen jonge Kaffers, onder leiding van een Franschen missionaris de H. Mis. De straten zyn nog geplaveid h, la Huisduinen, zoodat het er niet zoo pleizierig wandelt, maar alles zal recht kom, zegt men hier in Transvaal, dat zal daar ook wel beter worden. De Spoorweg, die van Lourenco Marqués tot Reeano Garcia gaat, is gebouwd door Mac Murdo, een Amerikaande lijn is 92 kilometer lang en m. i. echt Amerikaansch, de constructie der bruggen is niet solido en de bochten veel te kort, getuigen eerst het ontsporen van de eerste groote locomotief der N. Z. A. S. M. genaamd de //Voortti'ókker" in Juli, waarbij de chef-machinist deerlijk gebrand werd, en ten tweede het ontsporen van een werk-loco- motief op 29 Aug. waarbij de machinist er onder raakte en gedood wex-d. Hij was een Zwitser, eerst kort geleden aangekomen. De machines der Portugeesche lyn zijn mijns dunkens beter ingericht om korte bochten te rijden, zij hebben vooraan twee beweegbare assen, terwijl de machines der N. Z. A. S. M. er slechts één hebben en wel achteraan, maar hier op de lijn heeft men niet zulke korte bochten en dus minder gevaar voor ontsporen. De Portugeezen hebben vexdeden jaar de lijn aan de Eng. Amerikaansche maatschappij ont eigend, daar zij de voorwaarden in de consessie niet nakwamzoo ik gelezen heb zullen daar drie Zwitsersche rechters uitspraak in doen Het is te wenschen dat die ten gunste der Portugeezen uitvalt, daar zij onvermoeid bezig zijn de lijn te verbeteren en zeer welwillend zijn tegenover de Z. A. S. M. Vanaf Loux-enjjo Marqués krijgt men achtereenvolgens het sta tion Pesene, Matolle, Moveni, Incomatie en Recano-Garcia. Op Pesene en Matolle ziet men niet anders dan de woningen der beambten aan de stationsgebouwen is men op hel ooge- blik overal bezig, op Moveni staan meer huis jes en een flinke goederenloods, vandaar is al een druk vervoer per ossenwagen, naar Swa- sieland. Op Recano Garcia vindt men eene filinke store van Duitschers en verder een twintigtal Koeliestores. Van de grens tot hier is een afstand van 31/3 Kilometer hier vloeien de Krokodil en Komatirivier in elkander om als een rivier zich een weg door 't Lebombogebergte tejxanen, deze plaats noemt men Komatipoort.Hct kamp hier, een dorp kan men het nog niet noemen, ligt even ten Westen van do samen vloeiing der beide rivieren. Toen wij in Mei 1890 hier aankwamen stond hier niots anders dan eene keet voor de ingenieurs, welke de lijn uitgezet hebben, en was hethior nog eene ware wildernis eerst zijn er gezet twee yzoren keeten voor de ingenieurs en opzichters, toen twee keten welke op de werf ,/Dc Zwaluw", te Helder gomaakt zijn voor de directie en voor dec docter en drie volkskeeten, verder bestaat nu het kamp uit eene groote store der der Oost Afrik. Compagnie, twee stores, een hotel, een huis voor de politie en eenige rieten huisjes van den bakker, slager, enz. Vleesch konden wij dir ecthier koopen en noodzakelijke levensmiddelen ook, behalve brood, dat hebben wij geruimen tijd zelf moeten bakken; nu ik be hoef niet te zeggen, dat daaraan dikwyls bruine korstjes waren of dat het niet gaar of genoeg gerezen was. Het bakken ging ons niet te best van de hand en het was ons dus hoogst aan genaam, dat wij konden koopen. Wat wij hier voor alles konden kx-ijgon was jenever. Jenever vóór brood. Schrikkelijk is het zooveel jenever als hier in Afrika ingevoerd wordt, bepaald het meeste wat hier uit Holland ingevoerd wordt, is «die kanaalwater", zooals de Afri kanen zeggen. Nu zal ik iets van het land vertellen, altyd van dit gedeelte Transvaal, vorder dan 25 Kilometer in den omtrek ben ik nog niet ge weest, dus kan er verder niet over oordeelen. Het is ons niet meegevallen de eerste aanblik is mooi, men ziet een heuvelachtig land, ten Oosten hooge bergen, begroeid met lang gras en op gemiddeld 25 pas uit elkander boomen, die men zou wanen vruchtboomen te zijn. Zij gelijken onzen peer-, en appelboomen, maar vergis je niet, vruchten homaar. De meeste zyn knopjes doorn, en geven eene harde hout soort wij hebben er enkele van verwerkt voor poolen onder keeten, andere van een zach ter houtsoort, dragen in den zomer eene kleine poervormige vrucht. De pit is bijna de geheele vrucht, ik lxeb er eenige van gegeten maar ze zijn zoo scherp zuur, dat zij direct de kool aan doen dan heeft men nog een boom die vruch ten draagt, welke men voor sinaasappelen zou aanzien maar die zijn ze laug niet. Ze zijn dikke harde basten, waarin zich pitten bevin den, die ook een zuren smaak hebben. Do kaffers eten deze vrucht en noemen haar sala zeker afgeleid van hun werkwoord sala (blij ven), omdat de vrucht doorloopend aan de boom blijft. De grond is overal rotsachtig en waar men geen dynamiet of kruit noodig heeft, moet toch nog de houweel gebruikt worden om dien te bewerken. Het gras is lang en grof en wordt wel 1.5 M. hoog. Bloemexx zijn hier in den zomer nogal vertegenwoordigd. Ik geloof niet dat deze streek voor landbouw geschikt is, daar de grond veel te veel werk vraagt en toch altijd nog besproeid moet worden, zelfs in den regentijd, daar de grond te hard is om water op te nemen. Een paar tuintjes hier schijnen mij toe de moeite niet te loonen, mielies en pisang uitgezonderd; ook tomaten willen hier wel groeien. Van veeteelt is hier in 't geheel geen sprake, hoewel hier niet eens de tjetse- vlieg is, zoo ik denk zijn er 1. 1. zomer p. m. duizend ossen van de firma van Hattem rvrekt", zooals de boeren zeggen en een dertigtal ezels en van de politie hier alle paarden, waaraan weet ik niet, maar dood zijn ze dat weet ik wel, in Januari en Februari stierven er ge middeld 10 per dag. (Wordt vervolgd). 34) De advocaat maakte een afwijzend gebaar met de hand en keerde zich om. Vyf minuten later was de rekening betaald en verliet de advocaat het hotel. Hy nam een huurrijtuig en reed naar een afgelegen wijk, om daar onder eenig voorwendsel vergif te koopen. Onderweg veranderde hy van plan hij reed eenigen tijd zonder doel voort en gaf den koetsier bevel om naar de Rue St. Martin te rijden hij wilde nogmaals een bezoek bren gen aan professor Gispert. Doch daar kreeg hy een apotheok in het oog en nu liet lxij den koetsier voor de deur daarvan stilhouden De advocaat stapte uit en ging den winkel binnen. z,Wat blieft u, mijnheer?# »Ge zoudt my een groot genoegen doen, als ge mij een zeker werkend vergif wildet ver- koopen, waarmee ik myn lievelingshond zonder pijn kan dooden. Het arme dier is ziek en lijdt veel pijn." »Het spijt mij u te moeten zeggen, dat wij geen vergif mogen afgeven aan een onbekend heer dit doen wij ook nooit. Ik kan u echter het adres geven van iemand, die u in dit geval van dienst kan zyn." Bij deze woorden reikte de provisor hem een fraaie adreskaaat over, met bevel naar het opgegeven adres te rijden. De koetsier las Louis Toubier, kamerjager. Behandelt honden, katten en kamervogels. Rue Rivoli.» Wij zullen den advocaat niet volgen by zijn bezoek aan de inrichting van mijnheer Toubier doch alleen vermelden wy dat hij na een half uur in het bezit was van een poeder, dat in wijn of water kon opgelost worden en binnen drie minuten zonder pijn den dood veroorzaakte. Mijnheer Toubier ontviug een flinke som gelds veor zyn poeder en hield het daarom voor plicht de voerdeeligste manier voor het gebruik op te geven. Ten slotte drong hij den advocaat eenige adreskaarten op, om die in Engeland onder zijn konnissen te verspreiden. Toen de advocaat in het rijtuig stapte, had hij in zijn portefeuille het hooggeroemde poeder van mijnheer Toubier een plaatsje gegeven bij het portret van Jane, dat hem nooit verliet. Hij was nu gereed voor de reis naar Duitsoh- land en reed regelrecht naar het Straatsburger station. De Rynboot No. 21 bereikte eindelijk Dus- seldorf. Sedert het vertrek uit Rotterdam had men niets dan regen gehad. Er is niets zoo vervelend als een stoombootreis van Rot terdam naar Dusseldorf bij regenachtig weder. De meeste reizigers zyn dan ook slecht ge luimd en wandelen neerslachtig heen en weer in de bovendekskajuit. Bijna allen zijn Lon- densche heeren, die hun jaarlyksche reis langs den Rijn doen. Voor hen komt geen andere weg naar Zuid-Dultschland in aanmerkingdan dien langs de schilderachtige oevers van ffden grootvorst van Europa's stroomen." Aan het einde van de kajuit wandelt een lang, flink gebouwd gebouwd heer regelmatig heen en weerzijn zwarte kleeding steekt nog al af bij de bonte kleeding van de overige paesagiers. Hij is in de beste jaren van zijn leven en draagt een zwaren, lichtblonden baard. Hij schijnt vopr de overige passagiers ongedankbaar. De edele trekken van zyn gelaat drukken zekere treurigheid uit. Zonder eenige belangstelling laat hij nu en dan zijn blik over zijn medereizigers gaau. Toen de boot aan den steiger stilhield om een half uur te toeven, verliet deze heer de kajuit, om ondanks den regen naar de drukte aan den wal te kyken. Daar kwam in ylende vaart een rijtuig uit de stad aan, het hield aan den steiger stil en mynheer Morris stapte uit. Zonder naar den koetsier om te zien baande hij hij zich een weg door het gewoel en ging aan boord van de boot. Een aantal passagiers maakten zich gereed om met pak en zak de boot te verlaten. De advocaat werkte zich door die lieden heen en wilde naar de bovendekskajuit. Op eens voelde hij een hand op zijn schouder, hij keerde zich om en stond tegenover den langen heer, van wien wij gesproken hebben. Een oogenbiik stond mynheer Morris ver rast en verlegen toeu greep hij de hom aan geboden hand en vroeg beschroomd »Heb ik de eer den consul sir James Gray te zien Een hartelijke glimlach speelde om den mond van den langen heer. wJuist myn beste heer Morris, juist! Ik begrijp dat het u moeilijk is, my zoo dadelijk te herkennen. Dat is zeker altijd zoo, als men een doodgewaanden vriend onverwachts voor zich ziet! Ik zou zelf niet minder verbluft staan kijken. /Pardon, mijnheer merkwaardig, het geluk van u weder te zien is niet zoo geheel on verwacht. Mijn gemachtigde Wilkons Jeffers telegrapheerde mij, dat mijn weldoenor na trenrige lotgevallen gelukkig te Londen was aangekomen en mij aab den Rijn wenschte te ontmoeten. Ik vertrok dadelyk uit Parijs en en liet sedert een dag en nacht geen boot voorbijgaan, zonder naar u te onderzoeken." Een tweede handdruk beloonde den advocaat. «Laten wij in de kajuit gaan, mijn vriend sprak James Gray. «Het x'egent weer harder. Bij een glas Rijnwyn kunnen wij daar onge stoord praten." Als u het goedvindt, mynheer, dan houd ik u gedurende uw verblijf in Duitschland gezelschap. Zonder onbescheiden te zijn meen ik toch dat ik u nu en dan nuttig kan zijn. Valt het Duitsch spreken u niet moeilijk »Ik hoop er met mijn Duitsch wel te komen", antwoordde de consul, maar het gezelschap van een man, die met de jaren bijna de plaats van een zoon bij mij inneemt, zal my recht aangenaam zyn." Schijnbaar getroffen keek Morris ter zijde, //Ik zou gelukkig zijn, als u mij zoo'n eere plaats in uw hart wildet gunnen. Als trouwe liefde en dankbaarheid de middelen zijn om tot die eereplaats te geraken, dan hoop ik mettertyd dit doel van myn streven te zullen bereiken." De heeren gingen nu in de kajui. De consul liet door den hofmeester een flesch Rijnwyn brengen en spoedig zaten do twee mannen tegenover elkander. »Laat mij u mijn oprechte deelneming be tuigen over het afsterven van uw onvergotelyke echtgenoote," begon de advocaat. Wie haar gekend heeft zal zeker haar noodlottig einde, betreuren." »Het is vriendelijk van u, mijn beste Mor ris, dat ge met zooveel liefde en piëteit denkt aan de vrouw, wier nagedachtenis mij altyd heilig zal zijn, ofschoon ge u nooit in haar genegenheid hebt mogen verheugen. Ik heb den afkeer van mijn van myn vrouw jegens u nooit begrepen. Uw rustelooze yver, uw talent, uw welgeslaagd streven waren toch wel geschikt om haar tot erkenning van uw goede hoedanigheden te dwingen. Doch vrou wen rekenen met andero factoren dan wij mannen. Ik ben echter overtuigd, dat dit mettertijd anders zou geworden zijn, als zij bij de stranding van de King Richard" niet Door zijn gevoel overmeesterd, voleindigde James Cray den zin niet, maar drukte de hand voor de oogen, om een traan weg te pinken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1