't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ei SIM talm Uit tiEtr. No. 1965. Woensdag 16 December 1891. Negentiende Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. NIEUWSTIJDINGEN. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >8 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 YERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Sureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. AdvertontlSn ran 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 15 Dec. 1891. Bij de Nederl. Herv. Gemeente al- bier is het navolgend zestal geformeerd J. C. Benit' te Bovenkarspel. G. O. W. van Geytenbeek te Sleeuwijk. C. Hoekstra te Hoogezand. Dr. I. M. I. Hoog te Ter- wolde. Dr. L. Knappert te Dokkum. C. G. Meuzel te Zoelen. Wij vernemen uit goede bron, dat de Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente afwijzend beschikt heeft op het request van 507 gemeenteleden om een Ortho doxen predikant te beroepen, daar hem ge bleken is, dat onder de requestranten zich slechts 121 stemderechtigde leden bevinden en derhalve de orthodoxe party nog niet eens een negende deel uitmaakt van zyne omvangrijke gemeente, die meer dan twaalf duizend zielen, en 1107 stemgerechtigde lidmaten telt. Toch blijft de kerkeraad de belangen dezer kleine mindorheid be hartigen, door haar toe te staan, tweemaal 'sjaars (in lente en herfst) hare kinderen alhier door een orthodoxen predikant te laten doopen. Zaterdagavond hield de Gjmnastiek- en Schermvereeniging van de korporaals der artillerie „Friedrich Ludwig Jahn" een feestelijke vergadering in Tivoli. On der 't zingen van 't Turnlied, door O. van den Staai, werd 't programma geopend met marsch- en vrye oefeningen met stan den, welk nummer met smaak en juistheid werd uitgevoerd. De verdere proeven in gymnastiek- en wapenoefeningen gaven blyk van de ambitie der leden en van de goede leiding des directeurs. De slotnum mers der beide afdeelingen van 't program ma „Tableau avant 1'attaque" en „Ta bleau apres le combat" vielen buitenge woon in den smaak en werden levendig toegejuicht. „Helders Harmonie Kapel" luisterde den avond op door 't uitvoeren van muziekstukken. Op het gebied der petroleumlampen is weer iets nieuws in toepassing gekomen, hetwelk van groot nut mag geacht wor den. Yan al de verschillende stelsels, met zekere reclame gepubliceerd, kan en mag zulks niet worden getuigd. De lamp van welke wij spreken, wordt genoemd Mil- lioenenlampen waardoor zij zich voora 1 onderscheidt is, dat het uitdoen er van geen moeilijkheid meer oplevert. De constructie der lamp is zeer eenvoudig en hoogst doel treffend, omdat de vlam terstond verdwijnt en daarmede het beginsel volkomen wordt dat bij 't omvallen der lamp, deze onmiddel lijk is g. sdoofd ontploffing is daarbij niet mogelijk. Van hoe groot belang zulks voor het algemeen is, behoeft niet te worden aangetoond de talrijke ongevallen welke met petroleumlampen bijna dagelijks plaats grjjpen, maken zulks ieder duidelijk. De milüoenenlamp kan als de eenvoudigste geacht worden, hare vernuftige inrichting, zonder te veel samengesteld te zijn, maakt de behandeling voor elk gemakkelijk. Ons dunkt dat het gevaar door deze constructie tot een minimum bepaald wordt. Zaterdagmorgen werd de brug over 't Heldersche kanaal, tegenover de Windsteeg, voor 't publiek in dienst gesteld. Ofschoon er niets was medegedeeld, ten opzichte van een plechtstatige indienststelling door be voegde autoriteiten, schenen velen in het denkbeeld te verkeeron dat er toch wel 't een of ander zou plaats hebben, en vandaar stonden er aan de brug verscheidene menschen. De werklieden maakten niet veel haast, maar toch viel eindeljjk 't laatste beletsel, en onder gejoel en gejuich stormde de //lieve jeugd" over de brug. Die op een plechtstatige opening hadden gehoopt,gingen teleurgesteld huiswaarts. De brug maakt een goeden indruk en voor ziet op die plaats onzer gemeente in een sinds jarenlang gevoelde behoefte, die met ieder jaar grooter werd door den meerderen aanbouw van huizen. De onderbouw werd geleverd door den heer B. Boon, alhier, en de ijzeren bovenbouw door den heer Stykel van Appingadam. Met 't toezicht op 't werk waren belast de heeren N. J. Leijer, gemeentebouwmeester en A. Sender- man, opzichter. De weidsche naam Keizersbrng, door den Gemeenteraad officieel vastgesteld, schynt velen nog maar niet te bevallen en ook hadden de omgelegen bewoners gaarne, de indienststelling eenige dagen vroeger gezien. Er werd zelfs hier en daar gemom peld om de brug als een geschenk van Sinterklaas te beschouwen en haar daarom den naam van St. Nicolaasbrug te geven. Wanneer men eens heel poëtisch had willen zyn, had men eigen aardig den naam kunnen kiezen van »Brug der Bezware n", in den trant van P o n t o delSopiro of Brug der Zuchten te Ve netië. Want als een stichting met bezwaren heeft te worstelen gehad, dan is 't wel de Kei- zersbrug. Jarenlang heeft men er over getobd en allerlei gronden aangevoerd, die tegen 't stichten der brug konden bedacht worden, totdat de aandrang eindelyk te sterk werd. 't Spreekwoord »Eeu aanhouder wint" is hier goed op zyne plaats. De bewoners der omliggende straten zijn door de Keizersbrug ten zeerste gebaat en niet alleen zij, maar byna iedereen. Voetgangers en rijtuigen kun nen hun weg in sommige gevallen al heel wat bekorten. We houden 't or voor dat ook zij, die vroeger alle mogelyke en onmogelijke be zwaren opperden tegen 't stichten van een brug aldaar, wanneer ze een paar malen 't gemak er van hebben ondervonden, met ons van mee- niug zullen zijn, dat de communicatie hier ter plaatse belangrijk heeft gewonnen. Mogen we nog jarenlang in't hier met elkander eens zijn. Het strand is voor da Callantsoogers nog zoo kwaad niet, als men er maar op uit gaat en fortuinlijk is. Vond Klaas ten Boekei onlangs een Maan- of Klompvisch, dien hij verkocht voor 15 gld., een paar dagen later zag hij op de Uiterbank 't lijk van een visscherman, dien hg bij het tele foonkantoor aanbracht en ontying daar voor 5 gld.en drie dagen later vond hij twee kabeljauwen, die hij van de hand zette voor 2 gld. Dat is juist 22 gld. in de negen dagen. Menig Oogemer heeft zoo voor en na al eens een fortuintje, al weet iedereen het niet. Tydens den hevigen storm van Vrg- r 11 Dec. j.1. zag men te Callantsoog in zee een Belgische vischsloep, waaraan duidelijk te zien was, dat zij vreeselijk met den storm had te worstelen en een stranding onvermijdelijk moest zijn. Omstreeks half 3 liep zij dan ook nabij de strandpaal 14 op het strand met ver lies van achtermast, bezaan, zeil en visch- kor met anker, en met een groot lek in het schip. De naam van het vaartuig is Express" No. 150, afkomstig van Ostende, varende onder schipper Emile Lus, en uit zijnde op de haringvangst. In een oogwenk was men met de red dingsmiddelen op de plaats der stranding aanwezig en mocht het genoegen smac ken de in nood verkeerende bemanning, bestaande uit 4 man en 2 jongmaatjes, behouden op het strand te brengen. Het vuurpijltoestel bewees hierbij goede diensten. De eerste pijl die werd afgescho ten, mislukte door het breken der lijn. De tweede ging recht over 't doel; en toen men verbinding met den wal had, ging het reddingswerk zeer voorspoedig. Aan de bemanning van de reddingsboot een woord van lof voor het moedig en flink vervullen van hunne altyd gevaar lijke taak. 4 December overleed te Ajaccio op het eiland Korsika de oudzeeofieier D. J. Brouwer, in den ouderdom van 66 jaar, waarvan hij er bjjna dertig by de Koninklijke Nederlandsche Marine heeft doorgebracht. Na een vierjarig verblijf aan het Koninklijk Instituut te Medemblik, werd Brouwer op 1 Octobar 1844 benoemd tot adelborst le klasse en ruim drie jaar later, 1 Januari 1848, tot luitenant ter zee 2de klasse, welke rang door hem bekleed werd tot 1 Januari 1857. Tot dit tijdstip was Brouwer vóór alles een man van de practijk, maakte hij verscheidene langere en kortere zeereizen en deed hij vele jaren dienst in Oost-Iudië. In 1857 van daar gerepatrieerd, vestigde de oud-hoogleeraar Van Heijnsbergen, die hem als een zijner beste leerlingen had gekend, de aandacht des minis ters op Brouwer voor de eventueele vervanging van den leeraar in de stuurmanskunst aan het marine-instituut te Willemsoord, en werd hij om die reden gedetacheerd aan de Sterre wacht te Leiden, onder leiding van den hoogleeraar dr. F. Kaiser. Van October 1859 tot September 1867 gaf Brouwer vervolgens den cursus in de stuur manskunst, daarby tevens in de zomermaan den het bevel voerend over het instructievaar tuig //Urania". In de hoogste mate oogstte de buitengewoon bekwame man in die tweeledige betrekking lof en eer, zoowel van zyne supe rieuren als van zyne leerlingen. Dank zijn ernst, degelijkheid, bekwaamheid en tact zoo aan boord als in do leerzaal, stond niemand ^oo hoog bij de adelborsten aangeschreven als de offieier-instructeur Brouwer, die bovendien het instituut «an zich verplicht heeft door de bewerking van een nieuw stel sterre- en zee vaartkundige tafelen in 1862 en eene nieuwe «Handleiding tot de Theoretische en Practische Zeevaartkunde" eene //Beknopte verhandeling over de Hydrograpbie" in twee deelen, in 1864 en 1866 in het licht verschenen. Van dat standaardwerk verscheen in 188182 een drnk, bewerkt door den luitenant ter zee 40) De eigenaardige positie, waarin Koert ver keerde, was oorzaak dat hy den Engelschen advocaat niet van bedrog kon beschuldigen, want mijnheer Morris kon immers gehandeld hebben in het belang van zyn vriend. Ook was het voor Koert te pynlyk om de geheel© geschiedenis aan den professor te onthullen. Hy vermeed daarom daarover te spreken, doch de professor bemerkte dit en begon wantrou wen te koesteren. Toen de professor het nogmaals verzocht, schreef Koert met bevende hand eenige harts tochtelijke woorden en meldde haar tevens dat hij spoedig zou komen. De professor nam het papier en verzocht Koert te willen wachten tot hy zou terug- keeren. «Voorloopig is het mij slechts te doen om te zien welken indruk uw handschrift op de dame maakt, verklaarde hij met eea onder zoekenden blik op Koert. Toen knikte hy hem vriendelyk toe en ging heen. Koert bleef een half uur alleen voor hem een eeuwigheid. Eindelyk kwam de professor terng. Men kon hem aanzien dat hij geschokt was door het tooneel, dat hij bijgewoond had. z/Ik heb u lang laten wachten, heer baron, maar ik bid u, verschoon mij Het is moei elijk voor mij te weten hoe ik moet hande len. De dame herkende uw handschriftzij schijnt een groote genegenheid voor u opge vat te hebben ik zou daarom mijnheer Mor ris aanraden, zich terug te trekken." #Ik begrijp niet hoe hier sprake kan zijn van een vrijwillig terugtrekken van dien En gelschen heerJane Gray is mijn wet tige vrouw! De omstandigheden, waaronder mijn vrouw en ik met u in aanraking ko men, zyn wel geschikt om twyfel by u op te wekken, maar als Duitsch officier verklaar ik u op mijn eerewoord, dat wij wettig gehuwd zijn. Hes raadselachtige voor u ia deze zaak kan ik thans nog niet ophelderen." «U is zeer ogewonden, mijnheerUw ze nuwen zijn niet minder aangegrepen dan die van uw vrouw. Ik verlang volstrekt niet in uwe geheimen te dringennwe ophelderin gen kunnen dus achterwege blyven. Vóór u als officier uw eerewoord gaf, had ik mij reeds door uw vrouw laten bewegen tot de belofte, dat ik u by haar zou brengen. Als genees heer mocht ik haar hevig verlangen naar u niet onvoldaan laten, als ik haar niet aan een groot gevaar wilde blootstellen. //Dank, hartelijk dankriep Koert uit en hy drukte den professor de hand. •Ik heb slechts óen bedingik neem in deze zaak geene verantwoordelijkheid op mij en ik handel in de onderstelling, dat uwe vrouw de waarheid heeft gesproken. Verder blijf ik bij myn verlangen, dat u nog heden de noodige stappen by den Daitechen ambas sadeur doet." le kl. E. Simon van der Aa. In 1866 werden de bijzondere verdiensten van Brouwer erkend door zijne benoeming tot ridder der orde van do Eikenkroon, terwijl hem bij het verlaten van het instituut in 1867 het ridderkruis der orde van den Nederland- schen Leeuw werd toegekend. 1 November van dat jaar volgde de benoe ming van kaptein-luitenant ter zee en wachtte hem eeD commandement voor buitenlandschen dienst. Brouwer was naar zyn overtuiging te lang achtereen in sedentaire betrekking werk zaam geweest, en gaf er daarom de voorkeur aan zich in particuliere zaken te vestigen, en als zoodanig verliet hij in 1869 met eervol ontslag den dienst. Eenige jaren later trad hij op als consul-generaal te Port-Said en bracht hij daar in exploitatie de grootsche inrichting van Prins Hendrik. Eerst in 1882 keerde hij tot het ambtlooze leven terog en vestigde hij zich voor goed te 's Gravenhage, toen hij, he laas zonder goed gevolg, tot herstel zijner ge schokte gezondheid, zich naar Ajaccio ver plaatste. Wegens den storm hebben Donderdag de Zuiderzeestoombooten den dienst ge staakt, met uitzondering van de veerbooten tu8schen Enkhuizen en Stavoren en de „Minister Havelaar," varende tusschen Kampen en Enkhuizen, welke, hoewel met moeite, den gewonen dienst deden. Zater dag was de dienst geheel gestaakt. De gemeenschap met het eiland Marken was door het laag tij water in de Gouw zee geheel verbroken. De heer J. J. Lefèvre, geluidkundige te 's Gravenhage, is voornemens in de groote zaal van het hotel Zeerust te Schevenin- gen, hem tot dit einde belangloos tenge- bruike afgestaan, een tentoonstelling te houden van twee toestellen voor de red ding van schipbreukelingen- Beide hebben tot doel de gemeenschap tusschen een ge strand schip en den wal tot stand te bren gen, niet van den wal uit, van waar men er dikwijls niet in slaagt het vaartuig op doelmatige wijze tebereiken, maar in om gekeerde richting. Het eene toestel is een «scheepsvlieger»het andere een „zee-bood schapper" (sea-messenger), ingericht als overbrenger van de reddingslijn. Beide zijn, naar ons wordt medegedeeld, weinig kost baar en kunnen op het dek van elk vaar tuig worden medegevoerd. Heeft de stran ding by nacht of donker weer plaats, dan voert de dryver van den „boodschapper" een onuitbluschbaar licht mede. Een bus, in het lokaal der tentoonstel ling geplaatst, zal gelegenheid geven tot het storten van liefdegaven voor de nage laten betrekkingen van mannen, die by pogingen tot redding het leven verloren. Op de Schelde, ter hoogte van het fort De Peerl, is een Hollandsche tjalk aangevaren door de Duitsche stoomboot „Benares," van Antwerpen naar Hamburg. Het was de tjalk »Maria Jautina," van Amsterdam op weg naar Hemixem, met een lading kopererts. Het vaartuig werd stukgeslagen en begon onmiddellijk te zin ken. De schipper, Meedendorp, die onmid dellijk het gevaar zag, greep zyn vierjarig kind en sprong overboord, om met de kleine naar land te zwemmen. Zyn vrouw bleef dryven op een stuk hout en de twee andere personen aan boordeen knecht en een douaan, wisten in het schuitje te springen, dat achter het schip voer. Zij roeiden het eerst naar den vader, die met zijn kind in den arm worstelde tegen den stroom, waardoor hij werd mee gesleept. De arme man was, toen zij bij hem kwamen, geheel uitgeput. „Pak het kind aan" bracht hy nog met moeite uit en toen het kind veilig was, zonk hy in de diepte. De schippersvrouw werd gered door de bemanning der stoomboot „Energie," die haar een lijn toewierp en die ook den knecht, den douaan en het kind aan boord nam en naar Antwerpen bracht, waar de kapi tein (de heer Van Oosten) de schipbreu kelingen in zyn woning goed verzorgde. De arme weduwe, die troosteloos is over het verlies van haar man, is door het on geluk van alles beroofdwant de Maria Jantina« was het eenige wat het echtpaar bezat. Uit Ried wordt ons gemeld Pas vijf weken geleden had hier een droevige gebeurtenis plaats. De dienstmeid van den predikant was eensklaps verdwe nen en werd den volgenden dag in een sloot met weinig water, dicht by de pas torie, gevonden, terwijl zy de handen op de borst hield geklemd. En thans heeft weder iets dergelijks plaats gehad. De te genwoordige dienstmaagd is gisteren op de zelfde plaats in dezelfde houding gevonden. Tusschen vijf en zeven uur 's avonds heeft men haar lijk opgehaald. Dacht men vroe ger aan zelfmoord, thans vraagt men zich af, of hier niet een misdaad in het spel is. Ingezonden. Iets me«r dan een vorm. Bij 't ontslag van officieren en ambtenaren die langdurige diensten hebben bewezen, is 't gebruikelijk, dat zulk een ontslag wordt verleend met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, den lande bewezen. Ook bij het ontslag van gemeente-ambtenaren of van leden van Colleges, die aan 't Gemeente bestuur rekeuplichtig zijn, bestaat dat gebruik en nog onlangs werd aan HH. Commissarissen van het Ziekenhuis en de Apotheek der ge meente ontslag met dankbetuiging verleend. Men moge beweren, dat die betuiging van erkentelijkheid bloot een vorm is, toch mag men aannemen de gepastheid van dien vorm, vooral bij ontslag uit eene betrekking, die jarenlang geheel belangloos werd vervuld. In de laatstgehouden zitting van den Raad dezer gemeente kwam o. a. de mededeeling in, dat de heer G. J. van Hooi werft", die ja renlang lid en in den laats ten tyd president van 'tBurgerlyk Armbestuur is goweest, niet weder voor herbenoeming wenschte in aan merking te komen. Met het einde des jaars treedt hij dus als lid van dat College af. Nu zou het dunkt ons, wel op don weg van onzen Raad gelegen hebben, den man, die zoolang en met zooveel loewyding ffGe zult alle akten zien, die noodig moch ten zijn om u te overtuigen. Bovendien zult gij van den heer Morris zelf vernemen dat deze dame myn vrouw is." Een fijne glimlach speelde om den mond van den professor, toen hy die laatste woorden hoorde. Hg verzocht Koert hem te volgen. Aan het einde van een lange gang klopte de pro fessor aan een deur, die onmiddellijk door de echtgenoote van den professor werd geopend. Koert trad binnen. Hy zag mevrouw Gis- pert nog achter de deur van een aangren zende kamer verdwynen en voelde twee armen om zijn halsJane had haar Koert weder. Toen zij op de sofa plaats nam, zeide Jane »0, Koertik wist dat je komen zoudt Welk een aanklacht bovatten dio teedere woorden voor hem. »Ik weet niet of je mij vergiffenis kunt schenken, JaneO, hoe laaghartig heb ik gehandeldik was waanzinnigEn toch kon ik wel anders handelen na de onthulling van mijnheer Morris? Waarom heb je mij niet alles gezegd, voordat die Eegelschman kwam opdagen Wy zouden in stilte naar Amerika zyn getrokken om daar tevreden met elkander te leven. Ik ben immers overal gelukkig, waar jy bij mij bent, Jane]* De jonge vrouw richtte zich op en zeide ik begrijp je niet, Koert! Hoe vreerad klinkt my dit verwijt in de oorenWat zou ik voor mijn geliefden man geheim te houden hebben Koert, Koertik smeek je, zeg mij toch eindelijk wat de oorzaak is van de schei ding tusschen ons. Koert fronste het voorhoofd. De woorden van den advocavt hadden nog zooveel invloed op hem, dat hij zijn vrouw met wantrouwen aanhoorde. »0. Jane, wat doet het mij leed, dat ik je zoo hoor spreken Laten wij liever daarover het stilzwijgen bewaren. Waartoe nu nog ophelderingen. Geloof my, ik ben met het proces Gray tot in bijzonderheden bekend en ik heb mij er mee verzoend. Als je wilt, gaan we rechtstreeks naar Amerikadaar zullen onze maatschappelijke positie en de vooroor- deelen der menschen ons geluk niet in den weg staan." z/Neen, Koertlaten wij elkander wel degelyk opheldering geven!* antwoordde Jane vastberaden. »Ik bemerk, dat wy te doen hebben met de booze inblazingen van Morris Je spreekt van een proces Gray, waardoor hij een beroemd advocaat is geworden. En je hebt je daarmee verzoend, Koert? Ik kan mij niet begrijpen hoe je met dat verschrik kelijk proces iets had uit te staan, zoodat er sprake kon zijn je daarmee te verzoenen." Koert drukte de handen tegen het voor hoofd. //O, Jane, waarom ben je zoo wreed Is het dan niet genoeg, dat ik mij ter wille van onze liefde verzoend heb met het lot dat wij dragen moeten? Mijn arm is sterk genoeg om ons beiden te verdedigen tegen een ieder, die ons verantwoordelijk zou willen stellen voor de moorden van James GrayAl is je vader onder beulshanden gestorven, zijn kind myn teedergeliefde vrouw is een engel ge bleven Hij wilde haar aan zijn hart drukken, maar Jane weerde hem af en keek hem strak aan. Toen stond zij op van de sofa en deed eenige stappen achterwaarts, alsof zy bang voor hem werd. Zij hield haar hand afwerend omhoog tranen glinsterden in haar oogen. i,0, Koert, spreek je zóó over myn onver- getelijken, besten vader Maar je bent ziek ik heb je voortdurend beklaagd ik weet dat het mijn heilige plicht als vrouw is, je te verplegen en te leiden tot je weer geheel hersteld bent, Ik beschuldig je niet Koert hoe zou ik dat kunnen doen Ben ik je niet opzettelijk nagereisd om je te verplegen Wil je my je nood niet klagen en mij zeggen wie je op die rampzalige gedachte gebracht heeft, waaronder je zooveel te lijden hadt Zeg mij allesJe vrouw is dapperder dan je denkt, KoertZooveel leed kan alleen myn- heer Morris je hebben aangedaan hij, voor wien mama mij nog waarschuwde toon zij reeds aan boord van de .,King Richard", was. Mama wist dat hij naar mijn hand dong en sedert ik hem afwees was ik altyd bang voor hem Maar ik heb nooit kunnen vermoeden, dat hy zyn wraak tegen mijn onschuldigen man zou richten." Zy ging by deze laatste woorden naast Koert zitten, sloeg haar armen om zyn hals en drukte zijn hoofd tegen haar borst. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1