't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ei SIM talm Uit tiEtr.
No. 1965.
Woensdag 16 December 1891.
Negentiende Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
NIEUWSTIJDINGEN.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>8 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
YERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Sureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
AdvertontlSn
ran 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 15 Dec. 1891.
Bij de Nederl. Herv. Gemeente al-
bier is het navolgend zestal geformeerd
J. C. Benit' te Bovenkarspel. G. O. W.
van Geytenbeek te Sleeuwijk. C. Hoekstra
te Hoogezand. Dr. I. M. I. Hoog te Ter-
wolde. Dr. L. Knappert te Dokkum. C.
G. Meuzel te Zoelen.
Wij vernemen uit goede bron, dat
de Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
afwijzend beschikt heeft op het request
van 507 gemeenteleden om een Ortho
doxen predikant te beroepen, daar hem ge
bleken is, dat onder de requestranten zich
slechts 121 stemderechtigde leden bevinden
en derhalve de orthodoxe party nog niet
eens een negende deel uitmaakt van zyne
omvangrijke gemeente, die meer dan twaalf
duizend zielen, en 1107 stemgerechtigde
lidmaten telt. Toch blijft de kerkeraad
de belangen dezer kleine mindorheid be
hartigen, door haar toe te staan, tweemaal
'sjaars (in lente en herfst) hare kinderen
alhier door een orthodoxen predikant te
laten doopen.
Zaterdagavond hield de Gjmnastiek-
en Schermvereeniging van de korporaals
der artillerie „Friedrich Ludwig Jahn"
een feestelijke vergadering in Tivoli. On
der 't zingen van 't Turnlied, door O. van
den Staai, werd 't programma geopend
met marsch- en vrye oefeningen met stan
den, welk nummer met smaak en juistheid
werd uitgevoerd. De verdere proeven in
gymnastiek- en wapenoefeningen gaven
blyk van de ambitie der leden en van de
goede leiding des directeurs. De slotnum
mers der beide afdeelingen van 't program
ma „Tableau avant 1'attaque" en „Ta
bleau apres le combat" vielen buitenge
woon in den smaak en werden levendig
toegejuicht. „Helders Harmonie Kapel"
luisterde den avond op door 't uitvoeren
van muziekstukken.
Op het gebied der petroleumlampen
is weer iets nieuws in toepassing gekomen,
hetwelk van groot nut mag geacht wor
den. Yan al de verschillende stelsels, met
zekere reclame gepubliceerd, kan en mag
zulks niet worden getuigd. De lamp van
welke wij spreken, wordt genoemd Mil-
lioenenlampen waardoor zij zich voora 1
onderscheidt is, dat het uitdoen er van geen
moeilijkheid meer oplevert. De constructie
der lamp is zeer eenvoudig en hoogst doel
treffend, omdat de vlam terstond verdwijnt
en daarmede het beginsel volkomen wordt
dat bij 't omvallen der lamp, deze onmiddel
lijk is g. sdoofd ontploffing is daarbij niet
mogelijk. Van hoe groot belang zulks voor
het algemeen is, behoeft niet te worden
aangetoond de talrijke ongevallen welke
met petroleumlampen bijna dagelijks plaats
grjjpen, maken zulks ieder duidelijk. De
milüoenenlamp kan als de eenvoudigste
geacht worden, hare vernuftige inrichting,
zonder te veel samengesteld te zijn, maakt
de behandeling voor elk gemakkelijk. Ons
dunkt dat het gevaar door deze constructie
tot een minimum bepaald wordt.
Zaterdagmorgen werd de brug over 't
Heldersche kanaal, tegenover de Windsteeg,
voor 't publiek in dienst gesteld. Ofschoon er
niets was medegedeeld, ten opzichte van
een plechtstatige indienststelling door be
voegde autoriteiten, schenen velen in het
denkbeeld te verkeeron dat er toch wel
't een of ander zou plaats hebben, en vandaar
stonden er aan de brug verscheidene menschen.
De werklieden maakten niet veel haast, maar
toch viel eindeljjk 't laatste beletsel, en onder
gejoel en gejuich stormde de //lieve jeugd"
over de brug. Die op een plechtstatige opening
hadden gehoopt,gingen teleurgesteld huiswaarts.
De brug maakt een goeden indruk en voor
ziet op die plaats onzer gemeente in een sinds
jarenlang gevoelde behoefte, die met ieder jaar
grooter werd door den meerderen aanbouw van
huizen. De onderbouw werd geleverd door den
heer B. Boon, alhier, en de ijzeren bovenbouw
door den heer Stykel van Appingadam. Met
't toezicht op 't werk waren belast de heeren N.
J. Leijer, gemeentebouwmeester en A. Sender-
man, opzichter. De weidsche naam Keizersbrng,
door den Gemeenteraad officieel vastgesteld,
schynt velen nog maar niet te bevallen en
ook hadden de omgelegen bewoners gaarne,
de indienststelling eenige dagen vroeger
gezien. Er werd zelfs hier en daar gemom
peld om de brug als een geschenk van Sinterklaas
te beschouwen en haar daarom den naam van
St. Nicolaasbrug te geven. Wanneer men eens
heel poëtisch had willen zyn, had men eigen
aardig den naam kunnen kiezen van »Brug
der Bezware n", in den trant van P o n t o
delSopiro of Brug der Zuchten te Ve
netië. Want als een stichting met bezwaren
heeft te worstelen gehad, dan is 't wel de Kei-
zersbrug. Jarenlang heeft men er over getobd
en allerlei gronden aangevoerd, die tegen 't
stichten der brug konden bedacht worden, totdat
de aandrang eindelyk te sterk werd.
't Spreekwoord »Eeu aanhouder wint" is
hier goed op zyne plaats. De bewoners der
omliggende straten zijn door de Keizersbrug
ten zeerste gebaat en niet alleen zij, maar
byna iedereen. Voetgangers en rijtuigen kun
nen hun weg in sommige gevallen al heel wat
bekorten. We houden 't or voor dat ook zij,
die vroeger alle mogelyke en onmogelijke be
zwaren opperden tegen 't stichten van een brug
aldaar, wanneer ze een paar malen 't gemak
er van hebben ondervonden, met ons van mee-
niug zullen zijn, dat de communicatie hier ter
plaatse belangrijk heeft gewonnen. Mogen we
nog jarenlang in't hier met elkander eens zijn.
Het strand is voor da Callantsoogers
nog zoo kwaad niet, als men er maar op
uit gaat en fortuinlijk is. Vond Klaas ten
Boekei onlangs een Maan- of Klompvisch,
dien hij verkocht voor 15 gld., een paar
dagen later zag hij op de Uiterbank 't lijk
van een visscherman, dien hg bij het tele
foonkantoor aanbracht en ontying daar
voor 5 gld.en drie dagen later vond hij
twee kabeljauwen, die hij van de hand
zette voor 2 gld. Dat is juist 22 gld. in
de negen dagen. Menig Oogemer heeft zoo
voor en na al eens een fortuintje, al weet
iedereen het niet.
Tydens den hevigen storm van Vrg-
r 11 Dec. j.1. zag men te Callantsoog
in zee een Belgische vischsloep, waaraan
duidelijk te zien was, dat zij vreeselijk
met den storm had te worstelen en een
stranding onvermijdelijk moest zijn.
Omstreeks half 3 liep zij dan ook nabij
de strandpaal 14 op het strand met ver
lies van achtermast, bezaan, zeil en visch-
kor met anker, en met een groot lek in
het schip.
De naam van het vaartuig is Express"
No. 150, afkomstig van Ostende, varende
onder schipper Emile Lus, en uit zijnde
op de haringvangst.
In een oogwenk was men met de red
dingsmiddelen op de plaats der stranding
aanwezig en mocht het genoegen smac
ken de in nood verkeerende bemanning,
bestaande uit 4 man en 2 jongmaatjes,
behouden op het strand te brengen.
Het vuurpijltoestel bewees hierbij goede
diensten. De eerste pijl die werd afgescho
ten, mislukte door het breken der lijn. De
tweede ging recht over 't doel; en toen
men verbinding met den wal had, ging
het reddingswerk zeer voorspoedig.
Aan de bemanning van de reddingsboot
een woord van lof voor het moedig en
flink vervullen van hunne altyd gevaar
lijke taak.
4 December overleed te Ajaccio op het
eiland Korsika de oudzeeofieier D. J. Brouwer,
in den ouderdom van 66 jaar, waarvan hij er
bjjna dertig by de Koninklijke Nederlandsche
Marine heeft doorgebracht.
Na een vierjarig verblijf aan het Koninklijk
Instituut te Medemblik, werd Brouwer op 1
Octobar 1844 benoemd tot adelborst le klasse
en ruim drie jaar later, 1 Januari 1848, tot
luitenant ter zee 2de klasse, welke rang door
hem bekleed werd tot 1 Januari 1857.
Tot dit tijdstip was Brouwer vóór alles een
man van de practijk, maakte hij verscheidene
langere en kortere zeereizen en deed hij vele
jaren dienst in Oost-Iudië. In 1857 van daar
gerepatrieerd, vestigde de oud-hoogleeraar Van
Heijnsbergen, die hem als een zijner beste
leerlingen had gekend, de aandacht des minis
ters op Brouwer voor de eventueele vervanging
van den leeraar in de stuurmanskunst aan het
marine-instituut te Willemsoord, en werd hij
om die reden gedetacheerd aan de Sterre wacht
te Leiden, onder leiding van den hoogleeraar
dr. F. Kaiser.
Van October 1859 tot September 1867 gaf
Brouwer vervolgens den cursus in de stuur
manskunst, daarby tevens in de zomermaan
den het bevel voerend over het instructievaar
tuig //Urania". In de hoogste mate oogstte de
buitengewoon bekwame man in die tweeledige
betrekking lof en eer, zoowel van zyne supe
rieuren als van zyne leerlingen. Dank zijn
ernst, degelijkheid, bekwaamheid en tact zoo
aan boord als in do leerzaal, stond niemand
^oo hoog bij de adelborsten aangeschreven als
de offieier-instructeur Brouwer, die bovendien
het instituut «an zich verplicht heeft door de
bewerking van een nieuw stel sterre- en zee
vaartkundige tafelen in 1862 en eene nieuwe
«Handleiding tot de Theoretische en Practische
Zeevaartkunde" eene //Beknopte verhandeling
over de Hydrograpbie" in twee deelen, in 1864
en 1866 in het licht verschenen. Van dat
standaardwerk verscheen in 188182 een
drnk, bewerkt door den luitenant ter zee
40)
De eigenaardige positie, waarin Koert ver
keerde, was oorzaak dat hy den Engelschen
advocaat niet van bedrog kon beschuldigen,
want mijnheer Morris kon immers gehandeld
hebben in het belang van zyn vriend. Ook
was het voor Koert te pynlyk om de geheel©
geschiedenis aan den professor te onthullen.
Hy vermeed daarom daarover te spreken, doch
de professor bemerkte dit en begon wantrou
wen te koesteren.
Toen de professor het nogmaals verzocht,
schreef Koert met bevende hand eenige harts
tochtelijke woorden en meldde haar tevens
dat hij spoedig zou komen.
De professor nam het papier en verzocht
Koert te willen wachten tot hy zou terug-
keeren.
«Voorloopig is het mij slechts te doen om
te zien welken indruk uw handschrift op de
dame maakt, verklaarde hij met eea onder
zoekenden blik op Koert. Toen knikte hy
hem vriendelyk toe en ging heen.
Koert bleef een half uur alleen voor
hem een eeuwigheid. Eindelyk kwam de
professor terng. Men kon hem aanzien dat
hij geschokt was door het tooneel, dat hij
bijgewoond had.
z/Ik heb u lang laten wachten, heer baron,
maar ik bid u, verschoon mij Het is moei
elijk voor mij te weten hoe ik moet hande
len. De dame herkende uw handschriftzij
schijnt een groote genegenheid voor u opge
vat te hebben ik zou daarom mijnheer Mor
ris aanraden, zich terug te trekken."
#Ik begrijp niet hoe hier sprake kan zijn
van een vrijwillig terugtrekken van dien En
gelschen heerJane Gray is mijn wet
tige vrouw! De omstandigheden, waaronder
mijn vrouw en ik met u in aanraking ko
men, zyn wel geschikt om twyfel by u op te
wekken, maar als Duitsch officier verklaar ik
u op mijn eerewoord, dat wij wettig gehuwd
zijn. Hes raadselachtige voor u ia deze zaak
kan ik thans nog niet ophelderen."
«U is zeer ogewonden, mijnheerUw ze
nuwen zijn niet minder aangegrepen dan die
van uw vrouw. Ik verlang volstrekt niet in
uwe geheimen te dringennwe ophelderin
gen kunnen dus achterwege blyven. Vóór u
als officier uw eerewoord gaf, had ik mij reeds
door uw vrouw laten bewegen tot de belofte,
dat ik u by haar zou brengen. Als genees
heer mocht ik haar hevig verlangen naar u
niet onvoldaan laten, als ik haar niet aan
een groot gevaar wilde blootstellen.
//Dank, hartelijk dankriep Koert uit en
hy drukte den professor de hand.
•Ik heb slechts óen bedingik neem in
deze zaak geene verantwoordelijkheid op mij
en ik handel in de onderstelling, dat uwe
vrouw de waarheid heeft gesproken. Verder
blijf ik bij myn verlangen, dat u nog heden
de noodige stappen by den Daitechen ambas
sadeur doet."
le kl. E. Simon van der Aa.
In 1866 werden de bijzondere verdiensten
van Brouwer erkend door zijne benoeming tot
ridder der orde van do Eikenkroon, terwijl
hem bij het verlaten van het instituut in 1867
het ridderkruis der orde van den Nederland-
schen Leeuw werd toegekend.
1 November van dat jaar volgde de benoe
ming van kaptein-luitenant ter zee en wachtte
hem eeD commandement voor buitenlandschen
dienst. Brouwer was naar zyn overtuiging te
lang achtereen in sedentaire betrekking werk
zaam geweest, en gaf er daarom de voorkeur
aan zich in particuliere zaken te vestigen, en
als zoodanig verliet hij in 1869 met eervol
ontslag den dienst. Eenige jaren later trad hij
op als consul-generaal te Port-Said en bracht
hij daar in exploitatie de grootsche inrichting
van Prins Hendrik. Eerst in 1882 keerde hij
tot het ambtlooze leven terog en vestigde hij
zich voor goed te 's Gravenhage, toen hij, he
laas zonder goed gevolg, tot herstel zijner ge
schokte gezondheid, zich naar Ajaccio ver
plaatste.
Wegens den storm hebben Donderdag
de Zuiderzeestoombooten den dienst ge
staakt, met uitzondering van de veerbooten
tu8schen Enkhuizen en Stavoren en de
„Minister Havelaar," varende tusschen
Kampen en Enkhuizen, welke, hoewel met
moeite, den gewonen dienst deden. Zater
dag was de dienst geheel gestaakt.
De gemeenschap met het eiland Marken
was door het laag tij water in de Gouw
zee geheel verbroken.
De heer J. J. Lefèvre, geluidkundige
te 's Gravenhage, is voornemens in de groote
zaal van het hotel Zeerust te Schevenin-
gen, hem tot dit einde belangloos tenge-
bruike afgestaan, een tentoonstelling te
houden van twee toestellen voor de red
ding van schipbreukelingen- Beide hebben
tot doel de gemeenschap tusschen een ge
strand schip en den wal tot stand te bren
gen, niet van den wal uit, van waar men
er dikwijls niet in slaagt het vaartuig op
doelmatige wijze tebereiken, maar in om
gekeerde richting. Het eene toestel is een
«scheepsvlieger»het andere een „zee-bood
schapper" (sea-messenger), ingericht als
overbrenger van de reddingslijn. Beide zijn,
naar ons wordt medegedeeld, weinig kost
baar en kunnen op het dek van elk vaar
tuig worden medegevoerd. Heeft de stran
ding by nacht of donker weer plaats, dan
voert de dryver van den „boodschapper"
een onuitbluschbaar licht mede.
Een bus, in het lokaal der tentoonstel
ling geplaatst, zal gelegenheid geven tot
het storten van liefdegaven voor de nage
laten betrekkingen van mannen, die by
pogingen tot redding het leven verloren.
Op de Schelde, ter hoogte van het
fort De Peerl, is een Hollandsche tjalk
aangevaren door de Duitsche stoomboot
„Benares," van Antwerpen naar Hamburg.
Het was de tjalk »Maria Jautina," van
Amsterdam op weg naar Hemixem, met
een lading kopererts. Het vaartuig werd
stukgeslagen en begon onmiddellijk te zin
ken. De schipper, Meedendorp, die onmid
dellijk het gevaar zag, greep zyn vierjarig
kind en sprong overboord, om met de
kleine naar land te zwemmen. Zyn vrouw
bleef dryven op een stuk hout en de twee
andere personen aan boordeen knecht
en een douaan, wisten in het schuitje te
springen, dat achter het schip voer.
Zij roeiden het eerst naar den vader,
die met zijn kind in den arm worstelde
tegen den stroom, waardoor hij werd mee
gesleept. De arme man was, toen zij bij
hem kwamen, geheel uitgeput. „Pak het
kind aan" bracht hy nog met moeite uit
en toen het kind veilig was, zonk hy in
de diepte.
De schippersvrouw werd gered door de
bemanning der stoomboot „Energie," die
haar een lijn toewierp en die ook den knecht,
den douaan en het kind aan boord nam
en naar Antwerpen bracht, waar de kapi
tein (de heer Van Oosten) de schipbreu
kelingen in zyn woning goed verzorgde.
De arme weduwe, die troosteloos is over
het verlies van haar man, is door het on
geluk van alles beroofdwant de Maria
Jantina« was het eenige wat het echtpaar
bezat.
Uit Ried wordt ons gemeld
Pas vijf weken geleden had hier een
droevige gebeurtenis plaats. De dienstmeid
van den predikant was eensklaps verdwe
nen en werd den volgenden dag in een
sloot met weinig water, dicht by de pas
torie, gevonden, terwijl zy de handen op
de borst hield geklemd. En thans heeft
weder iets dergelijks plaats gehad. De te
genwoordige dienstmaagd is gisteren op de
zelfde plaats in dezelfde houding gevonden.
Tusschen vijf en zeven uur 's avonds heeft
men haar lijk opgehaald. Dacht men vroe
ger aan zelfmoord, thans vraagt men zich
af, of hier niet een misdaad in het spel is.
Ingezonden.
Iets me«r dan een vorm.
Bij 't ontslag van officieren en ambtenaren
die langdurige diensten hebben bewezen, is
't gebruikelijk, dat zulk een ontslag wordt
verleend met dankbetuiging voor de vele en
gewichtige diensten, den lande bewezen. Ook
bij het ontslag van gemeente-ambtenaren of
van leden van Colleges, die aan 't Gemeente
bestuur rekeuplichtig zijn, bestaat dat gebruik
en nog onlangs werd aan HH. Commissarissen
van het Ziekenhuis en de Apotheek der ge
meente ontslag met dankbetuiging verleend.
Men moge beweren, dat die betuiging van
erkentelijkheid bloot een vorm is, toch mag
men aannemen de gepastheid van dien vorm,
vooral bij ontslag uit eene betrekking, die
jarenlang geheel belangloos werd vervuld.
In de laatstgehouden zitting van den Raad
dezer gemeente kwam o. a. de mededeeling
in, dat de heer G. J. van Hooi werft", die ja
renlang lid en in den laats ten tyd president
van 'tBurgerlyk Armbestuur is goweest, niet
weder voor herbenoeming wenschte in aan
merking te komen. Met het einde des jaars
treedt hij dus als lid van dat College af. Nu
zou het dunkt ons, wel op don weg van
onzen Raad gelegen hebben, den man,
die zoolang en met zooveel loewyding
ffGe zult alle akten zien, die noodig moch
ten zijn om u te overtuigen. Bovendien zult
gij van den heer Morris zelf vernemen dat
deze dame myn vrouw is."
Een fijne glimlach speelde om den mond
van den professor, toen hy die laatste woorden
hoorde.
Hg verzocht Koert hem te volgen. Aan
het einde van een lange gang klopte de pro
fessor aan een deur, die onmiddellijk door de
echtgenoote van den professor werd geopend.
Koert trad binnen. Hy zag mevrouw Gis-
pert nog achter de deur van een aangren
zende kamer verdwynen en voelde twee
armen om zijn halsJane had haar
Koert weder.
Toen zij op de sofa plaats nam, zeide Jane
»0, Koertik wist dat je komen zoudt
Welk een aanklacht bovatten dio teedere
woorden voor hem.
»Ik weet niet of je mij vergiffenis kunt
schenken, JaneO, hoe laaghartig heb ik
gehandeldik was waanzinnigEn toch
kon ik wel anders handelen na de onthulling
van mijnheer Morris? Waarom heb je mij
niet alles gezegd, voordat die Eegelschman
kwam opdagen Wy zouden in stilte naar
Amerika zyn getrokken om daar tevreden met
elkander te leven. Ik ben immers overal
gelukkig, waar jy bij mij bent, Jane]*
De jonge vrouw richtte zich op en zeide
ik begrijp je niet, Koert! Hoe vreerad klinkt
my dit verwijt in de oorenWat zou ik
voor mijn geliefden man geheim te houden
hebben Koert, Koertik smeek je, zeg mij
toch eindelijk wat de oorzaak is van de schei
ding tusschen ons.
Koert fronste het voorhoofd. De woorden
van den advocavt hadden nog zooveel invloed
op hem, dat hij zijn vrouw met wantrouwen
aanhoorde.
»0. Jane, wat doet het mij leed, dat ik je
zoo hoor spreken Laten wij liever daarover
het stilzwijgen bewaren. Waartoe nu nog
ophelderingen. Geloof my, ik ben met het
proces Gray tot in bijzonderheden bekend en
ik heb mij er mee verzoend. Als je wilt, gaan
we rechtstreeks naar Amerikadaar zullen
onze maatschappelijke positie en de vooroor-
deelen der menschen ons geluk niet in den
weg staan."
z/Neen, Koertlaten wij elkander wel
degelyk opheldering geven!* antwoordde Jane
vastberaden. »Ik bemerk, dat wy te doen
hebben met de booze inblazingen van Morris
Je spreekt van een proces Gray, waardoor
hij een beroemd advocaat is geworden. En
je hebt je daarmee verzoend, Koert? Ik kan
mij niet begrijpen hoe je met dat verschrik
kelijk proces iets had uit te staan, zoodat er
sprake kon zijn je daarmee te verzoenen."
Koert drukte de handen tegen het voor
hoofd.
//O, Jane, waarom ben je zoo wreed Is
het dan niet genoeg, dat ik mij ter wille van
onze liefde verzoend heb met het lot dat wij
dragen moeten? Mijn arm is sterk genoeg
om ons beiden te verdedigen tegen een ieder,
die ons verantwoordelijk zou willen stellen
voor de moorden van James GrayAl is je
vader onder beulshanden gestorven, zijn kind
myn teedergeliefde vrouw is een engel ge
bleven
Hij wilde haar aan zijn hart drukken, maar
Jane weerde hem af en keek hem strak aan.
Toen stond zij op van de sofa en deed eenige
stappen achterwaarts, alsof zy bang voor hem
werd. Zij hield haar hand afwerend omhoog
tranen glinsterden in haar oogen.
i,0, Koert, spreek je zóó over myn onver-
getelijken, besten vader Maar je bent
ziek ik heb je voortdurend beklaagd ik weet
dat het mijn heilige plicht als vrouw is, je
te verplegen en te leiden tot je weer geheel
hersteld bent, Ik beschuldig je niet Koert
hoe zou ik dat kunnen doen Ben ik je niet
opzettelijk nagereisd om je te verplegen Wil
je my je nood niet klagen en mij zeggen wie
je op die rampzalige gedachte gebracht heeft,
waaronder je zooveel te lijden hadt Zeg
mij allesJe vrouw is dapperder dan je
denkt, KoertZooveel leed kan alleen myn-
heer Morris je hebben aangedaan hij, voor
wien mama mij nog waarschuwde toon zij reeds
aan boord van de .,King Richard", was. Mama
wist dat hij naar mijn hand dong en sedert
ik hem afwees was ik altyd bang voor hem
Maar ik heb nooit kunnen vermoeden, dat hy
zyn wraak tegen mijn onschuldigen man zou
richten."
Zy ging by deze laatste woorden naast
Koert zitten, sloeg haar armen om zyn hals
en drukte zijn hoofd tegen haar borst.
(Wordt vervolgd.)