't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. 1 No. 1982. Zaterdag 13 Februari 1892. Twintigste Jaargang, kalender der week. nieuwstijdingen" „ontërfd". Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0.36; Geïllustreerd Zondagsblad. Inhoud van No. 7. De Duitsehe Rijkskanselier, met portret Vervallen grootheid. De cornet9peler, met vijf illustraties. - - De grootste kerken in Eu ropa. Liszt en Salamanca. Tegenwoor digheid van geest. Een aardig stoombootje. Een gewichtige reden, met illustratie. Hoe Day en Martin ryk werden. Bal- bouquetten. Reizen in vroeger tijd, met elf illustraties. Een postkantoor in de prairiën, met illustratie. Een voormalige Nederlandsche nederzetting. Indische te legrammen. Het verwijderen van vlekken. Olifanten aan het toilet, metillustratie. Lichaamslengte. Wijze voorzichtigheid, met illustratie. Gelukkige inval. Altijd royaal. Het hangt er van af, hoe men het ziet, met illustratie. Een geweldige sprong, met illustratte. Anecdoten. Schaakrubriek. Medcdeelingen. Opkomst der Zon 7 u. 22 m. Onderg. 5 u. 8 m. FEBRUARI, Sprokkelmaand, 29 dagen. Zondag 14 Septuaqesima. Maandag 15 Dinsdag 16 Woensdag 17 Donderdag 18 Vrydag 19 Zaterdag 20 HELDER, 12 Februari 1892. Dinsdagavond had in Musis Sacrum 't aangekondigde Groot Concert plaats, 't Staf muziekkorps der K. Marine, onder directie van den kapelmeester J. Koning, verleende daarby belangeloos zijne medewerking, Nadat de ouverture uit «Don Juan", van Mozart was gespeeld, trad mevrouw Emilie Wirth, alt-zangeres uit Aken, op met 't «Re- citativ und Arie Orfeus und Enridice», van Gliick. De zangeres bezit een fraaie altstem, en dat die tevens krachtig is, bewees de voor dracht van dit nummer. Toch vermeenen we dat hare liederen nog beter indruk maakten, wat wellicht aan hare gevoelvolle voordracht is toe te schryven. Vooral bleek zulks in 't lied //Die Uhr, von Lowe" in Pastorale van Bizet en wel 't meest in 't slotnummer//Wie genlied" van Mozart. Door een applaus na elk nummer gaf 't publiek, dat intusschen niet talrijk was opgekomen, zijne tevredenheid te kennen. Mevr. Wirth was zoo welwillend een extra nummer ten beste te geven. De staf- muziek bracht nog 3 nummers ten gehoore en daarenboven bewees de heer Koning door zijn accompagnement uitstekende diensten. We houden ons overtuigd dat 't optreden van mevr. Wirth alhier een goeden indruk heeft gemaakt en 't concert de aanwezigen uitmuntend heeft voldaan. Op Woensdag 17 dezer zal in het lokaal Tivoli alhier de vijfde Volksbijeen komst in dit seizoen gehouden worden Dien avond zullen achtereenvolgens als sprekers optreden de heeren C. Maalsteed en J. R. Meijer. Door leden van de Ver- eeniging «Helder's Dilettanten-Club" zal ten slotte een tooneelstuk worden opge voerd. Naar wij vernemen heeft men hier ter plaatse een vereeniging opgericht „de Waarheid" die zich ten doel stelt door 't houden van vergaderingen hare leden maat schappelijk en zedelijk te ontwikkelen. Naar buitenwerking op politiek terrein is een der verboden zaken in haar reglement. Ruim twintig jaren geleden kwam de jeugdige Eduard W. Bok, alhier geboren, met zijne ouders in Amerika aan. Thans is die voormalige Heldersche jongen uitgever van het Amerikaansche tijdschrift «The Ladies Home Journal", dat in 750.000 familiën wordt gelezen. Dit tijdschrift heeft zyn toppunt ech ter nog niet bereikt, en het laat zich aanzien, dat het getal tot 1 millioen zal aangroeien. Geen blad in Amerika is zóó verspreid; op advertentiën, daarin geplaatst, komen vaak 6.000 tot 15.000 brieven. Een Amerikaansch burger geeft eene eigen aardige persoonsbeschrijving van den uitge ver-redacteur van bovengenoemd tijdschrift in de //Christian Intelligencer" een blad, dat te New-York verschijnt. We lezen daarin het volgende Een groene Hollandsche Jongen. Maar li ij is de meest beroemde jonge man in Amerika geworden. z/Van Hollanders gesproken", zeide onlangs een heer in een salon te New-York, «ik herinner mij nog zeer goed, dat Eduard W. Bok hier in Amerika kwam, en hij was zoo groen, als ik maar ooit een Hollandschen jongen heb gezien. Hij was zes jaar oud en bende geen woord Engelsch; ook kende hij eigenlijk maar heel weinig Hollandsch. Geen jongen was ooit zoo hulpeloos en ongelukkig, toen hy voor het eerst naar eene openbare school te Brooklyn werd gezonden. Alle leer lingen maakten zich vroolyk over hem en de eerste keer dat Eduard uit de school thuis kwam, was hij diep bedroefd. Maar hij vol hardde en na een poos begon hij wat En gelsch te kennen. Ik weet nog, dat de jon gens hem gewoonlijk «Dutchie" noemden en Eduard had heel wat te vechten. Toen ik hem eenige jaren later terugzag, was hij het Engelsch volkomen meester, en toch was hij op school geen vlug leerling geweest; maar hij had verbazend veel Hollandsche wilskracht. Hij was, geloof ik, dertien jaar oud, toen hij in een zaak kwam, en hij legde er zich met hart en ziel op toe. Wanneer ik zijn vader '8 avonds kwam bezoeken, was Eduard aan 't schrijven of studeeren; hij liet nooit een oogenblik verloren gaan, maar was altijd be zig. Toch bestudeerde hij liever menschen dan boeken. Wanneer andere jongens op par tijtjes waren, was Eduard thuis aan 't schrij ven. Het is nu tien jaar geleden, sedert ik Eduard het laatst zag, maar welke Hollan der in Amerika is niet trotsch op zyn succes Als jongen hield hij altijd van boeken en het verwondert my niet, dat hij zulk een verba- zenden naam heeft gemaakt als uitgever. Dezelfde jongens, die hem vyftier. jaar gele den .Dutchie" noemden, zijn nu blij dat zij er zich op kunnen beroepen, den uitgever van »the Ladies' Home Journal" vroeger te heb ben gekend. Ik hield den heer Bok aan jon gens altijd als voorbeeld voor en ik wenschte, dat de Intelligencer dat ook deed. Geen jonge man, die ooit succes heeft ge had, heeft zulk een hoogte bereikt als deze jonge Hollander. Hij is een sieraad voor de Amerikaansche litteratuur, maar een nog groo- ter sieraad voor Holland) en de Hollanders". Aan den oud-minister van marine, den gep. schout-by-nacht Dyserinck, is toegestaan dagelijks aan het departement aanwezig te zyn tot het verzamelen van bouwstoffen en gege vens voor een door hem saam te stellen slachtslijst van de officieren der marine. De minister van binnenlandsche za ken, overwegende dat mr. W. van der Kaay ingevolge art. 96 der grondwet van rechtswege het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft verlo ren, en dat derhalve een verkiezing van een lid dier Kamer moet plaats hebben in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, heeft goedgevonden te bepalen dat die verkie zing zal plaats hebben op Dinsdag 1 Maart, en dat herstemming, is die noodig, zal geschieden op Dinsdag 15 Maart. Bij het departement van marine is in bewerking het plan voor een vrijwil lige marine-reserve. De minister heeft daartoe, door tusschenkomst van de com missarissen der Koningin, van de gemeen tebesturen gevraagd een overzicht van het personeel, uitmakende de bemanning der talrijke stoomvaartuigen, die als passagiers-, sleep- of vrachtboot de rivieren en bin nenwateren van ons land bevaren. Naar wij vernemen, is door den heer A. J. H. Beeloo, hoofdingenieur-adviseur der marine, chef van het korps ingenieurs, eervol ontslag uit 's lands dienst aange vraagd. Volgens mededeeling van de N, A. S. M., bericht kapitein Bruinsma het navolgende om trent het slepen van het Engelsche stoomschip »Bracadaile" door het stoomschip «Edam", van New-York te Amsterdam binnen //Kregen den 29n Januari des ochtends 10 uur op 43° 38' N. B. en 43° 51' W. L. een stoomschip in gezicht met noodsein HB, het geen beteekende: //Want assistance immedia- tely". Hoewel er een styve N. W. bries woei met hooge zee, stuurden wy onmiddellijk op hem af en waren te ongeveer 11 uur bij bedoeld stoomschip, hetwelk bleek te zijn de «Bracadaile», van Cardiff in ballast naar Sandy Iook voor orders besterad. Op onze vraag, wat hij wenschte, kregen wij ten antwoord Will you take me in tow machine disabled." Beseffende, dat het voor de «Bracadailea, zooals het dwars zee lag, hevig slingerde en overhaalde, onmogelijk was, zelf eene boot uit te zetten, zetten wij een onzer redding booten overboord, en ging de eerste officier W. de Boer, met 4 man onder hare lij op roeien. Hoewel met veel moeite en gevaar ge paard, mocht het na krachtige inspanning, ten slotte gelukken het s.s. «Bracadaile" te be reiken. De le officier, opdracht hebbende te onderzoeken, in hoeverre het ss. «Bracadaile* werkelijk in gevaar verkeerde en het dus ge wettigd was het s.s. «Edam" met zijn vele passagiers en kostbare lading wellicht zelf in gevaar te brengen, vernam van den kapitein, dat na 14 dagen reis, met hevig stormweder van het westen, de schroefas totaal gebroken was, en zijn schip sedert 30 uren aan wind en zee prijs gegeven was. Dat bovendien door het breken van die as, de ballaststand defect was geraakt, waardoor zooals aan genoemden officier zelf bfeek, het water zich met de zand- ballast vermengd had. Daar bijna al hare zeilen verloren gegaan waren, zag de kapitein geene mogelijkheid zich uit zijn benarden toe stand te redden en verzocht dan ook dringend adsistentie. Bij terugkeer van de boot werd na gehouden scheepsraad door den kapitein van de «Edam" besloten, te trachten, het ontredderde stoom schip zoo mogelyk naar Queenstown of in allen gevalle meer in de lijn van de Atlanti sche stoomers te brengen. Spoedig was door de equipage van de //Edam" de manilla sleep tros van de .Bracadaile* aan boord gehaald, die echter bleek verstikt te zijn en reeds da delijk brak hierna een 5 duim staaldraad tros van de «Edam* uitgebracht hebbende, werd te 6 uur namiddag de reis voortgezet. Het slepen ging trots de nu en dan hooge zeeën van het N. W. en het daardoor sterk gieren van de //Bracadaile* vry goed en werd eene gemiddelde vaart van pl. m. 8 mijl tot den 4n Februari behouden. In den nacht van dien dag was een hevige storm van het W. Z. W. uit- uitgebroken, waardoor de//Bracadaile" dikwerf geheel dwars zee werd geworpen, en hetgeen ten slotte het brekeu der sleeptros tengevolge had. Hoewel herhaaldelijk getracht werd, door rond het stoomschip te stoomen, eene sleeplijn door de //Bracadaile" te doen opvisschen en waardoor eenige onzer reddingboeien en gor dels verloren gingen, mocht dit door het hevige stormweder en de hooge zee niet gelukken. By de laatste poging te ongeveer 12 uur mid dag kwam een zware zee over ons achterschip, waardoor eenige dekschade aan de //Edam" ontstond, verscheidene manschappen van de been geraakten en de bootsman over boord sloeg. De machine werd onmiddellijk gestopt en hoewel nog een der over boord gespoelde voorwerpen in de nabijheid werden gezien, was van den bootsmau niets meer te bespeu ren. Daar de storm in hevigheid toenam, de barometer geen gunstige verandering deed ver wachten, en onze kolenvoorraad sterk vermin derd was, werd na gehouden scheepsraad be sloten in belang van eigen passagiers, opva renden, schip en lading de reis te vervolgen. Daartoe gingen wy te eerder over, daar het ss. .Bracadaile" zich alstoen in goede positie en op 50° N. B. en 20° 53' W. L., dus in de route van de Noordatlautische stoomschepen bevond en de kapitein op ons sein //Zijt gy in gevaar," //ontkennend» antwoordde.* In de woning van den auditeur-ge neraal, dus meldt de Transvaalsche Volks stem", verborg zich eenigen tijd geleden een kaffer onder een bed in een kamer waar een paar dames sliepen. Daar er ge zelschap was dien avond, gingen de dames later te bed dan anders en ten laatste be gon het den dief zoo te vervelen, dat hij in slaap viel. Toen de dames eindelijk naar bed gingen, lag hij zoo hard te snorken onder het bed, dat hij gehoord werd en spoedig daarna veilig opgesloten zat in een cel van het politiestation achter het postkantoor. Wij bedoelen „veilig" voor hem, want den volgenden morgen ont dekte men dat hij een gat in de deur ge sneden had, waardoor hij ontkomen was. Ingeasoncieii. Om de knikkers, of om 't recht van 't spelP In do jongstgehouden zitting van den Raad dezer gemeente is een beslissing genomen ten aanzien van het adres van eigenaren van per- ceelen a; n de Loodsgracht-, 't verzoek inhou dende, dat de Raad tot het Dag. Best. de uitnoodiging zou willen richten om de tot hen gerichte aanschrijving van 17 December 1891 in te trekken. Is dat nu echter een beslissing Men had, m.i. moeten beslissen of de Raad bedoel de uitnoodiging zou doen, ja dan neen. In de plaats daarvan wordt bepaald, dat bij overneming van het betwiste terrein, in plaats van f2.- slechts fl.per M2. zal moeten betaald wor den. Maar dat vroegen adressanten niet. Zij gingen uit van de gedachte de bedoelde gt on- den zijn, door verjaring, het eigendom der gemeente niet meerdus, heeren van den Raad, vraagt s. v. p. aan het Dag. Best. of dat College de goedheid wil hebben om de aanschrijving eenvoudig als ongedaan te be- schouweh. Men kon op die vraag een beves tigend of een ontkennend antwoord geven maar modderenzoo a!s men nu doet, dat ging dunkt mij, niet aan. En dan nog de vraagWie heeft bet Dag. Best. gemachtigd om den onderhaudschen ver koop tegen f 2 den M2. te doen geschieden Onze anders zoo schrandere Raadsleden had den, naar 't mij voorkomt, moeten zeggen wij willen den verkoop niet, want wij zyn daarbij in 't geheel niet geraadpleegd. Er is inderdaad geen openbare zitting geweest,' aar in tot den verkoop der bedoelde gronden is besloten. De gehee'e zaak valt, dunkt mij, daarmeé in 't water. Nu, daaraan zyn de be doelde gronden door de eigenaars in der tyd met zorg en vlijt ontwoekerdB. Fonds tot het verleenen van onder steuning ter aanmoediging van red ders van schipbreukelingen te Helder. Verslag over 1891. Weder ligt een jaar achter ons. Grootsche gebeurtenissen hebben voor deze instelling in den loop dier twaalf maanden niet plaats gehad. Toch valt er een feit te vermelden, dat met den tijd gewichtige gevolgen kan hebben. Van het ontstaan, het doel en de werkzaamheid van dit Fonds is door het Be stuur een overzicht opgemaakt, in druk uit gegeven en in grooten getale verspreid. Exernpl. daarvan zijn aangeboden aan H. M. de Koningin-Regentes, aan de Ministers, aan de leden der beide Kamers der Staten-Gene raal, aan een aantal personen die met het Reddingswezen in betrekking staan en aan de Contribuanten. Blijkens een aantal ontvangen dankbetuigingen, ook van hooggeplaatste per sonen, is van dit Overzicht met veel belang stelling kennis genomen. En nu weldra van dit geschrift zal worden gebruik gemaakt, om opnieuw pogingen aan te wenden om de Hooge Regeering te bewegen, de zaak van het Red dingswezen langs de Nederl. kust ernstig ter hand te nemen, mag men verwachten, dat te eeniger tijd het streven van Bestuurdereu, om deze plaatselijke in een Vaderlandsche Ver eeniging te herscheppen, of om de zaak van het Reddingswezen tot eene Rijkszaak te ma ken, met guDStigen uitslag zal worden be kroond. In den loop des jaars werd van 't Bestuur der Maatschappij tot redding van drenkelingen te Amsterdam de belangryke som van f 100 ontvangen. Dat deze gLft met dankbaarheid werd aanvaard, zal wel niet behoeven verzekerd te worden. Sedert de laatstgehouden algemeene verga dering op 30 April 1891, waren de ontvaug- sten en uitgaven als volgt: Batig saldo vorige rekening f 50.64 Ontvangst f 543.28 Uitgaaf13.95 529.33 f 579.97 1880.76 f 1960.73 Totaal Belegd kapitaal met interest Kapitaal van het Fonds Door den Penningmeester, den heer W. Bakker Wz., werd de rekening en verantwoor ding over het tijdvak, sinds de vorige jaar vergadering vt-.rloopen, ter tafel gebracht. Na onderzoek, hechtte de vergadering daaraan hare goedkeuring. Tot leden der Commissie van beheer werden gekozon de heeren D. A. G. Vastenou en P. A. Bierstekerherkozen werden als leden van het Dagclijksch Be stuur, do heeren C. D. Zur Mühlen en W. J. C. Ten Harmsen. Op voorstel van het Dag. Best., werd, met eenparige stemmen be sloten, aan J. Minneboo, die zich bij tal van reddingen heeft onderscheiden en op een der reddingstochten eene ongesteldheid heeft op gedaan, eene gratificatie verleend, ad f25. De vergadering ontving mededeeling, dat door het Dag. Best. informatiën zijn ingewonnen omtrent de mogelykheid, dat redders van schip breukelingen tegen ongevallen by eene assu rantie-maatschappij kunnen worden verzekerd. In Engeland heeft zulks, blijkens mededcelingen in de nieuwsbladen, plaats. Bedoeld Bestuur zou aan de vergadering willen vooratellen, dat voorbeeld ook hier te volgen, doch wenscht daar- Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 12.) z/Egon", stoof baron Werner verontwaardigd op, «hoe komt zulk een beschuldiging in je hoofd op Ik begrijp zeer wel, dat je op my je wrok werpt en ik moet my dat laten wel gevallen, doch ik kom met een zuiver gewe ten tegen die beschuldiging op, want er rast niets op my, dat ik daarvoor niet zou kunnen verantwoorden. Ik ben destijds hier heen ge komen met het vaste en eerlijke plan, om je vader met je te verzoenen, ik heb je zelfs het offer gebracht om aanzoek te doen om de hand van gravin Von Waldringen, wijl ik hoopte dat de vervalling van zijn vurigsten wensch je vader wat toegevender zou stemmen de brug over de klove was dan ook ora zoo te zeggen reeds geslagen, toen opeens die ramp zalige brief van je regiment kwam «Waar is deze brief?" onderbrak Egon hem ruw, den kamerdienaar, die op een zilveren blad een flesch wyn en twee bokalen bracht, met geen enkelen blik verwaardigende. Baron Werner trad naar het schrijfbureau en opende een schuiflade, hij zocht la.ig onder de papieren, die daarin lagen, en hialde er eindelyk hetzelfde schriftnur uit te voorschyn, dat hij kort vóór de binnenkomst van zijn neef in handen had gehad. Egon ontvouwde haastig het schrijven en las het, het papier ritselde in zijne bevende han den, de woede, die in zyn binnenste raasde, gaf zich in een verwensching lucht. z/Deze brief is vervalscht,* riep hij. «Zou je dat Diet bekend zijn geweest?" In Werner's oogen vertoonde zich thans ook een schittering, hij sloeg de wimpers echter niet neer voor den fonkelenden blik van Egon. «Vervalscht!" antwoordde hij. «Datzou my dan toch eerst bewezen moeten zijn, voor ik het geloofde. Zegel en onderteekening zijn echt, de brief is door de post hier in huis ge bracht, en daarom bestaat er by mij geen de minste twijfel aan de echtheid. En wanneer dit schrijven vervalscht ware, hoe zou ik daar van dan kennis hebben moeten krijgen Ik moet je nogmaals verzoeken die beschuldiging achterwegen te laten, zy kan slechts verbit tering wekken, en ik wensch van harte, dat de vrede tusschen ons bewaard blyve.« «Wil je het door onderkruiping en list ver kregen erfdeel weder afstaan vroeg Egon, die op de leuning van een stoel gesteund, tegenover zijn neef stond met een gelaat, dat een onverwrikbare vastberadenheid verried. z/Thans is het genoeg!" stoof Werner op. «Ik heb niets door onderkruiping verkregen, niet eens geëischt of gewenscht heb ik het erfdeel, uit eigen beweging en buiten myn medeweten heeft je vader mij tot zijn univer- seelen erfgenaam benoemd. En nadat dit ge schied was, gevoelde ik hoegenaamd geen ver plichting, om afstand te doen van myn eerlyk verworven eigendom, mijn schuld is het toch immers niet, dat je in tweedracht vau je vader gescheiden bent. Laat mij uitspreken", ging hij voort, toen Egon, wiens gelaat nog rooder geworden was, een antwoord geven wilde. ;/Je moogt mij myn woorden niet euvel duiden, je'"dwingt me immers om je onverbloemd de volle waarheid te zeggen. Mijn wil was het niet, om hier universeele erfgenaam te wor den, ik schrikte zelfs, toen het testament my werd voorgelezen, thans heb ik mij gewend aan de gedachte, om een rijk man te zijn, en ik zou wel stapelgek moeten wezen, indien ik daar afstand van deed. Anderzyds erken ik bereidwillig, dat deze onterving een harde slag voor je is, ik wil je dan ook gaarne schade loosstellen, noem me je wenschen slechte. Je kunt hier wonen, totdat je een besluit genomen hebt omtrent je toekomst, heb je een som gelds noodig, ik zal ze je geven, doch vooraf moet ik je erkenning van het testament eischen." //Werkelijk?» zeide Egon spottend, wien het onbeschrijflijk zwaar viel om zyne kalmte te bewaren. «Waar is dit testament Vermoe delijk zal het mij toch wel vergund zijn, den woordelijken inhoud er van te kennen wHet document berust bij het gerecht te Breslau," antwoordde Werner, die de beide bokalen gevuld had. «Wil je niet een g' gebruiken wDe wijn, dien jou hand mij schenkt, ware gift voor my," riep Egon met een energiek afwijzende handbeweging. //Zoolang jij hier onder dit dak vertoeft, woon ik niet hier, je adem verpest hier de lacht. Je waagt het om my een aalmoes aan te biedenJa, wind je maar op en krom je maar, onderkruiper, die je bent, myn voet zal je hier toch wel uit dit kasteel trappen. Met je zoete beleefdheid zal je niemand, die je kent, om den tuin leiden, slechts door de laagste vervalsching gelukte het je mijn vader te verblinden. Wist ik niet dat je een lafaard waart, dan zou ik je dwin gen om met mij te vechten, hoe weinig eervol dat duel ook voor mij ware, maar je ellendig leven is voor jou te kostbaar, bijgevolg moet ik wel van deze voldoening afzien." Baron W.erner had de hand naar de schel uitgestrekt, al de valschheid en boosaardig heid van zijn karakter straalden uit zyn hatelyke oogen. «Je zult mij dwingen mijn bedienden te roepen," zeide hij op heeschen toon. «Hier ben ik thans heer en meester, vergeet dat vooral niet. Vier je woede op andere plaatsen bot, ik word hier door de wet beschermd, en nogmaals zeg ik je, je verwijten treffen mij niet. Wie van ons beiden met de meeste ge rustheid voor den rechterstoel van zyn gewe ten staat, daar wil ik verder maar niet over spreken, ik gevoel mij zuiver van iedere schuld en om je zwetserij lach ik". z/Schcl maar", antwoordde Egon, «met het plat van myn sabel zal ik den rug van een ieder bewerken, die het. waagt mij aan te raken. Ik zeg het je in je gezicht dat jc een schurk bent, een uitbraaksel der hel, die onder de mom van een schijnheiligen huichelaar God en de wereld tracht te bedriegen. Dezen brief neem ik mede, ik zal hem mijn regimentscom mandant toezenden en dezen verzoeken hem Zyne Majesteit voor te leggen. De leugen en de vervalsching znllen openlijk aan den dag komen, de schurk, die de vervalsching gepleegd heeft, moet opgespoord worden, en alsdan vin den wij misschien ook wel dengeen, die den vervalscher heeft omgekocht." «Doe het voor mijn part," hernam Werner schouderophalend. «Ik zal mij niet meer kwaad maken over je woede, doe, wat je niet laten kunt, tusschen ons houdt natuurlyk iedere be trekking op." »Zoodra ik den inhoud van het testament ken, zal ik het proces over de erfenis beginnoh." «Ga gerust je gang, alleen zou ik wel wil len verzoeken, ons gesprek thans geëindigd te beschouwen," onderbrak Werner hem koel, «den strijd, dien je me aanbiedt, zie ik met de grootste gemoedskalmte te gemoet." Egon stond reeds aan de deur, nog eenmaal richtten zich zijne bliksemende oogen met een dreigenden blik op zyn neef, wiens honende glimlach zijn haat nog slechts te meer prik kelde. «Jc rekent op den duivel, die je tot dusver trouw geholpen heeft," zcido hij, «ik echter bouw op God's gerechtigheid, en nu willen wij eens zien wie de overwinning behaion zal. Moet ik het onderspit dolven, welnu dan ben ik slechts een hoop te armer, en myn geweten blijft rein, bezwijk jij, dan verzwelgt je een afgrortfl van sehande, waaruit geen rcddiDg meer voor je mogelyk is." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1