't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDÏEP EN TEXEL "SgT No. 1990. Zaterdag 12 Maart 1892. Twintigste Jaargang, KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. „ONTERFD". Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. A.L) onnoTTi ent p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,20. Afzonderlijke nummers2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG, UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. Buraaux: SPOORSTRAAT en ZUID8TRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Opkomst der Zon 6 Onderg. MAART, Zondag 13 Maandag 14 Dinsdag 15 Woensdag 16 Donderdag 17 Vrydag 18 Zaterdag 19 20 m. 6 u. 0 m. Lentemaand, 31 dagen Volle Maan. DE NIEUWE POSTWET. Met 1 April a.s. zal eindelijk de reeds zoo lang in portefeuille liggende nieuwe wet, re gelende het vervoer van brieven enz., in wer king worden gesteld. Het terrein, waarop de Staat zich de laatste 50 jaar beweegt ten opzichte van bet vervoer van brieven, heeft een geheel ander begrip ten grondslag, als dat waarvan onze ouders en groot ouders het voordeel genoten. Zij meenden dien tijd, dat voor niet minder dan 35 cents een brief ter bestemming kon worden gebracht, noodig om de kosien van het beheer te ver goeden en tegelijk een deel als Staatsprovenu te kunnen afzonderen. Hoezeer werd bet later anders allengs werd met die opvatting gebro ken, het port daalde geleidelijk en, ziende dat de opbrengst, ondanks de lagere kosten grootor was, werd het beginsel voor goed door den Staat aanvaard, dat in het kleine de kracht voor het groote ligt. Dit moet door het te genwoordig geslacht dankbaar erkend worden, reeds lang toch profiteert het publiek van die gelukkige opvatting. De aangenomen weg, een maal betreden, wordt er niet opgehouden de toepassing van dat beginsel tot in de hoogste in stantie op te voeren. De aangekondigde nieuwe wet schenkt daarvoor een nieuw bewijs. We willen eenige punten opnoemen, welke van dadelijk belang^ zijn voor aden. Een brief tot een gewicht van niet meer dan 15 gram kost bij vooruitbetaling 5 ct., van 15 tot 200 gram 10 ct. en tot een gewicht van 500 gram 15 ct. Het voordeel van dit tarief begint by het gewicht van 100 gram. Brieven binnen den kring van een post- of hulpkantoor kunnen tot 15 gram voor slechts 3 ct. verzonden worden en tot 200 gram voor 5 ct. Een brief alzoo hier ter post bezorgd, kan voor dat verlaagd tarief tot aan de gren zen der gemeente in 't Koegras bestemming krijgen. Voor gedrukte stukken blijft het minimum gewicht van 25 gram i\ 1 ct. bestaan en bij opklimmend gewicht tot 1000 gram is het ver schil slechts gering. Het port der Nieuwsbla den is niet onbelangrijk gewijzigd, het maxi mum hetwelk thans voor 1/2 ct. mag verzon den worden bedraagt 40 gram, vroeger was zulks 25 gram. Het port der monsters bedraagt voor 75 gram 21/o ct. In het overmaken van geld door middel van postwissel is een zeer gunstige wijziging in de wet opgenomen. Het recht vap 5 ct. voor zendingen van f 12.50 blijft, doch voor bedragen-van niet hooger dan i'5 wordt slechts 21/» ct- gevorderd. Bij de invordering van geld door middel van quitantiën is het daarvoor te betalen recht verminderd tot 5 ct. voor elk afzonderlyk in te vorderen bedrag, in de vorige wet bedroeg zulks 10 ct. De prijs der briefkaarten is niet vermin derd velen hadden gewcnscht, dat het for mulier thans gratis door den Staat zou wor den geleverd, dit is niet zoo het verschuldigd port blijft 2i/s cfj en 't formulier L/2 ct. Trouwens, alle wenschen van het publiek kunnen niet op eens bevredigd worden 't is te verwachten, dat in de toekomst de samen steller eener nieuwe postwet op dat artikel vrijgeviger zal zijn. Wij bevelen voor de overige bepalingen de lezing van de wet zelve aan, welke voor slechts weinig geld verkrijgbaar is. HELDER, 11 Maart 1892. Meermalen werd door ons bij voorko mende gelegenheid er op gewezen, dat niet slechts het heengaan van deze aarde van hoog geplaatste personen aanleiding geeft, om aan hunue nagedachtenis een woord van hulde te wijden. Ook het overlijden van eenvoudigen en nederigen onder ons geeft vaak stof, om hun afsterven niet ongemerkt te laten. In het vorig nnmmer dezer Conrant werd in de op gaven van den Burgerlijken Stand dezer ge meente het overlyden vermeld van de Weduwe Zaal, in 82-jarigen ouderdom. Wie kende, vooral in het westelijk deel der gemeente, vrouw Zaal niet, die iederen morgen slecht of goed weêr langs de huizen ging, om hare koopwaar, aardappelen en groenten, te koop aan te bieden, of om bestellingen op die artikelen te aanvaarden. Steeds vond men haar bereid, om in den loop nog eens een of andere boodschap te verrichten, ook al had men dien dag niets van haar te koopen. Don derdags kon men haar, in den vroegen mor gen reeds, naar de markt te Schagen zien henen trekken, ten einde daar den noodigen voorraad eieren en boter op te doen, en by haar terugkomst alhier zag men haar onmid dellijk weêr in beweging, om de opgedane koop waar met eenig voordeel van de hand te zet ten. In alle tijden des jaars hield de hoogbe jaarde vrouw vol haar kleinhandel op die wijze uit te oefenen, schier onvermoeid en steeds met behoud van een goed humeur. Ofschoon bchoorende tot de eenvoudigen en nederigen, genoot zij bij allen, die haar kenden, een groote mate van achting. Dit bleek o. a. toen voor eenige jaren bij een brand in een schuur naast hare woning haar niet-verzekerd huisraad, enz. door de vlammen verteerd werd. Een paar invloedryke personen stelden terstond een circulaire samen en boden hunnen plaats- genooten een inteekenlijst aan, om aan vrouw Zaal de schade, die zij geleden had, te ver goeden. De uitslag was, dat zij spoedig weêr in haar huishouden zat. Verleden jaar, toen zij de 81 achter den rug had, begon zij, ten gevolge van een lichaamsgebrek, te sukkelen, en in de vorige week verliet zij op hare beurt het aardsche Teven. Zij laat by allen, die met haar bekend waren en die hare werkzaam heid konden gadeslaan, de herinnering achter, dat zij, zoolang het dag voor haar was, ge werkt en gezwoegd heeft om op eerlijke wijze door de wereld te komen en dat zij een voor beeld was van ijverige plichtsvervulling. In den aanstaanden zomer zullen op verschillende oorlogsschepen proeven wor den genomen met electrische gloeilampen Woensdagmiddag is op het terrein der Deli-Brouwerij aan de Weesperzijde te Amsterdam een ernstig ongeluk gebeurd. Twee mannen waren bezig met het zoo genaamde pekken" van een groot houten biervat van 80 H.L. inhoud, waarbij de pek brandende door middel van ijzeren bouten langs den binnenwand wordt ver deeld. Door een windstoot sloeg de vlam plotseling naar binnen, waardoor zich in het inwendige zulk een opeenbooping van gassen vormde, dat bet kolossale vat met een geweldigen knal uiteenbarstte. De sterke ijzeren hoepels werden in het rond geslin gerd, de duigen over bet terrein verspreid. De eene werkman kreeg een hoepel te gen bet hoofd en werd afschuwelijk ver minkt, de ander werd eerst eenige oogen- blikken later bewusteloos teruggevonden in een kuil, op eenige passen van het vat af. Ook deze laatste was zeer ernstig ge- kwetst. Beiden werden naar het Burger- ziekenhuis vervoerd, de een in een rijtuig, de andere per brancard. Deze had een sche delbreuk gekregen en overleed onderweg, terwijl de toestand van zijn kameraad zeer zorgelijk wordt geacht. Door het brandende pek was tegelijk met het ongeval een begin van brand ont staan in het hout, dat in de buurt lag ver spreid, waaraan echter spoedig een eind werd gemaakt door de Nieuwer-Amstelsche brandweer. De slag was zóo hevig, dat men het ver in de buurt had gehoord, waardoor spoedig een groote menigte toestroomdewelke slechts met moeite van het terrein werd gehouden. Door de dreuning werden in de naburige gebouwen niet minder den 67 glas ruiten verbrijzeld. Het gestrenge »nawintertje« werkt ook zeer nadeelig voor de bloemisten in de omstreken van Haarlem. De bloembol- lenvelden toch zijn reeds meerendeels half van dek ontdaan, en Let is dus te begrij pen, dat de koude zeer nadeelig op de bol gewassen moet werken. In het visschersdorp Yolendam wordt tegenwoordig drukkende armoede geleden. De ansjovisvangst leverde in 1891 niets op aan de Yolendammers, de herfstvangst (schelvisch en kabeljauw) mislukte geheel, en nu komt de late winter de vloot tot werkeloosheid noodzaken. Het is een treu rige toestand. Generaal Booth van het Leger des Heils zal on$ land bezoeken van 24 tot 29 Maart e.k. Den 24n Maart zal hy 1.21 Centraalstation te Amsterdam arriveeren. Te 3 uren zal een welkomstmeeting plaats hebben in de groote zaal van het Paleis voor Volksvlijt en de generaal zal '8 avonds een besloten vergadering voor genoodigden leiden in het gebouw der „Maatschappij van den Werkenden Stand." Vrij dagavond zal de generaal in een open bare vergadering in het Paleis van Volks vlijt optreden en mededeelingen doen om trent zijne reizen en zijne plannen tot stichting der overzeesche kolonie van het leger. Ook te 's-Hage en Rotterdam zal de generaal in openbare samenkomsten het woord voeren. t)c zaak van kapt, G. Kakker. Dinsdag word voor de Rotterdamscho recht bank de zaak behandeld van den heer G. Bak ker, gezagvoerder van het stoomschip »Obdam" der N. A. S. M., beschuldigd van het lossen van een revolverschot op den stoker S. Blom, die korten tijd na zijn verwonding overleed. Uit het verhoor van den beklaagde bleek, dat de le machinist Bol in den avond van den 19en Juli 1891 hem kwam waarschuwen, dat de stokers beweerden ziek te zyn en niet wilden werken, dat zijn hulp noodig was, maar dat hij op zijn hoede moest zijn, omdat het oen oproerige bende was. Daarom had bekl. zijn met één kogel geladen revolver by zich gestoken. Blom kreeg tot driemaal toe bevel öf arm zijn werk, of naar de ziekenzaal te gaan, maar deze weigerde en zeide verrek". Toen gaf bekl. vuur, zonder er bij te denken, niet met het doel hem te dooden. Blom stierf korten tyd nadat hij in hot hospitaal was gebracht. Het lijk werd den volgenden dag overboord gi zet. Proces-verbaal is, hoewel by K. B. voorgeschreven, er niet van opgemaakt. Als eerste getuige trad op de heer J. V. Wierdsma, die bekl. schetste als een ernstig man en vertrouwd kapitein, iemand onder wien officieren en matrozen gaarne dienen. Hij weet de tucht te handhaven. Get. gaf verder inlich tingen over het gevaar, als niet genoeg stoom wordt opgehouden. De geneesheer van de «Odama, een Engelsch- man, deelde mede, dat Blom niet ziek was. Hij heeft het droevig tooneel bijgewoond, maar kan, daar hij het gesprokene niet verstond, geen inlichtingen geven. De dood is, naar hy meent, veroorzaakt door het schot, al kan by, daar een lijkschouwing achterwege bleef, dit niet bevestigen. Get. J. Bol verklaart, dat er aan boord een werkstaking onder de stokers heeft plaats gehad. De maats van Blom erkenden, dat het diens schuld was, dat het met den stoom slecht ging. Een stoker, een kolenwerker en een olie man verklaren dat Blom bepaald ongesteld moet zyn geweest. Volgens den laatstbedoelden getuige wilde Blom niet naar het hospitaal, omdat hij hoopte den volgenden dag weer beter te zyn. De le-macbinist en een paar stokers hebben gehoord, dat de kapiteiu bij het lossen van het schot gezegd heeft: »In naam des Ko- nings». Een vroegere kapitein van Blom noemt dezen verschrikkelijk brutaal en een gevaarlijk per soon een andere kapitein eener sleepboot be vestigde dit. Hij had Blom ontslagen en was toen met moord bedreigd. Blom zou een laag sujet zyn. De scheepskok geeft inlichtingen over het. eten (de aanleiding tot de klachten des sto kers!. Hij zoowel als de 2de-officier en nog een scheepskok spreken met lof over beklaagde. Het O. M., waargenomen door rar. Ph. J. Castendyk, meent dat vaststond dat de dood het gevolg der verwonding was. Uit het uiten der woorden In naam des Konincs leidt hij af, dat een onwillekeurige daad is uitgesloten. Van een aanvallende beweg'mg van Blom is niets gebleken. Z. i. stond het opzet om te dooden vast, zij 't ook om een voorbeeld te stellen, waarom hij een gevangenisstraf van 4 jaar eischt. Tevens verzoekt hij der recht bank de onmiddellyke inhechtenisneming van den beklaagde te gelasten. Do verdediger, inr. A, J. E. Blik, wijsteerst op do groote verantwoordelijkheid van den kapitein van een transatlantischen stoomer. Nu was de toestand aan boord ernstig. Reeds vroeger hadden de machinisten zelf voor do vuren moeten gaan staan om stoom op te hou den. Dat de le-machinist den 19en Juli de hulp van den kapt. inriep, wees op een ern stig feit. De kapitein wilde ongewapend gaan, maar de le-machinist waarschuwde beklaagde dat niet te doen. Toen nam deze de revol ver zooals die in de lade lag, zonder hem na te zien of te laden. Dat bewijst dat bekl. toen 't plan niet had, een executie te houden. Volgens pl. stond het vast, dat er verzet was ook al werd de kapitein niet aangeval len, toch was er noodweer. Bekl. kende Blom niet en kon dus niets tegen hem hebben. Hij is geen ruw mensch, maar handelde uit zelf behoud en tot handhaving van het gezag. Spr. vroeg vrijspraak, althans ontslag van rechts vervolging. Na re- en dupliek werd de eisch tot on middellyke inhechtenisneming van bekl. door de rechtbank geweigerd en de uitspraak be paald op 22 Maart. Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van af 7 Maart tot en met 9 Maart. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD II. Korff en A. J. Duinker, BEVALLEN: M. Hoek, geb. Buyk, d. G. Kroon, geb. de Boer, z. C. H. Cornelisse, geb. Rijk, z. E. Jansen, geb. de Groot, z. M. Lub. geb. Uil, z. E. RumpfT, geb. Oldenburg, z. M. W. Groenenberg, geb. Schokker, d. T. J. Vin gerhoed, geb. Snaphaan, z. A. C. Attinga, geb. Hofland, z, T. v. d. Veen, geb. Groene- veld, d. J. Meyer, geb. Molenaar, d. J. Dorlijn, geb. Ter Beek, z. en d. A. Verheus, geb Raap, d. A. S. Kool, geb. Beijnen, d. OVERLEDENW. Aarsen, 3 md. A. de Moei, 25 jaren. J. Droog, 71 jaar. M. W. Harms, 14 md. Burgerlijke stand, gemeente Texel. van 2 tot 8 Maart. ONDERTROUWD Jakob Former en Dieu- wertjo Boonaeker. Cornelis Koopman en Antje Tuinder. GETROUWD: Jacob de Vries en Cornelia Bremer. GEBORENLeendert, zoon van Jan Duin ker Lz. en Dieuwertje Vlas. Catharina, doch ter van Jan Bruijn en Dirkje van Eyck. OVERLEDENNaatje van Heerwaarde 30 jareD, gehuwd met Martiuus Rey. Levenloos aangegeven één. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 8 Maart 1892. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig met kennisgeving de heer J. Moate. 81echtB enkele toehoorders- De voorzitter opent de vergadering. De no tulen worden na voorlezing vastgesteld. Aan de orde is de benoeming van een onder wijzer aan de openbare school te Oosterland. Op de voordracht zijn geplaatst de heeren J. de Weerdt, J. Oosterhoff en H. J. Pool, allen met hoofdakte en akte vrije en ordeoefeningen. Bij stemming verkrijgt de heer J. de Weerdt 5 stemmen, de heer J. Oosterhoff 1 stem, zoodat eerstgenoemde is benoemd. De Voorzitter deelt mede dat de Gemeente- begrooting en het Kohier van den Hoofdelijken Omslag, over 1892, door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd eu dat bij de onlangs gedane kas- opneming bij den gemeente-ontvanger in kas is bevonden f 6541,321. Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 19.) «Het is jou zaak, om alles zoodanig te over leggen, dat er geen verdenking op je vallen kan," ging baron Werner schouderophalend voort. «Ik zal myn woord houden en de som betalen, die* je verlangt hebt. Je kunt daar mede naar Berlijn gaan en daar een huishou den opzetten. En thansgenoeghierover, ontwerp je plannen en wees bij de uitvoerii g voor zichtig. Het beste zou het wezen, wanneer men aan een ongeluk moest gelooven «Daar heb ik ook al over gedacht," ant woordde Holter, «óf een ongeluk, öf een plot seling spoorloos verdwijnen. Wanneer hij dien oppasser maar niet by zich had «Genoeg, ik wil er na niets meer van hoo- ren." Een geruime poos stokte het gesprek, het bosch was bereikt, heinde en ver was geen levend wezen te bespeuren, mee hoorde slechts het geritsel der dorre bladeren onder de voeten der beide wandelaars. «Do baron zal zeker toch ook niet altyd hier blijven,* nam Holter eindelijk weer het woord. «Ik kan me dat zoo denkeD, wanneer ik me het leventje herinner, dat we in de residentie leidden «Ik zou hier al lang vandaan zijn, wanneer ik niet op de terugkomst van mijn neef had moeten wachten,* antwoordde de baron. «Wan neer alle gevaar, van het erfdeel weer te zullen verliezen, geweken is, dan Hij brak af en gjng met groote schreden een langen, mageren heer te gemoet, die met de buks onder den arm uit het kreupelhout te voorschijn trad. «Zoo op de jacht, graaf Waldringen?" vroeg hy, hem de hand biedend. «Dat precies niet,a zeide de graaf, den hand druk beantwoordende, «ik was op weg naar u toe, en dacht niet, dat ge al zoo vroeg uit gegaan zoudt zijn." »Ik heb een nieuwen houtvester in dienst genomen, wien ik zijn woning en zyn werk zaamheden eens wilde wijzen." Graaf Waldringen draaide aan zyn borste- ligen, grijzen knevel en liet den blik vorschend op het gelaat van Holter rusten. »Die man bevalt mij niet," zeide hij fluis terend, «hy heeft een valschen blik en rood haar. En ge kent het spreenwoordWacht u voor menschen met rood haar «Gekheid, ik hecht geen waarde aan zulke spreekwoorden,# spotte baron Werner, «ze ko men niet altyd uit, al moge er nu en dan ook een greintje waarheid in zitten. De man heeft goede getuigen en beweert, zijn vak te ver staan, dat is voor mij de hoofdzaak. Maakt Sabina het wel?" »Zy laat u door mij haar groeten overbren gen," hernam graaf Waldringen, terwyl ey langzaam doorliepen. «Wij hadden u gister verwacht «Ik was ook van plan te komeD, doch ik ontving een bezoek, dat my voor dien gehee- len avond uit mijn humeur bracht." >'k Heb er al van gehoord," viel de graaf hem iD de rede, tzoo even kwam ik den op perhoutvester tegen. «Wat een gekke historie is dat, baron. Er wordt gezegd, dat de brief van den regimentscommandant vcrvalscht is." Aldus beweert ten minste mijn neef, ik voor mij begrijp dat ook niet, aan de echtheid van den brief heeft nog niemand getwijfeld." «Baron Egon is ritmeester geworden, hy heeft het IJzeren Kruis verdiend, en dan kan men toch bezwaarlijk aannemen «Dat hy zijn vaandel in den steek gelateD zou hebben P" viel de baron zijn begeleider in do rede. In het eerste oogenblik geloofde ik het ook niet, maar het optreden van mijn neef was al zeer weinig geschikt om mijn twijfel te bevestigen. Gij kent Egon immers ook, de Fransche Republiek was steeds zijn ideaal, menschenrecht en menschenwaarde, bescher ming der onderdrukten, bevrijding van het volk uit de slavenketenen der tirannie dat was de bombast, waarmede hij voortdurend om zich heen wierp en die ook aanleiding was tot de breuk met zijn vader. Hij zal gedurende den veldtocht wel niet van zienswijze veran derd zijn, en op die manier is het zeer waar schijnlijk, dat hij ook met zijn kameraden in onmin geraakt is. Zyn hartstochtelijk, opbrui send temperament heeft hem al menigmaal in een leelijk parket gebracht, ik houd het dus geenszins voor onmogelijk, dat hij zich tegen over zijn kolonel zoo ruw en oneerbiedig ge dragen heeft. De snelle bevordering en het eereteeken op zijn borst zullen hem wellicht wat overmoedig gemaakt hebben, het was zijn gewoonte om nooit te zwijgen, wanneer hij op tegenspraak stootte, en wat hy zich tegenover zijn vader veroorloofde, dat kan hij ook tegenover zyn chef gedaan hebben. De desertie moet in een der laatste gevechten plaats gehad hebben, maar juist deze bewering maakt in elk geval de zaak waarschijnlijk. Wellicht dat baron Egon gemeend heeft, in Parijs het Dorado van zijn wenschen te vinden en in deze verwachting heeft hy zich na den terugkeer der Bourbons teleurgesteld gezien." Graaf Waldringen schudde met een beden kelijk gezicht het hoofd. «Als deserteur zou hy het niet gewaagd hebben, om in zijn vaderland terug te keeren," zeide hij. «Zoo'n groot waagstuk zou dat niet zijn," ging baron Werner kalm voort, >wellicht dat hij in Parijs vernomen heeft, dat zyn vader gestorven is, en nu wilde hij zyn erfdeel in ontvangst nemen. Wie zal hem hier zoeken NiemandDat de regimentscommandant hier heen geschreven heeft, dat wist hij niet, vol gens zijn meening was er dus geen verraad te vreezen. Wel is waar waren de omstandighe den hier anders, dan hij verwachtte, maar daarvan had hy geen vermoeden, en thans wil hij mij daarvoor verantwoordelijk stellen." «Ge zult nog niet zoo gemakkelyk van hem af zijn, baron.» «Dat betwist ik volstrekt niet, doch ik ben ook vast besloten, om mijn goed recht te ver dedigen." «Wellicht dat ge het met hem langs min nelijken weg zoudt kunnen schikkeD.* «Ik heb hem dit voorstel reeds gedaan, hem zelfs aangeboden om zijn intrek in het kasteel te nemen en met ray te beraadslagen, doch hij stiet de hand, welke ik hem reikte, op een beleedigende wijze terug en liet zich daarbij tot uitdrukkingen vervoeren, die ieder vergelijk onmogelijk maakten. Hy wil een proces aan hangig maken en beproeven het testament om te stooten, in Gods naam, ik gun hem dat genoegen, ik voor mij zal er geen onrustig oogenblik door hebben." «Mijnbeer Von Winterfeld sprak ook over een vergelyk," «Dat is trouwens zeer begrijpelijk," hernam de baron spottend, «de opperhoutvester heeft daarbij de toekomst zyner dochter in betoog. Wanneer myn neef een verstandig man was, dan zou hij zich met een som geld tevreden verklaren en zijn land zoo spoedig mogelijk weer verlaten. Wellicht dat hij ook u een be zoek brengt, in de hoop in u een bondgenoot te kunnen verwerven." «In deze hoop zou hij zich teleurgesteld zien," viel graaf Waldringen hem in de rede, »of het moest zyn, dat hij mij overtuigende bewijzen leverde, die my als man van eer dwongen, om zijn rechten te erkennen.* (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1