't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1999.
Woensdag 13 April 1892.
Twintigste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
WINTER-CONCERT,
„ONTÊRFD".
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Spoorstraat.
Telefoonn». 36.
Abonnement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,126.
Afzonderlijke nummers2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder.
Buraaux: SPOOR8TRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertenttên
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 12 April 1892.
De publieke veiling van bouwterrein,
die de vorige week in het lokaal Tivoli
alhier werd gehouden, opent het uitzicht,
dat ook ten westen van het spoorweg
terrein met het bouwen van woningen zal
worden aangevangen. Al de aangeboden
perceelen, 56 in getal, zijn verkocht, en
mettertijd zal er een nieuwe straat ont
staan met een paar dwarsstraten, terwijl
een 11 tal perceelen aan den Polderweg
zullen gebouwd worden. Als met den aan
bouw dier woningen, die te zamen een
nieuwe wijk zullen vormen, gepaard kan
gaan het dempen der vuile sloot ten zuiden
van 't erf der pastorie van de R. K. ge
meente, dan zal deze veel bezochte plek der
gemeente aanmerkelijk worden verfraaid,
vooral als men niet vergeet ook den rijweg
te verbeteren.
Naar wy vernemeD, zal eerlang de Libe
rale Kiesvereeniging „Burgerplicht" alhier
vergaderen tot het stellen van Candidaten
voor 't lidmaatschap der Provinciale Staten,
wegens de periodieke aftreding van de hce-
ren Büchner en Dikkers. In die vergadering
zal te gelyk overgegaan worden tot de keuze
van Bestuursleden.
In verband met de ook dit jaar, van
Mei tot September, in Bergen (Noord-Hol
land) te houden proefnemingen omtrent
bomvrije samenstellingen, zal daar een kamp
betrokken worden door detachementen van
het korps genietroepen en van het wapen
der artillerie, tot een gezamenlijke sterkte
van ten hoogste 140 officieren, onderoffi
cieren en manschappen.
Er worden op Texel thans dagelijks
honderden lammeren geboren. Door de
strenge nachtvorsten zijn een aantal van
de jonge dieren bezweken.
Nu het weder zachter wordt, vermindert
ook de sterfte onder de lammeren.
De muntjes, ten getale van ongeveer
1200 in een terp te Schagen gevonden,
zijn zeer oud. Zij zijn echter niet, zooals
sommige bladen vermeldden, uit den Ro-
meinschen tijd, maar heel wat jonger ze
dagteekenen uit de 12e eeuw zij zijn niet
bisschoppelijk, want dan zouden ze de let
ters EPCofEPA TRA (Episcopus
Trajectensis bisschop van Utrecht) moe
ten vertoonen, maar, daar zij geen opschrif
ten hebben, behooren zij tot de zg., „mon-
naies muettes." Hoogstwaarschijnlijk zijn
zij door Westfriesche kloosterheeren of
abten geslagen. Wijlen prof. Van der
Chijs onderstelde, dat dergelijke reeds vroe
ger gevonden munten door de abten van
Egmond gemunt waren. Dergelijke muntjes
droegen den naam van denariën of deniers
bjj groote betalingen werden zij toegewo-
gen vandaar nog de benamingen Pond
groot, Pond Vlaamsch en Pond Sterling.
Op de rijkswerf te Amsterdam werd
Zatermiddag te 2 uur het nieuw gebouwde
artillerie-instructieschip Bellona* te water
gelaten. Dit schouwspel werd door de
hoofd- en verdere officieren en ambtenaren
der marine met hunne dames bijgewoond.
Nadat de schoren van het schip waren
weggenomen en de hulpklinken waren
weggeslagen, werd het koord, dat de zware
gewichten omhoog hield, die de laatste
klinken moesten laten wegvallen, doorge
hakt door mej. W. Calten, dochter van
den hoofd-ingenieur der werf J. W. Calten.
Met een zwaren dreun vielen de klinken
omlaag en daarop gleed het schip, in toe
nemende vaart, onder hoerah-geroep statig
van stapel. Mej. Calten werd vervolgeus
door den jongeheer Ten Bosch, zoon van den
waarnemenden directeur en commandant,
C. Ten Bosch, een bouquet aangeboden.
De werklieden, bouwers van het schip,
verlieten daarop de werf.
De Bellona* is bestemd tot oefenen in
het vuren van de marineschepelingen en
wordt te Willemsoord gestationneerd. Het
wordt bewapend met 18 stukken geschut.
Noord- en Zuidkollandsche Redding-
Maatschappij.
Uit het verslag over 1891 blijkt, dat
plaats hadden 8 reddingen: 4 Januari te
Schiermonnikoog, 17 man van de postboot
op Oo8tmahorn14 Jan. te Nieuwediep
21 man van de »Elstow« 22 Oct. te Ame
land (Nes) 2 man van »de Goede verwach
ting*; 11 Dec. te Callantoog 6 man van
de Expres* en te Nieuwediep 5 man van
de Februari IJ, M, n°. 29*13 Dec. te
Scheveningen 7 man van de »Pieter Ja-
cobus* 29 Dec. te Zandvoort 8 man van
de »Rust en Werk* en 30 en 31 Dec. te
Nieuwediep 22 man van de >Tuscar«. Te
zamen 88 man of sedert de oprichting in
1824, 3512 man.
Pogingen tot redding werden in het werk
11 Februari te Callantsoog.
10 Mei. Zandvoort.
26 October Loosduinen.
13 December. Noordwijk a. Zee.
14 Petten.
Omtrent deze tochten worden in het
verslag verschillende mededeelingen gedaan,
waaruit vooral blijkt de groote zelfopof
fering, bij herhaling door de kustbewoners
getoond.
Verder worden eenige bijzonderheden
medegedeeld over de verbeteringen aan
booten en bootshuizen. Ook wordt gemeld
dat de zelfrichtende boot, welke door de
firma Woolfe and Son te Londen wordt
gebouwd, binnen korten tijd te IJmuiden
zal worden gestationneerd in een bootshuis
aan de Noordzijde van het buitenkanaal.
Het verslag eindigt met deze woorden:
Giften en legaten. Moge al de staat
onzer geldmiddelen in het afgeloopen jaar
geen nadeelig saldo aanwijzen, hetgeen
voornamelijk aan de ontvangst van eenige
niet onbelangrijke legaten te danken is,
toch zal het tijdstip der tekorten niet
ver meer verwijderd zijn, daar onze
vaste inkomsten jaarlijks afnemen, terwijl
de uitgaven, ten gevolge van voortdurende
verbetering en uitbreiding van het mate
rieel zoowel als van de hoogere eischen
in vergelijking bij vroeger aan het red
dingswezen gesteld, op aanmerkelijke wijze
toenemen.
Aan giften en legaten werden in 1891
ontvangen f 21,879,59.
Te Leeuwarden zijn Vrijdag tusschen
de 2 en 4000 kievitseieren aangevoerdde
prijs wisselde af van 23 tot 28 cent het
stuk.
Het getal kievitten in Friesland is grooter
dan andere jaren het getal eieren is echter
gering, wegens het droge weder en de
nachtvorsten.
Spoorwegongeluk Ruinerwold.
In de zitting der Rechtbank te Utrecht van
Woensdag 9 Maart, nam het O. M. conclusie
in de vordering tot vaststelling van den scha-
destaat in het proces van de moedervoogdes
van den jeugdigen J. Q. Dorhout Mees (een
slachtoffer van het spoorwegongeluk by Rui
nerwold op 2 Jan. 1888), tegen de Maatsch.
tot exploitatie van Staatsspoorwegen.
Die conclusie strekte, dat de vergoeding we
gens verloren werkkracht en teleurgestelde
verwachtingen zou worden bepaald in den
vorm van een jaarlijksche uitkeering, levens
lang, waarvoor een bedrag van f800 £fl000
billijk is te achten. Tot vaststelling van het
bedrag der vergoeding, die moet worden uit
gekeerd als tegemoetkoming om te voorzien
in de gevolgen van het ongeluk voor den
lichamelijken en geestestoestand van den ver
minkte, achtte het O. M. nog nader onderzoek
noodig om te komen tot het cyfer, dat daar
voor per jaar zal moeten worden uitgekeerd
hy concludeerde daarom, de eischeres toe te
laten te bewijzen, welke en hoedanige kosten
in de jaren 1889, 1890 en 1891 zyn moeten
aangewend worden voor de dagelyksche
lichaamsbewegingen van den patiënt, voor
medisch toezicht en voor zijne bewegingen
buiten de woning.
Subsidair, voor 't geval dat een dergelijk
onderzoek niet noodig mocht worden geacht
door de rechtbank, concludeerde het O. M.,
dat de schadevergoeding zou worden bepaald
op f 2454.17| wegens kosten van geneeskun
dige hulp tot aan den dag der dagvaarding,
en voorts op eene jaarlijksche uitkeering van
f2200 levenslang, telken jare in de maand
Januari.
De rechtbank heeft nu in deze zaak uit
spraak gedaan en veroordeelda. de Maatsch.
t. Expl. v. SS. tot vergoeding in eens van
f 2454,17-| voor de kosten van geneeskundige
hulp tot den dag der dagvaarding, met de
rente ad 5 pCt., en voor jaarlyks gedurende
het leven van den verminkte van le. de noo-
dige vervoermiddelen f 650, 2e. de noodige ge
neeskundige hulp f 350, 3®. de vernietigde ver
wachting f 300, te zamen f 1300 b. de eische
res voor Ys en 4e gedaagde maatschappij voor
Ys ia 4e proceskosten.
Te Groningen zijn binnen den kor
ten tijd van 6 weken drie personen ver
dwenen. Een 62-jarige huishoudster is
thans als lijk teruggevonden, doch van een
20jarige bakker en van zekere mejM. is
geen spoor te vinden.
Uit Enschedé bericht menBij H.
Bos, woonachtig aan den voortmansweg,
werd gistermiddag brand ontdekt. De po
litie drong naar binnen en vond in een
bedstede een hoop turven en steenkolen,
overgoten met petroleum. De vrouw werd
daarop in hechtenis genomen, en de rech
tercommissaris uit Almeloo, die onmiddellijk
is overgekomen, heeft een onderzoek in-
Uit Zwolle schrijft menVrijdag
ontstond een begin van brand op een
bovenkamer van den koopman in manu
facturen Polak, waar eenige nieuwe dekens
en andere manufacturen waren geborgen.
P, beweerde f 3300 aan bankpapier te heb
ben geborgen tusschen eenige dekens juist
waar de brand ontstaan is en welk bedrag
hij heden aan zijn crediteuren moest be
talen.
Aangezien door den commissaris van
politie een paar fleschjes gedeeltelijk gevuld
met petroleum tusschen de nog niet ver
brande goederen werden gevonden en er nog
andere aanwijzingen waren om aan moed
willige brandstichting te denken, werden
verscheidene goederen in beslag genomen,
terwijl de koopman ter beschikking van
de justitie werd gesteld.
Gisteren heeft hij bekend het boeltje
opzettelijk in brand te hebben gestoken.
Aangaande den moordaanslag in de
Hemsterhuisstraat te 's Gravenhage wordt
het volgende gemeld
Gistervoormiddag is door zekere K., een
ongehuwd jonkman van ongeveer 20 jaren,
een even afschuwelijke als lafhartige daad
gepleegd. K. kwam nogal dikwijls bij de
vrouw van v. d. L., die in die bovenge
noemde straat een groentennering drijft.
Dit scheen de echtgenoot minder aange
naam te vinden en hij ontzegde daarom
aan K. den toegang tot zijne woning.
Gisteren op den verjaardag van vrouw
v. d. L. kwam K. haar toch geluk wen-
schen en, naar men zegt, tevens om geld
vragen. De vrouw herinnerde hem er aan
dat haar man hem den toegang tot de wo
ning had ontzegd. Na een kleine woorden
wisseling trok K. zijn mes en bracht de
vrouw een doodelijke wonde in den buik
toe. K. verliet daarop bedaard de woning
en werd door een politie-agent gezien,
doch deze, niets kwaads vermoedende, liet
hem loopen. Nadat het feit bekend was
geworden, werd hij echter in hechtenis
genomen en de vrouw naar het ziekenhuis
overgebracht. De vrouw verkeerd in een
bedenkelijke toestand.
Te Antwerpen is dezer dagen met
een Engelsche stoomboot een Russisch
meisje aangekomen, 2.35 M. lang en pas
Ys jaa* oud. De jonge reuzin is door
een rijke familie aangenomen als kinder
meid.
Bij vonnis der rechtbank te Alkmaar,
van den 6en dezer, is de voortvluchtige
notaris W. uit Hoogwoud, schuldig ver
klaard aan verduistering en veroordeeld
tot drie jaren gevangenisstraf, met ontzet
ting uit zijn ambt als notaris en last tot
zijn gevangenneming.
Programma van het 11de en laatste
op DINSDAG 12 APRIL 1892,
's avonds 8 unr.
1. Marche aux „Flambeaux", F. S. Scotson
Clark. 2. Symphonie no. 4, (C. Dar,) W. A.
Mozart. a. Adagio, Allegro con spirito. b. An
dante poco Adagio, c. Menuetto. d. Finale,
Presto. PAUZE. 3. Ouverture de 1' opéra
„Zampa, ou la Fiancée de marbre", F. Herold.
4. a. Aubade printanière, Paul Lacombe. b.
Pizzicatistük aus dem Ballet»Sylvia", Léo
Deslibes. 5. „Geschichten aus dem Wiener-
Wald," Concert-Walzer, Johann Strauss Sr.
6. „Melodiën Congress," Grosses Tongemalde,
A. Conradi.
Burgerlijke Stand, gem. Helder,
Van af 7 tot en met 9 April.
ONDERTROUWD: W. Pot, ketelmaker en
P. de Vries. J. F. Franchimont, kwartiermees
ter en J. Kryns. L. van der Ploeg, onderwyzer
en A. Hubbeling. W. G. Landman, sergeant
en A. M. Hoogerwerf.
GETROUWDJ. de Boer en D. de Groot.
5. Buwalda en A. Groot. J. Olij en W. M. Halff.
BEVALLEN. T. Luitse, geb. Doorewaard,
z. C. Ham, geb. Zon, z. A. Kager, geb. Kooy,
z. E. de Boer, geb. Eibers, z. H. J. Klok,
geb. Bout, z.
OVERLEDEN: een levenloos aangegeven.
Marine en Leger.
Dc off. van ges. le kl. bij de zeemaoht J.
van der Kolk, dienende aan boord van Hr. Ms.
ramschip „Guinea", wordt met 21 dezer op non-
act. gesteld en vervangen door den off. van gee.
le kl. bij de zeemacht dr. A. J. Jelgersma.
De reisroute van Hr. Ms. instructiekorvet
„Nautilus", die te Hellevoetslais zeilklaar ligt en
in 't begin van Mei a.s. de oefeningen buitengaats
aanvangt, is de volgende -. drie weken kruisen op
de Noordzee, binnenvallen te Edinbnrgh, drie
weken kruisen op de Noordzee, binnenvallen te
Nieuwediep of Hellevoetslais, drie weken kruisen
op de Noordzee, binnenloopen te Christiania en
daarna terag naar Hellevoetslais (eerste helft van
Angnstus). Hiermede zijn de oefeningen buiten
gaats afgeloopen.
Hr. Ms. zeilkorvet „Urania", bestemd voor de
practische oefeningen der adelborsten van het
Kon. Inst. der marine, wordt den 2en Mei te
Willemsoord in dienst gesteld onder bevel van
den lnit. ter zee le kl. B. Stolp, belast met het
onderwijs in de stuurmanskunst aan boord van
dien bodem worden geplaatst de off. van adm.
le kl. M. M. de Jong en de off. van adm. 2e
kl. J. Berkelbach van der Sprenkel.
De „St. Ct." van 1011 dezer bevat de
volgende opgave van overgeplaatste officieren met
3 Mei e.k.
Lnit. ter zee le kl. C. Meyboom.van 's Rijks
werf te Willemsoord en toegevoegd aan het hoofd
van het vak van nitrnsting aldaar, geplaatst op
het wachtschip te Amsterdam en gedetacheerd
aan boord van de stoomkanonneerboot „Wodan"
(belast met bet bevel over dien bodem) luit.
ter zee 2e kl. G. R. v. Nauta Lemke, van non-
actief op id luit ter zee le kl. J. H. L. J. baron
Sweerts de Landas Wyborgh, van le-officier op
het wachtschip te Amsterdam, geplaatst op de
rol van het waohtsohip te Amsterdam en gede
taoheerd aan boord van Hr. Ms. stoomkanon
neerboot „Thor"; lnit. ter zee 2e kl. B. J. Cas-
tendijk, van non actief op idem luit. ter zee le
kl. J. P. van Rossnm, thans le officier aan
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
27.)
Dit waren dus de wapenen, waarmede deze
man kampteLaster, bedrog, vervalsching en
sluipmoordEn dit alles onder een masker
van een man van eer, die met een air van
gekrenkte onschuld aan iedere aanklacht het
hoofd bood.
Het paard was niet te houden, eerst voor
de herberg bleef het stilstaan, bevend als een
riet. Jochem schudde verwonderd het hoofd,
toen hy het paard in ontvangst nam, om het
in den stal te voeren.
»Dat moet toch wel een vervloekt harde rit
geweest zyn,« mompelde hy, terwijl hy het
zadel afnam en het dampende dier een dek
omwierp. „Schijnt ook geen goede boi van
Breslau mede gebracht te hebben, ik kan het
me trouwens ook best begrypen, wie met ad
vocaten te doen heeft, hoeft niet bang te zyn,
dat hy zich niet zal ergeren. De duivel hale
die heele erfenisgeschiedenisVoor myn part
lagen we nog voor Parys, al leden we nu en
dan ook al eens honger, we waren toch altijd
bly en opgeruimd.»
Hy had zijn werk spoedig verricht en nu
vervoegde hy zich tot zijn meester om diens
bevelen in ontvangst te nemen. Maar al had
hij ook niet anders dan een kwade luim ver
wacht, zoo verschrikte hy toch, toen hy de
vreeselijke opwinding van den ritmeester be
merkte, die met somber saamgetrokken wenk
brauwen de kamer op- en neer liep.
ris hier niets voorgevallen vroeg Egon
ruw.
„Neen, de kamerdienaar uit het slot is hier
geweest, om de brieven af te halen, die de
postbode had gebracht," antwoordde Jochem,
«hij wilde my sarren, zeide, dat schraalhans
hier keukenmeester was, en dat ik den baron
slechts tot last viel, die zelf niets te eten had.
Nu, ik heb hem behoorlyk getroefd, dien
loenschen schobbejak, my zal hy in 't vervolg
wel met rust laten.»
Egon was midden in de kamer blijven staan,
zyn fonkelende blik rustte forschend op het
trouwhartige gelaat van den oppasser.
„Zijn alle lui in dit huis hier te vertrouwen
vroeg hij op gedempten toon.
„Alle antwoordde Jochem hoofdschuddend.
„Ik zou het niet durven bezweren, ritmeester,
men leert de menschen nooit heel en al ken
nen. De kastelein en zijn eenarmige zoon zyn
braaf en eerlyk, zy doen hun werk en bekom
meren zich niet om ons, doch in de kenken
praten de babbelzieke knechts en meideu meer
dan zy verantwoorden kunnen."
„En aan de deuren luisteren zy misschien
ook wel?"
•Dat heb ik nog niet bemerkt, snap ik er
echter een, dan zal hij een Pruisische huzaren-
vuist leeren kennen."
„Beter zou het zyn, wanneer men er zich
voor hoedde, aan de lui aanleiding tot noode-
looze praatjes te geven, begrepen beval Egon.
„Spreek nooit met hen over mijn zaken, ver
raad geen syllabe van datgeen, wat wy hier
met elkaar spreken, zwijg en lnister, en wan
neer ze wat vragen, zoo antwoord hnn dan
beleefd, dat mijn geheimen je onbekend zijn.
En luister nu, wat my zoo straks overkomen
is," ging hy, naderbykomend, zacht voort.
„Ken je den plek aan den grooten weg, waar
eenzaam aan den zoom van het bosch de hooge
eik staat
«Zeker ken ik die, ritmeester," knikte Jochem,
die zijn heer met hoog opgetrokken wenkbrau
wen schrander aanzag.
„Daar is zoo even op my geschoten geworden!"
»Hel en duivel," stoof de oppasser op.
v Stil, het blijft voorloopig onder ons," beval
de ritmeester. „Maken wij de zaak ruchtbaar,
dan ontdekken wy den schurk niet, wy moeten
heimelyk op hem loeren."
«Maar weet ge het bepaald
«De kogel vloog mij langs het hoofd heen,
de schutter moet achter den eik gestaan of
dicht daarbij in het struikgewas gelegen heb-
bén."
„Hebt ge hem gezien
iiNeen, het paard werd zóó onrustig, dat ik
het niet tot staan kon brengen.''
«Wellicht, dat het zoo beter is geweest,"
zeide Jochem, strak voor zich uit kykend, «de
tweede kogel zou u zeer zeker niet gemist
hebben, wanneer ge het bosch waart binnen
gedrongen. O, als wy den moordenaar vinden
Ik bind hem aan een boom en hak hem in
stukken."
•Verkoop de hnid niet, zoolang wy den beer
niet hebben," spotte Egon. Wellicht was het
myn eigen neef, die zich door dit middel van
de erfenis dacht te verzekeren."
«Ik verdenk iemend anders
En wie is die andere
Herinnert ge u nog den vagebond, dien
wy in de herberg aantroffen, toen wy hierheen
reden Holter noemde hij zich, hij beweerde,
dat wij, huzaren, hem beroofd hadden."
„Ja, ja, ik herinner hem my 1"
„Hy zeide ook, dat hij een betrekking als
houtvester wilde zoeken."
•Ja, ja, wat verder?" vroeg Egon onge
duldig.
«De baron vou Eichenfels heeft hem als
houtvester aangesteld."
„Den vagebond?"
„Deuzelfden!" knikte Jochem. „Ik heb den
kerel gisteren in een groenen rok gezien, hy
zet een borst op als een kalkoensche haan. En
ik vertel u, genadige heer, de kerel is een
schurk door en door, hij was in den oorlog
marketenter, spion, roover op het slagveld,
alles behalve soldaat. Hoe komt nu toch de
baron er toe, om zulk een schurk in dienst te
nemen Al kende hy ook al niet zyn verleden,
kon hy het hem toch wel aanzien, dat deze
knaap geen vertrouwen verdiende. Misschien
dat hy wel dadelyk gedacht heeft, dat hij hem
wel goed gebruiken kon, en wie weet hoevele
moorden deze snuiter al op zyn zwart geweten
heeft."
Egon had de armen over de borst gekruist.
in nadenken verzonken liep hij langzaam op
en neder.
Het vermoeden van Jochem scheen hem
zeer geloofwaardig, hy had immers ook Holter
in de oogen gekeken en daarin slechts verra
derlijke boosheid gelezen.
Je hebt misschien gelyk," zeide hy na een
lange rustpoos, terwijl hy voor de tafel staan
bleef om een glas wijn te drinkenmaar be
grijpen kan ik de brutale daad niet. Wanneer
de kogel mij gedood had, dan zou de verden
king terstond op mijn neef gevallen zijn, ge
heim kon de daad onmogelijk blyven, ik heb
hier te veel vrienden, die mij vermissen zouden.*
„Wanneer de moordenaar u eens stilletjeB
in het bosch onder den grond had gestopt?"
•Dan zou myn paard ook zonder zyn mees
ter hier aangekomen zyn en ge zondt me ter
stond op den weg naar Breslau gezocht hebben.*
„Dat spreekt vanzelf, ritmeester, ik laat mijn
heer niet in den steek, al ging het ook regel
recht op de hel aan. Maar wanneer ik nn al
eens uw lyk op den grooten weg gevonden
had, wat zou daardoor nog bewezen zyn Meer
niets, dan dat ge dood waart, den moordenaar
zouden we daardoor in lang nog niet hebben.
Mijnheer de baron zat rustig te huis, hij kon
bewijzen, dat hy zyn kasteel niet verlaten
had, en zijn houtvester bewees wellicht ook,
dat hy op het uur van den moord op een
andere piaatst geweest was. Ontslagen soldaten,
die niets te eten hebben, maken de wegen on
veilig, kan niet een van hen de daad bedreven
hebben? Het plan was niet dom aangelegd.
(Wordt vervolgd.)