't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. "ZieTT1 No, 2017, Woensdag 15 Juni 1892. Twintigste Jaargang. ADonnement VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. AdvertentlBii NIEUWSTIJDINGEN. „ONTÈRFD S Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,12*. Afzonderlijke nummers2 Cent. 8unaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 14 Juni 1892. De cadetten van het 4e studiejaar aan de Kon. Mil. Academie, F. C. Mets, J. A. Jansen en G. A. Vries, allen voor het Indische leger, hebben eindexamen af gelegd en zullen binnenkort worden be vorderd tot 2n luit. der Infanterie. Aan de Westerkerk alhier bleek dezer dagen een niet onbelangrijke reparatie noodig niet minder dan 88 glasruiten moesten ver nieuwd worden. De lieve straatjeugd had on danks het lommer waarin het gebouw bijna verborgen is, het nn en dan tot mikpunt voor hare straatsteenen gekozen. Zoo ondervindt het algemeen eigendom velerlei last; vooral 't jong geplant geboomte, wekt tegenwoordig bij zonder hare aandacht. De met opoffering en zooveel zorg geplante boomen, aan den Pa rallelweg getuigen daarvan in erge mate. Van de meeste boomen is de bast, baldadig afge sneden. Het is spijtig te zien, maar wat is hier tegen te doen De politie is niet in staat alles te zien en courantartikelen met preeken dat het zoo niet moest zgn, baten ook weinig, en toch dient het jong geplante hout, dat weldra allen tot sieraad is, beschermd te worden. Ons dunkt, dat het ook op den weg ligt van de verfraaiiDgs-commissie, om dit on derwerp als een ernstig punt ter bespreking, op de agenda te plaatsen. Vondt ze het middel Grooter nog zou hare verdienste zijn. Pensioenen. Met de wetsvoordracht in de Eerste Kamer tot regeling der pensioenen en onderstanden van het personeel van den loodsdienst voor zeeschepen en aan de weduwen en kinderen van dat personeel werd instemming betuigd, hoewel enkele leden, op den voorgrond stellende, dat zij bij anderen niet ten achter stonden in waardeering van de diensten door het loodspersoneel bewezen, het betreurden, dat het beginsel van terugwerkende kracht in de wet is opgenomen. De botter VD 88, van schipper J. Buis, te Edam, is in het Noordzeekanaal, dicht bij de Oranjesluizen, aangevaren in den nacht door de Almeloosche stoomboot. De botter is nagenoeg geheel vernield. Naar wij vernemen, had de schipper van VD 88 verzuimd licht te branden. Bij Kon. besluit is met 1 Juni a.s. a. den commissaris der loodsen, tevens ont vanger der loodsgelden, te Ter-Neuzen, J. L. van IJsselstein, op zijn verzoek, wegens meer dan 65-jarigen leeftijd, eervol uit zjjne betrekking ontslagen, onder toeken ning van zoodanig pensioen als waarop hij volgens de wettelijke bepalingen zal bevon den worden aanspraak te hebbenb. de adj.-commissaris der loodsen te IJmuiden, J. Jansen, bevorderd tot commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, te Ter-Neuzen c. benoemd tot adjunct- commissaris der loodsen te IJmuiden, de opperstuurman in het vaste korps dek en onderofficieren bij de marine A. H. Clerkx. Bij gewijzigd ontwerp heeft de Re geering thans voorgesteld den accijns op het gedistilleerd niet met f 5 maar slechts met f 3 te verhoogen en die verhooging te doen ingaan op 1 Mei 1893. Een wielrijder heeft op Pinksteren te Baslow een tragischen dood gevonden. Hij viel met zijn tweewieler over een steen en werd overreden door een rijtuigje, waarin zijne verloofde zat. De arme jonkman was onmiddellijk dood. Vrijdagmorgen werd te Diemerbrug een marinier gearresteerd, die bij een schipper, met wien hij van den Amstel was komen medevaren, f 3 had gestolen. Ook werden in zijn bezit gevonderl een roeibootje, een paar kippen, een kruik je never, eenige flesschen cognac en advo- kaat enz., welke voorwerpen blijkbaar van diefstal afkomstig waren. Te Voorst is een bejaard man, die vroeger zijn fortuin in Amerika had ge zocht en te Voorst sedert eenige jaren woonde, overleden. Men meende, dat hij in behoeftige omstandigheden verkeerde en gebrek leed, doch in zijne woning werd nu voor een bedrag van f 17.000 gevon den, welke som aan neefjes en nichtjes ten deel valt. Bij koninklijk besluit van 10 dezer is de oppertorpedist in het vaste korps dek- en onderofficieren bij de zeemacht P. C. van der Sande, benoemd tot broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Donderdagavond kwam de trein, welke om 4.55 nit 's Gravenhage ver trekt, te Gouda aan met een waggon, welke door het warm loopen eener as in brand was geraakt. Het onheil werd op gemerkt door een derde-klasse passagier, die den noodrem in beweging bracht. Er werd daarop met minder kracht tot Gouda doorgestoomd en daar de waggon uitgepikt. De Nederlandsche schipper Biltjens en zijn 17jarige zoon zijn te Mainz in hechtenis genomen, dewijl zij, na eenige herbergen bezocht te hebben, aan boord van de stoomboot »Maruschkac, in een vechtpartij met de bemanning gewikkeld werden, tengevolge waarvan de stuurman Görfzen in het water gevallen men zegt geworpen en verdronken is. Een brutale poging tot diefstal, die wel tot een moord had kunnen leiden, is dezer dagen te Brussel gepleegd. In een huis in de Rue Royale, welks bewoners allen naar buiten waren, was de vrouw van den conciërge 's nachts alleen, toen er hard gescheld en op de luiken geklopt werd. Zij stond op, ging naar de deur en zag, toen zij die met den ketting er op opendeed, haren neef Z., die haar verzocht hem binnen te laten. Zij deed dit niet; maar toen Z. haar vertelde, dat zijne moeder plotseling zeer ziek geworden was en haar wilde zien, sloeg zij gauw een' doek om en ging met hem mee. Onderweg haalde Z., op een eenzame plek, een mes te voorschijn en dwong haar, onder bedreiging met den dood, de belofte af, dat zij alles zou doen wat hij haar gelasten zou. Hij was blijkbaar van plan, in het fraaie huis, waar vele schil derijen en kunstvoorwerpen waren, een slag te slaan. Zij gingen toen samen weer op weg naar de Rue Royalemaar de vrouw wist, zoodra zjj wat van den schrik bekomen was, door list van haren metgezel te ontkomen. Zij gaf voor, dat zij dorst had, troonde hem in een koffie huis en vluchtte van daar door een ach teruitgang naar bloedverwanten in de Rue Allard, aan wie zij het gebeurde vertelde. Deze brachten haar nu naar de Rue Royale terug en toen zij onderweg Z. tegenkwamen, werd die jonge booswicht door zijn eigen schoonbroeder gevat en aan de politie overgeleverd. Het water van den Donau blijft steeds rijzen. De toestand begint ernstig te worden. Het stoombootverkeer tusschen Pressburg en Passau is gestaakt. Er ligt voor het Donaukanaal een ijzeren schip om dit kanaal te kunnen afsluiten. Dezen maatregel zal men weldra nemen, daar men vreest, dat de voorwerpen die door het water worden medegesleurd, de pijlers van de tallooze bruggen, welke over het kanaal liggen, in gevaar zouden bren gen. De voorwerpen die door het water wor den medegesleept, getuig en van devernie- ling die aangericht is. Het marktstadje Pulkau in Neder-Oos- t en rijk is bijna geheel verwoest. Er ko men berichten van tal van bruggen, zoo wel houten als ijzeren, die weggeslagen zijn op verschillende plaatsen van Opper- en Neder-Oostenrijk. Op het water ziet men allerlei voorwerpen drijven. Bij den ingang van het Donaukanaal waren op een oogenblikeen stal, een dood paard, doode herten, honden en ha zen, tallooze wijnflesschen, boomen en struiken, tafels, ramen enz. bijeen. Te Huflau werd een brng vernield op het oogenblik, dat drie mannen er over gingen. Een der mannen wist zich te redden. De beide andere verdronken. Er storten ontzaglijke hoeveelheden wa ter van de Alpen af. Alle beken en bron nen zwellen. Salzburg wordt ernstig be dreigd en Ischl staat reeds voor een ge deelte onder water. De arbeiders, die door den mgnbrand te Przibram om het leven kwamen, laten ongeveer 1100 wezen na. In de >Marien- schacht", waar de brand ontstond, is men thans eindelijk een eind ver doorgedrongen, maar dooden konden er nog niet uitgehaald worden. Voor het bovenbrengen van een doode wordt een premie van f5 betaald. Een hulpcomité heeft zich belast met het verdeelen van de vele inkomende lief degaven. Op het Raadhuis te Birkenberg worden brooden uitgedeeld een brood voor drie personen. Geneeskundigen en mijnbeambten zijn dag en nacht druk in de weer. Er is een groote toevloed van vreemde lingen naar de plaats des onheils. Volgens een rapport van den Oosten- rgkschen Sociaal-Democratischen Bond over de mijnramp te Przibram zou het groot verlies van raenschenlevens daarbij te wjjten zijn aan het gedrag der mijnbeambten, die toen de brand uitbrak, de arbeiders weer hielden van vluchten en verzekerden dat er geen gevaar was. Voorts was de sleu tel van de lokalen waar de brandspuiten geborgen waren niet te vinden, en toen de spuiten eindelijk te voorschijn kwa men, was er geen water te krijgen. De brand moet ontstaan zijn door het vlam vatten der papieren versierselen van een klein houten altaar, dat eenige vrome ar beiders daar hadden opgericht voor Johan- nes van Nepomuk, den beschermheilige van Bohemen. Uit de officieele staten blijkt, dat er 807 arbeiders in de mijn waren op den dag van de ramp. Van dezen kwamen 475 levend boven. Er kwamen dus 332 om het leven. De dooden laten 292 wedu wen en 692 weezen onder de 14 jaar na. Zondag is te Neer-Oeteren, een Bel gisch dorp nabij onze grenzen, de tienjarige Jan Janssen vermoord. De Belgische politie verzoekt, in ver band daarmede, de aanhouding van een landlooper, ongeveer 30 jaar, middelmatig van taille, blonden knevel, slecht gekleed, vermoedelijk Duitscher. Hij zou zich in ons land, en wel in Limburg, ophouden. Kleurenblindheid. Wegens de gevaren, waaraan het reizend publiek door kleurenblindheid bg zeelieden en spoorwegambtenaren blootstaat, he&ft men in verschillende landen een onderzoek ingesteld naar den toestand van de oogen bg verschil lende klassen van ambtenaren. Dr. Almroth, een bekend Engelsch oogheel kundige, stelt in de #Nineteenth Century" voor, dit onderzoek maar geheel op te geven en zgn toevlucht tot een veel eenvoudiger middel te nemen. Een geval van volslagen kleurenblindheid komt zelden voor," zegt hg. ffNiemand ver gist zich tusschen geel en blauw, maar wel tusschen groen en rood. Is het rood echter met een andere kleur doormengd, dan is er geen gevaar voor vergissing." Daarom heeft men er aan gedacht de roode en groene lichten, die bgna altgd bg signalen gebruikt worden, te vervangen door gele en blauwe. Zulke lichten kunnen echter op verren af stand niet waargenomen worden. Vooral bg mistig weder zgn zg moeilijk te onderscheiden. Daarom stelt Dr. Wight voor het rood te ver anderen in geelrood en het groen in blauw groen. Met deze eenvoudige verandering zoude volgens den beroemden oogheelkundige alle gevaar vermeden kunnen worden. Onderzoek van de oogen geeft naar de meening van dr. Wight niet genoeg waarborgen voor de veilig heid van het publiek, omdat kleurenblindheid plotseling intreedt. Een ambtenaar, die gisteren bgv. nog zeer goed de kleuren kon onder scheiden, zal heden bgv. niet kunnen zeggen rood is. Ingezonden. Een volksbelang. Voor eenigen tgd vernam ik, dat een onzer plaatsgenooten zich de moeite had gegeven, het aantal alhier bestaande Colleges eens op te nemen. Hg telde er circa 90. Was dat getal niet zoo verbazend groot, dan zou ik in over weging geven, nog eene nieuwe Vereeniging te stichten, en wel met het doelbevordering van de opruiming van vuile slooten. Ik zal ze maar niet opnoemen ieder die wel eens langs den weg gaat, kent die vieze modderpoelen. Dezer dagen merkte ik nog op, hoe vuil de sloot er uitziet, die het spoorwegterrein van den parallelweg scheidt. Maar zoo zgn er meer slooten, of liever gezegdpoelen, in deze ge meente. Niemand twgfelt er aan, of deze toe stand is nadeelig voor de gezondheid der inge zetenen, en daarom zou de stichting van een Bond, die zich de opruiming van bedoelde slooten ten doel stelde, zoo heel verkeerd nog niet z\jn. Jaar uit jaar in blgven die poelen in denzelfden toestand voortbestaan en in dagen van warmen zonneschijn worden er zeer on behagelijke geuren door verspreid. Herhaal delijk is de wensch geuit, dat het Geneeskundig Staatstoezicht zich de zaak eens mocht aan trekken. Nu men daarop zoo lang reeds te vergeefs heeft gewacht, en de stichting van een Bond waarschijnlijk zou mislukken, zou het nu geen zaak zijn, dat de Gemeenteraad zich de zaak ernstig aantrok? Er moet toch iets aan gedaan worden't Kan zoo niet langer. Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van af 9 Juni tot en met 11 Juni. ONDERTROUWDJ. F. de Lange, boots maat en H. J. Vink. G. A. Krommedam, schipper en G. C. S. van Hees. GETROUWDJ. J. Runnenburg en A. F. Snel. L. van Eenennaam en G. Kaleveld. H. Buitink en A. M. Former. BEVALLENJ. Elshoff, geb. de Groot, d. A. van der Fluit, geb. Kooijman, z. C. Bakker, geb. de Wgn, d. C. Thomasse, geb. van der Bergen, z. A. S. Hart, geb. Vader, z. M. C. Annes, geb. de Graaft', z. OVERLEDENG. J. Kwinkelenberg, echt genoot© van G. Blankers, 30 jaren. E. C. Kunst, 5 jaren. Marine en Leger. De commissie tot het afnemen van het eind examen aan de adspirant-administratenrs der marine zal dit jaar bestaan uitden hoofdin- speotenr van administratie G. H. C. van Nuys, als voorzitterden inBpeoteur van administra tie W. H- F. Vogel, de officier van administra tie le kl. J. A. Bannenberg en J* W. Groeneyk, en den officier van adm. 2e kl. J. S. de Bmyn. als ledenals plaatsvervangende leden in deze commissie kunnen worden aangewezen de offioier van adm. le kl. D. G. Krol van der Hoek en de officier van adm. 2e kl. C. Flaes. Het vertrek van Hr. Ms. schroefstoomzchip le kl. „Johan Willem Friso" is bepaald op 16 Augustus a.s., met bestemming naar de Middel- landsohe Zee. De machinist le kl. der Kon. Ned. Marine G. P. W. Van der Klugt, wordt met 1 Juli a.s. belast met het onderwijs in de stoomwerktaig- Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. H 44.) «Geef dat maar af en maak u in de woning van den opperhoutvester nuttig,zeide hg. Wanneer je trouw en dienstvaardig bent, dan is je toekomst verzekerd. Laat dat meisje alleen gaan, Jochem, ik heb je diensten wellicht nog noodig." Jochem voerde zgn bruid naar buiten, zgn gelaat straalde van vreugde. •Nu wat zegje er nu van vroeg hg. ff Heb ik je te veel beloofd Thans heb je een beteren dienst.* *r Maar den boozen houtvester moet ik toch noch steeds vreezenonderbrak Resi hem bezorgd. rHolter? Die zal zoo lang niet meer hier blijven. Vandaag of morgen zal de duivel hem wel halen. Alles zal wel weer in orde komen. En nu voorwaarts en flink er op los Zij gingen de trap af. Jochem nam van zijn bruid afscheid, die zonder dralen den weg naar de woning van den opperhoutvester wilde aan vaarden. De huzaar begeleidde haar een eind, en toen hg weer naar de herberg terugkeerde, hield daar juist een ruiter voor stil, die van zgn paard steeg. Het was een kleine, magere man, met een grijzen baard, en een vriendelijk, goedig uiter lijk, z\jn kleeding verried zgn welgesteldheid. Dienstvaardig was Jochem toegesneld, om het paard vast te houden, de onbekende klopte hem met de hand vriendelijk op den schouder. »Ook voor de vrijheid mede gevochten vroeg hij. »Of ikantwoordde Jochem. •Braaf zoo, mgn jongen, knikte de onbe kende, //wees nu zoo goed en breng mgn paard op stal." Ik ben hier de huisknecht niet, mijnheer fNiet Nu, neem het mg dan niet kwalijk, ik kan het trouwens ook best zelf doen." Jochem keek in het rond, maar geen knecht liet zich zien. »Ik zal het wel doen," zeide hij, en ver wijderde zich toen met het paard, terwgl de onbekende het hnis hinnentrad. »Wat men eenmaal aangevangen heeft, moet men ook voltooien," bromde Jochem, terwgl hij in den stal het zadel afgespte, »het zal er bij dien heer wel niet op een drinkgeld aan komen. Maar ik zou toch wel eens willen weten, waar of die lummel van een huisknecht uithangt." Hg was nog met het paard bezig, toen de onbekende in den stal kwam en dicht naast hem trad. •Zgt ge de bediende van den baron Von Eichenfels?" vroeg hg op gedempten toon, Jochem keek hem verwonderd aan. Dat ben ik," antwoordde hg, »doch waartoe die vraag.» •Kan ik op stilzwijgen rekenen?" //Wanneer ge niets slechts of verkeerds van mij eischt, jawel!" •Breng dan dezen brief naar uw meester, hg moet hem lezen, maar mag niet naar mij vragen, begrepen ff Jawel •Ik ben hier alleen de hontkooper "Wetter uit Liegnitz, onthoud dat wel." •Zeer goed, maar wat zijt ge dan anders ffNiet vragen, mijn waarde. Later znlt ge wel alles vernemen. Zeg tegen nw meester, dat ik over een paar uur bg den opperhout vester Yon Winterfeld zal zijn. Laat hij mg daar maar opwachten.» »Goed." •En komt gg er dan ook heen." •Zooals u beveelt,» knikte Jochem. //Ha, nu begrijp ik het al, de baron heeft naar Breslan geschreven en nu komt gij om rMoet ik u nogmaals zeggen, dat ge niet vra gen znlt,» onderbrak de houtkooper hem ge melijk. ffSteek den brief in je zak en geef hem je meester niet eerder, dan nadat ik het hnis verlaten heb. Houd u streng aan mijn bevel, er hangt veel van af." •Zoo, zoo, nu gaan de poppen aan het dansen," bromde Jochem, toen de onbekende zich ver wijderd had, »ik ben maar benieuwd hoe dat zal afloopen. Ik moet ook bij den opperhout vester komen, dat zal me een scherp verhoortje geven. Enfin, er maar flink op los, mijn weten is zniver." Hij verliet den stal en trad den weg; op hier wachtte hg totdat de onbekende de her berg uitkwam, met wien hg in het voorbijgaan heimelijk een blik van verstandhouding wis selde. Hij keek hem een poos na en trad toen het huis binnen om zijn meester den brief te overhandigen, wiens onbekende inhoud zgn nieuwsgierigheid in de hoogste mate prikkelde. ELFDE HOOFDSTUK. Mijnen en loopgraven. De houtkooper Wetter had den weg naar het kasteel ingeslagen en met den vriende- lgksten glimlach stond hij voor den kamer dienaar, die hem bij zgn binnentreden van het hnis ontving. Kan ik den baron ook spreken vroeg hij. rWat verlangt n van hem?" antwoordde Jakob, die den onbekende met zgn gewonen wantrouwenden blik monsterde. •Hout te koopen ffZgt ge dan houthandelaar «Ik doe in hont, bonw huizen, handel in groote en kleine goederen, wat wilt ge nog meer?" schertste Wetter. //Het geld heb ik in den zak, ik denk hier eens goede zaken te maken Het wantrouwen van Jakob was geweken, hg diende den houtkooper aan, baron Werner liet hem binnentreden. •Ge wenschtet hout te koopen," vroeg de baron, nadat hij den onbekende met een on derzoekenden blik beschouwd had. r Woont ge in Breslan?" •Neen, in Liegnitz, mijn naam is Wetter. Ik vernam, dat ge veel hont laat vellen, wat anderen betsden, dat kan ik ook gevei), baron, en ik betaal terstond bg de ontvangst in deugdelijke dukaten.» Heel goed, daar spreken wg later wel over, voorloopig moeten wg zien, hoevele stammen er al geveld en ter beschikking zgn. Daar omtrent kan mijn houtvester de beste inlich tingen geven." ffHg zal mg ook de stammen moeten laten zien.» Natuurlijk," hernam de baron, terwgl hg naar de deur schreed en aan het schelkoord trok; ffik geloof dat mgn houtvester nog op het kasteel is, ge kunt dan terstond het uur der bezichtiging met hem afspreken.» Ge bezit schoone bosschen, baron!" /rZgt ge er dan al in geweest?" ffNeen, maar mijn weg voerde er mg langs. Prachtige stammen, dat moet ik zeggen.» jrKoopt ge ook heele bosschen?" ff Waarom niet Alleen moet ik er mgn voordeel in vinden, ik wil daar wel rond voor uitkomen.* z/En ik zou u niet gelooven, wanneer ge het tegendeel verzekerdet. Het is immerB best mo gelijk, dat ik besluit tot den verkoop van een groot deel van mgn bosch," ging de baron voort. »Ik ben namelijk van plan, om mg metterwoon in de residentie te vestigen en hier een rentmeester aan te stellen. De wildstand neemt de overhand en ik ben geen minnaar van de jacht, en alsdan roeit men het wild het beste nit, wanneer men de bosschen velt.' •Zeer waar,» beaamde Wetter, wiens lippen nog steeds de vriendelijke glimlach omspeelde,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1