't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Tweede Blad.
„ONTERFD".
No 2023.
Woensdag 6 Juli 1892.
Twintigste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
ADonnement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,126.
Afzonderlijke nummers2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.v©rt©ntlön
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 5 Juli 1892.
Op ultino Juni telde men bij bet
garnizoen te Helder 78 gehuwde militairen
beneden den rang van officier, te zamen
met 173 kinderen. Hiervan wonen 44 ge
zinnen in gehuurde woningen, waarvoor in
het afgeloopen kwartaal p. m. f 1080 aan
huur door het Rijk is betaald geworden.
Te 's Hertogenbosch is o. a. voor
apothekersbediende geslaagd mej. N. Bruin,
alhier.
De heer Henry Tindal heeft zich tot
de Tweede Kamer gewend met een adres,
waarin hij het verleenen van alle verdere
credieten ten behoeve van de stelling Am
sterdam ontraadt, op grond dat» in geheel
Europa geen enkel deskundige te vinden
is, die deze stelling niet bepaald onzinnig
acht."
Kapitein Bakker zal geen commando
meer voeren op een der booten van de
Ned.-Amerikaansche Stoomvaart-Maatsch.,
maar krijgt bij die Maatschappij een be
trekking aan den wal.
In de omstreken van Deventer is
in de laatste dagen veel hooi binnenge
komen. De hoedanigheid is zeer goed,
maar de opbrengst valt erg tegen. De
rogge en tarwe staan veelbelovend, doch
de haver is geheel mislukt. Aardappelen
stonden in jaren niet zoo schoon te velde.
Groenten zijn er overvloedig- De vrucht-
boomen hebben van den jongsten storm
veel geleden. Het vee is, doordien de
handel naar het buitenland door verboden
uitvoer belemmerd is, goedkoop. Vette
runderen en varkens blijven echter goed
op prijs. De boterprijzen zijn dalende. In
huiden en vellen is weinig handel. De
schorsoogst is goed geslaagd.
Te Bergen-op-Zoom is een ongewa
pend onderofficier ernstig mishandeld ge
worden door twee schippers en een slagers
knecht. Zij sleepten hem over de straat
in de richting van den hoogen walmuur
van de haven, alsof zij hem in het water
wilden werpen. Op het rumoer schoten
spoedig twee onderofficieren en eenige
burgers toe, die op anderhalven meter af-
stands van den kaaimuur den ongelukkige
uit zijn benarden toestand bevrijdden. Hevig
bloedende aan het hoofd en het wangbeen,
werd de mishandelde bewust
nabijzijnd koffiehuis gebracht.
Door de politie is een vervolging tegen
de drie daders ingesteld.
Omtrent de vergiftiging van een
gezin te Maastricht wordt gemeld, dat die
niet werd veroorzaakt door het gebruik
van soep, die met glazuur van den ketel
vermengd was, zooals men aanvankelijk
vermeende, maar wel, doordien de soep
was verontreinigd met bacteriën, die zich
door het lang ongedekt laten staan der
spijze in de door het talrijk gezin be
woonde kamer daarin hadden verzameld.
In die kamer werd, zooals trouwens bij
vele arbeidersgezinnen het geval is, gekookt
gewasschen en geslapen.
Johannes Philippe Heintz, eervol
ontslagen luitenant van het Nederl. O.-I.
leger, heeft zich eenigen tijd geleden voor
den militairen dienst in West-Indië geën
gageerd en wel als sergeant. Daarna is
hij gedeserteerd en volgens bericht van den
kolonel-commandant van het Koloniaal
Werfdepot te Harderwijk, als deserteur
afgevoerd, terwijl zijne aanhouding en
overbrenging naar den auditeur militair
in het 3e arrondissement te Arnhem door
dien hoofdofficier wordt verzocht.
Het is gebleken, dat genoemde deserteur
zich in de laatste dagen te Rotterdam en
's Gravenhage heeft opgehouden, alwaar
hij uit geringe logementen brieven schreef
met verzoek om geld. Een dezer brieven
was geteekend Blommetje.''
Hij is tamelijk lang en schraal en draagt
armoedige heerenkleeding en zeer slecht
schoeisel.
De Weesinrichting te Neerbosch heeft
van iemand te Amsterdam, die onbekend
wenscht te blijven, de belangrijke gift ont
vangen van 150.000 metselsteenen.
De heer J. von Lindern, te Rotter
dam, reeder van het in 1890 te Zandvoort
gestrande barkschip »F. H. von Lindern,"
heeft aan de kinderen van den bij het
redden der equipage van genoemd schip
verdronken Dirk Koper, behoorende tot de
bemanning der reddingsboot te Zandvoort,
een gift van f500 geschonken.
Wie heeft f 1000 over voor een
vliegwerktuig
Iemand te Amsterdam is overtuigd een
vliegmachine uitgedacht te hebben en hg
vraagt thans, wie hem aan genoemd bedrag
wil helpen, noodig om zijn uitvinding sa
men te stellen.
Ravachol heeft nu den tijd, gedurende
welken hij cassatie had kunnen doen aan-
teekenen tegen zijn vonnis, laten voorbij
gaan. Hij weigert ook de genade van
den president der republiek in te roepen.
plaats hebben te Montbrison.
Nu wordt het nog mooier!
Te Amsterdam is door de politie een
commissionnair aangehouden, die 46 blik
ken gecondenseerde melk had verkocht,
welke melk bleek te bestaan uit
stijfselwater
Passagierende Jantjes zijn nogal eens
oorzaak van verwikkelingen tusschen de
Gouvernementen, en zoo zal waarschijnlijk
wel weer een langdurige Spaansch-Duit-
sche quaestie groeien uit het feit, dat te
San Sebastian Duitsche matrozen, die aan
wal waren gegaan, twist met Spanjolen
hebben gekregen, waarin kortjan spoedig
mededeed. De militaire macht kwam er
aan te pas, om de vechtenden te scheiden,
waarbij vijf Duitschers werden gearresteerd.
Niet minder dan 9 Spanjaarden werden
gewond. De bevolking is zeer opgewonden
en liep te hoop voor het Duitsche con
sulaat »Carolina!c schreeuwend. Wie dit
voor een sentimenteelen liefderoep mocht
houden, zij er aan herinnerd, dat de jongste
Spaansch-Duitsche quaestie liep over de
Carolina-eilanden, welke door den Paus in
het voordeel van Spanje werd beslist, doch
die blijkbaar het haatdragend volk nog in
den krop steekt.
49.)
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
Slot.
„Zoo dwaas zal baron Werner niet zijn,"
antwoordde de opperhoutvester, »hij moet nu
thans wel inzien, dat alles verloren is."
»Gaat ge nu zoo terstond heen wendde
Egon zich tot den beambte.
„Zeker, en gij, baron zult me toch vermoe
delijk vergezellen
„Ik ben daartoe bereid."
„Ik eveneens," zeide Reinhard.
„Ook ik," voegde de opperhoutvester er bg.
„Zooals ge wilt, doch ik moet u aldan beleefd
verzoeken, u gewillig aan mijne beschikkingen
te onderwerpen. Buitendien wilde ik er u wel
opmerkzaam op maken, dat Holter ons niet
ontsnappen mag."
„Laat daar mijn beide knechts met Jochem
maar voor zorgen," zeide de opperhoutvester,
„ik zal die luidjes daar verantwoordelijk voor
stellen."
Hij ging de kamer uit en nadat hg de noodige
bevelen had gegeven, verlieten de heeren het
huis, om in het kasteel Eichenfels hun werk
te voltooien.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
In storm genomen.
De zware beschuldiging, die Reinhard von
Tiefenthal tegen baron Werner had ingebracht,
liet graaf Waldringen geen rust, hg moest zich
omtrent de waarheid daarvan zekerheid ver
schaffen. Hg was besloten, het engagement
van zgn dochter te verbreken, zoodra deze
beschuldiging hem bewezen werd, en hg kon
dit des te eerder, wgl hij in Reinhard een
plaatsvervanger vond, die hem in ieder op
zicht schadeloos stelde.
Reinhard von Tiefenthal was rgk, Sabine
beminde hem, hij bezat een edel, ridderlgk
karakter; met zulk een schoonzoon kon graaf
Waldringe zich best gelukwenschen.
Na zich lang bedacht te hebben, besloot hg,
den baron met open vizier te gemoet te treden,
en dit zou dienzelfden middag geschieden,
waarin Jozef Holter in de houtvesterij ge
dwongen werd zgn schuld te bekennen.
Baron Werner ontving den vader zgner
bruid in een opgeruimde stemming, het uit
zicht op den voordeeligen koop, dien hg met
den ge waanden houtkooper dacht te sluiten,
toonde hem de naaste toekomst in het roos-
kleurigste licht.
Graaf Waldringen kwam zonder lange in
leiding ter zake, hij zeide, dat de geruchten,
die er over zgn toekomstigen schoonzoon in
omloop waren, hem verontrustten, vooral daar
baron Werner volgens zijne meening deze ge
ruchten energiek genoeg bestreden had.
»En wat verlangt ge thans van mij vroeg
de baron met een loerenden blik op den ouden
heer. „Zou ik wellicht van de gansche nalaten
schap afstand moeten doen, zonder ook slechts
een poging gedaan te hebben tot hare verde
diging Hoe komt het, dat ge nu zoo plotse
ling aan mij twijfelt, nadat ge me tot dusver
geloof geschonken hebt U zgn de omstandig
heden hier nauwkeurig bekend, ge weet, op
welken voet baron Kurt met zgn zoon stond."
#Hg zou hem niet onterfd hebben, wanneer
die brief met de valsche beschuldiging niet
ngekomen ware."
„Is het dan reeds bewezen, dat de beschul
diging valsch was ging Werner met was
sende verbittering voort. „Mijn neef beweert
het, dat is natuurlijk, hij zal de schuld looche
nen, zoolang hij kan."
.Anderen beweren dit ook."
«Wie, als ik vragen mag?"
„Een vriend, die met hem bij hetzelfde regi
ment heeft gediend."
«Gekheid, dat de eene vriend den anderen
verdedigt vindt ik begrijpelijk, men zou de
waarheid alleen kunnen constateeren door na
vraag te doen bij het regiment, en dezen stap
mag ik niet doen, wijl ik daardoor de verden
king van een hatelijke aanklacht op mij laden
zou."
.Ik vermoed, dat ge het daarom niet doet,
wijl u de vervalsching bekend is," zeide graaf
Waldringen, die zich ergerde aan den spot-
tenden toon van Werner. »En dit mijn ver
moeden steunt op deugdelijke gronden. Uw
nieuwe houtvester was reeds vroeger in uw
dienst, hij is als marketenter de troepen te
velde gevolgd, en ge weet, welk een vreeselijke
verdenking er op hem rust. Vervolgens kwam
hij hierheen terug en men beschuldigt hem
nu, dat hij een moordaanslag op uw neef ge
pleegd heeft."
Werner was van zgn 'stoel opgesprongen, de
aderen op zijn voorhoofd zwollen op, zgn wenk
brauwen trokken zich dreigend te zamen.
„Hoe ge het wagen durft, zullk een vreese-
lgke aanklacht tegen mij in te brengen, dat
begrijp ik werkelgk niet," riep hij veront
waardigd uit. Ik weet niets van een moord
aanslag."
«Des te beter voor u, wanneer deze bewering
waarheid is," onderbrak de graaf hem. .'Als
dan heeft uw houtvester uit eigen beweging
gehandeld, om u een dienst te bewijzen, doch
het was een slechte dienst, want gij wordt
voor hem verantwoordelijk gesteld. Was de
misdaad gelukt, dan
„Ik zeg u nogmaals, dat ik er niets van
weet. Ik zal den houtvester wegjagen, daar
mede bewijs ik voldoende, dat ik met zijn
handelingen niets uit te staan heb. Het proces,
waarmede mijn neef mg dreigt, kan ik gerust
tegemoet zien, ik moet het wel winnen."
«Heel goed, maar vóór den afloop daarvan
zal het huwelgk niet plaats hebbeE."
„Weet ge wel, dat dit proces lang, zeer lang
kan duren."
„Ik weet het, en niettemin staat mgn be
sluit vast," zeide graaf Waldringen op een
toon, die geen tegenspraak scheen te willen
dulden.
Welnu, dan staat mgn besluit ook vast,"
antwoordde Werner, »ik zal over eenige dagen
afreizen om in de residentie den afloop van
het proces af te wachten. Daar vind ik nog
vrienden, die mij vertrouwen en gaarne be
reid zijn, mg tegen boosaardige verdachtma
kingen in bescherming te nemen. Overwee'
dat alles wel, mgnheer de graaf, ik wil u niet
nogmaals op de voordeden opmerkzaam ma
ken, die er voor u uit onze nauwere verbin
ding zouden voortvloeien."
„Genoeg, baron, deze voordeelen kunnen
mij alleen dan wenschelgk toeschijnen, wanneer
zij zich met mijn eer vereenigen laten. Ik ge
loof dat het raadzaam is, dat wij niet verder
over dit onderwerp spreken, het proces zal
over de aanklacht, die tegen u ingebracht wordt,
beslissen, wachten wij alzoo het vonnis af."
.En alleen om mij dit zeggen zijt ge hier
heen gekomen vroeg Werner, toen de graaf
opstond.
„Neen, ik had verwacht, dat ge die aan
klacht wederleggen zoudt en daardoor mijn
twgfel en mgne bedenkingen opheffen, dat is
helaas niet gebeurd, en daarom dan ook ge
biedt de eer van mijn huis mij het besluit te
nemen, dat ik u heb medegedeeld. Uw plan
om naar Berlijn te gaan en u daar metter
woon te vestigen, verandert daaraan niets, wij
zien elkaar vóór dien tijd wellicht nog eens
Hij brak af, voetstappen en stemmen deden
zich daarbuiten hooren, baron Werner ging
naar de deur en opende haar.
Ontsteld trad hg achteruit, toon hij de heeren
zag binnentreden, het werd hem terstond dui
delijk dat de voorgenomen koop van het hout
slechts een voorwendsel was geweest, om hem
in een val te lokken, die hem nu verderfelijk
moest worden.
De beambte liet hem den tgd niet, een vraag
tot hem te richten, hij was haastig binnenge
treden en had achter de hem volgende heeren
de deur gesloten.
„Uw houtvester en vroegere kamerdienaar
Jozef" Holter is gearresteerd, baron zeide hg
kalm, „hij heeft reeds zijne en ook uwe schuld
bekend, de heeren hier kunnen het getuigen."
Strak rustte de blik van Werner op den
spreker, zijn gezicht was vaal geworden, de
angst van hot kwa e geweten kampte in zijne
trekken zichtbaar met den ontwakenden trots.
„Wie zgt gij stoof hij op. „Ge heb u van
morgen als houtkooper aan mij voorgesteld
„Dat was slechts een list, die mij gelegen
heid moest aanbieden, om uw houtvester eens
in het verhoor te nemen. In waarheid ben ik
beambte der geheime politie te Breslau en als
zoodanig belast met het onderzoek betreffende
de verdenking, die op u rust. Uw tegenwoor
dige kamerdienaar is insgelgks gearresteerd
en dat wel wegens onderschepping van meer
dere brieveD, die baron Egon aan zijn bruid
verzonden heeft. Deze onderschepping is on
getwijfeld door u bevolen geworden, wellicht
ook weet de kamerdienaar iets meer te zeggen
aangaande dien plotselingen val van dat beeld
op het sterfuur van uw oom. Dat deze val, die
ten doel had een geweldig leven teweeg te
brengen, niet aan een toeval toe te schrijven
was, zulks is aan geen den minsten twijfel
onderhevig, evenmin als het na de bekentenis
van uw houtvester nog twijfelachtig kan zijn,
dat gij de poging tot moord op uw neef goed
gekeurd of misschien zelfs wel bevolen hebt."
»En dat alles moet ik mij onder mijn eigen
dak laten welgevallen riep Werner woedend.
De verklaring van een vagebond, wiens heb
zucht ik nfet bevredigen wilde
„Die verklaringen worden voldoende gestaafd
door een document, dat zich in mijn handen
bevindt," ging de beambte voort. „Dat Holter
den regimentsbrief geschreven heeft, is bewezen,
hij was zoo slim, om het voorschrift, dat ge
hem gegeven hadt te bewaren, en dit papier
nu is in mijn bezit, er zal licht te constateeren
zijn, of ge de regels eigenhandig geschreven
hebt."
Werner wendde het gelaat af, zijn tanden
groeven zich diep in de onderlip in, het viel
hem onbeschrgflgk moeielijk, zgn woede te
onderdrukken.
„Heeft Holter den brief vervalscht, gelijk hij
beweert, dan zal hij ook wel mijn handschrift
vervalscht hebben, om de schuld op mij te
laden," zeide hij schouderophalend.
»Dit uit te maken, zou de zaak zgn van
hel gerecht," antwoordde de beambte, terwijl
graaf Waldringen fluisterend met Egon en
den oppasser stond te praten, die voor Werner
slechts koele, verachtelijke blikken hadden
„het betreft hier een vervalsching, een onder
schepping van brieven en een poging tot moord,
Ik zou mij genoopt zien, om u op de getuigenis
van uw werktuig 'c laten arresteeren, wanneer
baron Egon von Eichenfels mij niet verzocht
had, zijn naam te sparen. Wanneer ge vrij
willig van het erfdeel afstand doet en het kas
teel op zijn laatst morgen voor immer verlaat,
dan zal het onderzoek tegen u en uwe bedien
den niet verder voortgezet worden, en wel
alleen daarom niet, opdat er goon vlek op den
naam eener familie valle, die nimmermeer kan
uitgewischt worden. Wilt ge deze voorwaarde
niet aannemen, dan noopt ge mij, om u als
gevangene naar Breslau to laten brengen, u
on uw beide bedienden. Do gendarmen zgn in
de nabijheid, zij kunnen binnen een half uur
hier zijn. Hebt gg nog iets aan deze verklaring
toe te voegeu, baron Von Eichenfels?"
„Neen," antwoordde Egon, zijn neef den rug
toekeerende, „mijn eer verbiedt mg iedere on
derhandeling met dezen man. Ik laat hem be
denktijd tot morgen middag, neemt hij ons
voorstel niet aan, dan behoeft hij ook niet meer
te rekenen op eenige verschooning mijnerzijds,
want ik beschouw hem dan niet alleen als een
eerloozen bedrieger, maar ook als den moor
denaar mijns vaders."
Werner wilde wederom woedend opstuiven,
doch zijn blik ontmoette slechts ernstige, drei
gende gezichten, en bovendien maakten de hee
ren aanstalten om de kamer te verlaten.
«Denk niet, dat een heimelgke vlucht u zou
kunnen redden," nam de beambte nogmaals
het woord, »de schande zou u volgen en in
uw vaderland kondet ge niet meer terugkee-
ren, gij zoudt in het buitenland niet anders
zgn dan een verachte bedelaar. Ik kan u slechts
den raad geven om ons voorstel aan te nemen
en een beroep te doen op de genade van uw
neef."
De heeren hadden de kamer verlaten, graaf
Waldringen wendde daar buiten zich tot Rein
hard.
»Ik verwacht u morgenmiddag," zeide hg
ernstig, terwijl hg hem de hand bood, „ik kan
er slechts dankbaar voor zgn, dat mij de oogen
bijtijds geopend zijn geworden, ik huiver als
ik denk aan het lot, dat mijn eenig kind aan
de zijde van dezen man te wachten stond. Ik
zou u thans wel willen verzoeken, mij te be
geleiden, doch ge zult begrijpen, hoezeer deze
onthullingen mij geschokt hebben, en boven
dien, ik zou gaarne eerst Sabine willen voor
bereiden."
»Tot morgen dus
Na Reinhard nogmaals de hand gedrukt to
hebben, verwijderde hg zich schielijk, terwijl
de overige heeren den weg insloegen naar de
woning van den opperhoutvester. Toen de be
ambte den volgenden dag in gezelschap van
Egon het slot Eichenfels weder betrad, waren
de schuldigen verdwenen.
Baron Werner had dien nacht een hevige
scène met den ouden kamerdienaar gehad, hij
re6ds in de vroegte weggereden, zonder
afscheid van het dienstpersoneel te nemen.
Kort daarop had ook Holter het kasteel
verlaten, hij was in voortdurende vrees voor
de gendarmen geweest, men meende gezien te
hebben, dat hg met een bescheiden pakje in
de hand zgn weg door het bosch had genomen,
wijl hij vreesde op den grooten weg de ver
tegenwoordigers der wet tegen het lijf te loopen.
Een schriftelgk bewijs, dat baron Werner
afstand deed van zijn rechten op d& erfenis,
werd niet gevonden, 't geen echter niet belette,
dat Egon bezit nam van het slot, 't welk nu
ook Jochem en Resi binnentrokken.
Tegen den avond keerde het paard, waar
mede Werner weggereden was, zonder ruiter
terug, het vermoeden lag alzoo voor de hand,
dat laatstgenoemden een ongeluk was overko
men.
Egon zond onverwijld dienstpersoneel uit, om
den omtrek te doorzoeken, doch eerst den vol
genden dag werd het lijk van Werner in het
struikgewas langs den weg en wel in de na
bijheid van den hoogen eik gevonden.
Of men hier met een zelfmoord to doen had
dan wel met een gewonen moordaanslag, ge
pleegd met het doel om den baron te boroo-
ven, dit kon nimmer ontdekt worden.
Een schot in het hoofd had den baron ge
dood, wees dit op zelfmoord, de berooving van
het lgk deed daarentegen tot een misdaad be
sluiten.
De berooving kon echter ook later plaats
gevonden hebbener werd namelijk vastge
steld dat een bende marodeurs tegen den mid
dag do streek doorgetrokken was. De moge
lijkheid lag zeer wel voor de hand, dat deze
bende het lijk gevonden en beroofd had, maar
evengoed kon men den ruiter overvallen en
doodgeschoten hebben.
Wat er dan ook van de zaak zijn mocht,
de dood van Werner onthief Egon van de
noodzakelijkheid, om door een proces zgn rech
ten to doen gelden. Holter ontving het beloofde
loon, onder vloeken en verwenschingen verliet
hg het schouwtooneel van zijn mislukte mis
daad.
Met vaste hand en onvermoeide volharding
wijdde Egon zich nu aan het zeer verwaar
loosde beheer zijner goederen.
Jochem, die al kort daarop met Resi trouwde,
kreeg de betrekking van eersten kamerdienaar,
terwgl Resi als huishoudster in het kasteel
heerschte, een bekwame houtvester werd in
dienst genomen, het oude, onbetrouwbare per
soneel door nieuwe krachten vervangen.
Voor graaf Waldringen brak thans ook een
betere tijd aan.
Onmiddellijk na zgn verloving mot Sabine
had Reinhard den ouden heer verzocht hem on
bewimpeld zijn omstandigheden bloot to leggen.
Dat was gebeurd en daarop had Reinhard be
sloten met zijn vermogen de schulden te delgen
en gemeenschappelijk met zijn toekomstigen
schoonvader het beheer verder te voeren, dat
nu met zekerheid aanzienlijke winsten deed
verwachten, en te gelijker tijd aan Reinhard's
werkzaamheid een dankbaar veld aanbood.
Zoo verstreek de winter, en nu kwam plot
seling te midden van de toebereidselen voor
het dubbele huwelijk der beide bruidsparen de
tijding, dat Napoleon van Elba teruggekeerd
en de oorlog wederom verklaard was.
Ook Egon en Reinhard ontvingen do oproe
ping, om zich weder bg hun regiment aan te
sluiten, zg konden onmogelijk achterblijven, en
ditmaal vergezelden heete tranen de laatste
afscheidswoorden. Maar spoedig daarop keerden
de zegevierende strgders terug en nu droeg
ook Reinhard het IJzeren kruis op de borst,
dat hij zich bij Waterloo had verworven.
Feestelgk was ditmaal de ontvangst der huis
waarts keerenden vlaggen en bloemfestoenen,
muziek en kanonschoten begroetten de overwin
naars, die voortaan aan de zijde hunner jonge
echtgenooten den vrede vonden.
Jozef Holter was in dezen laatsten voldtocht
bg het berooven der gevallenen op heeterdaad
betrapt en zonder vorm van proces gefusilleerd
geworden, van den ouden Jakob werd nimmer
meer iets vernomen.
EINDE.