't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Tweede Blad. „ONTERFD". No 2023. Woensdag 6 Juli 1892. Twintigste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. ADonnement p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,126. Afzonderlijke nummers2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Ad.v©rt©ntlön Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 5 Juli 1892. Op ultino Juni telde men bij bet garnizoen te Helder 78 gehuwde militairen beneden den rang van officier, te zamen met 173 kinderen. Hiervan wonen 44 ge zinnen in gehuurde woningen, waarvoor in het afgeloopen kwartaal p. m. f 1080 aan huur door het Rijk is betaald geworden. Te 's Hertogenbosch is o. a. voor apothekersbediende geslaagd mej. N. Bruin, alhier. De heer Henry Tindal heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met een adres, waarin hij het verleenen van alle verdere credieten ten behoeve van de stelling Am sterdam ontraadt, op grond dat» in geheel Europa geen enkel deskundige te vinden is, die deze stelling niet bepaald onzinnig acht." Kapitein Bakker zal geen commando meer voeren op een der booten van de Ned.-Amerikaansche Stoomvaart-Maatsch., maar krijgt bij die Maatschappij een be trekking aan den wal. In de omstreken van Deventer is in de laatste dagen veel hooi binnenge komen. De hoedanigheid is zeer goed, maar de opbrengst valt erg tegen. De rogge en tarwe staan veelbelovend, doch de haver is geheel mislukt. Aardappelen stonden in jaren niet zoo schoon te velde. Groenten zijn er overvloedig- De vrucht- boomen hebben van den jongsten storm veel geleden. Het vee is, doordien de handel naar het buitenland door verboden uitvoer belemmerd is, goedkoop. Vette runderen en varkens blijven echter goed op prijs. De boterprijzen zijn dalende. In huiden en vellen is weinig handel. De schorsoogst is goed geslaagd. Te Bergen-op-Zoom is een ongewa pend onderofficier ernstig mishandeld ge worden door twee schippers en een slagers knecht. Zij sleepten hem over de straat in de richting van den hoogen walmuur van de haven, alsof zij hem in het water wilden werpen. Op het rumoer schoten spoedig twee onderofficieren en eenige burgers toe, die op anderhalven meter af- stands van den kaaimuur den ongelukkige uit zijn benarden toestand bevrijdden. Hevig bloedende aan het hoofd en het wangbeen, werd de mishandelde bewust nabijzijnd koffiehuis gebracht. Door de politie is een vervolging tegen de drie daders ingesteld. Omtrent de vergiftiging van een gezin te Maastricht wordt gemeld, dat die niet werd veroorzaakt door het gebruik van soep, die met glazuur van den ketel vermengd was, zooals men aanvankelijk vermeende, maar wel, doordien de soep was verontreinigd met bacteriën, die zich door het lang ongedekt laten staan der spijze in de door het talrijk gezin be woonde kamer daarin hadden verzameld. In die kamer werd, zooals trouwens bij vele arbeidersgezinnen het geval is, gekookt gewasschen en geslapen. Johannes Philippe Heintz, eervol ontslagen luitenant van het Nederl. O.-I. leger, heeft zich eenigen tijd geleden voor den militairen dienst in West-Indië geën gageerd en wel als sergeant. Daarna is hij gedeserteerd en volgens bericht van den kolonel-commandant van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk, als deserteur afgevoerd, terwijl zijne aanhouding en overbrenging naar den auditeur militair in het 3e arrondissement te Arnhem door dien hoofdofficier wordt verzocht. Het is gebleken, dat genoemde deserteur zich in de laatste dagen te Rotterdam en 's Gravenhage heeft opgehouden, alwaar hij uit geringe logementen brieven schreef met verzoek om geld. Een dezer brieven was geteekend Blommetje.'' Hij is tamelijk lang en schraal en draagt armoedige heerenkleeding en zeer slecht schoeisel. De Weesinrichting te Neerbosch heeft van iemand te Amsterdam, die onbekend wenscht te blijven, de belangrijke gift ont vangen van 150.000 metselsteenen. De heer J. von Lindern, te Rotter dam, reeder van het in 1890 te Zandvoort gestrande barkschip »F. H. von Lindern," heeft aan de kinderen van den bij het redden der equipage van genoemd schip verdronken Dirk Koper, behoorende tot de bemanning der reddingsboot te Zandvoort, een gift van f500 geschonken. Wie heeft f 1000 over voor een vliegwerktuig Iemand te Amsterdam is overtuigd een vliegmachine uitgedacht te hebben en hg vraagt thans, wie hem aan genoemd bedrag wil helpen, noodig om zijn uitvinding sa men te stellen. Ravachol heeft nu den tijd, gedurende welken hij cassatie had kunnen doen aan- teekenen tegen zijn vonnis, laten voorbij gaan. Hij weigert ook de genade van den president der republiek in te roepen. plaats hebben te Montbrison. Nu wordt het nog mooier! Te Amsterdam is door de politie een commissionnair aangehouden, die 46 blik ken gecondenseerde melk had verkocht, welke melk bleek te bestaan uit stijfselwater Passagierende Jantjes zijn nogal eens oorzaak van verwikkelingen tusschen de Gouvernementen, en zoo zal waarschijnlijk wel weer een langdurige Spaansch-Duit- sche quaestie groeien uit het feit, dat te San Sebastian Duitsche matrozen, die aan wal waren gegaan, twist met Spanjolen hebben gekregen, waarin kortjan spoedig mededeed. De militaire macht kwam er aan te pas, om de vechtenden te scheiden, waarbij vijf Duitschers werden gearresteerd. Niet minder dan 9 Spanjaarden werden gewond. De bevolking is zeer opgewonden en liep te hoop voor het Duitsche con sulaat »Carolina!c schreeuwend. Wie dit voor een sentimenteelen liefderoep mocht houden, zij er aan herinnerd, dat de jongste Spaansch-Duitsche quaestie liep over de Carolina-eilanden, welke door den Paus in het voordeel van Spanje werd beslist, doch die blijkbaar het haatdragend volk nog in den krop steekt. 49.) Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. Slot. „Zoo dwaas zal baron Werner niet zijn," antwoordde de opperhoutvester, »hij moet nu thans wel inzien, dat alles verloren is." »Gaat ge nu zoo terstond heen wendde Egon zich tot den beambte. „Zeker, en gij, baron zult me toch vermoe delijk vergezellen „Ik ben daartoe bereid." „Ik eveneens," zeide Reinhard. „Ook ik," voegde de opperhoutvester er bg. „Zooals ge wilt, doch ik moet u aldan beleefd verzoeken, u gewillig aan mijne beschikkingen te onderwerpen. Buitendien wilde ik er u wel opmerkzaam op maken, dat Holter ons niet ontsnappen mag." „Laat daar mijn beide knechts met Jochem maar voor zorgen," zeide de opperhoutvester, „ik zal die luidjes daar verantwoordelijk voor stellen." Hij ging de kamer uit en nadat hg de noodige bevelen had gegeven, verlieten de heeren het huis, om in het kasteel Eichenfels hun werk te voltooien. TWAALFDE HOOFDSTUK. In storm genomen. De zware beschuldiging, die Reinhard von Tiefenthal tegen baron Werner had ingebracht, liet graaf Waldringen geen rust, hg moest zich omtrent de waarheid daarvan zekerheid ver schaffen. Hg was besloten, het engagement van zgn dochter te verbreken, zoodra deze beschuldiging hem bewezen werd, en hg kon dit des te eerder, wgl hij in Reinhard een plaatsvervanger vond, die hem in ieder op zicht schadeloos stelde. Reinhard von Tiefenthal was rgk, Sabine beminde hem, hij bezat een edel, ridderlgk karakter; met zulk een schoonzoon kon graaf Waldringe zich best gelukwenschen. Na zich lang bedacht te hebben, besloot hg, den baron met open vizier te gemoet te treden, en dit zou dienzelfden middag geschieden, waarin Jozef Holter in de houtvesterij ge dwongen werd zgn schuld te bekennen. Baron Werner ontving den vader zgner bruid in een opgeruimde stemming, het uit zicht op den voordeeligen koop, dien hg met den ge waanden houtkooper dacht te sluiten, toonde hem de naaste toekomst in het roos- kleurigste licht. Graaf Waldringen kwam zonder lange in leiding ter zake, hij zeide, dat de geruchten, die er over zgn toekomstigen schoonzoon in omloop waren, hem verontrustten, vooral daar baron Werner volgens zijne meening deze ge ruchten energiek genoeg bestreden had. »En wat verlangt ge thans van mij vroeg de baron met een loerenden blik op den ouden heer. „Zou ik wellicht van de gansche nalaten schap afstand moeten doen, zonder ook slechts een poging gedaan te hebben tot hare verde diging Hoe komt het, dat ge nu zoo plotse ling aan mij twijfelt, nadat ge me tot dusver geloof geschonken hebt U zgn de omstandig heden hier nauwkeurig bekend, ge weet, op welken voet baron Kurt met zgn zoon stond." #Hg zou hem niet onterfd hebben, wanneer die brief met de valsche beschuldiging niet ngekomen ware." „Is het dan reeds bewezen, dat de beschul diging valsch was ging Werner met was sende verbittering voort. „Mijn neef beweert het, dat is natuurlijk, hij zal de schuld looche nen, zoolang hij kan." .Anderen beweren dit ook." «Wie, als ik vragen mag?" „Een vriend, die met hem bij hetzelfde regi ment heeft gediend." «Gekheid, dat de eene vriend den anderen verdedigt vindt ik begrijpelijk, men zou de waarheid alleen kunnen constateeren door na vraag te doen bij het regiment, en dezen stap mag ik niet doen, wijl ik daardoor de verden king van een hatelijke aanklacht op mij laden zou." .Ik vermoed, dat ge het daarom niet doet, wijl u de vervalsching bekend is," zeide graaf Waldringen, die zich ergerde aan den spot- tenden toon van Werner. »En dit mijn ver moeden steunt op deugdelijke gronden. Uw nieuwe houtvester was reeds vroeger in uw dienst, hij is als marketenter de troepen te velde gevolgd, en ge weet, welk een vreeselijke verdenking er op hem rust. Vervolgens kwam hij hierheen terug en men beschuldigt hem nu, dat hij een moordaanslag op uw neef ge pleegd heeft." Werner was van zgn 'stoel opgesprongen, de aderen op zijn voorhoofd zwollen op, zgn wenk brauwen trokken zich dreigend te zamen. „Hoe ge het wagen durft, zullk een vreese- lgke aanklacht tegen mij in te brengen, dat begrijp ik werkelgk niet," riep hij veront waardigd uit. Ik weet niets van een moord aanslag." «Des te beter voor u, wanneer deze bewering waarheid is," onderbrak de graaf hem. .'Als dan heeft uw houtvester uit eigen beweging gehandeld, om u een dienst te bewijzen, doch het was een slechte dienst, want gij wordt voor hem verantwoordelijk gesteld. Was de misdaad gelukt, dan „Ik zeg u nogmaals, dat ik er niets van weet. Ik zal den houtvester wegjagen, daar mede bewijs ik voldoende, dat ik met zijn handelingen niets uit te staan heb. Het proces, waarmede mijn neef mg dreigt, kan ik gerust tegemoet zien, ik moet het wel winnen." «Heel goed, maar vóór den afloop daarvan zal het huwelgk niet plaats hebbeE." „Weet ge wel, dat dit proces lang, zeer lang kan duren." „Ik weet het, en niettemin staat mgn be sluit vast," zeide graaf Waldringen op een toon, die geen tegenspraak scheen te willen dulden. Welnu, dan staat mgn besluit ook vast," antwoordde Werner, »ik zal over eenige dagen afreizen om in de residentie den afloop van het proces af te wachten. Daar vind ik nog vrienden, die mij vertrouwen en gaarne be reid zijn, mg tegen boosaardige verdachtma kingen in bescherming te nemen. Overwee' dat alles wel, mgnheer de graaf, ik wil u niet nogmaals op de voordeden opmerkzaam ma ken, die er voor u uit onze nauwere verbin ding zouden voortvloeien." „Genoeg, baron, deze voordeelen kunnen mij alleen dan wenschelgk toeschijnen, wanneer zij zich met mijn eer vereenigen laten. Ik ge loof dat het raadzaam is, dat wij niet verder over dit onderwerp spreken, het proces zal over de aanklacht, die tegen u ingebracht wordt, beslissen, wachten wij alzoo het vonnis af." .En alleen om mij dit zeggen zijt ge hier heen gekomen vroeg Werner, toen de graaf opstond. „Neen, ik had verwacht, dat ge die aan klacht wederleggen zoudt en daardoor mijn twgfel en mgne bedenkingen opheffen, dat is helaas niet gebeurd, en daarom dan ook ge biedt de eer van mijn huis mij het besluit te nemen, dat ik u heb medegedeeld. Uw plan om naar Berlijn te gaan en u daar metter woon te vestigen, verandert daaraan niets, wij zien elkaar vóór dien tijd wellicht nog eens Hij brak af, voetstappen en stemmen deden zich daarbuiten hooren, baron Werner ging naar de deur en opende haar. Ontsteld trad hg achteruit, toon hij de heeren zag binnentreden, het werd hem terstond dui delijk dat de voorgenomen koop van het hout slechts een voorwendsel was geweest, om hem in een val te lokken, die hem nu verderfelijk moest worden. De beambte liet hem den tgd niet, een vraag tot hem te richten, hij was haastig binnenge treden en had achter de hem volgende heeren de deur gesloten. „Uw houtvester en vroegere kamerdienaar Jozef" Holter is gearresteerd, baron zeide hg kalm, „hij heeft reeds zijne en ook uwe schuld bekend, de heeren hier kunnen het getuigen." Strak rustte de blik van Werner op den spreker, zijn gezicht was vaal geworden, de angst van hot kwa e geweten kampte in zijne trekken zichtbaar met den ontwakenden trots. „Wie zgt gij stoof hij op. „Ge heb u van morgen als houtkooper aan mij voorgesteld „Dat was slechts een list, die mij gelegen heid moest aanbieden, om uw houtvester eens in het verhoor te nemen. In waarheid ben ik beambte der geheime politie te Breslau en als zoodanig belast met het onderzoek betreffende de verdenking, die op u rust. Uw tegenwoor dige kamerdienaar is insgelgks gearresteerd en dat wel wegens onderschepping van meer dere brieveD, die baron Egon aan zijn bruid verzonden heeft. Deze onderschepping is on getwijfeld door u bevolen geworden, wellicht ook weet de kamerdienaar iets meer te zeggen aangaande dien plotselingen val van dat beeld op het sterfuur van uw oom. Dat deze val, die ten doel had een geweldig leven teweeg te brengen, niet aan een toeval toe te schrijven was, zulks is aan geen den minsten twijfel onderhevig, evenmin als het na de bekentenis van uw houtvester nog twijfelachtig kan zijn, dat gij de poging tot moord op uw neef goed gekeurd of misschien zelfs wel bevolen hebt." »En dat alles moet ik mij onder mijn eigen dak laten welgevallen riep Werner woedend. De verklaring van een vagebond, wiens heb zucht ik nfet bevredigen wilde „Die verklaringen worden voldoende gestaafd door een document, dat zich in mijn handen bevindt," ging de beambte voort. „Dat Holter den regimentsbrief geschreven heeft, is bewezen, hij was zoo slim, om het voorschrift, dat ge hem gegeven hadt te bewaren, en dit papier nu is in mijn bezit, er zal licht te constateeren zijn, of ge de regels eigenhandig geschreven hebt." Werner wendde het gelaat af, zijn tanden groeven zich diep in de onderlip in, het viel hem onbeschrgflgk moeielijk, zgn woede te onderdrukken. „Heeft Holter den brief vervalscht, gelijk hij beweert, dan zal hij ook wel mijn handschrift vervalscht hebben, om de schuld op mij te laden," zeide hij schouderophalend. »Dit uit te maken, zou de zaak zgn van hel gerecht," antwoordde de beambte, terwijl graaf Waldringen fluisterend met Egon en den oppasser stond te praten, die voor Werner slechts koele, verachtelijke blikken hadden „het betreft hier een vervalsching, een onder schepping van brieven en een poging tot moord, Ik zou mij genoopt zien, om u op de getuigenis van uw werktuig 'c laten arresteeren, wanneer baron Egon von Eichenfels mij niet verzocht had, zijn naam te sparen. Wanneer ge vrij willig van het erfdeel afstand doet en het kas teel op zijn laatst morgen voor immer verlaat, dan zal het onderzoek tegen u en uwe bedien den niet verder voortgezet worden, en wel alleen daarom niet, opdat er goon vlek op den naam eener familie valle, die nimmermeer kan uitgewischt worden. Wilt ge deze voorwaarde niet aannemen, dan noopt ge mij, om u als gevangene naar Breslau to laten brengen, u on uw beide bedienden. Do gendarmen zgn in de nabijheid, zij kunnen binnen een half uur hier zijn. Hebt gg nog iets aan deze verklaring toe te voegeu, baron Von Eichenfels?" „Neen," antwoordde Egon, zijn neef den rug toekeerende, „mijn eer verbiedt mg iedere on derhandeling met dezen man. Ik laat hem be denktijd tot morgen middag, neemt hij ons voorstel niet aan, dan behoeft hij ook niet meer te rekenen op eenige verschooning mijnerzijds, want ik beschouw hem dan niet alleen als een eerloozen bedrieger, maar ook als den moor denaar mijns vaders." Werner wilde wederom woedend opstuiven, doch zijn blik ontmoette slechts ernstige, drei gende gezichten, en bovendien maakten de hee ren aanstalten om de kamer te verlaten. «Denk niet, dat een heimelgke vlucht u zou kunnen redden," nam de beambte nogmaals het woord, »de schande zou u volgen en in uw vaderland kondet ge niet meer terugkee- ren, gij zoudt in het buitenland niet anders zgn dan een verachte bedelaar. Ik kan u slechts den raad geven om ons voorstel aan te nemen en een beroep te doen op de genade van uw neef." De heeren hadden de kamer verlaten, graaf Waldringen wendde daar buiten zich tot Rein hard. »Ik verwacht u morgenmiddag," zeide hg ernstig, terwijl hg hem de hand bood, „ik kan er slechts dankbaar voor zgn, dat mij de oogen bijtijds geopend zijn geworden, ik huiver als ik denk aan het lot, dat mijn eenig kind aan de zijde van dezen man te wachten stond. Ik zou u thans wel willen verzoeken, mij te be geleiden, doch ge zult begrijpen, hoezeer deze onthullingen mij geschokt hebben, en boven dien, ik zou gaarne eerst Sabine willen voor bereiden." »Tot morgen dus Na Reinhard nogmaals de hand gedrukt to hebben, verwijderde hg zich schielijk, terwijl de overige heeren den weg insloegen naar de woning van den opperhoutvester. Toen de be ambte den volgenden dag in gezelschap van Egon het slot Eichenfels weder betrad, waren de schuldigen verdwenen. Baron Werner had dien nacht een hevige scène met den ouden kamerdienaar gehad, hij re6ds in de vroegte weggereden, zonder afscheid van het dienstpersoneel te nemen. Kort daarop had ook Holter het kasteel verlaten, hij was in voortdurende vrees voor de gendarmen geweest, men meende gezien te hebben, dat hg met een bescheiden pakje in de hand zgn weg door het bosch had genomen, wijl hij vreesde op den grooten weg de ver tegenwoordigers der wet tegen het lijf te loopen. Een schriftelgk bewijs, dat baron Werner afstand deed van zijn rechten op d& erfenis, werd niet gevonden, 't geen echter niet belette, dat Egon bezit nam van het slot, 't welk nu ook Jochem en Resi binnentrokken. Tegen den avond keerde het paard, waar mede Werner weggereden was, zonder ruiter terug, het vermoeden lag alzoo voor de hand, dat laatstgenoemden een ongeluk was overko men. Egon zond onverwijld dienstpersoneel uit, om den omtrek te doorzoeken, doch eerst den vol genden dag werd het lijk van Werner in het struikgewas langs den weg en wel in de na bijheid van den hoogen eik gevonden. Of men hier met een zelfmoord to doen had dan wel met een gewonen moordaanslag, ge pleegd met het doel om den baron te boroo- ven, dit kon nimmer ontdekt worden. Een schot in het hoofd had den baron ge dood, wees dit op zelfmoord, de berooving van het lgk deed daarentegen tot een misdaad be sluiten. De berooving kon echter ook later plaats gevonden hebbener werd namelijk vastge steld dat een bende marodeurs tegen den mid dag do streek doorgetrokken was. De moge lijkheid lag zeer wel voor de hand, dat deze bende het lijk gevonden en beroofd had, maar evengoed kon men den ruiter overvallen en doodgeschoten hebben. Wat er dan ook van de zaak zijn mocht, de dood van Werner onthief Egon van de noodzakelijkheid, om door een proces zgn rech ten to doen gelden. Holter ontving het beloofde loon, onder vloeken en verwenschingen verliet hg het schouwtooneel van zijn mislukte mis daad. Met vaste hand en onvermoeide volharding wijdde Egon zich nu aan het zeer verwaar loosde beheer zijner goederen. Jochem, die al kort daarop met Resi trouwde, kreeg de betrekking van eersten kamerdienaar, terwgl Resi als huishoudster in het kasteel heerschte, een bekwame houtvester werd in dienst genomen, het oude, onbetrouwbare per soneel door nieuwe krachten vervangen. Voor graaf Waldringen brak thans ook een betere tijd aan. Onmiddellijk na zgn verloving mot Sabine had Reinhard den ouden heer verzocht hem on bewimpeld zijn omstandigheden bloot to leggen. Dat was gebeurd en daarop had Reinhard be sloten met zijn vermogen de schulden te delgen en gemeenschappelijk met zijn toekomstigen schoonvader het beheer verder te voeren, dat nu met zekerheid aanzienlijke winsten deed verwachten, en te gelijker tijd aan Reinhard's werkzaamheid een dankbaar veld aanbood. Zoo verstreek de winter, en nu kwam plot seling te midden van de toebereidselen voor het dubbele huwelijk der beide bruidsparen de tijding, dat Napoleon van Elba teruggekeerd en de oorlog wederom verklaard was. Ook Egon en Reinhard ontvingen do oproe ping, om zich weder bg hun regiment aan te sluiten, zg konden onmogelijk achterblijven, en ditmaal vergezelden heete tranen de laatste afscheidswoorden. Maar spoedig daarop keerden de zegevierende strgders terug en nu droeg ook Reinhard het IJzeren kruis op de borst, dat hij zich bij Waterloo had verworven. Feestelgk was ditmaal de ontvangst der huis waarts keerenden vlaggen en bloemfestoenen, muziek en kanonschoten begroetten de overwin naars, die voortaan aan de zijde hunner jonge echtgenooten den vrede vonden. Jozef Holter was in dezen laatsten voldtocht bg het berooven der gevallenen op heeterdaad betrapt en zonder vorm van proces gefusilleerd geworden, van den ouden Jakob werd nimmer meer iets vernomen. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1