»'t Vliegend Blaadje. -*•
KLEINE COURANT®
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. 'SiEr
Ho 2030.
Zaterdag 30 Juli 1802.
Twintigste Jaargang.
KALENDER DEB WEEK*
NIEUWSTIJDINGEN.
Propmma van het 12de Zomer-Concert,
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Abonnement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,12*.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burnux: SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT.
Advertenuen
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau! bezorgd zijn.
Opkomst der Zon 4 u. 20 m.
Onderg. 7 u. 51 m.
JULI, Hooimaand, 31 dagen.
Zondag 31 Eerste Kwartier.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Maandag 1
Dinsdag 2 Verjaardag van H. M. de
Woensdag 3 Konigin-Regentes.
Donderdag 4
Vrijdag 5
Zaterdag 6
HELDER, 29 Juli 1892.
Hoe nuttig en heilzaam een instelling
ook zy, toch is een opwekkend en aansporend
woord wel eens noodig. Dit woord dient thans
wel eens te worden gesproken, nu de gelegen
heid wordt aangeboden aan jongelieden, om
zich aan te melden voor de lessen aan de
Herhalingschool. Nuttiger inrichting is
er in de gemeente wellicht niet. De aloude
klacht, dat het onderwas, op de lagere school
genoten, zoo lichtelijk vervloeit, wordt door de
Herhalingschool zoo goed als wegge
nomen. En bovendien onze tijd vordert in
schier eiken stand ontwikkelde menschen,
die toonen met vrucht gebruik te hebben ge
maakt van het lager onderwijs. Na het ver
laten der school wordt er door velen maar heel
weinig aan gedaan, om het op de school ge
leerde te onderhouden en uit te breiden. De
Herhalingschool is gesticht, om in dat ongerief
te voorzien. Onder de leiding van den bekwa
men directeur wordt avond aan avond onder
wijs gegeven, het vroeger geleerde herhaald
en nog eens een kijkje gegeven op het gebied
van kennis en wetenschap, 't Ware wel te
wenschen, dat het nut en het voordeel van
het Herhalingsonderwijs nög meer
werd gekend en betracht, 't Ware wel te wen
schen, dat de knapen en meisjes, niet het minst
ook hunne ouders, een goed besef hadden van
het weldadige van 't onderwijs, dat aan onze
Herhalingschool wordt gegeven. Toch
was ten vorigen jare het aantal leerlingen vry
talrijk en we zagen het met belang
stelling werd door de jongelieden van het de
gelijk onderricht geprofiteerd. Ook nu zij het
getal leergierigen groot, en ook in 't volgend
seizoen zij de Herhalingschool een instelling,
die voor velen een bron is van nuttige kennis,
een welkome gelegenheid tot voorbereiding
voor het maatschappelijk leven, dat hun wacht,
en dat in onzen tijd nog al gewichtige eischen
stelt.
Aan den onlangs opgetreden Schout
bij-nacht, Directeur en Commandant der
Marine, bevelhebber in deze stelling, werd
jl. Dinsdag een bezoek gebracht door het
coHege van Burgemeester en Wethouders
dezer gemeente en door den Commandant
en de verdere officieren der dienstdoende
Artillerie-Schutterij alhier.
Dinsdagmiddag is te Halfweg bij
Haarlem door den trein, die te één uur
van Amsterdam naar Uitgeest vertrekt, een
werkman van de H. IJ. S. M overreden.
Zwaar aan het hoofd gewond en in hope-
loozen toestand werd hij opgenomen.
De trein kwam hierdoor 15 minuten te
laat het station Uitgeest binnen.
De trein die van den Helder kwam en
aansluiting heeft te Zaandam met den
trein van Amsterdam naar Enkhuizen,
miste daardoor die aansluiting.
Zondagavond jl, namen een drietal
heeren plaats in een wagen eerste klasse
van den trein, die te 9.33 van den Haag
naar Rotterdam vertrekt. In de coupé
gekomen, bluften zij er op, dat zy door de
slechte controle der plaatsbewijzen, best in
een hoogere klasse konden plaats nemen,
dan hun kaartje aanduidde.
Toevallig was de stationschef van Delft
mede in dezelfde coupé aanwezigkalm
hoorde hij het gesprek der heeren aan,
maar kon toch niet nalaten aan het station
Delft den hoofdconducteur te roepen om
de plaatsbewijzen der reizigers te contro
leeren. Toen bleek dan ook, dat de drie
heeren maar een biljet 2e klasse hadden.
Nu moesten de heeren uitstappen, ieder
een boete betalen van f 3 en konden eerst
met een lateren trein naar Rotterdam ver
trekken, alles tengevolge van de slechte
controle".
Maandagavond, omstreeks halfelf, na
afloop van het vuurwerk te Scheve aingen.
stond een 22-jarig jongmensch, de heer v.
d. Dr., uit Den Haag, op een der balkons
van een naar Den Haag vertrekkende Staats
spoorweg-stoomtram, toen onderweg hem
de hoed van het hoofd woei. Hy sprong
van de tram, liep zjjn hoofddeksel achterna,
dat tusschen de rails viel, en werd juist
op het oogenblik, dat hij zijn hoed van
den grond opnam, door een andere stoom
tram aangegrepen, omvergeworpen en over
reden. De vingers van de rechterhand
zijn zoogoed als afgesneden, terwijl de lin
kerarm op verschillende plaatsen ernstig
is gekneusd en aan het hoofd ook eenige
lichtere kwetsuren waren op te merken.
Hij is terstond naar het Ziekenhuis over
gebracht.
Aan boord onzer oorlogsschepen zal
een proef worden genomen met soep in
blikken in plaats van soep aan boord be
reid van versch vleesch. Een voorloopige
proef genomen aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam heeft zeer goed
voldaande soep uit blikken bereid, werd
krachtig, voedzaam en uitmuntend van
smaak bevonden.
Een treurige levensloop!
In de strafgevangenis te Groningen be
vindt zich thans een man, zekere J. C. S.
die, in 1839 geboren, bijna zijn gansche
leven achter slot en grendel heeft doorge
bracht. Op 11 jarigen leeftijd werd hij reeds
door de rechtbank te Amsterdam wegens
diefstal veroordeeld tot 14 dagen celstraf
in 1852 door diezelfde rechtbank tot 6
maanden gevangenis en in 1853 tot gelijke
straf; in 1856 tot 2 jaar en in 1858, dus
kort na zijn ontslag tot 5 jaar. In 1864
aangehouden wegens bedelarij, werd hij
veroordeeld tot opzending naar een rijks
werkinrichting.
Intusschen namen zijne misdaden niet al
leen toe in aantal, maar ook in hoedanigheid.
Tot dusver nog steeds gevonnisd wegens
vergrijp aan andermans goed, werd hij den
17 Juni 1865 door het provinciaal ge
rechtshof van Drente veroordeeld tot de
straffe des doods, welk vonnis echter bij
kon. besluit van 21 Augustus 1865 ver
anderd is in gevangenisstraf van 24 jaren
en 8 maanden. Ongeveer 3 jaren in den
kerker doorgebracht hebbende, wist hij door
verbreking van afsluiting te ontvluchten.
Om zijne vlucht mogelijk te maken, trachtte
hij door diefstal, door middel van inbraak
zich van kleeren te voorzien, maar werd
aangehouden, en deswege in 1868 veroor
deeld tot 6 jaren hechtenis, welke nu zijn
veranderd in 3 jaren celstraf. Ten einde
nu deze straf te ondergaan, is hij dezer
dagen naar de gevangenis te Groningen
overgebracht.
Te Aardenburg wilde iemand zijn
zoon een klap om de ooren geven, wat
zjjne vrouw, die bjj toeval een mes in de
hand had, hem wilde beletten. De man sloeg
met een der handen in het mes, waardoor
hem een vinger bijna geheel werd afge
sneden, terwjjl drie andere min of meer
gekwetst werden.
De arrondissements-rechtbank te
Arnhem heeft J. A. A. en zijne huisvrouw,
die verleden week terechtstonden ter zake
van het bevorderen van ontucht, den eersten
bekl. tot 4 jaren, de tweede bekl. tot ll/s
jaar gevangenisstraf veroordeeld, tevens
met ontzetting van vaderljjke macht en
voogdij den eersten bekl. voor den tijd van
9, de tweede bekl. voor den tijd van 6 jaren.
Goolam Kader, die reeds eenigen tijd
te Amsterdam vertoeft en veel van zich
doet spreken als wonderdokter in de oog
heelkunde, is door het kantongerecht al
daar, wegens het onbevoegd uitoefenen der
geneeskunde, veroordeeld tot zes boeten,
elk van f 300.subsidair 60 dagen ge
vangenisstraf en een boete van f200.—
subs. 40 dagen gevangenisstraf.
Stroopers-kostwinning.
Dokter en Piet kennen mekaar goed, zeer
goed. Wat meer is, zij verstaan elkaar. Dok
ter is een liefhebber van de jacht en in 't
bezit van een jachtakte. Piet is des dokters
gids bij het jagen en geoefend schutter. Kwade
tongen zeggen, dat hy stroopt. Maar mag een
brutale haas of eend zoo maar op Piets erf
komen 't Ljjkt er niet naar 1
»Ik kryg morgen gasten, Piet, zou je me
niet eens kunnen helpen aan
Dokter geeft Piet de hand, Piet neemt de
pet af en knypt een oog dicht.
#In naam der wet, man 1" zegt de dorps
veldwachter. #Strooperij, kerelStroopery
Proces-verbaal
i/Kom, Heinzegt Piet tot den handhaver
der wet, *de jongens liggen te bedga mee,
er zal nog wel wat in het fleschje zyn.
Hein houdt wel van een drupske, maar kijkt
boos, als hy zulke taal hoort.
Piet komt thuis en zegt»Ik ben er gloeiend
bij, wyfHein lust nou geen slokje."
Zes dagen later. Piet is wvoor" geweest.
Boete en onkosten 14 gulden of twee dagen
hechtenis.
Dokter wil volstrekt niet hebben, dat Piet
twee dagen bromt. »Hier kerel, veertien gul
den, maak dat je wegkomt.
_Piet draalt nog«Dokter mag ik
gaan zitten ^Welzeker geef het geld maar
aan je wyf."
Piet gaat in hechtenis. Hy heeft het achter
slot en grendel best, veel beter dan thuis.
En dan het geld nogKleine Gerrit draagt
al een nieuwe broek Mie heeft nieuwe laars
jes gekregen en moeder de vrouw heeft een
nieuwen hoed besteld.
Piet heeft gebromd. Een paar dagen later
spreekt hy den dokter. »Wel Piet?"
Weet u geen middeltje, dokter, om op zoo'n
fatsoenlijke manier 6 dagen van de week te
zitten
(Historisch volgens de »Midd. Crt.")
Aan de »Deli-Ct." wordt uit Atjeh
gemeld, dd. 14 Juni:
Gisteren avond rukte een patrouille
onder den 2en luitenant Dijkstra van Lam
permei uit om een bende Atjehers, die
zich in hinderlaag had opgesteld bij Tjot-
Iri (op de plaats waar wylen luitenant
Cornelissen sneuvelde), te verjagen. De
Atjehers hielden moedig stand bij het vuur
gevecht en ook bij den aanval.
De commandant van Tjot Iri, le luite
nant Kesler, rukte ook uit zijne benting
om de patrouille Dijkstra te ondersteunen.
Er werd toen nog een aanval gedaan,
waarna de Atjehers het hazenpad kozen.
Bij die gelegenheid werden gewond: de
2e luitenant Dijkstra (klewang-houw over
den arm, de le luitenant Kesler (klewang-
houw op het hoofd). Beide officieren heb
ben hunnen dienst hervat. Een inlandsch
fuselier werd zoo zwaar verwond, dat hy
niet lang daarna overleed. Een Eur. fou-
rier had een schotwond in de lies en een
in den schouder, zyn leven is in gevaar;
zes andere minderen werden door schoten
en klewanghouwen licht gewond.
De vijand liet 7 dooden achterhet
aantal gewonde Atjehers is nog niet bekend.
De Gouverneur is heden per extra-trein
naar die posten gegaan.
Zondagochtend is op de hoogte van
Boston, in een dikken mist, het jacht de
»Alva", van den bekenden Spoorweg-ko
ning Yanderbilt, door een koopvaarder in
den grond geboord. Aan boord van de Alva"
bevonden zich Yanderbilt zelf, zyn gezin,
veel genoodigden en 53 schepelingenzij
werden door den uitkijk gewekt. Vander-
bilt en zyn vrienden snelden in hun nacht
gewaad de brug opde koopvaarder nam
allen aan boord en bracht hen behouden
te Boston terug.
De heer Vallot, die het observatorium
op den Mont-Blanc gebouwd heeft, is er
in geslaagd met groot levensgevaar den
gletscher van »La Tête Rousse" te onder
zoeken. Na groote rotsblokken te zijn over-
gekloramen, oevond de heer Vallot zich
bij een ontzaggelijk ijsmeer, dat meer dan
een millioen kubieke meter water bevatte.
De drukking van deze watermassa heeft
het voorste gedeelte van den gletscher
doen afbreken. Deze ontdekking maakt
een einde aan de tegenstrijdige verklarin
gen der verschillende geleerden omtrent de
oorzaak van de ramp te Saint Gervais.
Uit Jassi (Rumenië) wordt ons van
24 Juli geschreven
»De cholera schynt zich in Rusland
steeds verder te verspreiden en men neemt
hier ook alle mogelijke maatregelen om
een doordringen in deze streken te voor
komen. Gisteren zou hier een Russisch
operagezelschap een voorstelling geven
het moest evenwel aan de grenzen in qua
rantaine blyven liggen.
Trekt de cholera over de grenzen, dan
is in een stad als Jassi, de ellende niet
te overzien, want menschen, koeien, zwy-
nen, ganzen en eenden, alles woont hier
in krotten van huizen door elkaar. Overal
modderpoelen voor de huizen en mestvalen
achter de woningen. Lucht en licht kan
slechts door de deuren binnendringen,
vensters kennen de menschen niet. Na
tuurlijk spreek ik hier van de voorsteden,
waaronder dan ook de weg van het station
naar de stad gerekend moet worden.
Badinrichtingen en baden in de huizen
kent men hier niet, tenminste wanneer
men de modderplassen, waarin de varkens
aan den openbaren weg liggen te genieten,
niet als zoodanig wil betitelen. Met een
woord: 'tis hier geen Broek in Water
land.
Een dokter te Astrakan, in Rusland,
die bij het jongste cholera-oproer aldaar
aan den dood ontsnapte, beschrijft in een
brief aan een vriend de stad als een groot
ziekenhuis. Bij de vele zieken-barakken
is bijna ieder groot huis tot hospitaal
ingericht. Die huizen zyn toch door de
bewoners verlaten, de voorname lieden,
rijke kooplieden en burgers zyn allen ge
vlucht naar Moskou, St. Petersburg of het
buitenland.
De dokter geeft daarna een verhaal van
zijn vlucht voor het woedende volk, dat
de cholera weet aan de geneesheeren die,
zoo vertelde men elkaar, de zieken vergif
tigd hadden, om hen dan levend te ver
branden. De woeste menigte bestormde
de hospitalen en barakken, velde de be
dienden neder en doodde verscheidene ge
neesheeren. De zieken werden op hunne
bedden op straat gesleept en het volk
danste dan er om heen, onder het zingen
van volksliederen.
Zes of acht kerels met bijlen en een
paar revolvers sloegen de deur van den
briefschrijver in en stormden zijne kamer
binnen. Hy vluchtte door het venster (dat
laag bij den grond was) en snelde naar
een weide dichtbij het huis, waar hy zich
verschool tusschen het hooge, verdorde
gras.
Daar hoorde hij geruimen tijd het gejoel
der menigte en het gejammer der zieken.
Toen werd alles opeens stil en een
oogenblik later sloegen er hooge vlammen
uit het ziekenhuishet gepeupel had het
in brand gestoken. De wind dreef vonken
en stukken brandend hout naar het gras
veld, dat hier en daar al begon te branden,
en de vluchteling moest zyn schuilplaats
verlaten. Hy vluchtte in den tuin van
een naburig huis. De bewoner van dat
huis, die hem kende, was bereid hem een
schuilplaats te verleenen. Daar klinkt buiten
een woest gebrul en er wordt met bijlen
op de deur gebonsd. De dochter des huizes
komt doodelijk verschrikt aansnellen
Vader, het volk wil ons vermoorden!
Onze vroegere koetsier is aan het hoofd
der bende
De drie verscholen zich toen in den
kelder, waar zestig vaten spiritus en nog
een aantal vaten wijn lagen. Daar hoorden
zij boven hun hoofd de plunderaars den
boel vernielen. Eindelijk, toen alles stuk
geslagen was, drongen zij ook in den kelder
door. De woestelingen deden zich daar
tegoed aan den drank, die er lag, en de
andere vaten sloegen zij stuk; het was
een vloed van spiritus.
»Hé, jongens riep er een. »Als wij
den spiritus eens aanstaken Dat zou een
mooi brandje zyn!« »»Ja, maar dan
moeten we eerst door het kelderluik naar
buiten. Anders verbranden wij allemaal
meeDe troep ging weg en de
vluchtelingen hadden nog juist den tijd
uit den kelder naar den tuin te snellen.
Nauwelijks hadden zy dien nieuwen schuil
hoek bereikt, of daar sloegen de spiritus
vlammen uit de kelderramen en in een
oogwenk stond het huis in lichte laaie.
Den volgenden dag kwam er versterking
van de militaire macht. De orde werd
hersteld en een aantal oproermakers wer
den in hechtenis genomen.
De drie arbeiders, die in de Emeran-
kolenmijn bij Bilin (Noord-Bohemen) ze
ventien dagen levend begraven waren,
hadden, toen zij pas bedolven waren, ge
tracht met hunne bijlen zich een uitweg
te banenmaar na verloop van eenigen
tyd gaven zij, uitgeput van vermoeienis,
dat werk op.
Zij lieten toen alle hoop op redding
varenmaar zij trachtten toch zich in
het leven te houden door het drinken van
koel, zuiver water, dat op een bepaalde
plaats in de mijn uit den grond vloeide.
De honger martelde hen zoozeer, dat zij
hunne pijpen en tabakszakken opaten.
Eindelijk, den 17en dag van hunne gevan
genschap, kwam er redding opdagen.
Horak, de sterkste der drie mannen, was
aan het zoeken naar water, toen hij uit
geput op den grond vielmaar terwijl
hij daar lag, zag hy licht door een gaatje,
dat arbeiders die in een ander deel der
mijn werkten, hadden gemaakt. Hy riep
om hulp. De mijnwerkers, die zijn ge
smoorde kreten voor de stemmen van spo
ken hielden, namen verschrikt de vlucht;
maar hun opzichter hield hen tegen en
haalde hen over mee te werken om de
levend begravenen te bevryden. Na twee
uren hard werken, gelukte dat.
De drie mannen vielen, zoodra zij boven
den grond kwamen, bewusteloos neer
maar zy kwamen later weer bij en thans
is hun toestand bevredigend.
Naar men uit New-York bericht,
zijn Edison's electrische etablissementen
aldaar afgebrand. Honderden arbeiders
zijn daardoor zonder werk.
Bij een kinderlijkje.
Moeders vreugde en vaders lust
Ging ter rust.
Och, wat vlymt en woedt de smartc
Nu het harte,
Wyl het leven is uitgebluscht.
Tranen wekken 'tkind niet weer.
'tLigt daar neer
Als een beeldje op zijn sponde.
Droeve stonde
Och, wat doet dat scheiden zeer.
Treurende ouders, 'k voel uw wee
Met u mee.
Duister is het om u henen,
En slechts weenen
Kunt ge, met een hart vol wee.
Klaagt uw smart, maar wanhoopt niet.
God toch ziet
In uw droefheid op u neder
En stilt weder
Door den tyd uw bang verdriet.
Burgerlijke Stand, gem. Helder,
Van af 25 Juli tot en met 27 Juli.
ONDERTROUWD n
GETROUWD: breene*
BEVALLEN C. v. d. Heidevan Dok, z.
H. KuiperSteijaart, d. L. LabreeBoerma,
z. A. M. PomperPortegys, d.
OVERLEDEN: G. S. Werkendam, 3 weken.
P. London, 80 jaren.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 20 26 Juli.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWDJ. Kuiper en C. Vonk.
GEBORENHendrik Harmen z. v. J. A.
Spigt en A. Halsema. Johanna Margaretha
Catharina, d. v. G. Barhorst en H. Spigt.
Aaltje, d. v. C. de Jager en E. Lap.
OVERLEDENNeeltje Blom, 14 j. d. v.
A. Blom en P. Hoogheid. Simon Boon, 1 j.,
z. v. J. Boon Sz. en D. Koning.
op ZONDAG 31 JULI 1892,
's middags 21/* uur.
1. „Fanfani, Marchede //Le Voyage en Afri-
que", Franz de Suppé. 2. Ouverture„Mi
reille", Ch. Gounod. 3. Romance sans paroles,
A. Klughardt. 4. „Auf hohen Befehl", Oper
von Carl Reinecke. a. Einzugmarsch. b. Me-
nuetto. c. Pastorale, d. Gavotte. PAUZE.
5. Concert-Ouverture, (Es Dar), Carl Machte.
6. Fantaisie über „beliebte Lieder", A. Par-
low. 7. „Donau Weibchen", Walzer aus der
Operette: „Simplicius", Joh. Strauss.
Afloop der Veiling van Huizen en Erven,
op Woensdag 27 Juli, ten overstaan
van Notaris HORDIJK.
1. Een Huis en Erf met Tuin, in een Steeg
in de Vyzelstraat, groot 5 aren 23 centiaren,
kooper de heer L. Buter voor f 600. 2. Een
Huis en Erf aan de Gasstraat, groot 70 cen
tiaren, kooper de heer G. de Beurs, voor f 5Ó8.
3, 4, 5 en 6 Vier Huizen en Erven in de
Wagenstraat, kooper de heer A. Liedmeier,
voor f1744. 7. Een Huis en Erf aan de Wa
genstraat, kooper de heer A. Liedmeier, voor
f580. 8, 9 en 10. Een Winkelhuis met Boet
en Erf, een Huis en Erf, beide in de Wagen
straat en een perceel Bouwterrein op den hoek
van de Hartenstraat, kooper de heer W. Koe
nen, voor f 3474. 11 en 12. Een Huis, inge
richt tot Koffiehuis en Logement, en een Win
kelhuis en Erf aan de Zuidstraat, hoek Oester-
steeg, kooper de heer J. Dykshoorn, voor f 3030.
Marine en Leger.
Blijkens bij het dep. van marine ontvangen
bericht is Hr. Ms. stoomschip „Bonaire", in den
namiddag van 25 dnzer te Hnelva (Spanje) aan
gekomen, en Hr. Ms. stoomschip „Sommelsdijk",
in den voormiddag van 26 dezer van Lonrenco-
Marques (Delagoabaai) vertrokken.