't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ho. 2044. Zaterdag 17 September 1892. Twintigste Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. ProEramma van Iet 151e Zomer-Concert, BLANCA's GEHEIM. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36: Opkomst der Zon 5 u. 41 m. Onderg. 6 n. 6 m. SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen. Zondag 18 Maandag 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Quat. N. M. Donderdag 22 Israël. Nieuwjaar. Vrijdag 23 id. id. id Zaterdag 24 id. HELDER, 16 Sept. 1892. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer A. R. Hofsteede, destijds alhier godsdienst leeraar bij de Israëlitische gemeente, zal eerstdaags in 't licht geven »Wilhelmina Zakkalender" voor 't Israël, jaar 5653 (189293). Voor Israëlieten bevat 't boekje behalven een nauwkeurige kalender, ook opgave van Kerk- en Armbestuur, 't Men gelwerk, gevloeid uit de pen van bekwame Israëlitische letterkundigen, zal zonder twijfel gaarne gelezen worden. Daar de prijs slechts 25 cents is, zullen velen, die den hr. Hofsteede van vroeger gekend heb ben, geneigd gevonden worden hunne namen te plaatsen op de inteekenlijst, voorhanden bij de hh. Berkhout en Co. Niet op Maandag 19, zooals in ons vorig nommer is vermeld, maar op Dinsdag 20 Sept. zal de plechtige opening der Staten-Generaal plaats hebben. De maand Augustus heeft, blijkens den staat der rijksmiddelen, voor de schat kist f 10,627,000 opgeleverd. In het ge heel heeft de schatkist gedurende de 8 maanden f 75,146,000 ontvangen, of f 4,148,000 meer dan in hetzelfde tijdvak van 1891. Te Angerlo, bij Doesburg, had Zater dagavond een treurig ongeval plaats. Me vrouw A., uit Dordrecht, met haar echt genoot bjj haar schoonbroeder gelogeerd, ging beide heeren, die op de jacht waren, een eind te gemoet. Door de vroeg inval lende schemering schjjnt zij in een sloot te zijn gevallen, waarin nauwelijks twee voet water was. Toen de heeren terug gekeerd waren en vernamen dat mevrouw A. hen te gemoet was gegaan, gingen zij terug en vonden de ongelukkige voorover liggen, in de modder gestikt. Dinsdagavond is een 22jarige machi nist van de Westlandsche stoomtram, ter wijl hij tusschen Monster en Poeldijk te ver buiten de machine boog, met het hoofd tegen een boom geslagen. Hij tuimelde achterover en tusschen zijn machine, waar hem, vermoedelijk door de zuigerstangen, een arm en een hand verbrijzeld werden. De conducteur van de tram, het ongeval bemerkende, stapte op de machine over en sloot den stoom af. In deerniswaardigen toestand werd de jonge man per tram in Den Haag aangebracht en naar het zie kenhuis vervoerd. Dinsdagavond heeft aan den Schen- deldijk ('s-Gravendeel) de arbeider W. in 't Veld zijn schoonvader J. Monster in drift 1 zoodanig met een mes gestoken, dat de man nog steeds bewusteloos is en vermoe delijk stervende. Naar men zegt had in 't V. oneenigheid met zijn vrouw, hetgeen nogal eens meer gebeurde, én moet op het hulpgeschrei de vader zijn toegeschoten, om zijne dochter te bevrjjden. De rechter-commissaris, vergezeld van den substituut-officier van justitie en den waarnemenden griffier bij de arrondisse- ments-rechtbank te Dordrecht, hebben zich naar die plaats begeven, teneinde een on derzoek in te stellen. (»D. C.") Te Amsterdam bestormen honderden personen het Duitsche consulaat-Generaal, om zich als ziekenoppassers voor Hamburg aan te melden. Bij hunne aanmelding bij het consulaat-generaal moesten zij afge wezen worden, daar geen Nederlandsche verplegers voor Hamburg gevraagd zijn of gebruikt kunnen worden. Een gezelschap muzikanten uit Gro ningen zou te Loppersum een uitvoering geven en kwam daar ter plaatse aan. Yoor de trein geheel stilstond, sprong een van 't gezelschap, de jeugdige De Vries, van den waggon. Hij had het ongeluk te vallen en onder den trein te geraken, wat hem het leven kostte. Een milicien van het 6de reg. inf. te Breda, die op den avond van de verja ring der Koningin bij een gevecht aan een agent van politie een verwonding toe bracht en dientengevolge in voor-arrest zat, wist Vrijdagavond van het oogenblik, waarop de deur van de provoost voor een dienstzaak moest geopend worden, gebruik te maken om te ontsnappen en zich in de Singelgracht achter het exercitieveld te werpen, waaruit hij later levenloos werd opgehaald. Een jonge Hollandsche arts, dr. J., heeft in een hotel te Berlijn getracht door het gebruik van belladona zich van het leven te berooven. Men vond hem reeds bewusteloos. Uit een brief bleek dat le vensmoeheid de oorzaak van zijn poging tot zelfmoord is. Veel kans op het behoud van zijn leven bestaat niet. Onze boertjes zijn zoo dom niet! Een oude Flakkeesche boer had water voor zijn vee noodig en begon een welput te graven. Het was een zwaar werk. Langzamerhand naderde het werk zijn vol tooiing en het succes scheen volkomen te zullen zijn. Maar, helaas, op een goeden dag, toen hij er de laatste hand aan gelegd had, stortte de put in en de arbeid van een heele week was verloren. Een oogenblik trok ons boertje zich van wanhoop de haren uit het hoofdtoen kreeg lip een ingeving. Hij trok zijn jas uit, nam zijn pet af en legde die zorgvuldig aan den rand van den ingestorten put. Toen kroop hij zelf onder een nabijgelegen hooischelf en wachtte af de dingen die komen zouden. Het duurde niet lang of er liep een buurman voorbij, die eens naar den put ging kijken. Hij zag hoe treurig het ermee stond en toen hij de pet en de jas van den eigenaar erbij zag liggen, meende hij na tuurlijk, dat de ongelukkige man bg de instorting was meegesleept en nu op den bodem van zijn put onder het puin bedol ven lag. 't Spreekt vanzelf, dat hjj, door menschlievendheid gedreven, dadelijk alarm maakte en na korten tyd waren een groote menigte boeren om de plek verzameld. Met schoppen en spaden groeven ze tot zij den put geheel hadden leeg gehaald. Het was een zwaar en vermoeiend werk, maar de genegenheid voor het ongelukkige slachtoffer en het ernstige verlangen om hem te redden, schonk den arbeiders krachten. Eindelijk was de taak volbracht en de put tot den bodem leeggedolven doch van den ouden boer was geen spoor te ont dekken. Nadat ze hem vergeefs gezocht hadden, togen ze vermoeid huiswaarts. Toen kwam de boer uit zjjn schuilplaats te voorschijn en dankbaarheid vervulde zijn hart, dat de naastenliefde toch nog niet geheel uit dit tranendal verdwenen 18 Uit Berlijn worden door particulieren gedurig blikken met eetwaren naar Ham burg verzonden. Dit geschiedt gewoonlijk op verzoek van familieleden uit Hamburg. Onlangs schreef een dame aan hare moeder te BerlijnLieve moeder, erbarm u over ons en zend ons dagelijks iets te eten, an ders verhongeren wij. Wij zijn te angstig om hier iets te koopen. Nu eens is een familie lid van een bakker of kruidenier aan de cholera overleden, dan Weer zijn er andere personen in dat huis gestorven. Er wordt altijd gevreesd, dat het eten der waren ge vaarlijk zal wezen en dan is men ook nog bang in dergelijke huizen zich tot het doen van inkoopen te begeven." Het aantal Hamburgers, die vertrok ken sedert het uitbreken der cholera-epide- mie, wordt reeds op 28,000 geschat. Hamburg, de zoo zeer geteisterde stad, mag als een der schoonste steden van Europa genoemd worden. Ze had met alle steden van vroegeren oorsprong dat gelijk, dat ze in een gedrongen stand gebouwd was. Het begin der uitbreiding vond plaats na de ontmanteling der vesting, met welke in 1819 begonnen was, maar ook sedert een grooten brand, die in 1842 in de stad woedde werd de herbouw van het verwoeste gedeelte met ruimer en fraaier in deeling ondernomen. De stad ligt aan den rech ter oever van de Elbe pl. m. 20 uren van hare monding en brengt even als de Alster, eene kleinere rivier, het water door verschil lende kanalen in de stad. Groote zeeschepen kunnen met den vloed, die zich tot 5 k 6 ure boven de stad uitstrekt, Hamburg naderen, waar twee havens, de Bovenhaven en Beneden- haven, de rivier- en zeeschepen opnemen. Het drinkwater, zoo nauw in verband met de volks gezondheid, moet deels door waterleidingen van het aangrenzende Altona, deels door pomp en andere hevel werk tuigen, uit den Alster en Elbe aangevoerd worden. Behalve de «oude stad* hebben zich reeds oost- en westwaarts voorsteden gevormd, de St. George voorstad en de St. Pauli voorstad. Het getal inwoners bedraagt 640.000. De handels- omzet dezer groote Elbestad is meer dan die van Nederland en wordt van alle groote koop steden op de aarde slechts door drie plaatsen overtroffen, zynde Londen, Liverpool en New- York. Onder de trans-Atlantische stoomvaart lijnen, die in de laatste jaren het verkeer met de nieuwe wereld bevorderen en onderhouden, moet allereerst genoemd worden de «Nord Deut sche Lloyd«maar ook andere groote zee vaartmaatschappijen, daar gevestigd, getuigen van haar grootheid in handel. Voor de rechtbank te Weenen is thans een schandaal-proces aanhanging, dat veel sen satie maakt. De voornaamste beschuldigden zijn Johan Trzieniecki, hofraad en directeur van finan ciën in Bukowina, de «ridder" Von Kobierski, de inspecteur van financiën Spendling, de hoofd ambtenaar der in- en uitgaande rechten te Bajachestie, Banczeskul. De bedriegerijen werden gedreven op groote schaal en in verschillende takken. De Staat werd benadeeld door omkooperij, oplichterij, smokkelarij, enz. enz. Zij die eenig ambt bij de in- en uitgaande rechten wilden bekleeden, hadden aan de bende een zekere som te be talen. Wilde men tot een hooger ambt worden bevorderd, dan was eene nieuwe storting nood zakelijk. Te Bajaschestie wordt de Rumeensche mais binnengevoerd. Die invoer was in handen van drie kooplieden, welke met Banczeskul gemeene zaak maakten. Men berekent dat slochts van het tiende gedeelte der ingevoerde maisrech- ten werden betaald. De directeur en de inspec teur der financiën exploiteerden te zamen een naphtabron zonder ooit eenig recht aan den Staat te betalen. Alle mogelijke middelen werden aangewend, om een eerlijk ambtenaar, welke soms door de regeering gestuurd werd, het verblijf onmogelijk te maken. Voor eene bevordering betaalde men 600 en 1000 gulden aan de bende, maar deze sommen waren gering by de voordeelen, welke men van zulk eene bevordering trok. Alle deel- genooten leefden op hoogen voet, hielden kost bare paarden en rijtuigen. Hoe diep het bederf was doorgedrongen, blykt uit de verklaring van Banczeskul, een der voornaamste schuldigen, die zoodra hjj van een renbode vernam, dat zjjn medeplich tigen in hechtenis waren genomen, zich voor het hoofd schoot. Een paar dagen geleden ver klaarde hij«Niemand in Bukowina is oerlyk. Iedereen behoorde ontslagen te worden, als men rechtvaardig wilde handelen. Men moet echter bij de hoogste rangen aanvangen. De onderste lagen zijn alleen gedwongen mede te doen." Men schijnt in Weenen besloten te hebben, dezen Augiasstal flinkte reinigen en te handelen zonder onderscheid des persoons. De minister van financiën, de heer Steinbach, zal niet rusten voordat deze zaak voldoende opgehelderd is en de schuldigen streng gestraft zjjn. De Keizerin van Duitschland heeft haar eerste dochter gekregen. Keizerin en Prinsesje zijn welvarend en de zes broertjes moeten zeer in hun schik zijn met hun zusje. De Amerikaansche journalist Stanho- pe van »New-York Herald" heeft zich met veel moed en geestkracht ónderworpen aan een zeer gevaarlijke proefneming, namelijk het inenten tegen de cholera volgens het systeem van Dr. Haffkins, goedgekeurd door den heer Pasteur. Maandagochtend werd hij in het Pa steursgesticht voor het eerst ingespoten en hg ga f den lezers van de New-York He rald" nauwkeurig verslag van zijn allesbe halve aangename gewaarwordingen, »met honderden, duizenden cholera microben in een gedeelte van zijn lichaam. Dinsdag werd hij met krachtige smet stof ingespoten. Hg gevoelt zich ziek, maar zijn toestand is over het algemeen bevredigend. De kloeke journalist, die bij het heer- schen van de cholera in Spanje in 1885, ook al eens een proef nam met de inen tingsmethode van Dr. Ferran, hoopt zoo spoedig mogelijk naar Hamburg te gaan, om daar te beproeven of hij door de in spuitingen van Dr. Haffkins bestand is tegen de gevreesde ziekte. Geruststellend teeken. Het is bg al de misseres in deze dagen nog gerust stellend, dat de volken met elkaar in vrede leven en ook niet voornemens zijn, ten minste in Europa, elkaar lastig te vallen. Die vredesadem is thans zelfs over de diplomaten neergestreken met name schij nen de Duitsche en Spaansche gezant schappen volslagen gebrek aan werk te hebben. Woensdag meldde men uit Den Haag aan het Handelsblad,dat aldaar Dinsdag avond twee heeren geduelleerd hebben, nl. baron Gartner von Grickenow en markies De Valladares, respectievelijk legatie-secre tarissen van Duitschland en Spanje. Laatst genoemde zou aan het been gewond zijn. Natuurlijk is het voor markies De Val ladares en ook voor baron Gartner von Grickenow te hopen, dat het niet erg is en de wonde gauw zal genezen. Voor het been vinden wij het gebeurde niettemin jammer en wij verheugen ons alleen over het geval, omdat er uit mag worden op gemaakt, dat de heeren diplomaten tegen woordig niets ergers te doen hebben. Negentien matrozen te Falmouth, die weigerden op last hunner reeders met hun schip mee te gaan naar Hamburg, zijn door de rechtbank aldaar in het gelijk gesteld. De reeders komen in hooger beroep. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van af 12 tot en met 14 September. ONDERTROUW D:( G GETROUWDUeene' BEVALLENM. RemmersVan Waar denburg, d. C. JongkeesBiezeveld, z. H. AgemaBastiaanse, d. D. PetersBeen, d. S. DiesbergenVisser, d. C. HolderikxSpil, d. A. DuinkerVerberne, z. H. Dellerop Doting, d. N. J. DonkerKraan. z. A. van LooSchouten, z. A. WoldringhKoch, z. OVERLEDEN J. van der Kooi, 6 weken. W. M. van Meegenburg, 57 jaren. M. de Graaff, 2 maanden. H. F. de Lie, 84 jaren. 1 levenloos aangegeven. Burgerlijke stand, gemeente Texel. van 7 13 Sept. ONDERTROUWDC. Vlaming en T. G. C. Janzen. J. Zoetelief en E. M. A. Ebbing. J. Kalf Az. en A. Bruin. S. Swart en C. Gomes. GETROUWD: Geene. GEBORENGeertruidr, d. v. K. Bakker en M. v. Hert. Jacob, z. v. D. Koorn en C. Bakker. Maria, d. v. H. van Heerwaarde en M. Barhorst. OVERLEDEN; M. Koorn, 76 jaren, wed. van C. Maas. S. P. Keesoom, 2 maanden, zoon van H. W. Keesom en N. Dijt. op ZONDAG 18 SEPT. 1892, 's middags 21/* uur. 1. «Magyar Kiralij Indulo," (Hongaarsche Koningsmarsch), Karolij Huber. 2. Ouverture zu Göthe'8, Tranerspiel: «Egmont," L. von Beethoven. 3. «La Kamarinskaja,« Fantaisie über zwei Russische Volkslieder, M. J. Glinka. 4. Groote Fantaisie over motiven uit Richard, Wagner's Opéra«Tannhauser," N. A. Bouw man. PAUZE. 5. Feest-Ouverture (Es Ma jeur), C. van der Linden. 6. Fantaisie uit het Zangspel«Marijke, het Visschersmeisje van Scheveningen,« C. A. Coldewey. 7. »Auf Glückes Wogen," Walzer Emil Waldteufel. Marine en Leger. Bij kon. besluit is pensioen verleend aan den majoor-magazijnmeester der artillerie alhier H. N. Boerrigter, ten bedrage van f1531 'sjaars. BEWERKT DO OR AM O. 21.) «Of je me toen werkelijk een dienst bewezen hebt?" zei Charles peinzend, «Wie weet of ik je daar ooit voor danken zal 1 Ik vrees dat het uur zal komen dat myne liefde versmaad wordt, en mijn gevoel stap voor stap van de innigste liefde tot den diepsten haat zal over gaan. Ik gevoel dat nu reeds, ik zie het reeds voor mij, Bertha, en byna treur ik om het leven, dat je my gered hebt." «Werkelijk vroeg zy spottend. «Nu, je voorspelling verrast mij niet, het is myn lot gehaat te worden." Met deze woorden brak zij hef gesprek af, dat eene ernstige richting dreigde te nemen. Zy richtte haar blikken naar den zilveren sik kel der opgekomen maan en mompelde iets. «Welk gebed bid je daar, Bertha?" vroeg CharleB. »Het was een wensch. Als ik de nieuwe maan zie, wensch ik my altijd iets.' «Een ryke echtgenoot, niet waar, Bertha? By voorbeeld die jonge Engelsche graaf! Die is der moeite nog eens waard om er naar te hengelen «HengelenWat eene uitdrukking, Charles Neen, dien graaf laat ik aan Beatrice over. Heb je nu genoeg van den maneschijn Ik begin lust te krygen in een avondboterham." Arm in arm beklommen zij den kleinen heuvel, waarop het huis van de familie Darrell stond. Voor de deur bleven zij nog eens staan. XIV. De eerste trein van Sandypoint naar Boston voerde Bertha Darrell weg uit hare geboorte plaats. Mejuffrouw Slopp, de modiste van San dypoint, moest juist naar New-York om in koopen te doen en nam het jonge meisje onder haar beschermende vleugelen. Den volgenden morgen kwam men ter bestemder plaatse aan, juist op Beatrice's verjaardag, die met de voor genomen schitterende soirée zou eindigen. By het afscheid schudde mejuffrouw Slopp hare be schermeling de hand. Charles nam een rijtuig, hielp zijne nicht instappen en in vliegende vaart reden zij naar het paleis, dat de familie Stuart bewoonde. Het drukke verkeer in de straten, het gewoel van die bonte menschen- massa en het gedruisch daaraan verbonden, brachten Bertha in verwarringdie menigte groote, hooge huizen deden bij haar een ge voel van gedruktheid ontstaan. Zij keerde haar bleek gelaat naar haar neef, wiens hand zy krampachtig vasthield en zeide «Het is me als ga ik verloren in die reus achtige massa menschen en gebouwen. Alles is me hier zoo vreemd, alles is zoo groot, dat men er zyne bezinning door zou verliezen." Hij had nog juist den tijd om haar een paar geruststellende woorden toe te fluisteren, en toen hield het rijtuig stil. Charles sprong er uit en hielp haar uitstappen. Hy schelde aan en een kamermeisje geleidde hen naar eene prachtige kamer, waar drie personen zaten te ontbijten. Een oogenblik stond zy by haar binnentre den als verblind, misschien door het heldere zonnelicht, dat weerkaatst werd door zooveel zilveren en kristallen voorwerpen. Langzamer hand gewenden haar oogen zich aan het licht. De drie waren opgestaaneen bejaard heer met goed voorkomen, wiens hoofd reeds vry kaal was, een zwak uitziende dame met een wit kanten fichu en een slank meisje, met haar en oogen van dezelfde kleur als die van Charles. De kaalhoofdige heer heette haar hartelyk welkom, de vrouw des huizes en de zeer modern gekleede jonge dame omhelsden haar en fluisterden haar een niet minder har telijk welkom toe. Bertha voelde zich daar in die prachtige omgeving door een droom bevangen. Als in een droom werd zy door Beatrice naar hare kamer gebracht. «Ik wilde jo zelf boven brengen het is hier alles naar mijn smaak voor je ingericht. O, beste vriendin," riep Beatrice uit en bleef een oogenblik in de gang staan om Bertha een kus op de wangen te drukken, «als je eens wist, hoe ik me vooruit al verheugd heb over je komst. En wat het mooist is, je komt juist nog op tyd om aan de soirée deel te nemen 1" Zij lachte hartelijk en omhelsde haar. «Wat ben je knapDat had ik waarlijk niet ver wacht Ik had wel aan Charles kunnen vra gen, maar dan wordt men toch niet wijzer. Hier is je kamerBen je tevreden Of zy tevreden was? In Bertha's oog was die kamer allerprachtigst. Brusselsche tapyten, bevallige gedamasseerde portières, spiegels, verguld behangsel, het was alles ryk en fraai. «Je bent tevreden, dat zie ik aan je gezicht, het doet me veel genoegen. Hiernaast zyn mijn kamers. Stel nu gauw een beetje orde op je goed en kom dan beneden Bertha gehoorzaamde als in een droom. Hare bleeke kleur en de grijze reiskleeding deden hare schoonheid minder voordeelig uit komen. Beatrice was wel ongerust geweest over die nicht uit Amerika, die misschien hare mededingster kon worden, maar Bertha's een voudige persoonlijkheid deed alle vrees ver dwijnen. Nadat Bertha ontbeten had, liet Bea trice haar de verschillende ontvangzalen zien ze waren alle in overvloedige weelde gestof feerd, doch bij het zien van al dat fraais bleef Bertha stil en ernstig, zoodat Beatrice zich reeds afvroeg, of hare nicht wel een goed ont wikkeld verstand bezat. Eindelyk kwamen ze in het heiligdom van Beatrice, waar Bertha het nieuwe balkleed van hare nicht moest be wonderen. Beatrice wist tot in kleinigheden al het fraais er van met zooveel vakkennis aan te toonen, dat de arme Bertha er bijna het hoofd bij verloor. «Kijk eens," riep Beatrice triomfeerend. «Zou ik daarmee geen graaf kunnen veroveren En dan die paarlen Kijk hier zijn ze, prachtig niet waar? Het is waar, paarlen worden al leen by huwelijksplechtigheden gedragen, maar hoe kon mijn goede papa dat weten Zijn ze niet mooi In een doosje, dat met blauw atlas gevoerd was, lagen drie snoeren volmaakt schoone paarlen, verder oorbellen en armringen. «Hoe mooi!* herhaalde Bertha. «Werkelijk fraaiWat ben je toch gelukkig, Beatrice «Waarom? Om die paarlen? Wel,lieve Hemel, later heb je zelf ook diamanten en sieraden in overvloed. Hoe ben je vanavond gekleed Bertha moest onwillekeurig lachen. «Ik heb bijna niets. Myn voorraad bestaat uit eene enkele eenvoudige japon van wit mous seline, en dat zal in die zee van licht, tus schen al die nieuwe baltoiletten, zeker heel nietig schijnen." iGekheid! Mousseline past juist voor jonge meisjes van achttien jaar. Ik droeg het ook den eersten avond, dat ik op eene party kwam. Vanavond eindigt mijn een-en-twintigste jaar is het niet verschrikkelijk Ik moet zorgen, dat ik voor het eind van het jaar een passende partij gevonden heb. O ja, ik heb nog een toilet van granaatkleurige zijde het paste niet goed bij myn teint, daarom heb ik het slechts eenmaal gedragen. Dat zal je bepaald prachtig kleeden en de kamenier kan er wel aan ver anderen, wat je Maar Bertha, jo bent toch niet boos?" vroeg zij, toen zy bemerkte hoe hare nicht kleurde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1