't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEBIEP EN TEXEL
m
m
No. 2050.
Zaterdag 8 October 1892.
Twintigste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
BLANCA's GEHEIM.
JL
w
m
i
i
i
i
i
i
II
k
m
m
Hl
IfS
4
nn§
IÉ
I
A
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon 6 u. 16 m.
Onderg. H 5 n. 16 m.
OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen,
iondag 9
Maandag 10
Dinsdag 11
Woensdag 12
Donderdag 13
Vrijdag 14
Zaterdag 15
- Laatste Kwartier.
Isr. Loofhuttenfeest.
Isr. Vreugdedag der wet.
HELDER, 7 Oct. 1892.
Onze plaatselijke Weer baarheids-Ver-
eeniging genaamd «Artillerie-Vrijkorps,"
zal op a s. Zondag de reeks harer zomer-
oefeningen besluiten met het houden van
een huishoudelijken Schietwedstrijd, waar
voor door het Bestuur eenige prijzen zyn
beschikbaar gesteld. Bij dit Concours, dat
in de open lucht ntaet plaats hebben, is
gunstig weêr een bepaald vereischte. Van
daar uitstel, ingeval de weêrsgesteldheid
minder goed is.
Een oud-Terschellinger zond voor
het Willem Barendsfonds 150 gulden, voor
het Willem Barendshuis 150 gulden en voor
de Bewaarschool 100 gld. Voor deze te
Terschelling gevestigde instellingen was
dit een aangename verrassing.
In verschillende plaatsen is het ver
boden met besmet water de straten te
schrobben, uit vrees voor cholera. Ver
moedelijk zal zulk een gebod gegeven zijn
op advies van een geneeskundige.
Maar waarom wordt er dan in Amster
dam nog voortgegaan met het overvloedig
besproeien met vechtwater, daar toch in
tal van plaatsen langs de Vecht de cholera
zich vertoond heeft, en men verklaard heeft
dat dit door het gebruik van ongekookt
vechtwater kwam
Wij weten dat in de dorpen langs de
Vecht is aangeraden het Vechtwater te
koken, niet alleen als het gedronken moet
worden, maar ook als men er mede werken
moet.
Is nu het Vechtwater inderdaad besmet,
levert het dan voor Amsterdam geen ge
vaar op met dat water te sproeien, veel
meer dan voorheen
Geheele stroomen met besmet water
worden dan in de straten en stegen ge
worpen, jaist om de besmetting tegen te
gaan.
Is het Vechtwater besmet, moet dan niet
oogenblikkelijk alle toevoer naar Amster
dam worden afgesneden
Het voornemen bestaat de Cadetten
school, welke, ingevolge het Kon. besluit
van 18 Juli 1891 te Alkmaar wordt ge
vestigd, in September 1893 te openen. In
verband daarmede ligt het in de bedoeling
in de maanden Juli en Augustus 1893 een
examen te doen plaats hebben voor jon
gelieden, die als cadet tot genoemde inrich
ting wenscben te worden toegelaten.
De eischen, waaraan de adspiranten by
dat examen zullen moeten voldoen, zullen
in hoofdzaak overeenstemmen met die,
welke tot nu toe zijn gesteld voor de toe
lating tot de Koninklyke Militaire Aca
demie zg zullen nader, met vermelding
van verdere bijzonderheden omtrent de
regeling van hét examen en van het aan
tal plaatsen dat wordt opengesteld, in de
Staatscourantworden bekend gemaakt.
Het huis Prins Hendrikkade 131 te
Amsterdam, waar vroeger admiraal de
Ruijter woonde, is door het Leger des
Heils aangekocht om te worden ingericht
tot hoofdkwartier.
Hoe weinig men in deze dagen
gebruik van vruchten maakt, blijkt hieruit,
dat de perziken langs de straten te Rot
terdam werden verkocht voor 1 cent per
stuk.
De Hollandsche haringvloot heeft
tot dusver 376,382 ton gevangen, zijnde
150.000 ton meer dan in 1891 en bijna
100.000 ton meer dan in 1890.
Niet minder dan 365 sollicitanten
hebben zich aangemeld voor de vacante
betrekking van tolgaarder aan het Assu-
mer tolhek, tusschen Beverwijk en Uit
geest, waarvan het salaris f 6 per week
bedraagt met vrije woning.
- Woensdagnacht is aan den Sloterweg
onder de gemeente Sloten, de fabriek van
chocolade en suikerwerken, toebehoorende
aan de firma de Leyte en Co., in de asch
gelegd.
Het was een prachtige brandin ver
band met de nadering der St. Nicolaasda-
gen was een zeer groote voorraad choco-
laad en suikerwerken in de bergplaatsen
opgestapeld. Al het lekkers, bestemd om
op die dagen het gehemelte van groot en
klein te streelen, ging daar in veelkeurige
vlammen en rook op.
De gehavende steenen binnen- en bui
tenmuren van de uitgebreide fabriek vor
men een inderdaad interessante ruïne.
De minister van binn. zaken brengt
ter kennis, dat volgens de bij hem inge
komen ambtsberichten in de afgeloopen
week als aan Aziatische cholera overleden
zijn aangegeven te Empel en Meerwijk
1, 's Hertogenbosch 2, Heusden 1, Nijme
gen 1, Alblasserdam 1, Bleskensgraaf en
Hofwegen 4, Capelle aan den IJsel 2,
Delft 2, Goudswaard 3, 's Gravenhage 1,
Maasland 1, Oostvoorne 2, Puttershoek 1,
Rotterdam 4, Zwammerdam 3, Zwijndrecht
1, Zuid-Beierland 1, Amsterdam 2, Breu-
kelen-Nijenrode 2, Maarsen 5, Utrecht 1,
IJselstein 1, Zuilen 1, Groningen 2 personen.
Rouwdragen
Dr. Kuyper schrijft in »De Heraut",
over het vertoonen en dragen van teekenen
van rouw. De bedoeling van rouwdragen
is volgens hem
«In het rouwkleed zoekt men bescher
ming, om althans een tijd van overgang
te vinden, en er onze vrienden van de we
reld telkens aan te herinneren, dat ons een
zoo diepe wonde geslagen werd in het hart."
De diepste rouw van het hart heeft geen
steun van het rouwkleed noodig, maar
verraadt ook zonder rouwkleed wel wat
er in de worsteling der ziel omgaat."
Dr. Kuyper zou het niet goed achten
aan allen rouw een eind te maken, omdat
dit voor velen te sterk zou zijn. Men moet
echter niet rouwen uit gewoonte en omdat
anderen het ons opleggen, maar alleen als
eigen drang en behoefte er toe drijven.
De leugen om te rouwen als er geen rouw
in het hart is, wordt door hem veroordeeld,
evenals het dragen van lichten rouw met
paarse en doffe zilvertint."
Het is zeker vrij onzinnig dat men vaak
rouwt over familiebetrekkingen, die men
ternauwernood kent en niet voor zijn besten
vriend. Voor niet-welgestelden is rouwen
een ontzettend dure gewoonte. Opmerkelijk
zijn ook de volgende woorden
»Ge ziet, o, zoo dikwijls, vrouwelijke be
haagzucht zich in den rouw mengen. Vooral
voor slanke, blonde vrouwen, van watbleeke
tint, staat rouw, o, zoo interessant. En
dan wordt alles verzonnen, en alles uit
gedacht, om in snit van gewaad en golving
van sieraad, uit het rouwkleed een soort
prachtkostuum te maken, waarmee men
voor den spiegel gaat staan, en waarin
men zich-zelve behaagt."
Men schrijft aan het ,/R. N."
Ik geloof geen indiscretie te plegen, wan
neer ik u het volgend vermakelyk staaltje van
politie-geraanierdheid mededeel.
Plaats der handeling Alkmaar. Slachtoffer
Hamlet. Na afloop der voorstelling van het
gezelschap De Vos en Van Korlaar. Dinsdag
jl. bleef de heer De Vos met eenige leden van
het gezelschap een oogenblik de gast van den
eigenaar van het theater, waarna men naar
't hotel terugkeerde, waar o. m. ook de heer
R. logeerde. Om een klein familiefeest, noo-
digde de heer De Vos zyn mede-logeergasten
uit, een glas met hem te drinken. Men zette
zich gezellig bijeen, toen de waard, die in een
fijngevoelig stadium scheen te verkeer'en, wei
gerde 't bestelde te leveren. Zijn eigen vrouw
maakte hem op 'c onhebbelijke van zijn gedrag
opmerkzaam, doch de man was voor geen rede
vatbaar, en wond zich allerdwaast op, terwijl
alle aanwezigen hem heel gewoon en bedaard
antwoordden, en eindigde met.... politie te ont
bieden, om zijn logeergasten te verwijderen.
Vergeefs trachtte het gezelschap 't aan de
twee «dienders* duidelijk te maken, dat men
kamers //gehuurd" had, dat de bagage boven
aanwezig was, dat het te dwaas was, midden
in den nacht op straat te worden gezet in een
plaats als Alkmaar de mannen der wet had
den blijkbaar een taptoe-inspiratie en.... trok
ken hun sabels. De heer R. werd achter 't
oor, de heer H. aan den pols gewond, niet
tegenstaande er hoegenaamd geen verzet werd
gepleegd.
De treurige aardigheid eindigde met het
arresteeren van den heer R., die geboeid werd
opgebracht. Op zijn verzoek de boeien niet
zoo aan te trekken, zei een der agenten HHou
je.... Je bent hier niet in Rotterdam
Den geheelen nacht bracht de arrestant in een
smerig cachot door. 's Morgens werd hij, naar
men verneemt, onder excuses vrijgelaten en
werd er een plainte door hem ingediend by
den officier van justitie.
Een dame te Londen is onlangs in
den dierentuin van een beurs met zes sou-
vereinen beroofd door.... een der olifanten.
De dikhuidige dief, die het gestolen geld
inslikte, is, ondanks de hulp van een paar
apothekers, nog niet meer dan twee der
goudstukken kwijtgeraakt. De dame zal
nu den olifant, of liever zijn eigenaars, de
directie van the Zoo, een proces aandoen
tot teruggave van de overige vier sou-
vereinen.
Een grappige uitleg. De Russische
regeering wilde eens een telegraaflijn in
Azië aanleggen, doch had daartoe de in
williging noodig van een der vorsten. Deze
prins wilde het in geen geval toestaan.
De Czaar zond een afgezant naar dezen
wildeman om hem de zaak uit te leggen,
doch alles tevergeefs. Dadelijk valt hem
een gelukkig denkbeeld in. Hij keert zich
tot den koning en vraagt «Kan uwe
majesteit zich een hond van vijf voet voor
stellen
>0 ja!" roept de wilde met een van
vreugde stralend gezicht.
»Ook een van tien voet lang?" vraagt
de Rus weer.
«Ja antwoordt de gevraagde naden
kend.
«Een mijl lang?"
Ja."
Honderd mijlen lang
Ja."
«Maar kan uwe majesteit zich een hond
voorstellen van hier naar Moskou
>0 zeker roept de vorst, wiens fan
tasie nog nooit zoo hoog gespannen was
geweest.
«Welnu," voer de Russische gezant ver
heugd voor, «denkt u nu dat de staart
van den hond hier is en de kop in Moskou
wanneer gij nu op de staart trapt dan
blaft de hond «wau, wau" in Moskou, dat
is nu de telegrafie." De telegraafdraad
werd gelegd.
In het October-nummer van het «Eng-
lish Illustrated Magazine* komt een belang
wekkend artikel voor over de rol, welke in
den tegenwoordigen en den jongstverloopen tijd
door zeilschepen bij de Britsche koopvaardij
nog werd en wordt gespeeld. Het tijdperk
der beroemde theeklippers, dat hoofdzakelijk
tusschen 1860 en 1870 gelegen was, is reeds
lang voorbij en nog vérder in het verleden
ligt dat der Atlantische klippers, van welke
er een, de «Typhoon,* binnen 13 dagen den
overtocht van kust tot kust volbracht. Doch de
Australische klippers verkeeren nog in hunnen
bloeitijd en het laat zich volstrekt niet aanzien,
dat deze sieraden van den oceaan op het punt
staan van te verdwijnen. Het tegendeel is
waar. Er wordt (zoo lezen wij) heel wat ge
jammerd over den achteruitgang der zeilvaart
en over het treurige vooruitzicht van binnen
kort het laatste zeilschip ter slooping onder
den hamer te moeten zien brengen. Doch in
erkelijkheid had de Britsche koopvaardij nooit
zulk een groot aantal prachtige zeilschepen,
zoowel op stapel als te water, als op het
oogenblik. Naar mate onze koloniën zich uit
breiden en in bloei toenemen, moot do vraag
naar scheepsruimte noodzakelijkerwijze nog
grooter worden, en er zullen altoos een aantal
handelstakken blijven bestaan, voor welke zeil
schepen veel voordeeliger in het gebruik zijn,
dan stoomschepen. Nieuw-Zeoland geeft jaar
lijks aan een groote vloot van klippers werk
by het overbrengen van bevroren schapen vleesch.
Australië met zijne wol, Calïfornië met zijn
graan, Indië met zijne jute en de Zuid-Ame-
rikaansche kustlanden met hunne langzaam
groeiende industrieën, doen allen desgelijks.
Het zeilschip zal nooit weer passugiers ver
voeren doch zoolang de steenkool per ton
gemiddeld con pond sterling blijft kosten, zal
het klipperschip boven het stoomschip de voor
keur genieten bij al zoodanige handelstakken,
voor welke spoed van vervoer niet een eerste
vereischte is.
Allen die voor de romantiek der zeevaart
en voor het echte zeemanschap nog hart heb
ben, zuilen zich over het bovenstaande ver
blijden.
Liverpool, 3 October.
De gezagvoerder van bet schip «Glad^
te Hamburg van lnquique aangekomen,
rapporteert op de reis veel stormweder
gehad te hebben waardoor hij veel schade
leed aan zeilen en rondhouten. Den len
Juli op 43° Z.B. en 33° WL. was het
schip bijna geheel omringd door hooge
ijsbergen, moest het des nachts bijdraaien
en was men voortdurend zeilende overdag
BE W BR KT DOOR
26.) AM O.
Van dien maneschijnavond en van het gesprek
tusschen haar nicht en den graaf wist zy ge
lukkig niets. Die twee behandelden elkaar met
de gewone beleefdheid, dat beduidde dus niets
in haar oog. Zoodra zij het echter bemerkte,
als de graaf het gezelschap van Bertha wilde
opzoeken, dan wist zy dat dadelyk met fijne
berekening te verhinderen. Hij moest haar
alleen toebehooren en zy moest immers den
verloren tijd inhalen
Zy was dubbel voorkomend en werd daarin
nog geholpen door papa Stuart, zoodat graaf
Victor tot zijn eigen verbazing telkens weder
aan de zijde van Beatriee geraakte. Bertha
zag dit zeer goed, en lachte er om.
z/Heden ik, morgen gy,» mompelde zy. //Ik
heb myn deel gehad, nu ben jij aan de beurt.«
Men stapte aan wal. Spoedig had men een
uurtje in Queenstown doorgebracht; toen voerde
de spoortrein hen naar Cork, waar zij twee
dagen besteedden aan de bezichtiging van het
merkwaardige in de stad en van het slot Blar-
mey en toen gingen ze naar Killarney.
En nog altijd was graaf Norton verward in
de netten van Beatriee, terwyl Bertha voort
durend Charles tot cavalier had, iets, waar
om zy volstrekt niet ontevreden was. Lady
Carley sloeg haar neef nauwkeurig gade in
zyn omgang met de ryke Beatriee, en instinct
matig gevoelde zy, dat daarin geen gevaar
schuilde.
i Als het Bertha was dacht ze, terwijl
ze haar oogen op deze sloeg, «maar het ligt
voor de hand, hoe het tusschen die twee ge
schapen staat. Een mooi paar, die Bertha en
haar neef.
Papa Stuart dacht daar echter anders over.
Hij had een scherp oog op zijn kinderen en
steeds was zyn vurige wensch geweest beiden
getrouwd te zien met personen van hoogen
rang. De financier dacht
//Rijkdom hebben ze niet noodig. Zij zijn
elk een millioen dollars waard. Ze zijn afkom
stig van Schotsch koninklyk bloed, en daarom
hecht ik niet aan geld, maar aan bloed,
adellijk bloed, adellyk bloedDat wil ik
hebben
Met welgevallen dacht hij er aan, dat zyn
dochter in dit opzicht het doel reeds naderde
het gedrag van zijn zoon deed hem echter het
voorhoofd fronsen.
«Bezin, voor je begint,* sprak hij op zekeren
dag in het hotel te Cork tot zijn zoon, toen
hij met hem alleen in do kamer meende te
zijn. »Ik heb er niets tegen, dat je beleefd
bent tegenover de dochter van Fred DarreD,
maar daarmee houdt alles opGeen dwaas
heden Als je anders trouwt dan met myn
volle goedkeuring, kryg je van je leven goen
penning maer van me
Charles keek zijn papa aan met een uit
drukking op het gelaat, die zich niet kon ver
klaren.
«Wees gerust papaIk zal niet trouwen
met de dochter van Fred Darrel, als u dat
bedoelt met //geen dwaasheden." Daarover
ben ik met haar reeds lang tot overeenstem
ming gekomen
In het dorp Macroom stapte het gezelschap
in een omnibus, die in deze streek op bepaalde
uren reed. Het rijtuig kon tien personen be
vatten.
Een alleenreizend tourist, een flink man met
militaire houding, was de eenige vreemde, die
bij hen plaats nam.
«Hammondriep de graaf, zoodra hij den
man zag. «Wel, het doet me pleizier je te zien
Kapitein Hammond, mijn vriend de heer
Stuart en familie uit New-York
Van weerszijden boog men.
Het was de bedoeling van graaf Norton om
ditmaal naast Bertha te zitten, maar wat ver
mag de wil van een man tegenover het vaste
besluit eener vrouw
«Ach, graaf Victor," riep Beatriee, juist toen
hij zyn geheim plan zou uitvoeren, «help mij
toch, ik kan alleen niet in het ruituig komen.
En dan een verzoekwees zoo goed mij op
helderingen te geven omtrent de landstreek 1
Het is zoo aangenaam, als iemand, die de
omstreken kent, onze aandacht vestigt op het
geen er zoo al moois te zien is gedurende de
reis."
Er bleef hem niets over dan zich naar dit
verzoek te schikken, te meer daar tante Eli-
sabeth er mee ^instemde en zeiJa, Victor,
kom hier zitten en geef ons alle gewenschte
inlichtingen. Je vriend vindt daar naast je nog
wel plaats
tot den 4n Juli tusschen ijs, terwijl des
nachts voor veiligheid werd bijgedraaid.
Den 4den Juli op 30° 30' ZB. en 31° 49'
WL. toen men ten westen van een hooge
ijsberg passeerde, zag hij sporen van men-
schen op het ijs en op de N.W. zijde van
den berg was een betreden pad en kwam
het voor alsof in een kloof een schuilplaats
gemaakt was.
Naar het scheen lagen daar vijf lijken
op verschillende plaatseneen buiten de
schuilplaats en een halverwege het betre
den pad. Er was echter geen teeken van
leven, en dewijl de omgeving vol ijs was
en de nacht naderde, was het niet raad
zaam om ter plaatse te big ven, teneinde
een onderzoek in te stellen.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van af 3 tot en met 5 October.
ONDERTROUWD:
GETROUWDJ
BEVALLEN C. W. ChristianiSchokman,
z. P. Botterde Reus, z. J. TjittesKok,
z. A. OostlievenseKikkert, z. C. Wessel
de Wijn, d. D. KikkertZwaan, d. A.
RcnsmaagBethlehem, d. A. GüddekeKo-
niug, d. W. J. J. QuakBasstra, d.
OVERLEDEN: K. de Jager, 10 d. W.
Lustenburger, 16 m.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 28 Sept. 4 Oct.
ONDERTROUWDCornelis Gielos en
Frouwtje Schaatsenberg. Kors Saris en Marretje
Abbenes.
GETROUWDJohannes Zoetelief en Eli-
sabeth Maria Anna Ebbing. Stephanus Swart
en Cornelia Gomes. Cornelis Koorn Mz. en
Reiuoutje Lap.
GEBORENAnna Cornelia, dochter van
Willem Cornelis Rey en Anna Maria MaTga-
retha Moorman. Josina, dochter van Cornelis
Bruin Hz. en Cornelia Sandifort.
OVERLEDEN: Geene.
Correspondentiepartij tusschen H. S. te Hel
der en de Arnhemsche Sohaakvereeniging.
Wit (Arnhem). Zwart (Helder)
5. d2d4. a7a6.
Stand der partij na den vijfden zet van zwart.
Helder.
É8§
||P
Wm
ft
in
mm
9
V'd
d e f g h
Arnhem.
ftlarine en Leger.
Blijkens bij het departement van marine bericht
iB Hr. Ms. schroefstoomschip „Sommelsdijk" on
der bevel van den kapt.-lnit. ter zee G. H. van
Steyn, den 4den dezer van DjedJah vertrokken
voor de terugreis naar Nederland door het Kanaal
van Suez.
En de omnibus rolde voort op den hobbeligen
weg.
«Hoe bevalt je deze verdeeling van het ge
zelschap, Bertba?» vroeg Charles.
,/Ik moet bekennen, dat Beatriee meer "bij
de hand is, dan ik dacht," antwoordde zij
glimlachend. //Jammer, dat al haar moeite toch
te vergeefs is
«Graaf Victor, wie is die vriend van u?"
fluisterde Beatriee achter haar witte parasol.
z/Hij is haron Augustus Hammond, tweede
zoon van den baron van Glang en kapitein
bij de Schotsche garde En met eerbied richtte
Beatriee het oog naar de nieuwe ster, die aan
haar levenshemel was opgegaan.
Het was bijzonder fraai wederhet schoone
landschap bood een rijke afwisseling van schil
derachtige gezichten, doch maakte niet den
gewenschten indruk op don graaf, die weinig
spraakzaam bleef.
Toen Beatriee hem hiermee plaagde, bekende
graaf Victor, dat hij niet goed gestemd was,
maar juist, toen hij dit bekende, klonk hem
den zilverreinen lach van Bertha in de ooren.
«Onze vrienden tegenover ons schijnen inte
gendeel zeer goed gestemd te zijn," sprak tante
Èlisabetb, die gaarne deelnam aan de vroolijk-
heid der jeugd. «Wat is die Bertha een be-
koorlyk meisje
Beatriee keek steelsgewijze den graat aan
en zei
Wy allen weten het reeds lang, dat Bertba
en Charles het gelukkigst zyn, wanneer zij bij
elkaar alleen zijn. Ik betwyfel zelfs, of Char-
les wel was meegegaan, als Bertha niet van
de partij was geweest
z/Zoker wel een genegenheid, die reeds lang
bestaat? vroeg tante Elisabeth.
z/Ja,* antwoordde Beatriee vroolijk, //Bertha
zal wel de bekoorlijkste schoonzuster zijn, die
ik my wenschen kau. Gelooft u ook niet, graaf
Victor?" Zij sloeg hem nauwlettend gade, ter
wyl ze hem zC het mes op de keel zette. Hij
trachtte cenig antwoord te stotteren, maar het
ging niet. Somber zwygend zat hij tc midden
van het vroolijko gezolschap. Door die woorden
van Beatriee was bij hem met geweldige kracht
een hartstocht tot bewustheid gekomen een
hartstocht, maar niet voor het meisje, dat naast
hem zat.
Bij het vallen van den avond beroikte men
GlengarilF, waar men overnachtte.
Graaf Norton en Bertha, Beatriee en kapitein
Hammond snelden naar de booten, Charles
sprong in een daarvan, terwijl papa Stuart
die drukte met het oog volgde, totdat dc zware
wolken tabaksrook uit zijn meerschuimen pijp
het gezelschap aan zijn blik onttrokken.
Graaf Norton bleef bij Bertha.
«Zou ik reeds te laat komen vroeg hij zich
zolve af. //Bemint zy haar neef Zou het waar
zijn, wat zijn zuster te kennen gaf, of
Jaloorsch volgde hij al haar bewegingen, al
haar blikken zij gevoelde het.
Mocht zij al getwyfcld hebben aan zijn ge
voelens, dit oogenblik bracht al haar beden
kingen tot zwygen. Zy lachte cvon en geen
blik op Charles verried haar ware gevoelens.
(Wordt vervolgd.)