't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT os VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. "SStST I Adeltrots ei Misdaad. Mo. 2143. Woensdag 30 Augustus 1898 21ste Jaargang. eren H t leven ante A E c iheiminaat Telefoonn0.42 1.) FN EN 8.485 saf en! dnr. hagensfcraaj sehstraafc. aven.traat, BureauZuidstraat, 0 in 't Vel tnenhaven. isdijkstraa) ATmnnam ftnt Achter pt 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. uwstraat. id. franco per post 75 idem f 1.12* id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. BurcauxSPOORSTRAAT en ZUID8TRAAT. Advertontlöii van 1 tot 5 regels.25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. 1862. gemen en, hel LGENT sch. ïescl fiset an A. wor NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 29 Aug. 1893. De openbare onderwijzers en onder wijzeressen in deze gemeente hebben j't volgend adres aan den gemeenteraad Overzonden Geven met verschuldigde hoogachting te 'kennen, ondergeteekenden, Onderwijzers en Onderwijzeressen aan de openbare lagere scholen te Helder dat zij met groote teleurstelling hebben kennis genomen van de regeling hunner tractementen, zooals die in uwe vergadering van lOAugus- jtus jl. is goedgekeurd; In die regeling toch ziju de vooruitzichten zoo gering, dat het zelfs den knapsten, den meest practischen onderwijzer, die jarenlang getrouw en ijverig zijnen plicht heeft betracht en op wiens maatschappelijk gedrag niet het minste valt aan te merken, onmogelijk is met zijn huisgezin van zijne jaarwedde te kunnen leven dat er bij die regeling volstrekt niet gelet is op de vele moeiten en opofferingen, die de meesten onzer zich getroost hebben om de acte voor vrije- en orde-oefeningen te ver krijgen dat vooral door de geringe toekomstige be zoldiging het te voorzien is, dat er steeds vele vacaturen zullen blijven, tot groot nadeel van het onderwijs redenen, waarom ondergeteekenden beleefd, doch dringend verzoeken, hunne jaarwedden zoodanig te regelen, dat zij op lateren leeftijd met minder kommervolle omstandigheden heb ben te kampen en opdat hunne ambitie voor het onderwyVsteeds levendig blijve, wat ten goede moet komen aan het opkomend geslacht. Bij den Raad dezer gemeente is dezer dagen door het Bestuur der Floralia-Ver- eeniging een adres ingediend, 't verzoek inhoudende tot het verleenen eener sub sidie, ten behoeve der eerlang te houden bloemententoonstelling. Bestuur wijst daarbij op het feit, dat vroeger herhaal delijk tot dit doel een subsidie werd ver leend. De heer E. Duif er, photograaf alhier is bij het nemen der schietproeven op ver schillende pantserplaten, welke dezer dagen op het Texelsche strand genomen werden, werkzaam tot het doen van photographi- sche opnemingen. We hopen later in staat te zijn, de geleverde afbeeldingen te kun nen vermelden. Ter gelegenheid van het 56jarig be staan van de Synagoge der Israëlitische gemeente alhier, wapperde jl. Zaterdag de vlag op het voorplein dier kerk. De verplaatsing van den heer P. Raadsveld, als commies der telegraphie naar Amsterdam, is, naar we vernemen, op zijn verzoek ingetrokken. Donderdag a.s., ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin, zal door de Artillerie-Schutterij deelgeno men worden aan de parade, welke 's mor gens ten 12 uur plaats heeft nabij het ob servatorium. Aantreden ten 10.45 uur aan het Stationsplein. Onder goedkeuring van den Majoor- Commandant zijn bij de 2 Comp. Schut terij alhier bevorderd tot sergeant J. Bug tink, tot korporaal W. van Heijst. YerschiHende kunstvoorwerpen, door oud-Hollanders in Amerika aan Hr. Ms. schroefstoomschip «Van Speyk," aange boden, en thans in de magazijnen op 's Rijks werf alhier berustende, zullen, naar we vernemen, eerlang aan het Rijks Museum te Amsterdam in bruikleen worden afge staan. Vanwege de Vereeniging tot ont wikkeling van den Landbouw in Holland's Noorderkwartier, zal op 6 September e. k., 's morgens 10 uren, op de plaats Wel gelegen" in Anna Paulowna, de beproeving (in 't openbaar) plaats hebben van de vol gende werktuigen1Een petroleum- motor van 4 p. k., waaraan een Marshalls dor8chmaehine zal worden bevestigd2. Een éénpaards Bertin's rechtstroo-dorsch- machine met treemolenen 3. Een ver beterde Wiudkafmolen. Naar wij vernemen, zal de reorga nisatie van het korps mariniers 1 Mei van het volgende jaar eerst intreden. Een be langrijke wijziging zal alsdan bij dit korps plaats vinden. De heeren P. J. Boom en G. S. Groe- newoud, beiden te Alkmaar, zijn op de in ternationale Bakkerij-tentoonstelling te Mainz, voor hunne inzendingen, de eerste van honigzoet de laatste van fijne tafel beschuit, met de hoogste onderscheiding en eere-diploma bekroond. Een nieuwe manier van oplichting heeft zich te Amsterdam voorgedaan. Een persoon verkocht aan een kapper aldaar eenige flesschen haar- en reukwater. Al spoedig bleek, dat die flesschen slechts een kleurloos vocht inhielden. Men zg dus op zijne hoede. Hr. Ms. «Rhenusc is Woensdagna middag, opstooraende van Nijmegen, bij het invaren in het Pannerdensche kanaal vastgevaren op een zandplaat, een paar honderd meter buiten het vaarwater. Vergeefs is beproefd het vaartuig van de plaat af te sleepen, wat trouwens niet mogelijk zal zijn, zoolang het water val lende blijft. Op de markt te Middelburg zijn pe ren verkocht voor 4 a 6 cent de 5 liter. De jutteperen konden niet meer dan op zijn hoogst 8 cent per 5 liter opbrengen. Naar aanleiding van het feit, dat te Rotterdam van de tot dusver voorgekomen 9 choleragevallen er slechts vier doodelijken afloop hadden, wordt in het »Utr. Dgbld." de opmerking gemaakt, dat uit deze gun stige sterfteverhouding blijkt, dat de ziekte te Rotterdam niet kwaadaardig optreedt. Bijna zonder uitzondering zijn de aan getaste personen, die met de scheepvaart en schipperij in betrekking staan, en elk geval staat tot dusver op zichzelf, zoodat er van een epidemisch karakter in de verte zelfs geen sprake kan zijn. Zekere heer Ph. Trompetter Azn. heeft een adres aan den Raad der gemeente Amsterdam gezonden, waarin hg er op aan dringt, dat voor de vacantieweken niet meer schoolgeld zal worden in rekening gebracht. Hij vindt het al erg genoeg, dat er va- cantie gegeven wordt of, zooals hg het uit drukt, het is een schreeuwende onrecht vaardigheid een niet door de ouders ge wilde vacantie op te dringen. Wreede vader Toestand van den Landbouw Aan den laatsten «Brief van Nelis« in het »Hbl.« ontleent het «Rott. Nbid.«het volgende In ons vaderland behoorden in 1890 reeds 3/5 gedeelte van den bodem der pro vinciën Noord- en Zuid-Holland aan per sonen, die zelf geen landbouwers waren en sedert is het er niet op verbeterd. Zeer vele eigenaars werden huurders, en de hy pothecaire schulden namen toe. Dat treu rige verschijnsel zal wel komen, doordat het groot-kapitaal zich meester maakt van den bodem. Een gevolg daarvan is weder, dat, door zware concurrentie, de huursom- men tot het uiterste worden opgedreven en het gebruikrecht van den boer te on zeker is. Men moest de huurprijzen regelen naar de opbrengst der landerijen en dan verder lange pachttermgnen invoerenziedaar het advies van een eenvoudige «Purrner- boer.« Te recht is er op gewezen, dat onze agrarische toestanden dringend be hoefte hebben aan een andere regeling. Rijp zgn de denkbeelden tot verbetering nog niet. Maar allengs zal zich wel een vaste opinie vormen, want het algemeen belang wordt werkelijk ernstig bedreigd door den achteruitgang van den boerenstand. »Nelis« wenscht daarom der Regeering wijsheid toe, want de tgden zgn érnstig voor land en volk. Voor een Staat als de onze, waar de landbouw een zoo voorname plaats bekleedt onder de bestaansmiddelen, is het van het hoogste belang, dat de klasse der eigen- geërfde boeren niet alleen blijve, maar uit gebreid worde Een mijl op zeven. Dit spreek woord wordt heel dikwijls gebezigd, hoewel zeer velen met de herkomst er van stellig onbekend zullen zgn. De verklaring van die uitdrukking vindt men in de Peel (een vroeger zeer moerassige streek op de grenzen van Noordbrabant en Limburg. Zuidelijk van Helenaveen ligt het dorp Meyel, noordelijk het dorp Sevenum. Beide dorpen liggen in een rechte lijn, betrekke lijk dicht bg elkaar. Doch daar men vroeger door den moerassigen Peel den rechten weg tusschen beide plaatsen niet kon nemen, moest men om van Meyel te Sevenum te komen een grooten omweg maken, en zoo ontstond, als er sprake was van een grooten omweg, de uitdrukking: «van Meyel op Sevenum", die allengs ver basterd werd in: «mijl op zeven." Te Stobbegat (Fr zaten Donderdag avond tijdens het hevige onweer de 17-ja- rige Reks en de 12-jarige zoon van H. Klaren in een veldtent, toen de bliksem daarin sloeg. Rekfe werd terstond doodelijk De jongen werd bewusteloos, doch kwam later bg. Daar hg over pijn klaagde, werd hij naar Dr. Hinkes, te Heerenveen ver voerd, die constateerde dat de bliksem op zgn lichaam den volgenden weg genomen had Linkerschouderblad, linkerzijde, bin nen- en achterkant linkerdij, linkerkuit. Op den schouder en kuit waren vrij groote brandwonden te zien. In de kleeren waren gaten geslagen. De toestand van den jon gen is naar omstandigheden vrij wel. Twee andere personen, die in dezelfde tent zaten, kregen hoegenaamd geen letsel. De geneeskundige inspecteur in Zuid- Holland heeft Donderdag Leerdam bezocht en geconstateerd, dat aldaar Aziatische cholera voorkomtsedert Maandag 11. zgn 5 personen aangetast, waarvan 3 zgn over leden, 1 nog lijdende en 1 hersteld is. De minister Tan koloniën maakt bekend, dat ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië kannen worden gesteld eenige onder wijzers eu onderwijzeressen, om te worden geplaatst als onderwijzer 3de kl. en als hulponderwijzeres bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en daarmede gelijkgestelden daar te lande. Zij ontvangen eene gratificatie voor uitrusting van f 500, hebben vrijen overtocht naar Batavia als gouvernementspassugier lste kl. o. q. ook voor het wettig gezin, en genieten een voorloopig trak tement van f 100 's m&ands, ingaande met den dag van aankomst te Batavia. Aanmelding vóór 15 Nov. a. s. bij het Dep. van koloniën. (Men zie verder de „Staatscourant" van 26 dezer.) Naar de «Schied. Ct.« verneemt, zul len de stoomschepen der firma Krupp Co. voorloopig te Schiedam de ladingen ijzererts lossen, daar de haven van Rotter dam besmet is verklaardZaterdag werd het eerste dier stoomschepen, de «Hoch- feld«, aldaar verwacht. Den 288ten Dec. 1843 werd de spoor- weglijn Utrecht--Amsterdam (N. R. S.) geopend. Men kan dus dit jaar nog haar halve eeuwfeest vieren, al is zij sinds van vorm en richting, zelfs van naam en be heer gewijzigd. De wespenplaag is in het westelijk deel van Noord-Brabant zoo groot, dat men van vele boomen de vruchten niet durft plukken. Vooral pruimen en peren moeten het ontgelden. Men tracht de in secten te vernietigen door des avonds pe troleum of teer in het nest te gieten. De Radja Kongsi Atjeli." Omtrent de muiterij op de Radja" waarvan wij indertyd bericht hebben gegeven, wordt aan de »J.-B." uit Penang, den 24n geseind Donderdagavond is de Radja" op reis van Edi hierheen door een kleine bende van de Atjehsche passagiers gedeeltelijk uitgemoord en beroofd en daarna ter hoogte van Simpang Olim op strand gezet, waar hot schip Vrij dagochtend door de „Madura" werd aange troffen met een veertigtal geredde personen. Van de epuipage en de passagiers werden minBtens 60 man vermoord of vermist en tien gewond. Van de vior Engelsche officieren zyn de kapitein en de stuurman gedoodde beide machinisten bleven gespaard. De Atjehera voerden alleen drie inlandsche vrouwen mee eu lieten de lading ongedeerd, die thans in prauwen wordt gelost. Vermoedelijk zal het schip met lioog water vlot komen. Daarentegen ontving het blad uit Medam dit bericht Volgens een telegram uit Kotta-radja aan de «Deli-Courant# is op het stoomschip «Radja" den 20sten Juli 's avonds om 10 uur ter hoogte van Diamant-punt amok gemaakt, en daarna het schip op strand gezet. De ka pitein Woodt en de stuurman zyn gedood, de twee Europeesche machinisten zyn in leven gebleven. In het geheel zijn 24 personen vermoord en 15 gewond, terwyl eenige pas sagiers als gevangenen het binnenland zijn in gevoerd. Het schip is door onze marine bezet. Daarby teekent het blad aan De «Radja," die eigenlyk «Raja Kongsi Atjeh« heet, en toebehoort aan den Chinees The Tiauw Siat, consul van China te Penang en hier te lande als een groot pachter en aan nemer bekend, vaart onder Nederlandsche vlag. Het aantal dooden en gekwetsten in het vorenstaande telegram uit Medan opgege ven, komt overeen met het officieele bericht, omtrent het voorgevallene ontvangen. Ons telegram uit Penang sprak van 60 doodonon vermistenzyn er nu 24 menschen vermoord, dan zouden er 36 vermist zyn. Wederom heeft te Chicago een vree- selgke brand gewoed. Het vuur ontstond op den hoek van 91st street in de Supe- riorstreet. Aangewakkerd door een feilen westenwind grepen de vlammen steeds ver der om zich heen en breidden zich met on gelooflijke snelheid uit. Te vergeefs poogde de geheele brandweer van Chicago, bijge staan door alle drijvende handspuiten, het vuur te beperken eerst toen de wind ging liggen, slaagden zij er in den brand te blusschen. Een groote politiemacht was op de been en had de handen vol werk met de dieyen, die de bedreigde huizen binnenslopen en daar kostbare voorwerpen stalen. De eerste Mcthodistenkerk en de Duitsche Luthersche kerk behooren tot de verwoeste gebouwen. Het zuidelijk gedeelte van Chicago waar de brand woedde biedt een verschrikkelijk schouwspel. De straten zgn volgepropt met 5000 jamme rende vluchtelingen, die geen onderkomen meer hebben en het weinigje dat zij nog konden redden, met zich voerende, wee klagend staren op de zwarte rookende puinhoopen van wat eens hunne woningen waren. Men schat de schade op zgn minst op 1,500,000. Een oogenblik vreesde men, dat ook den tentoonstellingsgebouwen door de vonkenregen aangestoken zouden wor den deze vrees werd echter niet bewaar heid. In het proces tegen de roovers der bende van Anastasius (die 3 jaren geleden een trein van Berlijn naar Constantinopel aanhield en vijf Duitsche reizigers gevangen nam, welke eerst tegen een hoog losgeld werden vrijgelaten) is thans te Adrianopel 1< ne Fiin ri 13) Even als immer, wanneer zij door het een of ander herinnerd werd aan de gebeurtenis sen van hot laatste jaar, werd ook nu Mar- gherita's hart pijnlijk getroffen. Zij keek schuw achter zich, als wilde zy in huis vluchten doch daar stond de man reeds voor haar. Hij stak haar de breede hand toe en sprak met bevende stem Kent u me niet meer, mevrouw Ik ben het Hendrik Tiedemann de op passer van mynheer. Een zachte kreet van verrassing kwam over Margherita's lippen, nu herkende zij hem en reikte hem de hand. Doch een doodelijke bleekheid overtoog haar gelaat en zij zou ze ker gevallen zyn, wanneer Hendrik haar niet gegrepen had. Hij voerde haar in huis en deed haar op de sofa plaats nemen. Verlegen in het ronde ziende, en zelf met tranen in de oogen, stond Hendrik daar. Eindelyk vatte hij moed en zette zich naast Margherite neder, die hevig snikte. Haar hand vattende, zeide hij met in tranen verstikto stemNeem het my niet kwalyk, mevrouw, dat ik u zoo verschrikt heb. Ik had u vooraf behooren te schryveumaar dat werk gaat my zoo slecht van de hand en na dacht ik dat ik maarda- delyk zelf moest gaan. Ik dank je hartelijk Hendrik, mijn har- telyken dank! Gy zijt zelf ook gekwetst ge worden. Ja, mevrouw, voor Parijs hebben ze mijn rechterbeen te pletter geschoten. De dok tere hebben het afgezaagd eu nu strompel ik als een kreupele voort met een pensioentje van dertig mark per maand. Doch laten wij nu niet over my spreken, mevrouw, maar over u. Hoe is het u gegaan Margherita's tranen vloeiden milder. Nu had zy toch iemand gevonden, met wien zij over den dierbaren doode kon spreken. O, wat deed het haar goed, toen de brave oppasser zonder omhaal over haar Eduard sprak. Om haar gevoel te sparen, wilde hij in het ge sprek over het sterven van zijn heer behen dig heenglijden maar daarmee was zij niet tevreden. Hy moest alles in bijzonderheden vertellen en ondertusschen hing zij in adem- looze spanning aan zyn lippen. Hij besloot zyn verhaal met de woordenIn mijn ar men is de ritmeester gestorven, mevrouw, en zyn laatste woorden waren Hendrik, ga naar mijn vrouw, verlaat mijn kinderen niet en hier ben ik nu, mevrouw zeg maar, waarmee ik u helpen kan. In dat oogenblik kwam by Margherita een geheel nieuw gevoel op, iets dat op een nieuwen levensloop geleek. Zij zag haar echt genoot weer voor zich staan, zy hoorde weder de ernstige woorden, die hij bij het afscheid gesproken had. Zij herinnerde zich de belofte, die zij haren man dien laatsten avond gedaan had en plotseling kreeg zij schaamte en be rouw, dat zij die belofte zoo lang had ver geten. Zij dacht aan haar kinderen, aan zijn zoon en erfgenaam, dien zij de gedachtenis aan zijn vader zon inprenten, en zij gevoelde nienwe kracht. Een licht rood kleurde haar wangen eu haar oogen, die anders zoo dwa lend rondkeken, kregen nieuwen glans. Met een vlugge beweging stond zy op, stak Hendrik de hand toe en vroegHen drik, wilt gij myn vriend zijn, een vriend, op wien ik kan rekenon Maar, mevrouw Gij weet, toch wel, Hendrik, dat ik de rechtmatige echtgenoote van baron Ednard Von Altenbrak ben, en dat mijn kinderen de erfgenamen van zyn naam zyn. Maar de we reld zal dit niet willen erkennen, want ons huwelyk is geheim gehouden, omdat mijn man als officier en als erfgenaam van Altenbrak niet in het openbaar met een arm burger meisje kon trouwen. Dus, dan is u of de kleine Eduard de erfgenaam van het slot Altenbrak? Ja, mijn zoon is de erfgenaam van Al tenbrak, en het is eindelyk tyd, dat hij zijn erfenis aanvaardt. Myn echtgenoot heeft de papieren van ons huwelijk in het familie-archief op het slot Altenbrak nedergelegd. Ik moet mij tot zyn broeder, baron Willy Von Alten brak wendenhy zou alles voor my rege len Hendrik, als gij werkelyk aan mijn echgenoot beloofd hebt, ons te beschermen en te helpen, ga dan mee met mij naar mijn schoonbroeder om myn rechten te laten gelden. Voor zoover ik weet, is de broeder van mijn heer ook gekwetst geworden en leeft hij na op het slot Alten brak. Laten wij dan daarheen gaaa l Aan mijn zoon komt de plaats toe, die hij wederrech telijk inneemt. Maar bedenk toch, mevrouw Ik weet wat ik moet doen. sprak Mar gherita heftig. I c weet, wat ik aan mijn man en kindoren verschuldigd ben. Die man, die nu op het slot Altenbrak woont, meent het niet eerlyk met ons, anders had hy reeds lang aan de opdracht van zijn broeder, mijn man, voldaan. Hij was zelf gewond, mevrouw hy heeft lang gelegen. Ik hoop, dat ik hem onrecht doe. Per- soonlyk zal ik hem in de gelegenheid stellen daarvan het bewys te leveren. Wilt gy mee gaan, Hendrik Van harte gaarne, mevrouw. Nu, dan gaan wij binnen weinige dagen op reis. Op dit oogenblik werd de deur geopend. Eduard en de kleine Margherita stormden de kamer binnen, beide beladen met bloemen nit veld en bosch, die zy vol vreugde hun moe der reeds by de deur tegemoet hielden. Kyk eens, lieve mama, wat wij voor u hebben meegebracht, riep Eduard, doch plot seling zweeg hy en keek ten uiterste ver wonderd naar Hendrik. Jongen, riep deze, kent ge my niet meor Daar vloog op eens een straal van vreugde over het bloeiende gelaat van den knaap. Hij liet alle bloemen vallen en sprong op Hendrik toedeze greep hem met beide handen en wipte hem op, tot boven zyn hoofd. Ja, mevrouw, sprak Hendrik toen met geestdrift, dat ia de zoon van myn ritmeester, voor wien ik door het vuur ga en door den dichtsten kogelregen, al moest dat ook nog myn andero been kosten 1 Hy moet de erfge naam van Altenbrak worden 1 Hier mijn hand er op, mevrouw, ik verlaat u niet u en den zoon van mijn ritmeester Die avond was de eerste sedert een jaar, dat het gejuich der kinderen weer luid door het huis klonk en dat Margherita met wee moedige vreugde by de spelen van haar kin deren toezag. NEGENDE HOOFDSTUK. Bij den aanvang van den oorlog tot rit meester bevorderd, was Willy Von Altenbrak in den krijg gewond. Hy kreeg een lanssteek in de borst en ter genezing daarvan had hy een langdurig verlof verkregeD, onmiddellijk na het einde van den oorlog. Om tot volko men genezing der gekwetste long te geraken, had de dokter hem aangeraden een geruimen tijd in een warmer klimaat te vertoeven en zoo was Willy dan besloten voor eenige maanden naar de Reviera te gaan. Zijn vrouw en kinderen zouden meegaaD, op de kosten kwam het niet aan, want op Rogalla's aan dringen had Willy de nalatenschap aanvaard, slechts voorloopig zeide hy bij zichzelven om zyn knagend geweten tot rust te brengen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1