't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL Adeltrots ei Mul *0. 2144. Zaterdag 2 September 1883 21ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 36. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS voor 10 uur a^B^d^l^urea^x^bezo]^d^zynv KALENDER DER WEEK. hieuw Itijbihgeh. Correspondentie. Atoonnemont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 idem f 1.12' id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00 Burmux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertenttêii van 1 tot 5 regels,25 Cent, Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Opkomst der Zon 5 u. 16 m. Onderg. 6 u. 4-1 m. SEPTEMBER (Herfstmaand, 30 dagen). Zondag 3 Laatste Kwartier. Maandag 4 Dinsdag 5 Woensdag 6 Donderdag 7 Vrydag 8 Maria Geboorte. Zaterdag 9 HELDER, 1 Sept. 1893. Met de rekening en verantwoording der gemeente over het dienstjaar 1892, zijn bij de afdeelingen van den Raad in onderzoek geweest de rekeningen van 't Burgerlijk Armbestuur, 't Algemeen Weeshuis en de dd. Art. Schntterij, over hetzelfde dienstjaar, met de volgende eind cijfers Rekening Burgerlijk Armbestuur: Ontvangstenf 11.655.91 Uitgaven-11.024.01» Batig saldo f 631.89} Rekening Algemeen Weeshuis Ontvangstenf 13.763.09 Uitgaven- 14.276.60} Nadeelig saldo f 513.51} Rekening dd. Artillerie-Schutterij Ontvangstenf 1.995.44 Uitgaven- 1.579.93 Batig saldo 415.51 Dinsdagavond hield de vereeniging Lief dadigheid naar Vermogen" een algemeene vergadering in Musis-Sacrum. De president, de hr. C. D. Zur Miihlen, deelde mede, dat men bijeenkwam om te beraadslagen over den bouw van een Oudelieden-huis. De leeniüg, groot f 5000, was volteekend, maar de open bare aanbesteding had uitgemaakt, dat er tot de stichting f 5500 noodig ie. Door den heer Kastelijn, gemeente-opzichter, was becijferd, dat de laagste inschrijver, de hr. D. de Vries, aan die som voor zichzelf niets kon verdienen ook was door hem een gewijzigd plan en be stek vervaardigd, waardoor 't mogelijk zou zijn met f 5000 toe te komen. De ruimte zou echter daardoor beperkt worden. Beide plannen, 't eene met roode, 't andere met zwarte lijnen, lagen ter inzage. 't Oordeel der leden liep uiteen, maar toch bleek de meerderheid voor het oorspronkelijke plan en werd er zelfs door den heer F. Muller 't voorstel gedaan om nogmaals een leening uit te schrijven, ofwel eon hypotheek voor 't tekort op 't gebouw te nemen. De president toonde echter aaD, dat zulks onbehoorlijk zou zijn tegenover de aandeel houders. Besloten werd, nadat een voorstel van den hr. G. T. v. Oterendorp om de hulp der Nntsspaarbank in te roepen, onuitvoerbaar werd verklaard, op de hulp der 800 leden van uL. n. V." te rekenen, om de ontbrekende f500 te verkrijgen. Daartoe zullen circulaires worden rondgezonden en binnen korten tijd zal wederom een vergadering worden gehouden, om te zien welk resultaat deze poging heeft gehad. Een voorstel van den hr. Jb. Bakker, om een herbesteding te honden, werd verworpen. Aan den hr. De Vries, laagste inschrijver, zou 't voorstel worden gedaan, aanvankelijk met den bouw te beginnen, daar 't onderdeel daarvan geen wijziging behoeft te ondergaan, en dan over een maand te beslissen, welk der beide plannen, dat met zwarte, of dat met roode lijnen, kon worden ten uitvoer gebracht. Men raag met de uitvoering niet te lang wachten, daar de grond door mevr. de Wed. Janzen is afgestaan op voorwaarde, dat er na een bepaalden tyd met den bouw een aan vang moet worden gemaakt. De meeste aan wezigen waren van oordeel, dat een beroep op de hulpvaardigheid onzer plaatsgenooten niet te vergeefsch zou zyn. 't Geheele tekort bedraagt slechts f 500 en dat voor een stichting, die velen tot zegen zal verstrekken, die aan behoeftigen een toevluchts oord moet verschaffen op den ouden dag. We wenschen dat die optimistische beschou wing moge bewaarheid worden en zijn zelfs geneigd haar te deelen. Over 800 leden ver deeld, zou een bijdrage van elk, groot 62 en halve Cent, voldoende zyn, ons de plannen van »L. n. V." behoorlijk ten uitvoer te bren gen. Mogen de circulaires dan alom een wel willend onthaal vinden en bij de terughaling een ondersteuning waarborgen, die de ver eeniging in staat stelt, krachtdadig op te treden. Na rondvraag werd de vergadering gesloten. Naar men verneemt is wegens de daar mede gepaard gaande kosten, van het plan afgezien de zeilkotters van den loodsdienst te vervangen door stoomkotters. Op de lijnen der Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij zullen nagenoeg geen wijzigingen worden aangebracht in den loop der treinen bij den a.s. winter- dienst. Opbrengst der Vermogensbelasting. Aan de geruchten, als zou de vermo gensbelasting belangrijk meer opbrengen dan hij geraamd had, heeft de minister van financiën vrijwel den bodem ingeslagen door zijn verklaring aan de Eerste Kamer in de memorie van antwoord betreffende de bedrijfsbelasting. Aangaande de opbrengst der vermo gensbelasting, zegt de Minister, kunnen zelfs geen globale cijfers worden medegedeeld. >De arbeid, in het eerste jaar van heffing aan de uitvoering eener belasting als deze verbonden, is zoo groot, daarbij moest ditmaal op zoo ruime schaal termijnsver lenging voor de aangifte worden toegestaan, dat nog maar weinige inspecteurs in staat zijn geweest de gewenschte opgaven te doen. Of de opbrengst zal mede- of tegen vallen is op dit oogenblik nog niet te zeg gen. Een overschot boven de f 8,600,000 komt echter den Minister niet waarschijn lijk voor. Hem is geen enkele reden bekend, die aanleiding geeft om het te verwachten. Deze mededeeling is niet zeer bemoedi gend, al kan de uitkomst nog medevallen. Zij beneemt echter grootendeels het voor uitzicht, dat het mogelijk zal zyn deper- soneele belasting voorloopig partieel te herzien, met opoffering van een deel der opbrengst, zonder dat naar een aequi- valent moet worden omgezien. De Minister zal echter naar men mag verwachten niet in gebreke blijven om spoedig de grootste gebreken der personeele belasting weg te nemen. De nieuwe Zeesluizen te IJmuiden. In het Weekblad #Architectura," Orgaan van het Genootschap «Architectura et Amicitia," komt onder bovenstaand opschrift een artikel voor, dat wel in staat is Amsterdam met be zorgdheid over zyn haven te vervullen. Reeds meermalen werd de aandacht geves tigd op de betonfondeering der sluizen en gewezen op het voorkomen van buitengewoon groote hoeveelheden betonslib, als gevolg van het storten van het beton in het water, een omstandigheid, die de vrees wettigde, dat de verbindende trasspecie voor een groot deel aan het beton zou zijn onttrokken en dit dus den noodigen samenhang zou missen. Tevens werd melding gemaakt van wellen, die door de vol tooide betonfundeering een uitweg vonden en, wegens het opvoeren van zand, zeer licht aan leiding konden geven tot verzakking of on- derloopschheid. Wel werd door het Weekblad i/De Ingenieur" hierop geantwoord dat de toestand geen zorg behoefde te baren, daar de wellen, welke aan vroeger gedane grond boringen werden toegeschreven, waarschijnlijk wel te dichten zouden zijn," doch dit dichten ging minder voorspoedig dan gedacht was. In het laatst verloopen jaar werden deze boorgaten" op diverse manieren behandeld, doch zonder het gewenschte succes. Eenige maanden geleden bleek de toestand van de betonfundeering van dien aard te we zen, dat de aannemer van den bovenbouw stappen heeft gedaan om volgens de wet ont heven te worden van de verantwoordelijkheid voor eventueele schade, ontstaan uit den on voldoenden toestand der fundeeriug. Er werd door de Rechtbank een commissie van onderzoek benoemd, bestaande uit de hee- re'n Van Hasselt, ingenieur van de Dnin- watermaatschappij, en Schuurman, directeur van P. W. De vorige week bracht de redactie van Architectura* een bezoek aan de werken en zag toen, dat de betonlaag op een diepte van 0.30 0.40 M. werd opgebroken en door nieuwe portlandbeton vervangen werd. Wat zij daar zag verrichten geleek meer op het afgraven van een hardgemaakten weg, dan op het opbrekon van beton, zoo schryft ze, en het schouwspel geleek haar weinig geschikt om haar twijfel aan de soliditeit van de beton fundeering te doen verdwijnen. ffHet beton,zoo vervolgt zij, «bleek nog veel slechter te zijn dan we vroeger vermoed den. De opgebroken massa bestaat uit stukken steen en zand, met hier en daar sporen van trasspecie. Op enkele plaatsen, waar een ge deelte voorkwam, dat eenigen sameuharig be zat, werd dit op last van de directie gespaard en het nieuwe beton er tusschen gestort. Het komt ons voor, dat dit lapwerk geen den mins ten waarborg geeft,dat 't euvel er niet mede verholpen wordt, vooral nadat gebleken is, dat de diepere lagen al evenmin betrouwbaar zijn. //Omtrent de oorzaak van den slechten toe stand van het beton kan aangenomen worden, dat het mislukken te wijteu is aan het afma len van het water tydens de storting. ffDe Ingenieur« schreef indertyd o. a.«Tijdens het storten is de waterspiegel geregeld op 8.30 A.P. gehouden." Het storten van beton in zeer diep water is reeds dikwijls met het beste gevolg geschied, wanneer men namelyk met stilstaand water te doen had. Hier echter, waar de waterstand kunstmatig laag gehouden werd, waardoor de vermoedelyk aanwezige wellen met te meer kracht zouden opborrelen, naarmate de water druk minder werd, hier was deze wijze van werken eene hoogst gevaarlijke onderne ming, en naar wij vernamen, is tijdens de storting door mannen van ondervinding ge waarschuwd. z/En die gevolgen zyn niet licht te tellen bij een werk als dit, waarmede millioenen ge moeid zijn. Wordt nl. de sluis onderloopsch, dan bestaat gevaar, dat het losse beton suc cessievelijk wegspoelt en do sluisvloer te eeniger tyd zich begeeft. Ook bestaat gevaar, dat, bij den «normen drok, dien de muren van het buitensluiahoofd, welke tot 5 M. -f- A.P. worden opgetrokken, op de kanten van den betonvloer uitoefenen, deze vloer, by te weinig samenhang, in het midden opwerkt en door breekt. z/Om het groote belang van de zaak geloo- ven wy, dat eene publieke gedachten wisseling op 't oogenblik niet overbodig is. De wyze, waarop men de niet te verbloemen gebreken in de betonfundeering thans tracht te verhel pen, komt ons, zachtst genomen, weinig af doende voor. Wij weten niet of de drie be noemde deskundigen reeds rapport hebben uit gebracht, en het is ons niet bekend hoever hun bevoegdheid gaat. In ieder geval achten wy het noodig onze bevindingen bekend te maken, opdat de verantwoordelijke autoriteiten aan het goede succes van deze kapitale werken al de aandacht wijden, die de enorme belan gen, welke er mede gemoeid zyn vorderen.* Vóór het vertrek van de troepen uit de legerplaats te Laren, brak in een naburige hoeve, waar paarden der veld artillerie waren gestald, in den nacht van Maandag op Dinsdag een zware brand uit. De hoeve werd nagenoeg geheel in asch gelegd en 4 paarden kwamen in devlam- en om. In de St. Annakerk te Montpellier is Zaterdag gedurende de mis de notaris Jean vermoord door een zestigjarige vrouw, die door de stoelenrijen heen naar zyn plaats drong en hem met drie revolverscho ten neervelde. De kerkbezoekers vluchtten verschrikt en de kerk, door de misdaad ontwijd, werd gesloten. De oude vrouw werd door eenige aanwezigen gevat en aan de politie over geleverd. Zy had den notaris, wien zy de schuld gaf van eenige door haar verloren processen, al lang vervolgd en, daar hg haar niet in zyn huis wilde ontvangen, hem in de kerk opgezocht. Men gelooft dat hare geestvermogens gekrenkt zyn. Te Hoorn is de meesterknecht H., van den heer R., goudsmid aldaar, betrapt op diefstal van goud. Na onderzoek werd voor een vrij belangrijke waarde bij den verdachte gevonden. Hij is gevankelijk naar Alkmaar overgebracht. Te Gemert had dezer dagen het tien jarig zoontje van H. de onvoorzichtigheid by het oplaten van een vlieger het touw eenige malen om den hals te winden, Door een rukwind werd hem de hals bijna dichtgeknepen, en hij viel bewusteloos neer. Zijne makkers dachten aan een grap en kwamen hem dus niet te hulp, doch ge lukkig kwam iemand anders hem uit zyne positie bevrijden. Voor ongeveer een jaar overleed te Tiel de heer H. de J., die bij een notaris daar ter stede f40,000 gedeponeerd had, onder bepaling, dat deze som moest in geschreven worden op het Grootboek der N. W. S. en uit de rente van dit kapitaal welkelijksche uitkeeringen zouden worden gedaan aan eenige daartoe aangewezen per sonen. Na den dood van dezen zou het kapitaal aan de familie van den erflater komen. Eenigen tyd na hem overleed de Notaris, en spoedig daarop staakten de wekelijksche uitkeeringen, omdat het grond- kapitaal niet ter bestemder plaatse was in geschreven. Van het stoomschip »Prinses Wil- helmina," Zaterdag van Amsterdam naar Java vertrokken, is te Sonthampton gear resteerd een matroos, die zich schuldig maakte aan smokkelen van tabak en sigaren. Uit Amsterdam wordt gemeld De kwade praktijk van goederen te koo- pen en indien ze aan huis zyn bezorgd, niet te betalen, neemt hier zoozeer toe, en de magazijnhouders schijnen zich in deze zoo gemakkelijk te laten verschalken, dat voor huizen waarvan de bewoners zich op dit punt beruchtheid hebben verworven, van overheidswege politie-agenten worden geposteerd, die de winkelknechts waarschu wen, de hun ter bezorging gegeven goe deren niet af te geven. Zóó brutaal en ge vaarlijk zyn deze klanten, dat toen Dins dag de heer F., stoffeerder, met zijnen knecht zich aan de woning van een dezer niet-betalers vervoegde, om betaling van f 800 voor een geleverd ameublement enz., hij van de bewoonster de besliste verzeke ring verkreeg, dat zij volstrekt het plan niet had te betalen. Het ameublement was trouwens niet meer in huis. Alleen her kende de leverancier het karpet op den vloer als zyn eigendom. Zyn knecht last gevende het karpet weder mede te nemen en zelf ook bukkende om het op te nemen, sloeg de bewoonster hem met een hard voorwerp zoo op het hoofd, dat de man, na een oogenblik van bewusteloosheid, naar zyne woning moest worden vervoerd. Een aanklacht is ingediend, doch alleen met het oog op de mishandeling. Ten opzichte van de betaling der geleverde goederen staat de justitie machteloos. Gaarne geven we gevolg aan 't verzoek van den heer R., inzender van het in ons vorig nummer opgenomen stukje, onder 't opschrift Buiten stemmingAan het slot van dat stukje komt een zin voor waaraan enkele woorden ontbreken. We herstellen dat abuis volgender- wyze De schrijver had aangehaald de woorden van Thorbecke, die het u voorhield, dat leden van Regeerings-lichameD, en das ook van Ge meenteraden, die zich buiten stemming honden, in strijd handelen met den eersten hunner plichten Hy wilde daarop o. a. laten volgen, dat deze uitspraak de aandacht verdient van de Raads- 14) Niemand betwistte hem de erfenis, zelfs was de familie gereed om hem als majoraatsheer hulde te brengen, maar deze plechtigheid had Willy nog altijd weten te verschuiven door op zyn nog zwakke gezondheid te wijzen. De staat van zyn gezondheid verhinderde echter niet, dat het weldra op Altenbrak nog al levendig toeging. Barones Rogalla voerde het bestuur en zij verstond dat goed maar ook verstond zij het goed een grooten, gezel- ligen kring oen zich te verzamelen. Édnards dood en Willy's verwonding hadden voor een poosje die gezellige bijeenkomsten onderbroken, maar Eduards dood was spoedig vergeten en de voortgang van Willy's herstel hinderde Rogalla zeer spoedig niet meer om aan haar genotzucht bot te vieren. Tusschen Willy en zyn trotsche vrouw was een vreemdsoortige verhouding ontstaan. Bjjna schuw ontweek hij zyn vrouw; hy vreesde tot een verklaring met haar te komen, of schoon die toch eenmaal moest volgen. Ge durende zyn ziekte en den tijd van zijn herstel, had hy eon voorwendsel, waarmee hy zich- zeiven kon tevreden stellen om de regeling der zaken en de onverkwikkelijke verklaring met zijn vrouw nog eenigen tyd te verschui ven. Doch al te dikwyls las hy in Rogalla's oogen de vraagWanneer zult ge een einde maken aan dezen onzokeren toestand aan die onzekerheid beneden onze waardigheid Ja, er moest een einde aan gemaakt wor den Ook Willy was tot dit besluit gekomen. Er moest een einde aan gemaakt worden, en weldoor Eduards erfgenamen in het bezit van hun rechtmatig eigendom te stellen. Reeds meermalen had hij aan zijn schrijftafel plaats genomen om aan Eduards vrouw een brief te schrijven met de uitnoodiging naar Altenbrak te komen. Doch telkens scheen het hem dan of de oogen van zijn vrouw dreigend op hem neerzagen, en met een zucht had hij de pen weer neergelegd. Om echter zyn ge weten in slaap te sussen, had Willy aan een zaakwaarnemer, die hem reeds vroeger in dis crete aangelegenheden hielp, last gegeven om naar Margherita Montelli en haar toestand een onderzoek in te stellen. Daarby koesterde hy heimelyk de hoop, dat een onverwachte gebeurtenis het vraagstuk zou oplosseu, zon der dat hy daarbij een vinger behoefde te verroeren. Heden verwachtte hy mynheer Tirachner om mondeling verslag uit te brengen. Onrustig liep Willy heen en weer in het schrijfvertrek zyns vaders, dat hij nu zelf in gebruik had genomen. Al had Rogalla in de andere vertrekken het ouderwetsche ameuble ment laten vervangen door ander van den nieuwsten smaak, in de kamer van den ouden baron had zy niets veranderd, want die kamer bevatte de kostbaarste oude meubelen, de familieportretten en nog andere kostbare voorwerpen, reeds lang in bezit van het ge slacht Von Altenbrak, die getuigden van den gen ouderdom van het kasteel en van den - ouden adel der Altenbraks. En Rogalla was trotsch op dit oude geslacht, waartoe zij door haar huwelyk ook behoorde, en waarvan haar kinderen den naam droegen. Haar trots was dus de reden, waarom de linkervleugel van het slot, met de vertrekken van den overleden baron geheel niet werden aangeroerd door de decorateurs, die in het overige gedeelte van het slot alles op nieuwerwetschen voet moes ten inrichten. Hier droeg alles nog den ouden stempel. De donkere kleuren der gobelins en de zware eikenhouten meubelen gaven aan de kamers en den langen gang een duister aanzien, dat nog versterkt werd door de vele donkere olie verfportretten van voorvaderen der Altenbraks. Aan het eind van dezen vleugel stond een zware vierkante toren, die bijna geheel be groeid was met klimop, zoodat men de kleine getraliede schietgaten nauwelyks kon zien. Deze toren was het laatste overblyfsel van het vroegere burchtslot, der heeren Von Al tenbrak, dat in den loop der tyden allengs het fraaie verblyf van thans was geworden. In de benedenverdieping van dezen toren bevond zich het familie-archief van het oude geslacht. Tot dit archief had men toegang door een deur in het schrijfvertrek van den majo raat shcer de deur bevond zich in den dikken muur en was verscholen achter het tapijtbehangsel, zoodat ze alleen te vinden was door iemand, die het geheim kende. Ati' dere toegangen had de toren niet. Uit het archief voerde een smalle wentel trap naar de bovenverdieping, waar men een prachtig uitzicht had op de rondom gelegen bezittingen. Hier was ook een enge poort, waardoor men slechts met behulp van een ladder weer op den vlakken grond kon komen. Bij den toren groeide dicht houtgewas, waar- tusschen verscheidene fraaie kastanjeboomen. De zon scheen helder en wierp haar stralen tusschen de takken door in het schrijfvertrek waar zij zacht weerkaatst hun licht wierpen op het portret eener dame, dat juist boven de schrijftafel aan den wand hing. Onwillekeurig bleven Willy's blikken op dat portret rusten. Het was zijn moeder, in de eerste jaren van haar huwelijk door een schilder op doek ge bracht. Met een zucht keerde hy eindelijk het gelaat af, trad aan het venster en staarde peinzend in het park. Evenals allo zwakke naturen, kon hy niet tot een besluit komenliever wachtte hij in werkeloosheid op eene af andere toe vallige gebeurtenis, dan door een beslissende daad aan alle onzekerheid een einde te maken. Plotseling schrikte hy op. De deur van zijn kamer ging open en vriendelyk lachend stond zyn vrouw voor hem, in haar volle schoonheid, nog verhoogd door haar siorlyke halfrouw kleed ing. Doch ondanks haar vriendelyken lach voelde Willy zyn hart door een ijzige hand omklemmen. In de harde staalblauwe oogen zijner vrouw las hy de onuitgesproken vraag: Waartoe dat getalm? Maak er een eind aan. Ik hoorde, dat go den koetsier bevel gaaft om in te spannen, begon zy. Wilt ge nog voor het diner uitrijden - Neen, Rogalla, ik blyf hier. Het rytuig moet naar het spoorwegstation. Naar het station Verwacht ge iemand Natuurlijk, er is nog veel te regelen vóór wy op reis kunnen gaan. Ik verwacht myn advocaat, de koetsier zal hem afhalen. Rogalla's vriendelyk gelaat van zooeven werd plotseling somber, er kwamen rimpels in haar voorhoofd en zy beet op haar lip. Snel trad zy op haar man toe en legde haar hand op zijn arm. Ja, natuurlyk, zei ze, er is nog veel te regelen voor ons vertrek en ik denk, dat ge myn hulp wel kunt gebruiken by de regeling van die aangelegenheden. Ge verwacht een advocaat zegt ge. Is dat wegens de aanspra ken van die vrouw? Ja 1 Zegt ge me dat nu eerst? Rogalla Ik heb recht om te weten, wat ge doen wilt. Ik heb er recht op alles te weten, want hot geldt hier de toekomst van myn kinderen. Ge zult alles weten, Rogalla. Maar vooraf wil ik zekerheid hebben omtrent alle omstan digheden. De man, dien ik verwacht, is geen advocaathet is een zaakwaarnemer, die te vens een particulier informatiekantoor houdt. Ik heb dien man last gegeven om onderzoek te doen naar de vrouw van mijn broeder. De vrouw van je broeder Rogalla lachte spottend. Ik dacht, dat ge dit dwaze sprookje reeds vergeten zoudt zyn. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1