't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
Adeltrots ei Mul
*0. 2144.
Zaterdag 2 September 1883
21ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 36.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS voor 10 uur a^B^d^l^urea^x^bezo]^d^zynv
KALENDER DER WEEK.
hieuw Itijbihgeh.
Correspondentie.
Atoonnemont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem f 1.12'
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00
Burmux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertenttêii
van 1 tot 5 regels,25 Cent,
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Opkomst der Zon 5 u. 16 m.
Onderg. 6 u. 4-1 m.
SEPTEMBER (Herfstmaand, 30 dagen).
Zondag 3 Laatste Kwartier.
Maandag 4
Dinsdag 5
Woensdag 6
Donderdag 7
Vrydag 8 Maria Geboorte.
Zaterdag 9
HELDER, 1 Sept. 1893.
Met de rekening en verantwoording der
gemeente over het dienstjaar 1892, zijn bij de
afdeelingen van den Raad in onderzoek geweest
de rekeningen van 't Burgerlijk Armbestuur,
't Algemeen Weeshuis en de dd. Art. Schntterij,
over hetzelfde dienstjaar, met de volgende eind
cijfers
Rekening Burgerlijk Armbestuur:
Ontvangstenf 11.655.91
Uitgaven-11.024.01»
Batig saldo f 631.89}
Rekening Algemeen Weeshuis
Ontvangstenf 13.763.09
Uitgaven- 14.276.60}
Nadeelig saldo f 513.51}
Rekening dd. Artillerie-Schutterij
Ontvangstenf 1.995.44
Uitgaven- 1.579.93
Batig saldo
415.51
Dinsdagavond hield de vereeniging Lief
dadigheid naar Vermogen" een algemeene
vergadering in Musis-Sacrum. De president,
de hr. C. D. Zur Miihlen, deelde mede, dat
men bijeenkwam om te beraadslagen over den
bouw van een Oudelieden-huis. De leeniüg,
groot f 5000, was volteekend, maar de open
bare aanbesteding had uitgemaakt, dat er tot
de stichting f 5500 noodig ie. Door den heer
Kastelijn, gemeente-opzichter, was becijferd,
dat de laagste inschrijver, de hr. D. de Vries,
aan die som voor zichzelf niets kon verdienen
ook was door hem een gewijzigd plan en be
stek vervaardigd, waardoor 't mogelijk zou zijn
met f 5000 toe te komen. De ruimte zou echter
daardoor beperkt worden. Beide plannen, 't
eene met roode, 't andere met zwarte lijnen,
lagen ter inzage.
't Oordeel der leden liep uiteen, maar toch
bleek de meerderheid voor het oorspronkelijke
plan en werd er zelfs door den heer F. Muller
't voorstel gedaan om nogmaals een leening
uit te schrijven, ofwel eon hypotheek voor 't
tekort op 't gebouw te nemen.
De president toonde echter aaD, dat zulks
onbehoorlijk zou zijn tegenover de aandeel
houders. Besloten werd, nadat een voorstel van
den hr. G. T. v. Oterendorp om de hulp der
Nntsspaarbank in te roepen, onuitvoerbaar
werd verklaard, op de hulp der 800 leden van
uL. n. V." te rekenen, om de ontbrekende
f500 te verkrijgen. Daartoe zullen circulaires
worden rondgezonden en binnen korten tijd
zal wederom een vergadering worden gehouden,
om te zien welk resultaat deze poging heeft
gehad.
Een voorstel van den hr. Jb. Bakker, om een
herbesteding te honden, werd verworpen.
Aan den hr. De Vries, laagste inschrijver,
zou 't voorstel worden gedaan, aanvankelijk
met den bouw te beginnen, daar 't onderdeel
daarvan geen wijziging behoeft te ondergaan,
en dan over een maand te beslissen, welk
der beide plannen, dat met zwarte, of dat met
roode lijnen, kon worden ten uitvoer gebracht.
Men raag met de uitvoering niet te lang
wachten, daar de grond door mevr. de Wed.
Janzen is afgestaan op voorwaarde, dat er na
een bepaalden tyd met den bouw een aan
vang moet worden gemaakt. De meeste aan
wezigen waren van oordeel, dat een beroep
op de hulpvaardigheid onzer plaatsgenooten
niet te vergeefsch zou zyn.
't Geheele tekort bedraagt slechts f 500 en
dat voor een stichting, die velen tot zegen zal
verstrekken, die aan behoeftigen een toevluchts
oord moet verschaffen op den ouden dag.
We wenschen dat die optimistische beschou
wing moge bewaarheid worden en zijn zelfs
geneigd haar te deelen. Over 800 leden ver
deeld, zou een bijdrage van elk, groot 62 en
halve Cent, voldoende zyn, ons de plannen
van »L. n. V." behoorlijk ten uitvoer te bren
gen. Mogen de circulaires dan alom een wel
willend onthaal vinden en bij de terughaling
een ondersteuning waarborgen, die de ver
eeniging in staat stelt, krachtdadig op te treden.
Na rondvraag werd de vergadering gesloten.
Naar men verneemt is wegens de daar
mede gepaard gaande kosten, van het plan
afgezien de zeilkotters van den loodsdienst
te vervangen door stoomkotters.
Op de lijnen der Hollandsche IJzeren
Spoorweg-maatschappij zullen nagenoeg
geen wijzigingen worden aangebracht in
den loop der treinen bij den a.s. winter-
dienst.
Opbrengst der Vermogensbelasting.
Aan de geruchten, als zou de vermo
gensbelasting belangrijk meer opbrengen
dan hij geraamd had, heeft de minister
van financiën vrijwel den bodem ingeslagen
door zijn verklaring aan de Eerste Kamer
in de memorie van antwoord betreffende
de bedrijfsbelasting.
Aangaande de opbrengst der vermo
gensbelasting, zegt de Minister, kunnen zelfs
geen globale cijfers worden medegedeeld.
>De arbeid, in het eerste jaar van heffing
aan de uitvoering eener belasting als deze
verbonden, is zoo groot, daarbij moest
ditmaal op zoo ruime schaal termijnsver
lenging voor de aangifte worden toegestaan,
dat nog maar weinige inspecteurs in staat
zijn geweest de gewenschte opgaven te
doen. Of de opbrengst zal mede- of tegen
vallen is op dit oogenblik nog niet te zeg
gen. Een overschot boven de f 8,600,000
komt echter den Minister niet waarschijn
lijk voor. Hem is geen enkele reden
bekend, die aanleiding geeft om het te
verwachten.
Deze mededeeling is niet zeer bemoedi
gend, al kan de uitkomst nog medevallen.
Zij beneemt echter grootendeels het voor
uitzicht, dat het mogelijk zal zyn deper-
soneele belasting voorloopig partieel
te herzien, met opoffering van een deel
der opbrengst, zonder dat naar een aequi-
valent moet worden omgezien. De Minister
zal echter naar men mag verwachten
niet in gebreke blijven om spoedig de
grootste gebreken der personeele belasting
weg te nemen.
De nieuwe Zeesluizen te IJmuiden.
In het Weekblad #Architectura," Orgaan van
het Genootschap «Architectura et Amicitia,"
komt onder bovenstaand opschrift een artikel
voor, dat wel in staat is Amsterdam met be
zorgdheid over zyn haven te vervullen.
Reeds meermalen werd de aandacht geves
tigd op de betonfondeering der sluizen en
gewezen op het voorkomen van buitengewoon
groote hoeveelheden betonslib, als gevolg van
het storten van het beton in het water, een
omstandigheid, die de vrees wettigde, dat de
verbindende trasspecie voor een groot deel aan
het beton zou zijn onttrokken en dit dus den
noodigen samenhang zou missen. Tevens werd
melding gemaakt van wellen, die door de vol
tooide betonfundeering een uitweg vonden en,
wegens het opvoeren van zand, zeer licht aan
leiding konden geven tot verzakking of on-
derloopschheid. Wel werd door het Weekblad
i/De Ingenieur" hierop geantwoord dat de
toestand geen zorg behoefde te baren, daar
de wellen, welke aan vroeger gedane grond
boringen werden toegeschreven, waarschijnlijk
wel te dichten zouden zijn," doch dit dichten
ging minder voorspoedig dan gedacht was.
In het laatst verloopen jaar werden deze
boorgaten" op diverse manieren behandeld,
doch zonder het gewenschte succes.
Eenige maanden geleden bleek de toestand
van de betonfundeering van dien aard te we
zen, dat de aannemer van den bovenbouw
stappen heeft gedaan om volgens de wet ont
heven te worden van de verantwoordelijkheid
voor eventueele schade, ontstaan uit den on
voldoenden toestand der fundeeriug.
Er werd door de Rechtbank een commissie
van onderzoek benoemd, bestaande uit de hee-
re'n Van Hasselt, ingenieur van de Dnin-
watermaatschappij, en Schuurman, directeur
van P. W.
De vorige week bracht de redactie van
Architectura* een bezoek aan de werken en
zag toen, dat de betonlaag op een diepte van
0.30 0.40 M. werd opgebroken en door
nieuwe portlandbeton vervangen werd. Wat
zij daar zag verrichten geleek meer op het
afgraven van een hardgemaakten weg, dan op
het opbrekon van beton, zoo schryft ze, en het
schouwspel geleek haar weinig geschikt om
haar twijfel aan de soliditeit van de beton
fundeering te doen verdwijnen.
ffHet beton,zoo vervolgt zij, «bleek nog
veel slechter te zijn dan we vroeger vermoed
den. De opgebroken massa bestaat uit stukken
steen en zand, met hier en daar sporen van
trasspecie. Op enkele plaatsen, waar een ge
deelte voorkwam, dat eenigen sameuharig be
zat, werd dit op last van de directie gespaard
en het nieuwe beton er tusschen gestort. Het
komt ons voor, dat dit lapwerk geen den mins
ten waarborg geeft,dat 't euvel er niet mede
verholpen wordt, vooral nadat gebleken is, dat
de diepere lagen al evenmin betrouwbaar zijn.
//Omtrent de oorzaak van den slechten toe
stand van het beton kan aangenomen worden,
dat het mislukken te wijteu is aan het afma
len van het water tydens de storting. ffDe
Ingenieur« schreef indertyd o. a.«Tijdens
het storten is de waterspiegel geregeld op 8.30
A.P. gehouden."
Het storten van beton in zeer diep water
is reeds dikwijls met het beste gevolg geschied,
wanneer men namelyk met stilstaand water
te doen had. Hier echter, waar de waterstand
kunstmatig laag gehouden werd, waardoor de
vermoedelyk aanwezige wellen met te meer
kracht zouden opborrelen, naarmate de water
druk minder werd, hier was deze wijze
van werken eene hoogst gevaarlijke onderne
ming, en naar wij vernamen, is tijdens de
storting door mannen van ondervinding ge
waarschuwd.
z/En die gevolgen zyn niet licht te tellen
bij een werk als dit, waarmede millioenen ge
moeid zijn. Wordt nl. de sluis onderloopsch,
dan bestaat gevaar, dat het losse beton suc
cessievelijk wegspoelt en do sluisvloer te eeniger
tyd zich begeeft. Ook bestaat gevaar, dat, bij
den «normen drok, dien de muren van het
buitensluiahoofd, welke tot 5 M. -f- A.P.
worden opgetrokken, op de kanten van den
betonvloer uitoefenen, deze vloer, by te weinig
samenhang, in het midden opwerkt en door
breekt.
z/Om het groote belang van de zaak geloo-
ven wy, dat eene publieke gedachten wisseling
op 't oogenblik niet overbodig is. De wyze,
waarop men de niet te verbloemen gebreken
in de betonfundeering thans tracht te verhel
pen, komt ons, zachtst genomen, weinig af
doende voor. Wij weten niet of de drie be
noemde deskundigen reeds rapport hebben uit
gebracht, en het is ons niet bekend hoever
hun bevoegdheid gaat. In ieder geval achten
wy het noodig onze bevindingen bekend te
maken, opdat de verantwoordelijke autoriteiten
aan het goede succes van deze kapitale werken
al de aandacht wijden, die de enorme belan
gen, welke er mede gemoeid zyn vorderen.*
Vóór het vertrek van de troepen
uit de legerplaats te Laren, brak in een
naburige hoeve, waar paarden der veld
artillerie waren gestald, in den nacht van
Maandag op Dinsdag een zware brand uit.
De hoeve werd nagenoeg geheel in asch
gelegd en 4 paarden kwamen in devlam-
en om.
In de St. Annakerk te Montpellier
is Zaterdag gedurende de mis de notaris
Jean vermoord door een zestigjarige vrouw,
die door de stoelenrijen heen naar zyn
plaats drong en hem met drie revolverscho
ten neervelde.
De kerkbezoekers vluchtten verschrikt
en de kerk, door de misdaad ontwijd, werd
gesloten. De oude vrouw werd door eenige
aanwezigen gevat en aan de politie over
geleverd. Zy had den notaris, wien zy de
schuld gaf van eenige door haar verloren
processen, al lang vervolgd en, daar hg
haar niet in zyn huis wilde ontvangen,
hem in de kerk opgezocht. Men gelooft
dat hare geestvermogens gekrenkt zyn.
Te Hoorn is de meesterknecht H.,
van den heer R., goudsmid aldaar, betrapt
op diefstal van goud. Na onderzoek werd
voor een vrij belangrijke waarde bij den
verdachte gevonden. Hij is gevankelijk
naar Alkmaar overgebracht.
Te Gemert had dezer dagen het tien
jarig zoontje van H. de onvoorzichtigheid
by het oplaten van een vlieger het touw
eenige malen om den hals te winden,
Door een rukwind werd hem de hals bijna
dichtgeknepen, en hij viel bewusteloos neer.
Zijne makkers dachten aan een grap en
kwamen hem dus niet te hulp, doch ge
lukkig kwam iemand anders hem uit zyne
positie bevrijden.
Voor ongeveer een jaar overleed te
Tiel de heer H. de J., die bij een notaris
daar ter stede f40,000 gedeponeerd had,
onder bepaling, dat deze som moest in
geschreven worden op het Grootboek der
N. W. S. en uit de rente van dit kapitaal
welkelijksche uitkeeringen zouden worden
gedaan aan eenige daartoe aangewezen per
sonen. Na den dood van dezen zou het
kapitaal aan de familie van den erflater
komen. Eenigen tyd na hem overleed de
Notaris, en spoedig daarop staakten de
wekelijksche uitkeeringen, omdat het grond-
kapitaal niet ter bestemder plaatse was in
geschreven.
Van het stoomschip »Prinses Wil-
helmina," Zaterdag van Amsterdam naar
Java vertrokken, is te Sonthampton gear
resteerd een matroos, die zich schuldig
maakte aan smokkelen van tabak en sigaren.
Uit Amsterdam wordt gemeld
De kwade praktijk van goederen te koo-
pen en indien ze aan huis zyn bezorgd,
niet te betalen, neemt hier zoozeer toe, en
de magazijnhouders schijnen zich in deze
zoo gemakkelijk te laten verschalken, dat
voor huizen waarvan de bewoners zich op
dit punt beruchtheid hebben verworven,
van overheidswege politie-agenten worden
geposteerd, die de winkelknechts waarschu
wen, de hun ter bezorging gegeven goe
deren niet af te geven. Zóó brutaal en ge
vaarlijk zyn deze klanten, dat toen Dins
dag de heer F., stoffeerder, met zijnen
knecht zich aan de woning van een dezer
niet-betalers vervoegde, om betaling van
f 800 voor een geleverd ameublement enz.,
hij van de bewoonster de besliste verzeke
ring verkreeg, dat zij volstrekt het plan
niet had te betalen. Het ameublement was
trouwens niet meer in huis. Alleen her
kende de leverancier het karpet op den
vloer als zyn eigendom. Zyn knecht last
gevende het karpet weder mede te nemen
en zelf ook bukkende om het op te nemen,
sloeg de bewoonster hem met een hard
voorwerp zoo op het hoofd, dat de man,
na een oogenblik van bewusteloosheid, naar
zyne woning moest worden vervoerd. Een
aanklacht is ingediend, doch alleen met
het oog op de mishandeling. Ten opzichte
van de betaling der geleverde goederen
staat de justitie machteloos.
Gaarne geven we gevolg aan 't verzoek van
den heer R., inzender van het in ons vorig
nummer opgenomen stukje, onder 't opschrift
Buiten stemmingAan het slot van dat stukje
komt een zin voor waaraan enkele woorden
ontbreken. We herstellen dat abuis volgender-
wyze
De schrijver had aangehaald de woorden
van Thorbecke, die het u voorhield, dat leden
van Regeerings-lichameD, en das ook van Ge
meenteraden, die zich buiten stemming honden,
in strijd handelen met den eersten hunner plichten
Hy wilde daarop o. a. laten volgen, dat deze
uitspraak de aandacht verdient van de Raads-
14)
Niemand betwistte hem de erfenis, zelfs was
de familie gereed om hem als majoraatsheer
hulde te brengen, maar deze plechtigheid had
Willy nog altijd weten te verschuiven door
op zyn nog zwakke gezondheid te wijzen.
De staat van zyn gezondheid verhinderde
echter niet, dat het weldra op Altenbrak nog
al levendig toeging. Barones Rogalla voerde
het bestuur en zij verstond dat goed maar
ook verstond zij het goed een grooten, gezel-
ligen kring oen zich te verzamelen. Édnards
dood en Willy's verwonding hadden voor een
poosje die gezellige bijeenkomsten onderbroken,
maar Eduards dood was spoedig vergeten en
de voortgang van Willy's herstel hinderde
Rogalla zeer spoedig niet meer om aan haar
genotzucht bot te vieren.
Tusschen Willy en zyn trotsche vrouw was
een vreemdsoortige verhouding ontstaan. Bjjna
schuw ontweek hij zyn vrouw; hy vreesde
tot een verklaring met haar te komen, of
schoon die toch eenmaal moest volgen. Ge
durende zyn ziekte en den tijd van zijn herstel,
had hy eon voorwendsel, waarmee hy zich-
zeiven kon tevreden stellen om de regeling
der zaken en de onverkwikkelijke verklaring
met zijn vrouw nog eenigen tyd te verschui
ven. Doch al te dikwyls las hy in Rogalla's
oogen de vraagWanneer zult ge een einde
maken aan dezen onzokeren toestand aan
die onzekerheid beneden onze waardigheid
Ja, er moest een einde aan gemaakt wor
den Ook Willy was tot dit besluit gekomen.
Er moest een einde aan gemaakt worden,
en weldoor Eduards erfgenamen in het
bezit van hun rechtmatig eigendom te stellen.
Reeds meermalen had hij aan zijn schrijftafel
plaats genomen om aan Eduards vrouw een
brief te schrijven met de uitnoodiging naar
Altenbrak te komen. Doch telkens scheen het
hem dan of de oogen van zijn vrouw dreigend
op hem neerzagen, en met een zucht had hij
de pen weer neergelegd. Om echter zyn ge
weten in slaap te sussen, had Willy aan een
zaakwaarnemer, die hem reeds vroeger in dis
crete aangelegenheden hielp, last gegeven om
naar Margherita Montelli en haar toestand
een onderzoek in te stellen. Daarby koesterde
hy heimelyk de hoop, dat een onverwachte
gebeurtenis het vraagstuk zou oplosseu, zon
der dat hy daarbij een vinger behoefde te
verroeren. Heden verwachtte hy mynheer
Tirachner om mondeling verslag uit te brengen.
Onrustig liep Willy heen en weer in het
schrijfvertrek zyns vaders, dat hij nu zelf in
gebruik had genomen. Al had Rogalla in de
andere vertrekken het ouderwetsche ameuble
ment laten vervangen door ander van den
nieuwsten smaak, in de kamer van den
ouden baron had zy niets veranderd, want die
kamer bevatte de kostbaarste oude meubelen,
de familieportretten en nog andere kostbare
voorwerpen, reeds lang in bezit van het ge
slacht Von Altenbrak, die getuigden van den
gen ouderdom van het kasteel en van den -
ouden adel der Altenbraks. En Rogalla was
trotsch op dit oude geslacht, waartoe zij door
haar huwelyk ook behoorde, en waarvan haar
kinderen den naam droegen. Haar trots was
dus de reden, waarom de linkervleugel van
het slot, met de vertrekken van den overleden
baron geheel niet werden aangeroerd door de
decorateurs, die in het overige gedeelte van
het slot alles op nieuwerwetschen voet moes
ten inrichten.
Hier droeg alles nog den ouden stempel.
De donkere kleuren der gobelins en de zware
eikenhouten meubelen gaven aan de kamers
en den langen gang een duister aanzien, dat
nog versterkt werd door de vele donkere olie
verfportretten van voorvaderen der Altenbraks.
Aan het eind van dezen vleugel stond een
zware vierkante toren, die bijna geheel be
groeid was met klimop, zoodat men de kleine
getraliede schietgaten nauwelyks kon zien.
Deze toren was het laatste overblyfsel van
het vroegere burchtslot, der heeren Von Al
tenbrak, dat in den loop der tyden allengs
het fraaie verblyf van thans was geworden.
In de benedenverdieping van dezen toren
bevond zich het familie-archief van het oude
geslacht. Tot dit archief had men toegang door
een deur in het schrijfvertrek van den majo
raat shcer de deur bevond zich in den
dikken muur en was verscholen achter het
tapijtbehangsel, zoodat ze alleen te vinden
was door iemand, die het geheim kende. Ati'
dere toegangen had de toren niet.
Uit het archief voerde een smalle wentel
trap naar de bovenverdieping, waar men een
prachtig uitzicht had op de rondom gelegen
bezittingen. Hier was ook een enge poort,
waardoor men slechts met behulp van een
ladder weer op den vlakken grond kon komen.
Bij den toren groeide dicht houtgewas, waar-
tusschen verscheidene fraaie kastanjeboomen.
De zon scheen helder en wierp haar stralen
tusschen de takken door in het schrijfvertrek
waar zij zacht weerkaatst hun licht wierpen
op het portret eener dame, dat juist boven de
schrijftafel aan den wand hing. Onwillekeurig
bleven Willy's blikken op dat portret rusten.
Het was zijn moeder, in de eerste jaren van
haar huwelijk door een schilder op doek ge
bracht.
Met een zucht keerde hy eindelijk het gelaat
af, trad aan het venster en staarde peinzend
in het park. Evenals allo zwakke naturen, kon
hy niet tot een besluit komenliever wachtte
hij in werkeloosheid op eene af andere toe
vallige gebeurtenis, dan door een beslissende
daad aan alle onzekerheid een einde te maken.
Plotseling schrikte hy op. De deur van zijn
kamer ging open en vriendelyk lachend stond
zyn vrouw voor hem, in haar volle schoonheid,
nog verhoogd door haar siorlyke halfrouw
kleed ing. Doch ondanks haar vriendelyken
lach voelde Willy zyn hart door een ijzige
hand omklemmen. In de harde staalblauwe
oogen zijner vrouw las hy de onuitgesproken
vraag: Waartoe dat getalm? Maak er een
eind aan.
Ik hoorde, dat go den koetsier bevel
gaaft om in te spannen, begon zy. Wilt ge
nog voor het diner uitrijden
- Neen, Rogalla, ik blyf hier. Het rytuig
moet naar het spoorwegstation.
Naar het station Verwacht ge iemand
Natuurlijk, er is nog veel te regelen
vóór wy op reis kunnen gaan. Ik verwacht
myn advocaat, de koetsier zal hem afhalen.
Rogalla's vriendelyk gelaat van zooeven
werd plotseling somber, er kwamen rimpels
in haar voorhoofd en zy beet op haar lip.
Snel trad zy op haar man toe en legde haar
hand op zijn arm.
Ja, natuurlyk, zei ze, er is nog veel te
regelen voor ons vertrek en ik denk, dat ge
myn hulp wel kunt gebruiken by de regeling
van die aangelegenheden. Ge verwacht een
advocaat zegt ge. Is dat wegens de aanspra
ken van die vrouw?
Ja 1
Zegt ge me dat nu eerst?
Rogalla
Ik heb recht om te weten, wat ge doen
wilt. Ik heb er recht op alles te weten, want
hot geldt hier de toekomst van myn kinderen.
Ge zult alles weten, Rogalla. Maar vooraf
wil ik zekerheid hebben omtrent alle omstan
digheden. De man, dien ik verwacht, is geen
advocaathet is een zaakwaarnemer, die te
vens een particulier informatiekantoor houdt.
Ik heb dien man last gegeven om onderzoek
te doen naar de vrouw van mijn broeder.
De vrouw van je broeder Rogalla
lachte spottend. Ik dacht, dat ge dit dwaze
sprookje reeds vergeten zoudt zyn.
(Wordt vervolgd.)