't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
Adeltrots i Haai
No. 2147.
Woensdag 13 September 1893.
21ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn». 36:
NIEUWSTIJDINGEN.
17>
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem fl.12®
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKH0UT Co., te Helder.
BuraauxSPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
AavertentLën
van 1 tot 5 regels25 Cent#
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
HELDER, 12 Sept. 1893.
Floralia.
Ofschoon 't weder minder gunstig was, richt
ten toch Zaterdagmiddag een aantal belang
stellenden hunne schreden naar Tivoli, waar
een boven den ingang geplaatst bord de plaats
van entrée aanwees.
Tegen 2 nur trad de Floralia-commissie
binnen, bestaande nit de hh. P. Polvliet, T.
Mooy, H.Roukens, P. Bitter Jr., S.F.Klein-
bentinck en C. Maalsteed. De hr. Polvliet, Voor
zitter, riep den aanwezigen 't welkom toe en gaf
een kort overzicht der geschiedenis van Flo
ralia, dat na eenige jaren in vergetelheid te
zijn geweest, thans weer te voorschijn treedt.
Na een woord van dank gericht te hebben
aan allen die de zaak steunen, in 't bijzonder
aan de hh. C. E. Uhlenbeck en P. C. Pabst en
aan de juryleden, sprak hy den wensch uit,
dat bij ruimere deelneming, Floralia een vol
gend jaar grootscher voor den dag mocht komen
en las de lijst der bekroonden voor, die we
hier laten volgen
Eerste prijs No. 50, R. de Cocq.
2e 38, G. T. Von Oterendorp.
3e 51, A. Thomasa.
4e r 17, P. Schilder.
5e u 24, T. Bakker.
6e ff 18, H. Vonk.
Getuigschriften:
No. 39, Mej. de Wed. Buis.
9, J. H. Buhrman.
25, D. Duinker.
H 7, T. J. Keizer.
ii 6, F. Ekamp.
Door 't staimuziekkorps, onder directie van
den hr. L. A. Schouten, werden, na de ver
klaring, dat de tentoonstelling was geopend,
fanfaren geblazen, waarop 't Volkslied volgde,
dat staande werd aangehoord.
Vervolgens werd 'c woord gevoerd door
den hr. L. W. F. Oudenhoven, president der
Landbouw-Cominissie alhier, welke Commissie
ook vertegenwoordigd was.
Spreker meende, dat de zaak wel zou bloeien,
ook al werd financieele steun geweigerd.
Daarna nam de heer A. van Voornveld 't
woord en deelde mede, dat de jury, die be
halve spreker bestond uit de heeren P. J.
Jane en A. C. Roem, eerst na nauwgezette
overweging de bekroningen had toegekend,
waarbij men had gelet op de ontwikkeling,
den vorm en 't voorkomen der planten en gaf
tens slotte den liefhebbery-bloemkweekers een
aantal practische en nuttige wenken, waar
mede ze in 't vervolg hun voordeel kannen
doen. Nu ging men naar de zaal waar de
bloemen waren opgesteld. De tentoonstelling
maakte een prettigen indrnk. Onder de be
kwame leiding van den heer Maalsteed, direc
teur van Tivoli, was er iets goeds en schoons
van gemaakt, een geheel, dat 't oog bekoorde.
Met belangstelling werden dan ook de bloe
men en planten bekeken, de pryswinners na-
tuurlyk 't eerst. Velen hadden een woord van
lof over voor de hh. P. Bitter Jr. en P. J. B.
Puimbroek, en roemden zoowel de menigte de
verscheidenheid van de inzending van eerst-
genoemden, als de keurige bouquetten van den
laatste. Volkomen stemmen we in met de
woorden van een der sprekers, dat we in 't
artikel bloemen niet naar den vreemde be
hoeven te gaan, en dat we moeielyk beter
terecht zouden kunnen, dan by onze plaatsge-
nooten.
De prijzen, bestaande uit sierlijke voorwer
pen, waron netjes gerangschikt en werden
met belangstelling bekeken.
Ofschoon 't vry gnur was, bleven velen om
't concert, door bovengenoemde kapel gegeven
by te wonen.
Zondagmiddag op 't gewone matinée, onder
leiding van den kapelmeester J. Koning, trok
Tivoli heel wat bezoekers.
Met de meeste aandacht werden de nummers
van 't programma gevolgd, die met zorg ge
kozen waren en uitstekend werden ten gehoore
gebracht, zoodat meermalen een welgemeend
applaus weerklonk.
Des avonds werd men door fraai weder
begunstigd. In langen tyd hadden we den
tuin van «Tivoli" niet zoo vol gezien. Ruim
9 uur reikte de hr. Polviet onder 't houden
van een korte toespraak, de prijzen en getuig
schriften aan de bekroonden uit. In den tuin
werd met genoegen naar de muziek der Kleine
Kapel geluisterd en ten slotte een vuurwerk
door den heer Horsten, van Amsterdam, afge
stoken. Aan de vervaardiging van dit vuur
werk was meer dan gewone zorg besteed en
vooral 't laatste nummer, »Floralia«, lokte
betuigingen van bijval uit.
We mogen Floralia" gelukwenschen met
't weder-optreden, dat goed geslaagd mag ge
noemd worden, en hoorden met genoegen, dat
vele bezoekers zich als leden hebben doen
inschrijven, zoodat we voor 't volgend jaar
goede verwachtingen hebben. Een woord van
hulde aan de ijverige commissie, bovengenoemd,
wier werkzaamheid de herleving van «Flora
lia" mogelijk heeft gemaakt.
Vrijdag na den middag deed zich ook
boven Texel het gerommel van den donder
hooren. Te vier uren werd de donder hevig
en de bliksemschichten feller en te ruim
vijf uur koos het onweder zich een offer.
Een boerenwoning in Tienhoven, van den
heer Aug. Keijser, werd door den bliksem
geraakt en stond in een oogwenk in lichte
laaie. Aan blusschen viel niet te denken,
dewijl de vlammen rijkelijk voedsel von
den in het daar geborgen hooi en graan.
De woning was bewoond door C. Bruin,
een knecht van den heer Keijser, die met
zijn gezin ten zeerste verschrikt werden
door het ongeval. Persoonlijke ongelukken
hadden niet plaatser kon echter zeer
weinig gered worden.
Op 76-jarigen ouderdom is Zater-
ochtend te 's Gravenhage overleden de heer
M. H. Jansen, lid van den Raad van State,
gewezen schout-bij-nacht. De heer Jansen
heeft in vroeger tyd met groote warmte
de belangen van het zeewezen voorgestaan,
niet enkel als zee-officier in actieven dienst,
maar ook als schrijver. Van zijn hand ver
scheen o. a. in 1864 het geschriftOmwen
teling in het zeewezen, bijdrage tot ver
zekering onzer onafhankelijkheid.Maar
vooral heeft Jansen zich naam gemaakt
door zijne warme pleidooien voor een ge
regelde stoomvaart met Amerika. Zyn
>Brug over den Oceaanmaakte indertijd
sensatie. Ook de tochten van de Willem
Barents* heeft hij krachtig bevorderd. Se
dert 1874 had bij zitting in den Raad van
State. Hg was versierd met het ridderkruis
van den Ned. Leeuw en het commandeurs
kruis van de Eikenkroon.
Uit Den Haag wordt gemeld dat al
daar Vrijdagavond op straat is gevangen
genomen een predikant der Ned. Herv.
gemeente, verdacht van onzedelijke han
delingen ten opzichte eener aan zijn zorg
toevertrouwde minderjarige.
Eenige dagen geleden verwittigde de
Engelsche consul onze politie dat een
Engelsche dame, die Juni jl. in Londen
met een zich noemenden dokter De Jong
was gehuwd, op de huwelijksreis door Ne
derland, spoorloos was verdwenen.
Aan den hoofd-inspecteur der recherche,
den heer C. Batelt, werd het onderzoek
dezer geheimzinnige zaak opgedragen, wien
bij nauwkeurige nasporingen spoedig bleek,
dat dezelfde De Jong, begin Augustus een
Amsterdamsche dame naar Londen mede-
voerde, om aldaar te huwen, en hij hier
teruggekeerd was. Het gelukte den ijveri-
gen hoofdinspecteur den gewaanden dokter
De Jong in een hotel te Amsterdam aan
te houden, en bleek hij een oude bekende
der j astitie en schilder van beroep te zijn.
Justitie en politie hier en in Londen on
derzoeken ijverig wat van beide vrouwen
geworden is.
De heer B. Z. te Kuinre is heimelijk
van daar vertrokken, zijne vijf kinderen
geheel onverzorgd achterlatende. Eenige
ingezetenen hebben zich over de kleinen
ontfermd en voorloopig voor hunne ver
pleging gezorgd.
Een arbeider te Stiens had de beel
tenis van H. M. de Koningin op hout
uitgesneden en deze H. M. op haren
verjaardag ten geschenke aangeboden. Don
derdag ontving hij dit, ingevolge de bevelen
van H. M. de Koningin-Regentes, met een
vriendelijk schrijven terug, onder erkenning
van de goede bedoeling van den vervaar
diger. H. M. kon echter in dit geval van
den regel, nooit geschenken aan te nemen,
niet afwijken.
Naar de gevangenis is overgebracht
zekere S., die verdacht wordt in zijn wo
ning te Amsterdam moedwillig brand te
hebben gesticht.
Bij onderzoek is gebleken, dat al de
meubelen met petroleum waren begoten.
Zelfs het wiegje van een der kinderen
was met petroleum besmeerd.
De vrouw van S. was met 2 kinderen
op reishij was met 2 andere kinderen
te huis. Deze zijn nu in het Bestedelin-
genhuis voorloopig onder dak gebracht.
Door den president van de rechtbank
te Amsterdam is een bevel tot aanhouding
uitgevaardigd tegen een zekeren Janssen,
meelhandelaar, handel drijvende onder de
firma H. G. Jansen Co.
Hij heeft zich door middel van valsche
documenten een zeer aanzienlijk bedrag
geld weten toe te eigenen.
Janssen was vroeger, misschien een 25-
tal jaren geleden, chef van de meel- en
broodfabriek Holland,* in welke betrek
king hij het volste vertrouwen van zijn pa
troons genoot. Toen hij trouwde, werd te
zijner eer een feest aangericht, de geheele
fabriek vlagde enz., en juist op dien zelf
den dag werd ontdekt, dat hij zich aan de
grootste oplichtergen had schuldig gemaakt.
Zijn trouwdag was de laatste dag, dien
hij in dienst dier firma doorbracht.
Hij vestigde zich toen zelf als graan
handelaar en deed samen met een zekeren
heer H.... zaken onder de bovengenoemde
firma. De firma ging failliet, beide firman
ten werden insolvent verklaard, H... ging
naar Brussel en Janssen week uit naar
Amerika.
Later kwam hij weer te Amsterdam en
vestigde zich opnieuw, als importeur van
Amerikaansch meel en graan. Hij bezat
een van de reusachtigste zaken op dit ge
bied en omdat hij altijd goedkooper was
dan anderen, betrokken bijna alle groote
fabrieken hun Amerikaansche grondstoffen
door zijn tusschenkomst.
De politie heeft te Breda een onder
zoek ingesteld naar de oorzaak van den
dood van den vierjarigen Antonius van
den Bosch. Door den dokter moet gecon
stateerd zijn, dat het kind van schrik ge
storven is, en naar luid van de in omloop
zijnde verhalen zou die schrik veroorzaakt
zijn doordien een buurvrouw het kind een
paar dagen geleden een emmer water over
het hoofd heeft gegooid, toen het kind
op haar stoep zat.
Vrouwen bij posterijen en telegrafie
Bij de oproeping van adspiranten voor
de betrekking van klerk der postergen en
telegrafie wordt de aandacht van vrouwe
lijke candidaten in het bijzonder gevestigd
op de voortaan geldende bepaling, dat
vrouwelijke ambtenaren niet minder dan
de mannelijke aan den dienst in zijn vollen
omgang moeten deelnemen.
Dit heeft eenige toelichting noodig.
Tot dusver genoten vrouwelijke ambte
naren bij de regeling der diensten zekere
niet onbelangrijke voorrechten. Zij waren
niet alleen van nachtdiensten, maar ook
min of meer van late diensten vrijgesteld.
Op kantoren waar veel vrouwelijk perso
neel werkzaam is (inzonderheid geldt dit
de telegraafkantoren), werkte dit belem
merend voor den dienst en vooral werd
daardoor voor de mannelijke ambtenareu
de taak zeer verzwaard. Daar voor vrou
welijk en mannelijk personeel de bezoldi
gingen volkomen gelyk zijn, en bij de jong
ste organisatie ook wat opklimming in rang
betreft de vroeger geldende bepalingen, die
voor de vrouwelijke ambtenaren minder
gunstig waren zijn opgeheven, is aan het
hoofdbestuur raadzaam voorgekomen, de
door haar genoten voorrechten te doen
vervallen en ook bij de regeling der diensten
allen gelijk te stellen.
Op de kermis te Aalsmeer is Woens
dagavond een koorddanserstent tijdens de
voorstelling ingestort. Tengevolge van de
hotsende beweging der jolige toeschouwers
is de teut op den slappen bodem aan het
schuiven geraakt en onder vreeselijk tumult
in elkander gezakt.
Hoewel nog velen te water geraakten,
zijn allen gered kunnen worden en kwa
men gelukkig allen met een nat pak vrg.
Een vaartuig met kermisreizigers,
komende van Zaandam en gesleept door
de stoomboot Krimpen aan de Lek," is
op het Noordzeekanaal voor zijkanaal H.
gezonken. Niet zonder moeite werden de
opvarenden gelukkig allen gered.
Ter gelegenheid van de Delftsche
kermis werd door een der koekbakkers
een monsterachtig groote sukadekoek
verloot, die gewonnen werd door.... H. A.
Soetekouw.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 7 tot en met 9 Sept. 1898.
ONDERTROUWD C. Rossenaar, bloemist
en A. M. A. de Barse. H. J. Reinders,
koopman en G. de Vries. J. Hendriks, boots
maat en J. v. Stralen.
GETROUWD: J. A. P. Wendt en J.
Lastdrager.
BEVALLEN H. Stevensevan Urk, z.
C. C. Slikboervan Breda, d. G. Glotze
Hemelryk, z. J. RaapBruul, d. B. van Os
Selias, d. L. BaisBakker, d. A. C. Hoes
de Groot, z. M. ReijersFagg, d. C. Swen
nenSwart, d. J. van Osvan Marion, z.
C. J. KrulKennink, z. A. de VriesVer-
hey, z.
OVERLEDENA. E. G. C. Lagerwey,
10 maanden. J. C. Hin, 20 dagen.
1 Levenloos aangegeven.
Ingezonden.
Wegver betering.
By den verkoop voor bouwterrein van een
stuk weiland, in eigendom toebehoorende aan
den heer A. Kikkert alhier, is door de koopers
van perceelen bijgedragen in de kosten van
bestrating. De straat is gelegd, doch door ver
schillende omstandigheden is zij op vele plaat
sen zeer ontredderd en vooral bij avond zoo
goed als onbegaanbaar. Te erger is dit, omdat
de nieuwe straten, al draagt ook een daar
van den naam van H. M. de Koningin, by
avond en nacht geen straatverlichting genieten.
Nu onstaat de vraagWie heeft er voor het
herstel der straat te zorgen Wèl heeft de
Gemeenteraad aan de straten in de .nieuwe
stad" namen gegeven, doch het eigendomsrecht
van den openbaren weg aldaar berust niet
bij het Gemeentebestuur. Is er nu niets aan
te doen, om hem, wien het aangaat, te dwin
gen, om den weg in een begaanbaren toestand
te houden totdat te eeniger tijd de straten in
die wijk door 't gemeentebestuur zullen worden
overgenomen? De bewoners der «nieuwe stad»
en zij, die er van tyd moeten komen, hebben
er belang bij,dat, vódr de lange donkere avonden
komen, de openbare weg in behoorlijken toe
stand worde gebracht. Zoo als het thans is,
mag het niet blijven.
X.
Marine en Leger.
Bij de Marine te Hellevoetsluis wordt de ma
chinist 1ste kl. v. c. J. C. F. Kroon met ingang
van 16 dezer op non-aot. en 1 Nov. d. a. v. op
pensioen gesteld, wordt de mach. 1ste kl. v. c.
J. J. Hessels geplaatst bij den torpedodienst en
7- Welnu
Laat mij voor uwe rekening naar Pa-
lermo gaan en inlichtingen inwinnen omtrent
dat Frati. Wie weet of er wel een plaatsje
van dien naam bestaat en of er wel een kan
toor van den burgerlyken stand is.
Is dat wel het geval, dan onderzoek ik of
daar ter plaatse het huwelijk tusschen Eduard
Von Altenbrak en Margherita Montelli is in
geschreven.
Ik ben u zeer verplicht, als gy dat op
u wilt nemen. Op die wijze alleen kan worden
vastgesteld, of dat huwelyk werkelijk is ge
sloten.
En wanneer dat het geval wel mocht
zyn vroeg Tirschner met een loerenden blik.
Willy Von Altenbrak zweeg en keek som
ber naar den grond, terwyl hy plotselingkleurde.
De zaakwaarnemer had genoeg gezienhij
wist nu hoe de zaken hier stonden. Als erva
ren man raadde j hy de wenschen van zyn
lastgevers en wist die tegemoet te komen.
Zoo ook nuHy schoof zyn stoel nog wat
dichter by, legde zyn hand op Willy's arm
en fluisterdeIk zal u zeggen, wat ik dan
doe, mijnheer de baron. Ik zal trachten, dat
register, waarin die huwelijksacte is inge
schreven, meester te worden Gelukt my dit,
dan breng ik het u hier. U kunt er dan e
handelen, naar uw goedvinden. Heb ik mijn
taak goed begrepen
Langzaam sloeg Willy de oogen op. Zijn
blik ontmoette dien van den kleinen ma-
geren man, die ineengedoken zat als een roof
dier, dat op het punt is zyn prooi te bespringen.
Een tijd lang keken zij elkaar in de oogeD,
alsof zy in elkanders ziel wilden lezen. De
scherp loerende blik van den vreemde werkte
met geheimzinnige kracht op Willy doch
oindelyk onttrok deze zich met geweld aan
dien invloed en met een diepen zucht stond
hy op en zeideGy hebt uw taak goed be
grepen, mijnheer Tirschner. Ik moet nood
zakelijk die bewijzen in myn bezit hebben,
om mijn gedragslyn tegenover mevrouw Mon
telli daarnaar te regelen. Breng my dns die
bewyzen als ze tenminste voorhanden zijn.
Dat is afgehandeld, mijnheer de baron
Wanneer moet ik de reis aanvaarden?
Morgen vandaag nog, als dat moge
lijk is.
Laten wij het dan op morgen stellen. Ik
heb nog eenige zaken te regelen, en u moet
mij nog een aanwijzing op uw bankier geven.
Welzeker, ik zal u een aanwyzing geven.
Met een beleefde buiging en onder vrien
delijk glimlachen nam de zaakwaarnemer het
orderbriefje in ontvangst, waarop de bankier
hem een groote som gelds moest uitbetalen,
Zoo, mijnheer de baron ik dank u,
morgen in de vroegte ga ik op reis, en binnen
weinige dagen zult u van mij vernemen of
dat vermeende dorp Frati bestaat of niet.
Ik heb de eer, mijnheer de baron
Wilt ge niet een kleine verfrissching
Zeer vriendelijk baron. Inderdaad zou ik
gaarne!
De baron schelde en beval den binnontre-
denden bediende mijnheer Tirschner naar de
eetzaal te geleiden en hem een ontbyt voor
te dienen. Later moest het rijtuig voorkomen
om dien heer weer naar het spoorwegstation
te brengen. Nogmaals maakte do zaakwaar
nemer een diepe buiging en volgde toen den
bediende naar do eetzaal. Willy Von Alten
brak herademde zoodra hij weer alleen was.
Weldra zat mijnheer Tirschner in bijzonder
goeden luim aan een voortreffelyk ontbijt in
de groote zaal, waar de heerlyke geur der
bloemen uit het park door de openstaande ven
sters binnendrong.
Met het innig welbehagen, dat hy steeds
gevoelde wanneer hij zulk een familiezaak te
behandelen had, ledigde hij juist een glas
rooden wijn tot op den bodem, toen de vleu
geldeur tegenover hem openging en een dame
met trotsche figunr binnentrad.
Tirschner sprong van zijn stoel op en boog
eerbiedig. Hij had mevrouw Rogaila Von Al
tenbrak herkend.
Laat ik u niet storen, mijnheer, sprak
de baronnes met nederbuigende minzaamheid.
Ik wilde slechts even zien, of de bediende
goed voor u gezorgd heeft.
O, mevrouw, geef u geen moeite
De slimmerd begreep dadelyk wel, dat die
vriendelijke bezorgdheid slechts een voorwend
sel was om ongestoord te kunnen spreken,
zonder dat haar komst in het oog liep. Het
vermoeden lag voor de hand, dat zij gaarne
die lastige mededingster naar het bezit van
Alten brak van de bank geschoven zou zien.
Hij wilde de barones op gang helpen, want
hij zag, dat zij moeilyk een toepasselijk begin
kon vinden. Hy begon dus
Mevrouw de barones heeft zeker wel
van haar echtgenoot vernomen, dat ik morgen
naar Italië ga om te onderzoeken of de be
wering waarheid bevat, dat mevrouw Montelli
met den overleden baron Von Altenbrak een
wettig huwelyk heeft aangegaan.
Rogaila kleurde. Dus Willy had nog geen
onherroepelijk besluit genomen 1 Hy laveerde
noghij was nog te winnen voor haar plan
om de bewyzen te vernietigen. Zy gevoelde
een zekere voldoening, zy was nu zeker van
haar overwinning. Zij wilde don kleine sluwen
man echter niet laten bemerken dat tnsachen
haar en haar man oneenigheid bestond, en
daarom zeide zy zeer koel en bedaard: Zoo
was het tenminste tusschen myn echtgenoot
en my afgesproken. Daar ge echter in zaken
veel ervaring hebt opgedaan, zou ik over deze
aangelegenheid gaarne uw oordeel vernemen.
Zou de bewering, dat er een wettig huwelijk
gesloten is, waarheid bevatten of niet?
De slimmerd glimlachte en haalde de schou
ders op Wie kan met zekerheid die bewering
tegenspreken Het is altyd nog mogelyk, dat
mevrouw Montelli de waarheid spreekt, of
schoon er, vreemd genoeg, geen papieren voor
handen zyn.
By deze laatste woorden deden zijn toon en
de uitdrukking van zijn gelaat Rogsdia's bloed
naar de wangen stygen.
Welnu, mynheer Tirschner, wanneer
dat huwelijk werkelijk gesloten mocht zyn,
verschaf ons dan zoo mogelijk het oorspron
kelijke bewijsstuk daarvan, dan is meteen aan
onzen twyfel een einde, sprak zij, zich met
geweld tot kalmte dwingende.
Verlaat u geheel op my, mevrouw.
Op dat oogenblik kwam de bediendo weer
binnen en meldde, dat het rijtuig gereed stond.
Tirschner stond op en boog eerbiedig voor de
barones. Deze beantwoordde zijn groet met een
trotsch hoofdknikje.
Tot weerziens dus, mijnheer.
Mevrouw zal over mij tevreden zijn J
antwoordde de kleine man glimlachend. Toen
verwyderde hij zich snel en bijna onhoorbaar.
Rogaila bleef alleen. Triomfeerend blikte zy
in het rond. Nu wist zy, dat zij haar doel
zou bereiken.
TIENDE HOOFDSTUK.
Het was midden in den zomer. De zon
stond hoog aan den helderen hemel en zond
haar verzengende stralen neder op het slot
Altenbrak en zyn omgeving. Boomen en strui
ken lieten hnn bladeren smachtend hangen.
Het eentoonig gedruisch van den zwarten fon
tein, het getjilp der zwaluwen, en het gekraai
van den haan, waren de eenige geluiden, die
men hoorde in het stille park. In de schaduw
van een breedgetaktcn olmboom lag Willy's
groote dog en waakte half ingedommeld over
het dochtertje van zyn meester, dat met haar
hoofdje op zijn rug liggende, was ingesluimerd.
(Wordt vervolgd.)