't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. SSTT Adeltrots en Maai Ho. 2150. Zaterdag 23 September 1898. 21ite Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Proeramma van het 18de Zomer-Concert. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ot. id. franco per post 75 idem f 1.12* id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00 Buraux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentlön Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 5e kwartaal 1893, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Ociober 1893zullende anders daarover met 5 Cts. verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt te worden. KALENDER DER WEEK. Opkomst der Zon u. 51 m. Ond®rg. H w 5 u. 51 m. SEPTEMBER (Herfstmaand, 80 dagen). Zondag 24 Maandag 25 V. M. Isr. Loofhuttenfeest. Dinsdag 26 id. id. Woensdag 27 Donderdag 28 Vrydag 29 Zaterdag 30 NIEUWSTIJDINGEN, HELDER, 22 Sept. 1893. Woensdagavond had de halfjaarlijk- sche algemeene vergadering van de Scherm en Gymn.-Vereeniging Oefening kweekt Kunst," in de tuinzaal van Tivoli plaats, onder voorzitterschap van den heer C. S. Jaring. Na 't uitbrengen van 't rapport der finan- cieele commissie, werd 't financieel verslag over 't laatste' halfjaar voorgelezen, waar uit bleek, dat de rekening met een batig saldo sloot. Bjj stemming werden benoemd als leden der finaucieele commissie de hh. A. Korff, F. Schellinger en Meijers als 2e secretaris, de hr. J. van Looals vice-penningmees- ter de hr. G-. Schrielals afgevaardigden ter Bondsvergadering de hh. C. S. Jaring en D. M. Grunwald en als adsistent-brand- msester de hr. H. Zegel. Besloten werd 't scherm-onderwijs bij de hoofd-afdeeling voorshands te schorsen en eervol ontslag te verleenen aan den schermmeester J. de Jongde heer H. J. Seeboldt nam op zicb onderwijs in 't scher men aan de voorbereidings-klasse te geven. De a. 8. uitvoeringen werden bepaald op 14 en 28 October. Op de eerste zullen de hoofd-afdeeling, voorbereidings-klasse en adspiranten-afdeeling werkzaam zijn en op de laatste de hoofd-afdeeling en de meisjes klasse, waarbjj de kunstlievende leden toe gang hebben. Na rondvraag werd de vergadering ge sloten. Ten blijke van het nut, dat de Maat schappij »Tot Nut van 't Algemeenop stoffelijk en zedeljjk gebied nog altjjd blijft stichten, vermelden wy de volgende me- dedeelingen omtrent de departementen dier Maatschappij bier en in den omtrek, welke mededeelingen wjj hebben geput uit het dezer dagen in 't licht verschenen Jaar boekje over 1893. 't Blijkt, dat door on derscheidene departementen, door de werk zaamheid der Maatschappij, een aantal heilzame instellingen tot stand gebracht zijn en in stand worden gehouden. Het departement Anna Paulowna, tellende 37 leden, heeft een Volksbiblio theek, een Spaarbank, een Vereeniging tot bevordering van getrouw schoolbezoek en een Ziekenfonds Helder, 68 le den, een Volksbibliotheek, een Spaarbank, een Gymnastiekschool en een Industrie school Kolhorn 24 leden, een Volksbibliotheek en Volksvoordrachten Sehagen 34 leden, een Volksbiblio theek, een Bewaarschool, een Zangschool, een school voor Huisvljjt, een school voor vrouwelijke handwerken, en Volksvoor drachten Texel, 27 leden, een Volks bibliotheek en een BewaarsshoolTer schelling, 44 leden, een Volksbiblio theek, Volksvoordrachten, en een Ver eeniging voor getrouw schoolbezoek Wieringerwaard, 31 leden, een V olksbibliotheek. Op het eiland Texel zjjn by de ver kiezing voor een lid van den Gemeente raad 218 stemmen uitgebracht. Hiervan verkreeg de heer C. W. Bakker Jr. 106, K. Lap Bz. 45, Aug. Keyser 28 en C. R. Keyser 29 stemmen. Alzoo herstemming tusschen de heeren C. W. Bakker Jr. en K. Lap. Bz. Ds. J. N. Wiersma, predikant by de Doopsgez. gemeente te Wieringen, heeft het beroep naar Monnikendam aangenomen. TROON RE DË. De nieuwe zitting der Staten-Generaal is Dinsdag in de vereenigde vergadering der beide Kamers, door de Koningin-Regentes geopend met de navolgende rede Mijne Heeren! Met dankbaarheid mag ik by do opening der gewone zitting van de Staten-Generaal in menig opzicht bevredigende mededeelingeD doen omtrent den algemeenen toestand des lands. De betrekkingen tot alle Buitenlandsche Mogendheden zyn van den meest vriendschap- polijken aard. Aan myne uitnoodiging, tot verschillende regeeringon gericht, om eene regeling voor te bereiden van onderwerpen van internationaal privaatrecht, is op wel willende wijze gevolg gegeven. Zee- en landmacht kwijten zich, zoowel hier te lande als in de koloniën, by voortdaring op de meest loffelyke wijze van hare taak. De uitkomsten van den oogst zijn, tenge volge van langdurige droogte in den voorzomer, op onderscheidene plaatsen minder gunstig. De toestand van den veestapel is over het alge meen voldoende. In dien van handel, nijver heid en scheepvaart kwam geene merkbare ver andering. De algemeene gezondheidstoestand is be vredigend. Voor een ernstige uitbreiding der besmettelijke ziekten, welke ons ten vorigen jare zoozeer bedreigden, mochten wy tot dus verre bewaard blyven. Gedurende dit zittingjaar wacht u opnieuw hoogst gewichtige arbeid. Voor de verdere behandeling en afdoening der aanhangige wets- voordracht tot regeling van het kiesrecht voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de Provinciale Staten, roep ik in de eerste plaats uwe medewerking in. De nog aanhan gige wetsontwerpen blijven aan uwe overwe ging aanbevolen. Het ontwerp eener wet op de krijgstucht wordt aan uwe beraadslaging onderworpen. Ook andere verbeteringen onzer wetgeving zullen u worden voorgedragen. De toestand van 's Rijks geldmiddelen is voldoende. Verhooging der belastingen wordt niet geëischt en de beschikbare middelen zijn toereikend voor de behoeften van den dienst. Een ontwerp van wet in het belang van de gezondheid en veiligheid in fabrieken en werk plaatsen zal u worden aangeboden. Tot verbetering van de bestuursinrichting in Nederlandsch Indië zullen u voorstellen worden gedaan. Opnieuw, Mijne Hoeren, doe ik met vertrou wen een beroep op uwen ijver on uwe toe wijding. Moge uw arbeid, onder Gods zegen, Bfrekken tot bly vend welzyn van ons dierbaar Vaderland In naam der Koningin verklaar ik de ge wone zitting der Staten-Generaal te zyn geopend. De Rykscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuur man aan boord van koopvaardijschepen, zal overeenkomstig het bij koninklijk be sluit van 17 Juni 1891 vastgestelde re glement voor die examens, aanvangende 10 October, te 9l/8 uur, zitting houden te Rotterdam, in het Gebouw der Loge aldaar. De aanvraag om toegelaten te worden, moet den voorzitter, den beer J. H. P. E. Knipborst, te 's Gravenhage, vóór 3 Oct. a. s. portvrij hebben bereikt. Het volgende examen zal in November te Amsterdam worden gehouden. Men zie verder de Staatscourant* van 20 dezer. Den 16 dezer werd door Klaas de Graaf, vroeger marinematroos, thans in dienst van den heer G, A. Bodenbeim, wonende Prinsengracht te Amsterdam, aan de associatiekassa aldaar ontvangen een bedrag van f21,146.76. Dat geld is door hem niet afgedragen, zoodat men vermeent dat hy het ten eigen bate beeft aangewend. Deswege verzoekt de commissaris van politie in de 3e sectie te Amsterdam zyn aan houding. Een schipper te Gaast, prov. Fries land, die op de Zuiderzee een scheepsboot, welke daar onbeheerd ronddreef, medege nomen en zicb toegeëigend heeft, is daar voor door de Rechtbank te Leeuwarden veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf. Te Assen overleed de beer G. F. Servatius, gepensionneerd kapitein ter zee, in den ouderdom van 66 jaren. Als zee officier nam hy aan verschillende belang rijke krygsverrichtiugen deel. De burgemeester van Amsterdam brengt ter openbare kennis, dat een sche peling van Hr. Ms. monitor Tijger,«den 17den Sept. jl. naar het Militair Hospitaal aldaar vervoerd en thans herstellende, ge leden heeft aan Aziatische cholera. Gedurende de laatste dagen is ook te Wa- geningen, Heelsum en Arnhem door de politie een ijverig onderzoek ingesteld, in verband met de verdenkingen, die tegen Hendrik de Jong zijn gerezen. Uit dat onderzoek is tot dusver alleen ge bleken, dat hij op 28 Juni met zijne vrouw Sara Anna Juett heeft vertoefd in het hotel wDe Wageningsche Berg," en wel van 1 tot 5 uur. Zy hebben daar gedineerd en hij heefr daar 2 pond sterling gewisseld. De kok van het hotel heeft omstreeks 1 uur hen in de nabyheid van het hotel aangetroffen in een hevigen woordentwist. Zoowel de kok als de echtgenoote van den hotelhouder weten zich van beiden de kleeding op dien dag te herinneren. De jonge vrouw droeg toen een korenblauw pak en een don keren hoed. Op 7 Juli heeft zij, naar men verzekert, by Heelsum zelfmoord willen plegen, zooals ver klaard wordt door den machinist van de-Oos- terstoomtram, die toen juist bytyds heeft ge stopt. De Jong had toen lachende op eenigen afstand gestaan. Zij is daarop het boschinge- loopen in de richting van Wolfheze. De Jong is den volgenden dag alléén in het hotel Sluis te Arnhem aangekomen, maar van zijne vrouw heeft men sedert niets meer vernomen. Volgens de »Echo" is Hendrik de Jong by zijne verhooren voor den rechter-commissaris zoo onbevangen, bijna zoo onbeschaamd mo gelijk, vertelt hij allerlei dingen, blijkbaar met het doel om de justitie van het spoor te bren gen, en laat by niet na, om bij de voorlezing telkens weer het gesprokene te ontkennen of te verklaren dat aan zijne woorden een ver keerde uitlegging gegeven is. In elk geval weigert hy steeds het resumé van het verhoor te teekenen. Nu laatstelijk moet hij hebben verklaard, dat hij mej. Schmitz in Hilversum heeft achtergelaten. Den 30sten Augustus zijn Hendrik de Jong en mej. Schmitz naar Bussum vertrokken en heeft hy aldaar op dienzelfden dag een tele gram verzonden. Ze zyn te zamen geweest naar de feesten in het kamp te Laren op 31 Aug. en 's avonds te half acht uur gezien voor het laatst door den machinist van de stoomtram, en wel gaande naar Huizen, wat by dien man verwondering wekte, omdat ze nog zoo laat dien weg opwandelden en wel een paar meter van elkander af, terwijl zy als het ware rakelings voor de machine van de tram voorbijliepen. Ter kenschetsing van den persoon De Jong diene het volgende staaltje uit zijn veelbewo gen leven, dat de redactie van »De Echo" ter oore kwam uit authentieke bron. In Maart 1889 trouwde De Jong te Am sterdam de dochter van een fatsoenlijke we duwe, die in haar onderhoud voorzag door het verhuren van kamers. Het heette toen, dat hij boekhouder was op een groot effectenkantoor. De firma Ducro, by wie hij die eervolle betrekking bekleedde, is echter nooit op te sporen geweest. Hy had voor geneesheer gestudeerd, zoo verklaarde hij aan de eenvoudige vrouwen, doch had zyn studiën moeten staken, omdat hy geen bloed kon zien. Kort na het huwelijk wist hy onder allerlei schoonschijnende praatjes zyn schoonmoeder een bedrag van f 2000 af te leenen, en door zyn //schitterende vooruitzichten" misleid, werd de inboedel der weduwe te gelde gemaakt en verhuisde men gezamenlyk naar Rotterdam. De wittebroodsweken waren echter spoedig vervlogen. De Jong mishandelde zijn vrouw, en de moeder was daarom niet te bewegen, haar kind alleen te laten. Zy begon argwaan te koesteren tegen haar schoonzoon, en die argwaan werd zekerheid, toen haar bleek dat deze haar voor oen bedrag van f 7000, dat hy van haar geleend had, waardelooze papie ren in handen gegeven had. De maat liep over, toen haar verder ter oore kwam, dat Do Jong haar inboedel op zijn eigen naam had doen verzekeren by een assurantie-maatschappij te Rotterdam, en zy ontdekte dat hij 16 liter petroleum en een groote party turf op verdachte wijze in huis gehaald had. Toen De Jong des middags thuis kwam en zyn vrouw wilde medenemen, vond hy de deur gesloten en werd hy gearresteerd. In zijn hoed werd nog f 5000 gevonden. Na zijn straftyd ondergaan te hebben, ver dween hij uit het land en schreef later een briefkaart uit Calcutta aan zijn inmiddels van hem gescheiden vrouw, waarin hij mededeelde, dat hy in de goudmijnen (sic) werkte en wel dra ryk hoopte te zyn. Het rijkworden bleef uit, maar wel beproefde De Jong, toen hy zyn gewezen vrouw en schoonmoeder later weder eens ontmoette, haar een beursje uit de handen te rukken. Men verzekert voorts aan hetzelfde blad, dat De Jong het blad van de bij hem gevonden spade op den rug droeg, en dat zijn wandel stok in een schroef eindigde, die in de spade paste. Uit Hilversum meldt men aan het nHbld In de zaak van De Jong zal een derde per soon optreden. Juffrouw Schmitz is namelyk nog in hot laatst van Augustus te Hilversum gezien met een heer, die volgens beschrijving De Jong niet kan zijn. Deze persoon, woon achtig te Amsterdam, scheen iemand uit fat soenlijken stand en was blijkbaar met haar op zeer vertrouwelijken voet. Alle geruchten omtrent het vinden van een lijk zyn volkomen waar. Woensdag is een keliner van het station te Hilversum te Amsterdam verhoord. Hij heeft n.1. De Jong en juffrouw Schmitz op 29 Au gustus gezien aan het station, vaDwaar zy met den sneltrein naar Amsterdam vertrokken. op ZONDAG 24 SEPTEMBER 1898, 's middags 2tiur. 1. «Jubileum-Marsch*, Joh. Oostelaar. 2. »IIe Ouverture de Concert», Richard HoL 8. •Waffentanz", M. Cajl. (Instrumentirt von J. Koning). Grande Fantaisie de 1' opéra de Giacömo Yerdi»Aida«, Jac. Koniag. PAUZE. 5. Ouverture»Die beiden Hussaren", Franz Doppler. 6. Twee oud-Nederlandsche liederen, a. /tHet beleg van Bergen op Zoom* (1626), b. «Strijdzang der Geuzena (1570). 7 Fan taisie de '1 opéra-comique »Nanon«, Richard Genée. 8. «Fusionen-Walzera, Eduard Strauss. No. 1, 3 en 6 eerste uitvoering. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 18 tot en met 20 Sept. 1898. ONDERTROUWD: f p GETROUWD j ^eene. BEVALLEN M. ForrerRomyn, z. N. Lindstremde Beurs, d. A. LuidingaGrei- ner, 2 z. M. C. VerfailleGovers, z. M. de BoerZwier, d. A. KuiperSmit, d. M. Dul- ferMeininger, d. E. SwierBrouwer, d. W. van MeursKeesman, d. M. de Wyn 19) Nog immer stond Margherita bewegingloos daar. Alleen haar donkere oogen vlogen over de oude boekenrekken en ladetafals en boorden tot in de diepste hoeken der kamer. Waar sou zy beginnen met zoeken 1 Onder welke van deze Btoflïïge geel geworden akten zou zy de papieren vinden, die aan haar kinderen, niet alleen hun erfdeel, maar ook een eerlijken naam moesten verschaffen Wanhopig wendde zy haar blikken af van die rijen boeken en akten en vestigde het oog op Willy's bleek gelaat. Deze herademde. Zy wist niets van het geheime vak in den muur. Heer baron, begon Margherita op zach- ten toon, ik gevoel spyfc over myn heftigheid. U handelt oprecht tegenover my, maar ik kan al die vakjes niet afzonderlijk onderzoeken. Kunt u my op uw woord van eor verzeke ren, dat in die kasten en vakjes de papieren niet aanwezig zyn, die het bewys leveren van myn huwelyk met uw broeder? Zij stonden oog in oog tegenover elkaar. Willy was zoo bleek als een lijk, maar het zwakke licht in de kamer verborg dit, zyn oogen brandden. Margherita stak hem de hand toe. Ik ver trouw op het eerewoord van een Altenbrak, sprak zy en Willy legde zyn koude vochtige hand in de hare. Op oen toon, die zijn ont roering verried, zei de hyMijn eere woord daarop, dat in deze kasten en vakjes die pa pieren niet aanwezig zyn. Elk oogenblik en ten allen tijde kunt u ze onderzoeken. En zyn ze er ook niet in geweest? Neen. Met een diepen zucht liet Margherita zyn hand los en hy ging weer in zyn schrijfvertrek. Margherita volgde hem met gebogen hoofd. Allerlei gedachtes bestormden haar. Wien moest zy geboren Sprak hier de levende de waarheid Of had de dierbare doode haar belogen en bedrogen OnmogelijkHaar be sluit was genomen, en zy richtte nu fier het hoofd op. Hier heb ik afgedaan, heer baron 1 Maar mevrouw, toef nog een oogenblik. Ik wil volstrekt niet ontkennen, dat u en uwe kindereu een zeker recht hebben op myn ge voel als bloedverwant. U zult geen gebrek lyden, ik herhaal myn voorslag, dien ik daar straks deed. Neem my niet kwalijk, heer baron, ik kwam hier niet om te bedelen. Ik dank u voor uw hulp, ik zal u het bewijs leveren dat ik recht heb hier te vertoeven. Het is vol doende, dat ik uit Frati de trouwakte laat komen, die bewy*B levert van de geldigheid van myn huwelyk met uw broeder. Willy beefde. Als dat gelukte, dan had hy te vergeefs gelogen, bedrogen en zyn eer ge schonden. Het is onmogelijk, mevrouw, dat zulk een bewys bestaat, sprak hy, zich geweld aan- doende. Ik ik wacht met bedaardheid af, wat u zult doen. Zy boog zwijgend en wilde heengaan. Daar ging juist de deur open en een dame van lange gestalte trad binnen. Op Rogalla's ge laat lag een Iriomfeerende glimlach. Zy hield een telegram in de hand. Neem my niet kwalijk, als ik stoor, sprak zy op borninnelyken toon. Lieve man, ik breng hier dit telegram, kijk eens of er dadelyk op moet worden geantwoord. Zij reikte haar echtgenoot het papier over, dat deze werktuigelijk aanDam. Doch plotse ling toonde zyn gelaat de grootste verrassing, zijn oog ontmoette den vragenden blik zijner vrouw. Toon keerde hy zich naar Margherita en zijn stem klonk veel vaster toen hy zeide Mevrouw Montelli, ik moet het aan u over laten om uwe maatregelen te nemen. Ik heb tegenover u myn plicht gedaan, u hebt mijne hulp afgewezen, u kunt verder naar uw be lieven handelen. Wie is die dame vroeg Rogalla met geveinsde verwondering, doch Margherita hoorde wel hoeveel spot er in haar stem lag. Myn naam is Marghérita Von Alten brak, antwoordde zy trotsch. Daarop knikte zij even met het hoofd en verliet de kamer. Zij had wel luide kunnen schreien van bittere smart, van schaamte en van teleurstelling. Maar zy drukte haar hand tegen haar hevig klappend hart en beet zich op de lippen om niet onwillekeurig een smartkreet te laten ont glippen. Kon zy al een kreet onderdrukken, haar tranen lieten zich dat niet doen. Lang zaam en onophoudelijk parelden die over haar bleeke wangen. Zoo schreed zy door de hol klinkende gangen van het slot voort als een beeld van smart en rouw. De bediende opende beleefd de deuren voor haarhet schonk haar verademing toen ze weer buiten stond. Hendrik kwam haar te gemoet. Een blik op haar gelaat zeide hem duidelijk wat haar was wedervaren. Hij wilde haar eenige woorden van deelneming toespreken, doch zy wenkte hem te zwijgen, steeg in het rijtuig en beval: Terug naar het station. Toen sloeg zij den rouwsluier over haar gelaat en leunde in de kussens. De koetsier klapte met de zweep en voort ging het. Het geratel van het vertrekkende rytuig drong door tot in de kamer van den baron. Een diepe zucht steeg uit Willy's borst op en met een verwijtenden blik op zyn vrouw zeide hy zachtHet is volbracht, Rogalla 1 Ge hebt uw doel bereikt en mij eerloos gemaakt. Zyt gij tevreden Ja, Willy, ik ben tevreden. Laat die flauwhartige klaagliederen maar blyven 1 Het telegram van Tirschner kwam juist van pas. Zy" nam het telegram in de hand en las luide De oorspronkelijke bewyzen zijn in myn bezit. Ik keer onmiddellijk terugTirschner. De echtgenooten keken elkaar aan. Willy's blik was schuw en somber, maar Rogalla hield het hoofd trotsch opgericht, zy triomfeerde. Nu ben ik gerust, zeide zij. Altenbrak is ons. ELFDE HOOFDSTUK. Op de terugreis naar haar villa te Frie- drichshagen had Margherita getracht een hel der inzicht te krygen van wat haar nu te doen stond. Had zij weinige weken geleden nog het voornemen gekoesterd in haar stille eenzaamheid te blyven voortleven, het stond thans by haar vast, dat zij verplicht was den stryd voor de rechten van haar kindoren te aanvaarden. In den laatsten tyd was haar lichaam woor sterker, en daardoor haar geest ook krachtiger geworden. Het byzyn van Hendrik, die to. Friedrichshagen zijn vast verblijf had geves tigd en haar op zijn ruw-goodhartige manier trachtte te troosten, wekte ook mede om haar gedachten weer op het practische levon te richten. Gedurende de spoorwegreis naar Berlijn was tusschen Margherita en Hendrik weinig gesproken. Het was reeds nacht, toen zij in Friedrichshagen aankwamea. De oude Doro- thea opende dedeur en geleidde haar meesteres naar de huiskamer. Hendrik wilde dadelyk afscheid nemen, maar Margherita hield hem terug. Blyf nog een oogenblikje, Hendrik, zei ze. Ik heb nog wat met je te praten. Wel Dorothea, slapen de kinderen reeds? Ja, mevrbuw. Zy slapen, al meer dan een uur. Goed, ga dan by hen. Van avond heb ik je niet meer noodig. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1