't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. SSTT
Adeltrots en Maai
Ho. 2150.
Zaterdag 23 September 1898.
21ite Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Proeramma van het 18de Zomer-Concert.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ot.
id. franco per post 75 idem f 1.12*
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00
Buraux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 5e kwartaal 1893, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Ociober 1893zullende
anders daarover met 5 Cts. verhooging per
post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt
te worden.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon u. 51 m.
Ond®rg. H w 5 u. 51 m.
SEPTEMBER (Herfstmaand, 80 dagen).
Zondag 24
Maandag 25 V. M. Isr. Loofhuttenfeest.
Dinsdag 26 id. id.
Woensdag 27
Donderdag 28
Vrydag 29
Zaterdag 30
NIEUWSTIJDINGEN,
HELDER, 22 Sept. 1893.
Woensdagavond had de halfjaarlijk-
sche algemeene vergadering van de Scherm
en Gymn.-Vereeniging Oefening kweekt
Kunst," in de tuinzaal van Tivoli plaats,
onder voorzitterschap van den heer C. S.
Jaring.
Na 't uitbrengen van 't rapport der finan-
cieele commissie, werd 't financieel verslag
over 't laatste' halfjaar voorgelezen, waar
uit bleek, dat de rekening met een batig
saldo sloot.
Bjj stemming werden benoemd als leden
der finaucieele commissie de hh. A. Korff,
F. Schellinger en Meijers als 2e secretaris,
de hr. J. van Looals vice-penningmees-
ter de hr. G-. Schrielals afgevaardigden
ter Bondsvergadering de hh. C. S. Jaring
en D. M. Grunwald en als adsistent-brand-
msester de hr. H. Zegel.
Besloten werd 't scherm-onderwijs bij
de hoofd-afdeeling voorshands te schorsen
en eervol ontslag te verleenen aan den
schermmeester J. de Jongde heer H. J.
Seeboldt nam op zicb onderwijs in 't scher
men aan de voorbereidings-klasse te geven.
De a. 8. uitvoeringen werden bepaald op
14 en 28 October. Op de eerste zullen de
hoofd-afdeeling, voorbereidings-klasse en
adspiranten-afdeeling werkzaam zijn en op
de laatste de hoofd-afdeeling en de meisjes
klasse, waarbjj de kunstlievende leden toe
gang hebben.
Na rondvraag werd de vergadering ge
sloten.
Ten blijke van het nut, dat de Maat
schappij »Tot Nut van 't Algemeenop
stoffelijk en zedeljjk gebied nog altjjd blijft
stichten, vermelden wy de volgende me-
dedeelingen omtrent de departementen dier
Maatschappij bier en in den omtrek, welke
mededeelingen wjj hebben geput uit het
dezer dagen in 't licht verschenen Jaar
boekje over 1893. 't Blijkt, dat door on
derscheidene departementen, door de werk
zaamheid der Maatschappij, een aantal
heilzame instellingen tot stand gebracht
zijn en in stand worden gehouden.
Het departement Anna Paulowna,
tellende 37 leden, heeft een Volksbiblio
theek, een Spaarbank, een Vereeniging
tot bevordering van getrouw schoolbezoek
en een Ziekenfonds Helder, 68 le
den, een Volksbibliotheek, een Spaarbank,
een Gymnastiekschool en een Industrie
school Kolhorn 24 leden, een
Volksbibliotheek en Volksvoordrachten
Sehagen 34 leden, een Volksbiblio
theek, een Bewaarschool, een Zangschool,
een school voor Huisvljjt, een school voor
vrouwelijke handwerken, en Volksvoor
drachten Texel, 27 leden, een Volks
bibliotheek en een BewaarsshoolTer
schelling, 44 leden, een Volksbiblio
theek, Volksvoordrachten, en een Ver
eeniging voor getrouw schoolbezoek
Wieringerwaard, 31 leden, een
V olksbibliotheek.
Op het eiland Texel zjjn by de ver
kiezing voor een lid van den Gemeente
raad 218 stemmen uitgebracht. Hiervan
verkreeg de heer C. W. Bakker Jr. 106,
K. Lap Bz. 45, Aug. Keyser 28 en C. R.
Keyser 29 stemmen. Alzoo herstemming
tusschen de heeren C. W. Bakker Jr. en
K. Lap. Bz.
Ds. J. N. Wiersma, predikant by
de Doopsgez. gemeente te Wieringen, heeft
het beroep naar Monnikendam aangenomen.
TROON RE DË.
De nieuwe zitting der Staten-Generaal is
Dinsdag in de vereenigde vergadering der beide
Kamers, door de Koningin-Regentes geopend
met de navolgende rede
Mijne Heeren!
Met dankbaarheid mag ik by do opening
der gewone zitting van de Staten-Generaal in
menig opzicht bevredigende mededeelingeD
doen omtrent den algemeenen toestand des lands.
De betrekkingen tot alle Buitenlandsche
Mogendheden zyn van den meest vriendschap-
polijken aard. Aan myne uitnoodiging, tot
verschillende regeeringon gericht, om eene
regeling voor te bereiden van onderwerpen
van internationaal privaatrecht, is op wel
willende wijze gevolg gegeven.
Zee- en landmacht kwijten zich, zoowel hier
te lande als in de koloniën, by voortdaring
op de meest loffelyke wijze van hare taak.
De uitkomsten van den oogst zijn, tenge
volge van langdurige droogte in den voorzomer,
op onderscheidene plaatsen minder gunstig. De
toestand van den veestapel is over het alge
meen voldoende. In dien van handel, nijver
heid en scheepvaart kwam geene merkbare ver
andering.
De algemeene gezondheidstoestand is be
vredigend. Voor een ernstige uitbreiding der
besmettelijke ziekten, welke ons ten vorigen
jare zoozeer bedreigden, mochten wy tot dus
verre bewaard blyven.
Gedurende dit zittingjaar wacht u opnieuw
hoogst gewichtige arbeid. Voor de verdere
behandeling en afdoening der aanhangige wets-
voordracht tot regeling van het kiesrecht voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor
de Provinciale Staten, roep ik in de eerste
plaats uwe medewerking in. De nog aanhan
gige wetsontwerpen blijven aan uwe overwe
ging aanbevolen. Het ontwerp eener wet op
de krijgstucht wordt aan uwe beraadslaging
onderworpen. Ook andere verbeteringen onzer
wetgeving zullen u worden voorgedragen.
De toestand van 's Rijks geldmiddelen is
voldoende. Verhooging der belastingen wordt
niet geëischt en de beschikbare middelen zijn
toereikend voor de behoeften van den dienst.
Een ontwerp van wet in het belang van de
gezondheid en veiligheid in fabrieken en werk
plaatsen zal u worden aangeboden.
Tot verbetering van de bestuursinrichting
in Nederlandsch Indië zullen u voorstellen
worden gedaan.
Opnieuw, Mijne Hoeren, doe ik met vertrou
wen een beroep op uwen ijver on uwe toe
wijding. Moge uw arbeid, onder Gods zegen,
Bfrekken tot bly vend welzyn van ons dierbaar
Vaderland
In naam der Koningin verklaar ik de ge
wone zitting der Staten-Generaal te zyn
geopend.
De Rykscommissie voor de examens
ter verkrijging van een diploma als stuur
man aan boord van koopvaardijschepen,
zal overeenkomstig het bij koninklijk be
sluit van 17 Juni 1891 vastgestelde re
glement voor die examens, aanvangende 10
October, te 9l/8 uur, zitting houden te
Rotterdam, in het Gebouw der Loge aldaar.
De aanvraag om toegelaten te worden,
moet den voorzitter, den beer J. H. P. E.
Knipborst, te 's Gravenhage, vóór 3 Oct.
a. s. portvrij hebben bereikt.
Het volgende examen zal in November
te Amsterdam worden gehouden.
Men zie verder de Staatscourant* van
20 dezer.
Den 16 dezer werd door Klaas de
Graaf, vroeger marinematroos, thans in
dienst van den heer G, A. Bodenbeim,
wonende Prinsengracht te Amsterdam, aan
de associatiekassa aldaar ontvangen een
bedrag van f21,146.76. Dat geld is door
hem niet afgedragen, zoodat men vermeent
dat hy het ten eigen bate beeft aangewend.
Deswege verzoekt de commissaris van politie
in de 3e sectie te Amsterdam zyn aan
houding.
Een schipper te Gaast, prov. Fries
land, die op de Zuiderzee een scheepsboot,
welke daar onbeheerd ronddreef, medege
nomen en zicb toegeëigend heeft, is daar
voor door de Rechtbank te Leeuwarden
veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf.
Te Assen overleed de beer G. F.
Servatius, gepensionneerd kapitein ter zee,
in den ouderdom van 66 jaren. Als zee
officier nam hy aan verschillende belang
rijke krygsverrichtiugen deel.
De burgemeester van Amsterdam
brengt ter openbare kennis, dat een sche
peling van Hr. Ms. monitor Tijger,«den
17den Sept. jl. naar het Militair Hospitaal
aldaar vervoerd en thans herstellende, ge
leden heeft aan Aziatische cholera.
Gedurende de laatste dagen is ook te Wa-
geningen, Heelsum en Arnhem door de politie
een ijverig onderzoek ingesteld, in verband
met de verdenkingen, die tegen Hendrik de
Jong zijn gerezen.
Uit dat onderzoek is tot dusver alleen ge
bleken, dat hij op 28 Juni met zijne vrouw
Sara Anna Juett heeft vertoefd in het hotel
wDe Wageningsche Berg," en wel van 1 tot
5 uur. Zy hebben daar gedineerd en hij heefr
daar 2 pond sterling gewisseld.
De kok van het hotel heeft omstreeks 1 uur
hen in de nabyheid van het hotel aangetroffen
in een hevigen woordentwist.
Zoowel de kok als de echtgenoote van den
hotelhouder weten zich van beiden de kleeding
op dien dag te herinneren. De jonge vrouw
droeg toen een korenblauw pak en een don
keren hoed.
Op 7 Juli heeft zij, naar men verzekert, by
Heelsum zelfmoord willen plegen, zooals ver
klaard wordt door den machinist van de-Oos-
terstoomtram, die toen juist bytyds heeft ge
stopt. De Jong had toen lachende op eenigen
afstand gestaan. Zij is daarop het boschinge-
loopen in de richting van Wolfheze. De Jong
is den volgenden dag alléén in het hotel Sluis
te Arnhem aangekomen, maar van zijne vrouw
heeft men sedert niets meer vernomen.
Volgens de »Echo" is Hendrik de Jong by
zijne verhooren voor den rechter-commissaris
zoo onbevangen, bijna zoo onbeschaamd mo
gelijk, vertelt hij allerlei dingen, blijkbaar met
het doel om de justitie van het spoor te bren
gen, en laat by niet na, om bij de voorlezing
telkens weer het gesprokene te ontkennen of
te verklaren dat aan zijne woorden een ver
keerde uitlegging gegeven is. In elk geval
weigert hy steeds het resumé van het verhoor
te teekenen. Nu laatstelijk moet hij hebben
verklaard, dat hij mej. Schmitz in Hilversum
heeft achtergelaten.
Den 30sten Augustus zijn Hendrik de Jong
en mej. Schmitz naar Bussum vertrokken en
heeft hy aldaar op dienzelfden dag een tele
gram verzonden. Ze zyn te zamen geweest
naar de feesten in het kamp te Laren op 31
Aug. en 's avonds te half acht uur gezien
voor het laatst door den machinist van de
stoomtram, en wel gaande naar Huizen, wat
by dien man verwondering wekte, omdat ze
nog zoo laat dien weg opwandelden en wel
een paar meter van elkander af, terwijl zy als
het ware rakelings voor de machine van de
tram voorbijliepen.
Ter kenschetsing van den persoon De Jong
diene het volgende staaltje uit zijn veelbewo
gen leven, dat de redactie van »De Echo"
ter oore kwam uit authentieke bron.
In Maart 1889 trouwde De Jong te Am
sterdam de dochter van een fatsoenlijke we
duwe, die in haar onderhoud voorzag door
het verhuren van kamers.
Het heette toen, dat hij boekhouder was op
een groot effectenkantoor. De firma Ducro, by
wie hij die eervolle betrekking bekleedde, is
echter nooit op te sporen geweest. Hy had
voor geneesheer gestudeerd, zoo verklaarde hij
aan de eenvoudige vrouwen, doch had zyn
studiën moeten staken, omdat hy geen bloed
kon zien.
Kort na het huwelijk wist hy onder allerlei
schoonschijnende praatjes zyn schoonmoeder
een bedrag van f 2000 af te leenen, en door
zyn //schitterende vooruitzichten" misleid, werd
de inboedel der weduwe te gelde gemaakt en
verhuisde men gezamenlyk naar Rotterdam.
De wittebroodsweken waren echter spoedig
vervlogen. De Jong mishandelde zijn vrouw,
en de moeder was daarom niet te bewegen,
haar kind alleen te laten. Zy begon argwaan
te koesteren tegen haar schoonzoon, en die
argwaan werd zekerheid, toen haar bleek dat
deze haar voor oen bedrag van f 7000, dat
hy van haar geleend had, waardelooze papie
ren in handen gegeven had.
De maat liep over, toen haar verder ter
oore kwam, dat Do Jong haar inboedel op
zijn eigen naam had doen verzekeren by een
assurantie-maatschappij te Rotterdam, en zy
ontdekte dat hij 16 liter petroleum en een
groote party turf op verdachte wijze in huis
gehaald had.
Toen De Jong des middags thuis kwam en
zyn vrouw wilde medenemen, vond hy de deur
gesloten en werd hy gearresteerd. In zijn hoed
werd nog f 5000 gevonden.
Na zijn straftyd ondergaan te hebben, ver
dween hij uit het land en schreef later een
briefkaart uit Calcutta aan zijn inmiddels van
hem gescheiden vrouw, waarin hij mededeelde,
dat hy in de goudmijnen (sic) werkte en wel
dra ryk hoopte te zyn.
Het rijkworden bleef uit, maar wel beproefde
De Jong, toen hy zyn gewezen vrouw en
schoonmoeder later weder eens ontmoette, haar
een beursje uit de handen te rukken.
Men verzekert voorts aan hetzelfde blad, dat
De Jong het blad van de bij hem gevonden
spade op den rug droeg, en dat zijn wandel
stok in een schroef eindigde, die in de spade
paste.
Uit Hilversum meldt men aan het nHbld
In de zaak van De Jong zal een derde per
soon optreden. Juffrouw Schmitz is namelyk
nog in hot laatst van Augustus te Hilversum
gezien met een heer, die volgens beschrijving
De Jong niet kan zijn. Deze persoon, woon
achtig te Amsterdam, scheen iemand uit fat
soenlijken stand en was blijkbaar met haar
op zeer vertrouwelijken voet. Alle geruchten
omtrent het vinden van een lijk zyn volkomen
waar.
Woensdag is een keliner van het station te
Hilversum te Amsterdam verhoord. Hij heeft
n.1. De Jong en juffrouw Schmitz op 29 Au
gustus gezien aan het station, vaDwaar zy met
den sneltrein naar Amsterdam vertrokken.
op ZONDAG 24 SEPTEMBER 1898,
's middags 2tiur.
1. «Jubileum-Marsch*, Joh. Oostelaar. 2.
»IIe Ouverture de Concert», Richard HoL 8.
•Waffentanz", M. Cajl. (Instrumentirt von J.
Koning). Grande Fantaisie de 1' opéra de
Giacömo Yerdi»Aida«, Jac. Koniag.
PAUZE.
5. Ouverture»Die beiden Hussaren", Franz
Doppler. 6. Twee oud-Nederlandsche liederen,
a. /tHet beleg van Bergen op Zoom* (1626),
b. «Strijdzang der Geuzena (1570). 7 Fan
taisie de '1 opéra-comique »Nanon«, Richard
Genée. 8. «Fusionen-Walzera, Eduard Strauss.
No. 1, 3 en 6 eerste uitvoering.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 18 tot en met 20 Sept. 1898.
ONDERTROUWD: f p
GETROUWD j ^eene.
BEVALLEN M. ForrerRomyn, z. N.
Lindstremde Beurs, d. A. LuidingaGrei-
ner, 2 z. M. C. VerfailleGovers, z. M. de
BoerZwier, d. A. KuiperSmit, d. M. Dul-
ferMeininger, d. E. SwierBrouwer, d.
W. van MeursKeesman, d. M. de Wyn
19)
Nog immer stond Margherita bewegingloos
daar. Alleen haar donkere oogen vlogen over
de oude boekenrekken en ladetafals en boorden
tot in de diepste hoeken der kamer. Waar sou
zy beginnen met zoeken 1 Onder welke van
deze Btoflïïge geel geworden akten zou zy de
papieren vinden, die aan haar kinderen, niet
alleen hun erfdeel, maar ook een eerlijken
naam moesten verschaffen Wanhopig wendde
zy haar blikken af van die rijen boeken en
akten en vestigde het oog op Willy's bleek
gelaat.
Deze herademde. Zy wist niets van het
geheime vak in den muur.
Heer baron, begon Margherita op zach-
ten toon, ik gevoel spyfc over myn heftigheid.
U handelt oprecht tegenover my, maar ik kan
al die vakjes niet afzonderlijk onderzoeken.
Kunt u my op uw woord van eor verzeke
ren, dat in die kasten en vakjes de papieren
niet aanwezig zyn, die het bewys leveren van
myn huwelyk met uw broeder? Zij stonden
oog in oog tegenover elkaar. Willy was zoo
bleek als een lijk, maar het zwakke licht in
de kamer verborg dit, zyn oogen brandden.
Margherita stak hem de hand toe. Ik ver
trouw op het eerewoord van een Altenbrak,
sprak zy en Willy legde zyn koude vochtige
hand in de hare. Op oen toon, die zijn ont
roering verried, zei de hyMijn eere woord
daarop, dat in deze kasten en vakjes die pa
pieren niet aanwezig zyn. Elk oogenblik en
ten allen tijde kunt u ze onderzoeken.
En zyn ze er ook niet in geweest?
Neen.
Met een diepen zucht liet Margherita zyn
hand los en hy ging weer in zyn schrijfvertrek.
Margherita volgde hem met gebogen hoofd.
Allerlei gedachtes bestormden haar. Wien
moest zy geboren Sprak hier de levende de
waarheid Of had de dierbare doode haar
belogen en bedrogen OnmogelijkHaar be
sluit was genomen, en zy richtte nu fier het
hoofd op.
Hier heb ik afgedaan, heer baron 1
Maar mevrouw, toef nog een oogenblik.
Ik wil volstrekt niet ontkennen, dat u en uwe
kindereu een zeker recht hebben op myn ge
voel als bloedverwant. U zult geen gebrek
lyden, ik herhaal myn voorslag, dien ik daar
straks deed.
Neem my niet kwalijk, heer baron, ik
kwam hier niet om te bedelen. Ik dank u
voor uw hulp, ik zal u het bewijs leveren dat
ik recht heb hier te vertoeven. Het is vol
doende, dat ik uit Frati de trouwakte laat
komen, die bewy*B levert van de geldigheid
van myn huwelyk met uw broeder.
Willy beefde. Als dat gelukte, dan had hy
te vergeefs gelogen, bedrogen en zyn eer ge
schonden.
Het is onmogelijk, mevrouw, dat zulk
een bewys bestaat, sprak hy, zich geweld aan-
doende. Ik ik wacht met bedaardheid
af, wat u zult doen.
Zy boog zwijgend en wilde heengaan. Daar
ging juist de deur open en een dame van
lange gestalte trad binnen. Op Rogalla's ge
laat lag een Iriomfeerende glimlach. Zy hield
een telegram in de hand.
Neem my niet kwalijk, als ik stoor,
sprak zy op borninnelyken toon. Lieve man,
ik breng hier dit telegram, kijk eens of er
dadelyk op moet worden geantwoord.
Zij reikte haar echtgenoot het papier over,
dat deze werktuigelijk aanDam. Doch plotse
ling toonde zyn gelaat de grootste verrassing,
zijn oog ontmoette den vragenden blik zijner
vrouw. Toon keerde hy zich naar Margherita
en zijn stem klonk veel vaster toen hy zeide
Mevrouw Montelli, ik moet het aan u over
laten om uwe maatregelen te nemen. Ik heb
tegenover u myn plicht gedaan, u hebt mijne
hulp afgewezen, u kunt verder naar uw be
lieven handelen.
Wie is die dame vroeg Rogalla met
geveinsde verwondering, doch Margherita
hoorde wel hoeveel spot er in haar stem lag.
Myn naam is Marghérita Von Alten
brak, antwoordde zy trotsch. Daarop knikte
zij even met het hoofd en verliet de kamer.
Zij had wel luide kunnen schreien van bittere
smart, van schaamte en van teleurstelling.
Maar zy drukte haar hand tegen haar hevig
klappend hart en beet zich op de lippen om
niet onwillekeurig een smartkreet te laten ont
glippen. Kon zy al een kreet onderdrukken,
haar tranen lieten zich dat niet doen. Lang
zaam en onophoudelijk parelden die over haar
bleeke wangen. Zoo schreed zy door de hol
klinkende gangen van het slot voort als een
beeld van smart en rouw. De bediende opende
beleefd de deuren voor haarhet schonk haar
verademing toen ze weer buiten stond.
Hendrik kwam haar te gemoet. Een blik op
haar gelaat zeide hem duidelijk wat haar was
wedervaren. Hij wilde haar eenige woorden
van deelneming toespreken, doch zy wenkte
hem te zwijgen, steeg in het rijtuig en beval:
Terug naar het station. Toen sloeg zij den
rouwsluier over haar gelaat en leunde in de
kussens. De koetsier klapte met de zweep en
voort ging het.
Het geratel van het vertrekkende rytuig
drong door tot in de kamer van den baron.
Een diepe zucht steeg uit Willy's borst op en
met een verwijtenden blik op zyn vrouw zeide
hy zachtHet is volbracht, Rogalla 1 Ge hebt
uw doel bereikt en mij eerloos gemaakt. Zyt
gij tevreden
Ja, Willy, ik ben tevreden. Laat die
flauwhartige klaagliederen maar blyven 1 Het
telegram van Tirschner kwam juist van pas.
Zy" nam het telegram in de hand en las
luide
De oorspronkelijke bewyzen zijn in myn
bezit. Ik keer onmiddellijk terugTirschner.
De echtgenooten keken elkaar aan. Willy's
blik was schuw en somber, maar Rogalla hield
het hoofd trotsch opgericht, zy triomfeerde.
Nu ben ik gerust, zeide zij. Altenbrak
is ons.
ELFDE HOOFDSTUK.
Op de terugreis naar haar villa te Frie-
drichshagen had Margherita getracht een hel
der inzicht te krygen van wat haar nu te
doen stond. Had zij weinige weken geleden
nog het voornemen gekoesterd in haar stille
eenzaamheid te blyven voortleven, het stond
thans by haar vast, dat zij verplicht was den
stryd voor de rechten van haar kindoren te
aanvaarden.
In den laatsten tyd was haar lichaam woor
sterker, en daardoor haar geest ook krachtiger
geworden. Het byzyn van Hendrik, die to.
Friedrichshagen zijn vast verblijf had geves
tigd en haar op zijn ruw-goodhartige manier
trachtte te troosten, wekte ook mede om haar
gedachten weer op het practische levon te
richten.
Gedurende de spoorwegreis naar Berlijn
was tusschen Margherita en Hendrik weinig
gesproken. Het was reeds nacht, toen zij in
Friedrichshagen aankwamea. De oude Doro-
thea opende dedeur en geleidde haar meesteres
naar de huiskamer. Hendrik wilde dadelyk
afscheid nemen, maar Margherita hield hem
terug.
Blyf nog een oogenblikje, Hendrik, zei
ze. Ik heb nog wat met je te praten. Wel
Dorothea, slapen de kinderen reeds?
Ja, mevrbuw. Zy slapen, al meer dan
een uur.
Goed, ga dan by hen. Van avond heb
ik je niet meer noodig.
(Wordt vervolgd.)