't Vliegend Blaadje.
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
L
Bericht mor onze Lezers!
ts en
Hat Tistiul vu Ir. In
Ho. 2153.
Woensdag 4 October 1888.
21ste Jaargang.
Marinebegrooting.
KLEINE COURANT
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 86:
In den loop der volgende maand zal in
ons Geïllustreerd Zondagiblad een aanvang
worden gemaakt met een boeienden roman
van een gevierden Engelschen Sehrjjver,
getiteld
DOOS
RIDER HAGARD.
Versierd met talrgke fraaie illustra-
tiën, zal deze roman zeer zeker de aan
dacht trekken.
Zij, die zich a 30 cent per
3 maanden of 371/? cent fr.
p. post op ons Geïllustreerd
Zondagsblad wenschen te abonneeren, ge
lieven het Inteekenbiljet, hetwelk by de
stads-editie onzer Courant is gevoegd, ge-
teekend te zenden aan het Bureau Spoor
straat of Zuidstraat.
DE UITGEVERS.
de
)t
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 3 Oct. 1893.
De wintervermakelijkheden zullen
hedenavond in Tivoli worden geopend door
't gezelschap der Ned. Tooneelvereeniging,
onder directie van den heer L. H. Chrispyn.
Opgevoerd zal worden Multatuli's beroemd
werk, Vorstenschool," drama in 5 be
drijven (6 tafereelen.) De beste krachten
van 't gezelschap zul'en in dit stuk werk
zaam zijn, zoodat we een goede opvoering
mogen verwachten. We mogen veronder
stellen dat Vorstenschool algemeen bekend
is, want wie heeft tegenwoordig de werken
van Multatuli niet gelezen, en tevens dat
tooneellief hebbers gaarne de opvoering
daarvan willen bijwonen, zoodat we ook
niet twijfelen aan een talrgke opkomst
van 't publiek. (Zie verder de in dit blad
voorkomende annonce.)
Hr. MS. fregat »De Rug tercomman
dant de kapitein ter zee C. Hoffman, ver
liet Zondagmorgen om 10 uren onze haven,
met bestemming naar O.-Indie. De staf-
muziek deed bij het vertrek van het schip,
op het havenhoofd hare liefelijke klanken
hooren. Door het prachtige weder was
een ontzachgelgke massa belangstellenden
egenwoordig om den vertrekkenden een
tartelyk vaarwel toe te roepen.
Tegen het naderen van het winterseizoen
jjn de uitzichten der bewoners van eenige
prijken en straten in deze gemeente in 't geheel
liet rooskleurig. Een aantel straten zjjn door
e eigenaars nog niet aan de gemeente in
igendom overgedragen en de gevolgen daar-
an blijven niet achterwege. In zulke straten
rordt de openbare weg niet vanwege de ge-
aeente onderhouden, de zinkputten niet gele-
ligd en de straten missen by avond en nacht
e noodige verlichting, hoezeer vele bewoners
ok in de gemeente-belasting hun deel bybren-
en. De Diaconiestraat ziet er op de dagen
ls de hemelsluizen wat al te wyd geopend
ijn, erbarmelyk uit. 't Lijkt er wel een mod-
erpoel. Nu kan men zich, ja, wenden tot het
)ag. Best. der gemeente en vragen om hulp,
och, met het oog op de bestaande voorsehrif-
en in deze, moet dit Bestuur zich onthouden.
Moet lydelyk toezien met hoe groote bezwa
ren de bewoners van nieuwe straten vooral
in den winter te worstelen hebben.
Gisteren werden door een eigenaar van per-
ceelen in de Basstraat aldaar eenige lantaarn
palen geplaatst. In den volgenden winter zal
deze straat door petroleum-lampen verlicht
worden. En, naar wy vernemen, zal ook in
de nieuwe stad* achter de R. K. kerk zoo
danige verlichting van particuliere zyde wor
den aangebracht. De bewoners en bezoekers
dier straten zullen daardoor in groote mate
worden gebaat; doch deze toestand kan op den
duur zoo niet blyven. Er moet verandering
komen, zij 't ook door wyziging van de be
staande voorschriften op het bouwen in wei
landen en op het aanvaarden van het eigen
domsrecht door het Gemeentebestuur.
Een held.
De vorige week is tot ridder der Mili
taire Willemsorde 4de kl. benoemd de eer
ste luitenant J. L. L. M. Wittich, die
zich by Segli in Mei van dit jaar onder
scheidde.
Dit is dezelfde officier, die het stoute
zwemstuk volbracht, toen hg in 1892 we
gens ziekte naar Europa kwam en in de
Roode Zee van boord sprong tot het red
den van een kind, dat men meende dat in
zee gevallen was.
Wittich wist toen, na 4 uur zwemmen,
zich op een vuurtoren in veiligheid te
brengen, om, wijl de boot waarvan hg
gesprongen was, doorstoomde en men meen
de dat hg verdronken was, met een
andere boot naar Nederland te komen.
Alle bladen waren destijds vol lof over
het stoute zwemstuk van den zieken jon
gen luitenant.
Vrjjdag is gevankelgk naar Amster
dam getransporteerd K. de Graaf, de voor
malige marine-matroos, in het»Algemeen
Politiebladgesignaleerd als voortvluchtig
met een bedrag van f2114 van den kas
sier G. A. Bodenheim te Amsterdam. Yan
de geheele som werd nog slechts 11 centen
in zyn bezit gevonden, toen hg zich, geen
uitkomst meer wetende, bg de politie te
Rotterdam aanmeldde.
Een der waggons van de Gooische
stoomtram, komende van Laren, ontspoorde
Vrgdagvoormiddag op de hulpbrug buiten
de Amsterdamsche poort te Naarden, en
wel zoo dat hg, ten onderst boven over
het water hangende, alleen door de koppel-
stangsn der beide andere wagens voor
neerstorten is bewaard gebleven. Persoon
lijke ongelukken zgn er niet voorgevallen,
daar de passagiers, militairen te Amster
dam in garnizoen, vóór het passeeren der
brug den wagen hadden verlaten.
Zaak De Jong.
Uit Utrecht meldt meo het volgende
Omstreeks November 1892 zoo verhaalt
de »Echo« woonde Hendrik De Jong als
commensaal by mevrouw de wed. S., Bemuurde
Weert, te Utrecht. Ook die dame werd door
De Jong ten huwelijk gevraagd, doch toen
zij de zaak in beraad wilde nemen en haar
voornemen te kennen gaf, om zich naar zynen
persoon en verloden te informeeren, verdwenen
de liefde en de commensaal plotseling. Hy
betaalde goed en had ongeveer 3 maanden by
mevr. S. gewoond. In dion tijd was De Jong
in het bezit van verscheidene horloges.
Yerschillende combineeren de geesten hebben
al lang de meening geopperd dat De Jongen
•Jack the Rippers één en dezelfde persoon
zouden zijn, vooral ook op grond, dat men den
Londenschen moordenaar wel onder de beman
ning van Hollandsche stoombooten heeft mee-
nen te moeten zgn en tydelyk ook te Calcntta,
waar De Jong, zooals men weet, ook gewoond
heeft. Een van de bladen heeft het zelfs noo-
dig geacht dit gerucht uitvoerig te weerleggen
door er op te wyzen, dat er ook //Rippers-moor
den hebben plaats gehad ten tyde dat De Jong
te 's Hertogenbosch in de gevangenis zat.
Wy hebben noch het een noch het ander
meegedeeld zegt de »Tel.« omdat er naar
onze opvatting weinig overeenkomst bestond
tusschen dien perversen wreedaard en onzen
sluwen oplichter.
Thans komt echter datzelfde gerucht tot ons
uit een koker, die het in ieder geval waard
maakt om vermeld te worden. De schriftelijke
overleggingen tusschen onze politie en de En-
gelsche zouden het bovenbedoeld vermoeden
reeds tot groote waarschijnlijkheid hebben [ge
bracht. Er zonden onder de bagage van De
Jong behalve de vermelde medische boeken,
ook medische operatie-werktuigen zyn gevonden
waarvan, 'zooals men weet »the Ripper« zich
bij zyn moordon placht te bedienen. Aanvan
kelijk hechtte de justitie hieraan weinig waarde,
in de meening, dat ze slechts dienden [evenals
de geneeskundige werken, om zyn voorgewende
qualiteit van dokter aannemelijk te maken.
De »PallMali Ga zette* wijdt ruim twee
kolommen aan de geheimzinnige verdwijning
en zegt over De Jong sprekende o. a. het vol
gende Hij is de type van een soort, dat ge
lukkig weinig talryk is. Holland heeft niet veel
zulke menschen opgeleverd. De Jong wordt
verdacht twee moorden te hebben begaan en
hy werd aangehouden op het punt staande
een derde slachtoffer te doen vallen. Veron
dersteld dat hy juffrouw Juett en juffrouw
Schmitz binnen twee en een halve maand uit
den weg ruimde, dan ryst van zelve de vraag
//Hoeveel vrouwen doodde hy vóór dien tyd
Volgens hen, die omtrent De Joog's loopbaan
't een en ander weten kunnen, behoort zyn
zaak tot de «causes célébres." Wenschelyk
ware het evenwel, dat hy aan Engeland werd
uitgeleverd en daar gevonnisd. Want al zou
hij in Holland schuldig bevonden worden aan
een dozijn moorden, dan nog zon hy niet ge
hangen worden. Daar bestaan in Holland geen
afdoende straffen voor.
Men meldt uit Amsterdam
Naar men uit goede bron verneemt, zal de
vader van Sarah Juett in den loop dezer week
oit Engeland overkomen om aan de Amster
damsche justitie inlichtingen te verschaffen
omtrent de oplichterij, waaraan De Jong zich
tegenover hem te Maidenhead moet hebben
schuldig gemaakt.
Denkelyk zal De Jong dezer dagen wegens
oplichterij terecht staan, zonder meer, althans
zoo inmiddels niet de lijken der beide vermiste
vrouwen worden gevonden. Men heeft er een
oogenblik aan gedacht, de Engelscbe regeering
te bewegen uitlevering te verzoeken, omdat
volgens de Engelscbe wet De Jong aanspra
kelijk kan worden gesteld voor het verdwynen
zyner vrouw, Sarah Juett. De bestaande rechts
verhoudingen liggen er echter toe, dat De Jong
als Nederlander slechts in Nederland terecht
kan staan, ook wegens de feiten, waaraan hy
zich in het buitenland mocht hebben schuldig
gemaakt. Op dezen grond kan dus van uitle
vering geen sprake zyn.
De rjjkste man van den N.-Ameri-
kaanschen staat Masaachusetts, Frederick
Lothrop Ames, is aan boord van de boot
van Boston naar New-York dezer dagen
gestorven. Zgn vermogen wordt geschat
op 35,000,000 pd. st. Hg was geboren te
North Easton op den 8en Juni 1835. Hg
zelf wilde zich op de rechtsgeleerdheid toe
leggen, maar volgens den wensch zjjns
vaders ging hij in zaken en steeg in de
»Ames Works" langzamerhand op totdat
hg lid der firma werd. Meer en meer echter
was hg zich ook bezig gaan houden met
spoorwegen en in het laatst van zgn leven
had hg de hand in een 40-tal spoorweg
maatschappijen.
Niet weinige financieele instellingen
te Boston werden door hem gesteund, maar
ook tal van liefdadige genootschappen.
Waar hg de kunst kon steunen, deed hg
dit evenzeer.
Men zegt dat het ideaal van Ames was
de grootste grondeigenaar van Boston te
worden, zoo als de Astors te New-York.
Zijn bezittingen te Boston hebben een
waarde van 6,000,000 pd. st.
De Fransche schatkist is voor eenigs
millioenen francs benadeeld door «en in
richting te Parijs, die zich bezig houdt
met het wasschen van speelkaarten. De
kaarten werden zoo goed als nieuw weder
afgeleverd. De fiscus beweert, dat de schat
kist voor niet minder dan frs. 3,000,000
is opgelicht. Doch de directeur van de fa
briek Tribillac zeide, toen men beslag
legde op zgn gereedschappen, dat de fiscus
het veel te erg maakte. De schade be
droeg volgens hem slechts twee millioen.
Bg de wet is wel de verkoop van gewas-
schen kaarten in Frankrijk verboden, maar
niet het wasschen zelf, zoo beweert deze
fabrikant, die enkel voor anderen (vooral
koffiehuizen en sociëteiten), de gebruikte
kaarten zóó fraai waacht en opmaakt, dat
zy geheel op nieuwe gelgken.
Omtrent de plannen tot reorganisatie van
's Rijkst Stoomvaartdienst ontleenen we aan
de ingediende begrooting van Marine het vol-
De wyze van bevordering tot officier-ma
chinist wordt geheel anders. De machinisten
zullen na examen geplaatst worden op eene te
Amsterdam op te richten applicatieschool en
na het met goeden uitslag volgen van een
2jarigen cursus, tot officier-machinist worden
benoemd. Door toelating tot het examen kan
iedere machinist tot officier benoemd worden.
Met het oog op het beperkt aantal officieren-
machinist, voor de toekomst noodig: 12 der le
en 18 der 2e klasse, kannen iedere twee jaar
slechts 4 machinisten op de applicatieschool
worden toegelaten.
De regeling van het onderwijs wordt opge
dragen aan een directenr, tevens leeraar in de
stoom-werktuigkunde, welke betrekking voor-
loopig zal worden opgedragen aan een desbe
voegd zeeofficier, later aan een der nieuwop-
geleide officieren-machinist.
Ter besparing van kosten zullen voorloopig
de instrumenten van de kweekschool voor ma
chinisten worden gebruikt. De applicatieschool
zal niet vóór 1 Sept. 1894 kunnen worden
geopend en het onderwijs wordt aan 'sRjjks
werf te Amsterdam gegeven. In de regeling
van het personeel van 's Ryks stoomvaartdienst
zal wijziging worden gebracht. Er sullen ko
men 25 hoofdmachinisten met graad van hoofd
opzichter der fortificatiën40 machinisten le
klasse (adj.-onderoff.) machinisten 2e en 3e kl.
en machin.-leerlingen le en 2e kl. met den
zelfden graad als thans; 30 hoofdvuurstokers
(sergeant,) en vuurstokers le, 2e en 3e kl.
De regeling der tractementen van de offi
cieren-machinist zal worden herziendie van
de offic.-machin. 2e kl. blyven nagenoeg on
veranderd, maar die van de officieren le kl.
worden belangrijk hooger gesteld.
De toelagen der machinisten by minder
snelle bevordering vervallen en de bezoldiging
zal geleidelijk opklimmen. In verband hiermede
zullen de tractementen der jongere machinisten
een weinig worden verminderd, doch die der
anderen wat verhoogd.
De voorgenomen regeling zal pl. m. f 25,000
meer kosten dan de bestaande. De machinist-
leerlingen worden uiterlgk na 3 jaar tot ma
chinist 3e kl. bevorderd.
By de vuurstokers zullen evenzoo de toe
lagen vervallen, die worden gegeven aan hen,
die als ervaren werkman uitmunten. De vuur
stokers der le en 2de klasse die voor de toe
kenning dezer toelagen in aanmerking souden
komen, kunnen respectievelijk tot hoofdvuur-
stoker en vuurstoker der le klasse wordem
voorgedragen.
Omtrent de vaststelling van een vrijwillige
marine-reserve wordt het volgende medege
deeld
Zij zal worden samengesteld uit hen, die
vroeger by de actieve zeemacht hebben gediend
of wier beroep in tyd van vrede nauw ver
want is aan den dienst tor zee.
Het personeel der reserve zal tot oefening
in actieven dienst zyn a de officieren lo (ver
plicht) elke twee jaar, gedurende 3 achtereen
volgende maanden 2o (op verzoek) gedurende
6 maanden a/b van een der schepen of by
den torpedodienstb. de machinisten en vuur
stokers lo voor de eerste maal een maanden
2o elke 2 jaar, gedurende 15 dagen c de
matrozen elk jaar 28 dagond de torpedisten
elk jaar 60 dagen of tweemaal 30 dagen.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Yan 28 tot eü met 30 Sept. 1898.
OndertrouwdC. J. Paans, matroos en J.
Senhauser. F. J. Ummels, teekenaar en E. J.
Kos. T. J. Ter Horst, vuurstoker en T. Harjer.
BEVALLENJ. Ras—Buter, z. S. Vries-
landerMesscher, d. D. BeeldmanJantjes, z.
C. MarkusGottschal. M. BosDuys, z.
J. v. TwiskVerton, d. G. Bakkerde Vries, z.
OVERLEDENP. Verhage, 5 maanden.
F. G. W. Sant, 9 maanden.
Ingezonden.
Inzameling Tan Uefdegaren.
Ofschoon de thans vigeerende Algemeene
Politie-Verordening voor deze gemeente inder
tijd, o. a. ook door aanplakking op openbare
plaatsen, is publiek gemaakt, acht ik het niet
onnoodig de volgende bepaling afzonderlyk
onder de aandacht der lezers van dit nieuws
blad te brengen:
»Met eene boete van hoogstens f 10.wordt
gestraft ieder, die voor zich of namens of ten
behoeve van personen, vereenigingen of in
richtingen, van welken aard ook, aan de kui
zen der ingezetenen gelden tracht in teaame-
len, verzamelt of doet inzamelen, of daartoe
lysten van inteekening aanbiedt of doet aan
bieden. Deze bepaling is niet van toepassing
op hem, die handelt krachtens vergunning by
de wet, door een hooger gezag of door den
burgemeester verleend.'
Het barre seizoen nadert, en dat seizoen
geeft lichtelyk aanleiding, tot het nemen van
een besluit ter inzameling van liefdegaven
voor armen en ongelukkigen. De kennisne
ming van bovenstaande bepaling zal er onge
twijfeld toe leiden, dat door het vragen om
de vereischte vergunning, schadelijke en lastige
gevolgen worden voorkomen.
Helder, 27 Sept. 1893.
V.
Het militair salnt.
(Historisch).
Voor een militair valt er op een Zondag
middag, by mooi weer, aan den Kanaalweg
tusschen de twee bruggen heel wat te salueeren,
en het verwonderde niemand, dat een artil
lerist dit jl. Zondag by ongeluk vergat, toen
hy een »hoogere' van een ander wapen te
midden der drukte passeerde. Heel normaal
was die shoogere* niet; althans toen hy den
kanonnier wegens zyn wanbedrijf aanhield,
vroeg hy aan een burger, wat hy met dien
zondaar beginnen moest. Hem een glas bier
aanbieden, was 't antwoord. En zoo geschiedde
het in het dichtstbygelegen koffiehuis.
ia»
De jonge dame maakte een kleine buiging
n zeide toenMontelliDat is een Italiaan-
che naamIs u uit Italië afkomstig
Neen, ik niet, maar mjjn moeder wel.
laar neem my niet kwaljjk, ik moet verder
naar gindsche fabriek.
Ah zooDan is u zeker de nieuwe
igenieur, die aan de fabriek Neurode ver
acht wordt
Juist, mejuffrouw!
k Myn vader heeft daarover met onzen op-
chter gesproken, ik hoorde het toevallig. Mijn
ader heeft ook een suikerfabriek laten in-
chten en hy wenscht ook een ingenieur in
ienst te nemen, daar de tegenwoordige in-
ichting der fabriek niet meer voldoet. Ik be-
rjjp dat wel niet goed, maar men hoort er
>ch naar, als de heeren over ernstige zaken
raten. Men kan altyd iets leeren.
Nu was het de beurt aan den vreemde om
jonge dame verwonderd aan te zien haar
Banier van spreken was zoo geheel anders
an van andere jonge dames uit voorname
iringen. Doch bij den aanblik van dat schoone
elaat, die heerlijke donkerblauwe oogen en
16 weelderige bruine lokken vergat hy te
ctwoorden. Zeker ontging haar die bewon-
0ren de blik niet, want langzaam kleurde een
lonkerrood haar wangen, en zy sloeg de oogen
neer naar den hals van haar paard, dat zy
met de rijzweep zacht streelde. Toen keek
zy plotseling weer op en zeiAls u lang op
Neurode blyft, zullen wy elkaar nog wel meer
ontmoeten. Ik ryd veel en maak dikwyls groote
ritten. Tot weerziens dus, mijnheer.
Beminnelijk knikte zy, trok den teugel aan
en na een tikje met haar ryzweep galoppeerde
waarby de hond vroolyk blaffend om
het paard heensprong..
De vrooiyke uitdrukking op het gelaat van
den jonkman verdween, toen hy de schoone
paardrydster naoogde. Haat en woeste opwin
ding weerspiegelden zich nu in de gelaatstrek
ken, die even te voren zoo vriendelijk stonden
een oogenblik zelfs scheen hy de hand dreigend
te willen opheffen, doch hy liet ze weer sakken.
- Ik ben een dwaas, mompelde hy, wierp
de riem van zyn tasch weer over den schou
der en zette met langzame schreden en gebo
gen hoofd zyn weg voort naar Neurode.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Het middagmaal vereenigde het gezin van
baron Willy Von Altenbrak dagelijks in de
groote eetzaal, waarvan de vleugeldeuren toe
gang verleenden tot de warande. Ook de in-
spector van het uitgestrekte landgoed was
steeds aan tafelbaron Willy hield ervan zoo
aan tafel door de berichten van zyn voorn aam
sten beambte op de hoogte te blyven van de
werkzaamheden op zyn landerijen. De secre
taris, de ondergeschikte opzichters en de huis
houdster aten niet in het slot, maar in het zoo
genaamde »ambthuis," waar ten tyde der fedale
rechtspleging de ambtman van het rechtsge
bied van Altenbrak gewoond had. Het «ambt-
huis" was nu verbouwd en bevatte de wonin
gen van eenige beambten. De gunst om met
de adellyke familie het middagmaal te gebrui
ken had de inspector Feldner zich door zyn
langdurigen diensttijd verworven; hy bekleedde
zyn betrekking reeds onder den ouden baron
daardoor ook kon hij, waar dit noodig was,
vrijmoedig voor zyn gevoelen uitkomen.
De brave, byna zestigjarige man, stond met
den baron op een goeden voetde baron had
weinig kennis van landbouwzaken en schikte
zich daarom gaarne naar de inzichten van zyn
rechtschapen inspector, waarbij hy niet Biecht
voer. Doch met de barones kon de inspector
niet best overweg. Het trotsche, heerschzuchtige
karakter der barones, hinderde den ouden,
trouwen dienaar en de groote plannen der dame
betreffende het voordeeligste gebruik der lan
deryen ontlokten hem menigmaal een minach
tenden glimlach. Daarby kwam, dat de baro
nes buitensporig verkwistend waszy leefde
gaarne in al de pracht en praal van een vorstin.
Feldner zag in, dat zulk een leven de inkom
sten van het landgoed verslond; er bleef niets
over voor de verbetering van den bodem. Zoo
snelde men onfeilbaar den ondergang te ge-
moet, als de verspillingen der barones niet
beteugeld of nieuwe hulpbronnen geopend
werden.
De ervaren man had reeds jaren geleden
dezen staat van zaken aan den baron bloot
gelegd, en dezo laatste had werkelyk den moed
gehad met zyn vrouw hierover te spreken.
Aanvankelyk had de barones hem verwon
derd aangekeken, en deze verwachtte reeds
een koele, hoogmoedige afwyzing, doch plot
seling gleed toen een byna spottende glimlach
over haar gelaat en zy antwoorddeJe
oude inspector heeft gelijk het leven hier
in Berlyn (Willy was toen nog majoor by de
garde-kurassiers) kost te veel geld, laten wy
naar Altenbrak terugkeeren. Ik verlang ook
naar het rustige buitenleven.
Verheugd, byna aangedaan, had baron Willy
zyn vrouw de hand gekust. Reeds lang had
hij den wensch gekoesterd den krijgsdienst te
verlaten en op Altenbrak te gaan wonen.
Sedert jaren reeds had hy geen smaak meer
in het woelige leven der voorname wereld of
het schitterende spel der wapenen. Hy was
een stille, zenuwachtige, sukkelende man ge
worden, wiens schuwe oogopslag nauwelijks
meer den trotschen blik van zyn vrouw kon
verdragen. Zyn bekenden verwonderden zich
over deze verandering van den vroeger zoo
vroolyken officier, zy schreven die toe aan
zyn verwonding in den oorlog van 1870 en
beklaagden hem oprecht. Niemand wist echter,
welke worm in het geheim aan het leven van
den vroeger zoo sterken, levenslustigen man
knaagde.
Baron Willy nam zyn ontslag, kreeg een
hoogeren rang, benevens een hooge ridderorde
en trok naar Altenbr&k. Daardoor verminder
den de uitgaven echter slechts weinig, want
omtrent dezen tyd werd Willy's zoon Harry
als officier by het garde-regiment huzaren ge
plaatst, en Harry Von Altenbrak dacht er
waarlyk niet aan zyn uitgaven te bekrimpen.
Hy had de lichtzinnigheid van zyn vader,
maar ook het eergevoel en rechtvaardigheid
van zyn grootvader geërfd, twee deugden, die
steeds het geslacht Von Altenbrak tot sieraad
hadden gestrekt. Harry was trotsch op de eer
van zyn geslacht en zon elk offer gebracht
hebben om die eer rein en onbevlekt te be
waren. In den roes van het leven in de groote
stad vergat hy zeker meermalen, dat het niet
voldoende is de niterlyke eer van den stand
op te houden. Hy genoot het leven met volle
teugen en dacht daarbij evenmin aan beper
king zyner uitgaven als zyn moeder, die zich
hoofdzakelijk op Altenbrak teruggetrokken had
om niet door de schoonheid van haar byna
volwassen dochter Gerda in de schaduw ge
steld te worden.
Ook het leven op Altenbrak was op grooten
voet ingericht. Men had een stal met prachtige
paardenjachtpartyen, gezellige avondbyeen-
komsten, bals en dure reizen wisselden elkaar
onophoudelijk af. De nooit bevredigde genot
zucht van Rogalla verslond honderdduizenden,
zoodat Willy reeds genoodzaakt was geworden
een groote hypotheek op zyn goederen te nemen.
Intusschen was de barones verstandig ge
noeg om in te zien dat er nieuwe hulpbron
nen moesten geopend worden, wilde men niet
dat de goederen eindelyk zoo zwaar met hy
potheek belast werden, dat er van de jaar-
lyksche opbrengst niets voor den eigenaar
overbleef.
(Wordt vervolgd.)