't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. 1^0# Jeffy 1894. „Veel hefl en zeien in 'Utara jaar!" Ho 2179. Maandag 1 Januari 1894 22ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. ADoniiemont p. 8 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagebl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. toot het Buitenland f 1.25, idem idem f 1.12* f2.00 j VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBERKHOUT ft Co., te Helder. Bureeux 8POOR8TRAAT wi ZUID8THAAT. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 86. Advertentiën moeten uiterlijk dei DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 A.avortentlCn IS 1 5 regel' Kik» Tegel meer uroote letters worden naar plaatsruimte berekend. Aan onre abonné's buiten de gemeente "wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje ea Zondags blad, 4e kwartaal 1893, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Januari 1894zullende anders daarover met 5 Cts. verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel ran 21/» Ct. beplakt te worden. Een woord aan onze lezers. Waarde lezers en leaeressen, er is weder een jaar voorbijgesneld en we zijn een nieuw ingetreden. Schreven we gisteren nog 1893, thans is dit cjjfer met één vermeerderdZoo zien we «De tjjd snelt voort op aad'laar» vleng'len, Geen onxer kan sjjn T**rt beteug'len, Hij werpt wat ond is lustloos neer En brengt iets nieuws «ns telkens weer." Naarmate we meermalen 't wisselen van den jaarkring hebben beleefd, zullen we de waarheid van de aangehaalde dichtre gelen gevoelen. Wat heeft de tijd al niet veranderd, wanneer ws een veertig of vijftig jaren kunnen terigzien, en wat zal hg wel te zien geven aan 't geslacht, dat nog een veertig of vijftig jaren voor de borst heeft Wat heeft hij ons gtbracht in 't afge- loopen jaar en wat zal hij geven in 1894 Deze vraag rijst ongetwijfeld bjj menigeen op. De beantwoording van 't eerste deel is niet moeielgk, die van 't laatste ligt buiten ons bereik en cat 't ons niet ver gund is den sluier da: toekomst op te lichten, mogen we als een zegen beschou wen, want 't goede dsfc ons te wachten staat, zou een deel van zijne bekoorlijkheid verliezen en 't kwade zoi ons dubbel smar telijk vallen. De Voorzienigheid houdt dus wijselijk de toekonst voor ons ver borgen, opdat we 't goede verrassender zouden vinden en 't kvmdc ons niet zwaar der zou vallen dan nooizakelijk is. 'tZou ons goluk wis net vergrooton, Werd ons do toekomst eens ontsloten, En nad'rend onheil, tegenspoed, Ontnam ons seker kraot en moed We willen daarnaar lan ook niet ver-; Bjj 't rusten kunen wij hen, die niet langer met ons gai, een traan, een zucht, een waardeerend word wijden, in onder werping aan het 'erlies, dat ons heeft getroffen en in brille vertrouwen, dat men 'tons eenmai ook zal doen, wanneer wij gemist wordi in den steeds voort- trekkenden optocj en alzoo de liefde en vereering, die wohans aan onze voorgan gers bewijzen, aarns zal vergolden worden. Maar er hebb zich ook vele nieuwe reizigers bij onsongesloten, en anderen, die we reeds geruien tijd als tochtgenooten beschouwen, hefcn zich krachtig ontwik keld en zijn berin staat de vermoeienissen te verdragen. Jk hen kunnen we onze opmerkzaamheidijden, nu weeenoogen- blik rust neme en ze zijn 't waard, want eenmaal zulletfü 't z?jn, die op ons terug zien en ons, we hopen, in memoriam houden. Moog' ook 4jjd bier rustloos mssion, Met milde id weet hjj te saaien. En 't saad 'n rijpen dag en nacht, Totdat het"*®'* in volle pracht. De zeis d doods heeft ook den levens draad van 93 afgesneden en 't is zjjn opvolger, met jeugdigen moed en frissche kr* begaafd, ons toewenkt ver der te gaa Maar n 1 eerst onze schatting ge bracht aahem, die ons 365 dagen ge leidde, dPns veel goeds gaf, dat we niet met'Verschilligheid voorbjj mogen zien. 18 8chonk ons, wat een reeks zijner vangers vergat, namelijk een echte Ier geen lente volgens den alma nak, m#611 uaar de natuur. Hoe dik- wjjls kc6^ we de verzuchting, dat men niet miwist wat lente was. Nu hebben we er1 gehad, liefelijk en goed, en daarna1 °og8t, die ruim mag genoemd worde^danks t gemis van den noodigen regen.°dat 1893 voor de wijncultuur zelfs la onovertroffen mag genoemd wordi iad men in dis lentedagen na en dsn wat regenvlagen lehad, gelooft dan allen maar, looit kende men soo'n vruchtbaar jaar. die groote overvloed niet aan den j>ot des aardrijke onttrokken, toch heb- we reden tot dankbaarheid in 't al leen, ofschoon we moeten erkennen dat veehouders minder grond hebben 't jaar te roemen. meer en meer dringt bij den vierden stand 't denkbeeld door, dat zjj achteruitgezet andeld wordt. Van- laDgen, maar vertrouwewvoorwaarts treden T an laateten zeilen er velen zijn die op ons levenspad, bestsald door de steCeer tan balans op Oudejaarsavond der hoop, die ons reee zoo nienigmaa;b.be° een minder opgeruimd verfroostend en opbeured in 't oog^heef'icbt ?"tten en met zerder geblonken, in geloof at we vanW™8Pad.l!noete,\ 'red™- tot den volgenden mglpaaevenzeer bloemt We 7?"™ ol!l''erJ We-, dat men op je. lang, onzen weg allen vinden oudrjeersaW de trennge gedachten vroeger''t geval was, en medig de stormf"™1 »anr den aebtergrond en regenvlagen verdnre, die zicb uP»** gangen, om de feeeteljjke stem- van tjfd tot tijd zullen een gevoelen. ™iig met te verdrgven en dat rustpunt Bjj 't voortaan op de Wensreis ontm<>" 't leven met te bestoden tot t aanheffen men rustpunten, die w, niet met orlVB"klaagliederen. haasting moeten voorbijgnn om toch m. Want, wanneer men daarmee begon, spoediger 't einde teberehm. Integend«zefen velen er mede kunnen nstemmen. we muiten eens tot adetntanen en nieup<* a" koopman en de fabrikant hebben krachten trachten te vewnelen, terv wensch gehad, en als men we onzen reisgenooten toeropen .hoib™ b<*>rt "P"1™' er g® SeM meet even stil en zie met ons nog eos achter u <?a<" a« menneten en wordt de concurren- Als we dan in 't rond zie, missen gestadig scherper De werkeloozen, zoo velen, die bij een vorigrustpunt jannen die werken willen en geen arbeid vol kracht en moed vergezelen, die, vr tannen krijgen, zijn er in 1893 ook met - beter op geworden. En ofschoon rede naars van alle mogelijke politieke en gods dienstige kleur die toestanden voor volle of ledige zalen hebben besproken, er zjjn totnogtoe geen afdoende middelen tot verbetering in 't werk gesteld. Men kan die saak wel mooi bepraten, Maar 't sal den werkman luttel baten. Geeft werk aan allon, groot en klein, Dat is do ware medicijn. Die vergaderingen hebben gewoonlijk de nst, dat de ontevredenheid stijgt; en ljjk en opgeruimd, nog langin ons ge; schap meenden te blgven. »Waar ze?" vragen we weemoedig— en 'ta woord is: 'onbarmhartig azemaaid d den trouwsten dienaar van len tijd, dood 1« Ja, de onvermoeide maaie; die den op zjjne schreden volgt, Snijdt nutloos af, 'tsjj jonpf ond Hat dorre en 't groene hout. H\j zwaait sjjn seis, en keeiop keer Velt hg sgn offers blind'ling neer. uitkomst, en stiefmoederlijk beb. daar in onderscheidene landen vereenigin- gen van sociaal-democraten, anarchisten en nihilisten. De beide laatsten zouden 't staatsge bouw wel met dynamiet in de lucht willen laten vliegen, waartoe hier en daar alreeds pogingen zijn in 't werk gesteld, met meer of minder droevig gevolg we her inneren in 't kort aan den aanslag op de leden der Volksvertegenwoordiging i Frankrijk, in de vorige maand gepleegd. Wat cr op de puinhoopen van 't inge storte gezag zou moeten verrijzen, is echter nog niet duideljjk aangetoond. In ons dierbaar vaderland hebben die stemmen uit den vreemde weerklank gevonden ook hier tracht men zooveel mogelijk roeraten te winnen voor den aanstaanden wereld- strijd, welke volgens 't beweren van de redenaars dier partij niet kan uitblijven. Gelukkig is 't hier te laude nog niet zoo erg als elders, en onze woonplaats kan in 't bijzonder worden beschouwd als een veilig plekje, waar de noordwestenwind de revolutionaire stormen weet te verdrijven. Veel draagt er voorzeker toe bjj, dat de toestand van den werkman hier in 't alge meen beter mag genoemd worden dan op onderscheidene andere plaatsen 't geval is. De eerste stap, die men rekent dat tot i irbetering kan leiden, is 't verkrijgen van j algemeen kies- en stemrecht. 't Grondidee van de ontevredenheid kan men vinden in de volgende regelen De stryd is geen nieuwe, oneen, 't is een ouwe. Do lui, die wat hebben, se willen 't graag [honfio. Zjj die niets bezitten, se willen 't verkriifon, Nu weet men 't, en ik sal das verder [maar «wijgen. Nu, waarde lezers en lezeressen, moesten weden stryd maar laten rusten, en liever erkennen, dat we 't hier, aan Hollands noordpunt, nog zoo slecht niet hebben. Elk jaar wordt de plaats onzer inwoning verbouwing verfraai»! Ir. Gesondheid, kracht en moed en opgeruimde zinnen, Zjj sterken u bjj 't werk, dat ge eiken dag [verricht, En steunen ieder bjj 't volbrengen vaa sjjn [plicht. Voorspoedig ga 't dit jaar het menschdom [allerwegen, En Neêrland deele ruim in de afgebeden zege Geev' vierennegentig aan ieder ruim- [schoots brood, Aan vreemdeling soowel, als land- en plaat [genoot. De strijd, die overal wordt om 't bestas [gestreden, Hjj worde opgelost in broedermin en vrede, Zoodat in plaats van twist, die 'l harte vaak [verstaalt, Het hoil en zegen op ons allen nederdaalt. Aan ieder, dio dit leest, daa nogmaals heil [e» «eg", Roept «'t V1 i g e n d Blaadje" u doos' [dag welmeenend tegen, Geniet die ongestoord in vreugde met elkaar, Dan is dit nieuwe ons een recht gelukkig [jaar. de Bureaux bezorgd zyn. veri™«i<l en in 't klein tracht men hier en d»- -o van groote steden na té volgenwe heb ben reeds een melksalon en zullen in 't volgend jaar een proeflokaal van wjjn- soorten krijgen. Gaan we langzaam, we gaan toch vooruit en de huizen van een verdieping verkrijgen meer en meer de dubbele hoogte. Dat we nog steeds roem kunnen dragen op onze wakkere varensgasten, heeft 't af- geloopen jaar bjj vernieuwing bewezen. In den stormachtigen herfst hebben ze meermalen getoond, dat ze, onder leiding van hun stuurman Rijkers, geen gevaren ontzien, wanneer 't geldt meoschenlevens te redden. Om niet te veel van uw attentie te vergen, hebben we ditmaal zoo hier en daar een greep gedaan en willen thans niet ver der uitweiden. Liever denken we nogeens met n terug aan den laatsteu avond des jaars, en wel aan 'toogenblik, toen de torenklokken «Iu 't middernscht'ljjk uur soo forsch en [statig klonken, En meldden dat een jaar weer was in 't [niet gesonken, Ea dat het nienwe jaar, als pasgeboren wicht Op 't selfde oogenblik zag 't eerste levenslicht. Toen werden handen gedrukt en klonk de heilwensch uit millioenen monden Wjj roepen 'tu heden toe. »'t Vliegend Blaadje" dat een geheel jaar als welkowen vriend toegang had tot nwe woningen, her haalt dien wenseh, nu 't voor de eerste maal in 1894 bjj u binnenkomt. Heil trede 'l nieuwe jaar ol vroeg uw woning [binnen, NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 1 Jan. 1894. Ramp te Wierum. de Commissie tot ondersteuning der nagelaten betrekkingen van de ver ongelukte visschers te Wierum, is een g'ft ingekomen van f 500, van de Zuid- ollandsche Maatschappij tot redding van schipbreukelingen, te Rotterdam. Onder de werkloozen te Amsterdam bevond sich volgens het »D. t. N." een man, die voor eenige maanden f 17,000 heeft geërfd en dat kapitaaltje veilig heeft belegd. dronken metselaar te Amsterdam kwam in een tapperjj in de Groote Kat tenburgerstraat binnen. Hst heerschap was nogal lastig, en het duarde dan ook niet lang of hjj kreeg het met den kaste- 'r.. Bmrta lein aan dej stok. duarbjj zijn tegenstander duehtig in den duim. Zeer voldaan over dit heldenfeit, zwaaide de dronkaard onder een luidruchtig gezang naar zjjn kosthuis en stommelde met veel moeite de trap op. Driehoog op sgn kamer aangeland, kreeg hg door een vreem den loop van gedaehten het romantisch, maar hoogst gevaarljjk idee om zjjn woning te 'ontvluchten" en met de halsstarrigheid, aan dronkaards eigen, begon hjj dit plan uit te voeren. Bjj stak al het geld dat hjj bezat dertig gulden ongeveer bjj zich, knoopte twee lakens en een deken aan elkaar en liet zich aan de achterzjjde van het huis uit een raam zakken. Hg hield zich echter niet stevig genoeg vast, zoodat hjj halverwege viel. Inwendig gekneusd, werd hg opgenomen en naar het Binnen-Gasthuia vervoerd, waar men hem verbond en vanwaar men hem ten slotte weer naar zjjn kamer terugbracht. De heer van 't Lindsnhout, te Neer bosch, ontving voor den Kerstboom in de Weeeinrichting zeer vele geschenken, o. a. van X. uit H.. een vet varkeu van 135 KG.; van de familie B. uit Njjtnegen, 1400 sinaasappelen, 21/, baal hazelnoten, een baal olienootjes, acht banden stokvisch en 8 matten vjjgenvan de familie J. uit Neerbosch, 1000 broodjes; van P. 1000 broodjesvan de N jjmeegsche Broodfabriek 2000 broodjes. Anoniem een kist met 2000 broodjes. Van D., uit Njjmegen, 100 met worsten, en van de firma D. een baal bruine boonen, 2 matten vjjgen en 410 R. uit Njjmegen een kist met suikergoed. Van Br. B. uit Njjehaske, een vat met koek en suikergoed. Van de Martha-vereeniging te Rotter* dam een groote zending goederen, bene* vens 126 molton dekens. Uit Schiedam, Delft 's Gravenkage, Amsterdam (van de Psrsis-vereeniging) Wolvega, Zwolle wer den groote pakken kleedingstukken ont* vangen. Uit Zutfen, van het Kousen-Ver bond, 219 paar kousen. Van Enschedé, Almeloo, verschillende plaateen in Friee- land, Njjmegen, Haarlem, Heemstede, wer den grootere en kleinere zendingen klee deren ontvangen. Neerbosch. De heer en mevr. Van 't Lindenhout en en dr. J. J. de Bleconrt te Neerbosch zjjn gedagvaard, om te verschjjnen voor den rechter van instructie te Arnhem. Naar aanleiding van het bericht, als zou in den boeiem der Neerboich-com- lissie verschil van mesning naar aan leiding van het nit ts brengen versla* gerezen zjjn, deelt men san de Telegraaf" van geachte zjjde mede, dat zulks moeHjjk het geval kan zgn, daar de commissie nog niet in pleno ie vergaderd geweest en evenmin daartoe totnogtoe is opgeroepen. De mist. Omtrent de gevolgen van den mist op Donderdag jl. te Amsterdam, meldt men nog het volgende: Een aantal gezinnen zgn in rouw ge dompeld. Langzamerhand bljjkt, dat mser menschen verdronken zgn dan aanvankelijk werd gedacht. Het was een trenrig gezicht Donderdag middag op verschillende uren brancards en karren naar de politiebureaux te zien trek ken, waarheen men weer ljjken vervoerde welke pas waren opgevisebt. De meeeten werden tot duiver opgehaald uit het water bjj de nieuwe Groentenmarkt, waar de haventjesvelen het leven kostte. De mist van DniuI«»J—-=*- - hg volgende donkere avonden de noodige voorzichtigheid in achtte nemen. Het juiste cjjfer kent men nog niet, maar wjj zullen niet veel mistasten, wanneer wg seggen, dat ongeveer honderd mannen vrouwen en kinderen te water zgn geraakt, waarvan er 15 omkwamen. Een zware slag trof de Vereen, tot'Op beuring van boetvaardige gevallene Trou wens. De adjunct-directrice Mej. d. Tak is met een drietal meisjes naar een kerst viering gegaan en door den mist te water geraakt in de Baangracht bjj de Passeer- dergracht. Slechts een meisje L. S. is levsnd opge haald een ander A. R. levenloos. Naar de verpleegde G. D. en Mej. t. d. Tak wordt nog gezocht. Aan de Nasaaukade geraakte een echtpaar te water; beiden verdronken. Londen zal weldra het grootste spoor weg-station ter wereld bezitten. De ver bouwing van het Liverpool-street station nadert nare voltooiing. Het zal een opper vlakte van 15 acree beslaan. De werken hebben twee jaren geduurd. Bjjna 100,000 Ms. grond moesten uitgegraven worden. Acht nieuwe ljjnen en acht nieuwe perrons, waarvan 4 een lengte van 500 Eng. voet, en een vjjfde een van 700 Eng. voet heeft zgn aangelegd en zgn onder één kap ver» eenigd, met een rangeer-terrein van 90 bf 210 Eng. voet. Voor die kap zjjn 15,000 tens jjzer gebruikt. Het station zal door booglampen, de kantoren sullen door gloei lampen verlicht wordende krachtige stroom, hiervoor noodig, zal tevjsns de be waskaarsjes. Van B. en zjjne vrienden, nit weegkraeht voor kranen en dergeljjke v Helder, 140 halve kilo's honigkoek. Van tnigen leveren. Hg fronste de wenkbrauwenriet v»ui- delijk, dat hjj zjjn geduld beg< te T'*en u nijdig dronk hjj sjjn glas le. «Gjj zult toch een anderen twejxxteo soeken, baron," antwoordde Gtaar/Qaar wat er ook gebeure, in elk go! s go dit plan moeten laten varen. Mivr beeft mjj een middel achtergelaten, trdo ik u, als het ajjn moet, daartoe dwin&n." Zarnba's gelaat werd donkeen woest dreigend ilikkerdon sjjn swaron. Hij schonk sjjn glas weder vol on o het in één teug. Daarop viel hjj aohr in sjjn stoel en wierp een been over dlonniDg. »Gjj wilt dns op ow achterspen gaaD staan, vriend Horen, bromde biel ja, ga je gang maar! Ik noem hot mek betaal u het geld, en dan kunt gjj «jjn part naar den duivel loopen I" Gaataaf was op de denr toden. Hjj bleef halverwege staan en wetich nog maals om. 'Bedenk goed met wien g*en hebt, baron Van Zarubo," zeide bjj.-t ik loren bsb, kan ik weer temen, a wat go mjj oatnomon wilt, da> ik g afstand van, zonder er tot berste i te strjjden. En indien het n dat mgn vader mjj achtergelaten hecfkzaam is, dan sult gjj niet de overwimjjn in aanstaanden strjjd." Zaruba was in een oogwenle beo dén sprong stond bjj vlak voor Gustaaf dien hjj hjj den arm greep. Zjjn groote gestalte scheen nog grooter te worden, toen hjj driftig werd. De beide mannen hekeu elkander ais vjjna den aan en schenen hunne krachten te meten. Zaruba was verreweg de grootste, maar op Gustaafs bleek gelaat lag sooveel vastbera- dendheid en sjja gestalte was soo krachtig on l, dat hjj, wanneer 'l noodig was ge- seker niet aan het kortste einde sou getrokken hebben. *Je vader was een braaf man," riep de baron met sjjn buldorende stem. »Hij beeft mjj gered, toen ik op den rand van den afgrond stond. Ik heb 'tniet gewild, dat bjj en de zjjnon daardoor in ongolegenheid en nood sou- len komen en bjj beeft ook niet gowild, dat de oude geschiedenis weder opgerakeld en mjj in het gelaat zou geslingerd worden. Helaas, 't in anders geloopeu, dan wjj konden vermoe den. Uw moeder en gjj zjjn er door in de klem geraakt en mjj is de oude schuld wedor verweten. Weet gjj soms, waaria die bestaan beeft?" tNeen, nog weet ik 't niet, maar ik kan 't elk oogenblik vernemen. Ik heb do bewjjsen in banden, en zal, als 't wesen moet, daarvan gebruik maken." «Doe wat ge wilL Tegenover u sal ik mjj van mjjo schuld kwjjten, sooals ik uw vader beloofd heb. Overigens moet ik nog seggen, dat ik mjj door geeu sterveling laat dwingen, ook door jou niet vriendje. Doo wat je niet laten kunt. Den voet, dion ik eenmaal ia den beugel heb, trek Ik niet terug." Gustaaf vorliet het vertrek, sonder verder oen enkel woord te spreken. Thans speet bet hem, dat hjj sich de bedreiging had laten ont vallen; nu echter was het te laat. Zaruba's toorn verdween, soodra hjj weder alleen was. Hjj nam weder plaats ea sehonk sjja glas ▼ol. Toen bjj 't uitgedronken had, verzonk bjj ,Zo7Üik"lhel meisje laten loopen Ach, wat oen dwaasheid 1 Hjj krjjgt haar toch niet, dat staat als een paal boven water. Neem ik haar eohter dun is 't zoowel voor sjja bestwil als voor het mjjne. D«t de gek 't zoo niet wil insien, is beroerd I Neen, de ge logenheidis te schoon en hjj mag praten en doen wat hjj wil,)mjj laat 'tkoud." Hjj goot de rest uit de fleach in het glos on hield het tegen 'tlieht. ■Op je welzjjn, kleine Else 1" IV. De herfstson lag over woud en veld en speelde orer bet water van het beekje, dat langs do schoone boerderjj van Krussof vloeide. Zjj scheen ook naar binnen door het ven ster der kamer, waar Else'e vader voor de neergelaten klep van de oude eohrjjftafel sat. In godachten verdiept lag hg achterover in sjjn stoel, terwjjl hjj met de hand langs het gladgeschoren gelaat streek. In de aangrenxendo kamer hoorde hjj een kast dichtslaan. Else', riep do dikke boer. •Ja, liovo vader,- antwoordde de stem van het meisje, en zjj verscheen dadeljjk op den drempel der kamer. •Kom hier, kind;' hjj stak haar do ruwe hand toe. »Jo moet niet soo bedroefd in hois rondloopen, lieve meid," zeide bjj, haar naar sich toetrekkend. «Er is werkeljjk niets ge beurd om over to treuren. Wees weder mjjn oude, vrooljjke Else en vergeet die ge schiedenis. Geloof je dan, dat ik iets van je sou verlangen, wat niet voor je bestwil was 7' Else stond voor hem met gebogen hoofd on antwoordde naaweljjks hoorbaar: sNeen, lieve vader." ■Komaan, soo is 'tgoed, kjjk maar vrooljjk. Wat je voor een paar dagen des avonds bjj de Horens gezegd bobt, sal vergeten sjjo. Ik hoop eohter, dat je nooit weer op die wijze tegen mjj sult optredao. Neem een voorbeeld je zuster Bert ha. Die huwde een man, haar uiet kon onderhouden, en nu is se »r ton mjjnen laste gekomen. Eu dergeljjke gevallen komen voel voor, sooals je ook secr goud weet." ■Gustaaf kon er niets aan doen, dat ajjn vader hem in sulk een treurigen toostand achterliet", antwoordde het meisje bedeesd. •Ik seg ook niets ten sjjnen nadeele. Ik wil echter, dat je niet meor over hem spreekt en ook niet meer aan hem denkt. Den man, dien je hebben moet, kies ik je self voor hom uit. Je opvoeding heeft mjj veel geld gekost, je hebt moor geleerd dan je saster en nu je ook een dame worden, waarvan ik ule beleef. Dat is mjjn vaste wil en je kent"me. Zoo, dat was 't wat ik je te seggen had. Hjj stond op, streek haar liefdorijk over het haar en verliet daarop hot vertrek. Else sloeg de handen langzaam ineei keok met betraande oogen naar het aoonigo landschap. Van kindsbeen wist zjj dat vaders betelen even onwankelbaar waren als de geboden Gods. Zjj moest gehoorsamen, dat wist xjj, maar aan den anderen kant dorst sjj het oenmaal gegeven woord tegenover Gustaaf, ook niet te breken. Buiten op den landweg weerklonk de hoef slag van een paard, dat nader ea nader kwam. Het hield stil voor de deur harer woning. Else boog sich eenigsains voorover ea sageit het tonster, dat baron Zarnba uit den oodel sprong. Krussof trad hem tegemoet ea wees lachend ia de richting van het hais. Else trad terag en legde onwillekeurig da hand op het sich krampachtig samentrekkend hart. Plotseling ontwaakte een vreeaeljjk voorgevoel in baar en verward snelde sjj door •on achterdeur naar dea tuin. Haar vader bad fluisterend «enig* met den baron gewisseld. Daarop was binnengereden en had ia cenige kamen geglaard. Toen hjj m allen ledig vond, giag hjj naar den tuin. Hjj waa iele minder slor dig gekleod dan gewoonljjk en hjj sloeg al voortloopend met de rjj>woeP naar hoornen en bloemen. Else stond bjj de schuur en voederde de kippen. Toen sjj den baros in den tain oog komen, schrikte sjj, sloop sael van den troep weg ea verborg sich in de bjjenMhaar. Zjj wilde hom bepaald oetloopen, went sjj voelde een nooit te veren bemerkten tegeasin. Zjj kon er sioh geen rekenschap van geven, maar dat gevoel beheerachto haar geheel. Daarbjj ver moedde sjj flauw, dot hjj slechts ter wille van haar gekomen was en thans haar spoor volgde in het sooeven opgeharkt® zand. Na enkele oogeblikken stond hjj voor haar in het kleine geheel met korven nvuMe huisje. Met sjjo lichaam volde bjj den ge- heelen ingang. Hjj groette baar vriendeljjk en gemeenzaam, terwjjl sjj hem angstig en afwerend aanstaarde. (Wordt t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1894 | | pagina 1